Donderdag 13
Maart 1913.
No. 8235.
62e Jaargang.
AMEESFOQUTSGQE
Uitgave van de Pfaamlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff".
HOOFD REDACTEUR
F. J. 7REDEHZZS.
AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1.
franco per postƒ1.15. Advertentien 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel-
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos Legale, officieöle- en onteigenings-
advertentiön per regel 15 cent Reclames 15 regels f 1.25. Bewijsnummers naar buiten
worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiön van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAU:
KORTEGRACHT 9.
Postbus 9.
Telefoon 19.
KEN NISOKV 1 N O.
Burgemeester en Wethouders van Amersfooït
brengen ter openbare kennis, dat bij hun
besluit van heden aan A. BRONDIJK ingevolge
art. 8 der Hinderwet vergunning is verleend tot
het oprichten van een bakkerij in bet perceel
alhier gelegen aan de Langestraat no. 86,
kadastraal bekend Gemeente Amersfoort, sectie
E no. 601.
Amersfoort, 11 Maart 1910.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
De Burgemeester.
Van RANDWIJCK.
De SecretariB,
J. I). WERKMAN.
Economische verhoudingen
van gasbedrijven en
eleotriciteitsbed rij ven.
Onder bovenstaanden titel verscheen in
>De Ingenieur* 110. 52 een artikel van den
heer F. Erens,. werktuigkundig en electro-
technisch ingenieur, waaruit Vraag en aan
bod* een en ander meedeelt.
De schrijver wijst op den strijd, die ge
voerd wordt tusschen de vereen igingen van
gasfabrikanten en de vertegenwoordigers der
electrische centrales, een strijd, die reeds
begon bij de geboorte van het electrisch
licht. Toen namelijk, omstreeks 1875. de
eerste booglampen werden toegepast, sloeg
den bezitters van gasfabrieken meestal
particuliere maatschappijen niet weinig
de schrik om het hartmen troostte zich
evenwel met de gedachte, dat, door de
groote eenheden van het nieuwe licht, van
een algemeene toepassing geen sprake kon
zijn. Toen kwam in 1878 uit Amerika het
telegrafisch bericht in Engeland het land
der gastechniek dat Edison de electrische
gloeilamp had uitgevonden. Dit feit ver
wekte in den kring der gasfabrikanten zulk
een opschudding, dat alle aandeelhouders hun
aandeelen aan de markt brachten, zoodat
een ware Beurspaniek ontstond en een for-
meele krach het gevolg was.
De schrik bleek echter weldra geheel
ongegrondwel was door Edison's uitvin
ding de toepassing van het electrisch licht
op kleine schaal mogelijk gemaakt, maar de
nieuwe lamp was duur en niet duurzaam.
Omstreeks 1880 werd een verbetering
gekregen door de kooldraadlampmaar het
stoomverbruik was te hoog, en de stroom-
prijzen eveneens, zoodat het gaslicht, dat
sedert langen tijd gelegenheid had, zich
overal in te dringen en vasten voet te krij
gen, geen ernstige concurrentie behoefde te
vreezen. De afzet des electrische centrales
groeide echter langzaam maar zeker. Met
de uitvinding der gasgloeikousjes was even
wel de beurt aan de electriciteitsmannen om
bevreesd te worden, want door deze uit
vinding werd het gaslicht veel doelmatiger
en goedkoopcr. Omstreeks 1900 was de ver
houding der kosten van gas- en electrisch
licht, bij de zelfde lichtsterkte, in ons land
ongeveer 1:7. Niettegenstaande dit feit en
ondanks den groei en bloei der gasfabrieken,
won het electrisch licht meer en meer veld
de verklaring hiervoor moet gezocht worden
o. a. in zijn groote geschiktheid voor winkel
verlichting en reclamedoeleinden.. In de
tweede plaats was de vooruitgang der gas
fabrieken te danken aan de vermeerderde
toepassing voor kook- en verwarmingsdoel
einden, en het goedkooper worden der gloei
kousjes en vooral kon met het toepassen der
muntgasmeters het gaslicht tot in de armste
woningen worden ingevoerd. Uit de statistiek
der gasfabrieken blijkt, dat tegenover de
verliezen (door gebruikers, die tot electrisch
licht overgingen) weder talrijke nieuwe ver
bruikers werden gewonnen.
De vraag is echter, of dit zoo blijven
zal, of de gasfabrieken steeds zulk een ver
goeding zullen blijven vinden. Door de uit
vinding der metaaldraadlamp werd het
stroomverbruik tot op minder dan een derde
van dat der kooldraadlamp verminderd. In
1900 bedroegen de stroomprijzen in Amster
dam ongeveer 40 a 45 cent per KW.; nu
bedraagt die prijs daar 15 cent. Dit is mo
gelijk geworden, o. a. doordat de machines,
enz. van groote centrales belangrijk in prijs
zijn verminderd. Voor grootere centrales
zijn in ons land de stoomturbines het meest
geschiktde turbine is bij een vermogen
boven 500 KW. voordeeliger en geschikter
dan zuigerstoommachines of zuiggasmotoren,
en de prijs der stoomturbines is de laatste
jaren verminderd van ongeveer f 100 op f30
a f 50 per KW. Kleinere centrales kunnen
echter van dit voordeel niet profiteered
Een feit is, dat door de verlaging der
stroomtarieven en den invoer der metaal
draadlampen in een aantal steden het elec
trisch licht even goedkoop is als het gas
licht. In zulke steden geeft men dan ook
dikwijls de voorkeur aan electrisch licht. In
nieuwe woningen legt men het dadelijk aan
bij verhuizingen laat men het in de nieuwe
woning eerst aanbrengen. Het kan dan ook
nauwelijks betwijfeld worden, dat het elec
trisch licht de verlichting wordt voor wo
ningen, café's, winkels, enz.
De overgang gaat echter geleidelijk (en
dat heeft zijn goede zijde) uit gewone men-
schelijke traagheid en omdat men opziet
tegen den rompslomp en de kosten van den
eersten aanleg.
Wat zullen echter de gevolgen zijn voor
de Gemeente-financiön, dient men te vragen.
Brengen de gasfabrieken niet sinds jaren
een flinke winst in de Gemeentekas en wer
ken de electrische centrales in veel plaatset.
niet met geringe winst, ja met verlies, en
zou het daarom niet beter zijn, het gasbe
drijf de hand boven het hoofd te houden
Om dit te kunnen beoordeelen, heeft de
schrijver verschillende jaarverslagen omtrent
de grootte van de verkregen winst nage
gaan.
Van de steden Amsterdam, Utrecht, Arnhem
en Gouda had hij de jaarverslagen van de
beide lichtfabrieken te zijner beschikking.
Voor de vergelijking van de winsten werden
twee normale verbruikers uitgekozen A en
B, waarvan de eene gas, de andere electrisch
licht heeft en beide ten opzichte van licht
sterkte en brandtijd. enz. in de zelfde om
standigheden verkeeren. Uitvoerig en in
onderdeelen wordt de vergelijking nagegaan
en daarbij rekening gehouden met alle omstan
digheden, die op het resultaat invloed kun
nen oefenen.
Hij kwam daarbij tot de conclusie, dat
het voortrekken van de gasfabrieken, de
Gemeente-financiön geen voordeel maar wel
groot nadeel kan toebrengert. De winst, die
een normale lichtverbruiker voor de Gemeente
oplevert, is namelijk bij electrisch licht be
langrijk grooter dan bij gaslicht. Dit zou ook
het geval zijn met kleine Gemeenten, die het
electrisch licht »en gros* zouden inkoopen
en aan de burgerij leveren. De openbare
verlichting zou ook veel goedkooper worden,
en de kosten van onderhoud, aansteken, enz.
veel minderdit zou ook het geval zijn
tegenover persgasverlichting.
De schrijver besluit zijn artikel aldus
»In het tegenwoordige stadium der ver
lichtingstechniek moet het daarom verkeert
geacht worden, wanneer in Gemeenten, welke
in het bezit zijn van een goed ingerichte
centrale of waar de stroom tegen lage tarie
ven beschikbaar wordt gesteld, uitbreiding
wordt gegeven aan het productievermogen
der gasfabrieken, of nieuwe fabrieken wor
den gesticht. De kapitalen, welke daarvoor
worden uitgegeven, kunnen niet voldoende
verantwoord worden. Een goed financieel
beleid brengt eerder mede, het afschrijvings
percentage op de productie-middelen der
gasfabrieken te verhoogen, omdat afschrij
vingen rekening moeten houden niet alleen
met den levensduur dier inrichtingen, doch
ook met de veroudering der systemen*.
liet lijkt ons goed, op het verschijnen van
dit artikel te wijzen.
Handel en Nijverheid.
De gisteravond onder voorzitting van den
heer L. J. Kr ook gehouden maandverga
dering van Handel en Nijverheid* werd, I
behalve door het volledige Bestuur, slechts
door 8 leden bezocht.
De notulen van 14 Februari werden ge
lezen en ongewijzigd vastgesteld.
Tot leden der commissie, welke in de eerste
week van April de rekening en verantwoor
ding van den Penningmeester zal nazier
werden benoemd de heer Sticker en Van
W aage.
Ingekomen waren
een schrijven, houdend bericht, dat de
heer J. D. Filippo, Directeur van den
keuringsdienst
eet- en drinkwaren te 's-Gravenhage,
op Donderdag 27 Maart, des avonds te acht
uur precies, in de groote zaal van de
sociëteit »Vereeniging* een lezing zal hou
den over vervalsching van levensmiddelen,
waarbij allen die belang stellen in dit onder-
werp kosteloos toegang hebben. De Voor
zitter besloot deze mededeeling met
zegt het voort!
een schrijven van een expediteur hier ter
stede, die dagelijks -vrachten aan huis wil
afhalen en franco huis te Amsterdam of te
Rotterdam wil bezorgenzoolang de
spoorweg-maatschappijen hem zulks niet be
letten
van de Alkmaarsche winkeliers-vereeni-
ging het verzoek om toezending van het
tarief voor electrische-energie voor licht- en
drijtkracht werd bereids geantwoord door
den Secretaris, dat hier ter stede nog geen
electrische energie wordt geleverd
van het Bestuur der plaatselijke afdeeling
van de R. K. middenstands-vereeniging
»De Hauze* een verzoek om
samenwerking
ten einde te geraken tot een krachtige actie
voor vervroegde winkelsluiting bij gemeen
telijke verordening, in afwachting eener
Rijks-wet. Het Bestuur van H. N. zal
trachten, reeds aanstaanden Maandag met
dat van de zuster-vereeniging hierover te
vergaderen.
Nog was ingekomen het in het nummer
van 27 Februari in extenso opgenomen
schrijven van den heer Stücker om het hoog-
reservoir der gemeentelijke waterleiding op
den Berg tevens dienstbaar te maken voor
belvedere.
De Voorzitter zeide, dat het schrijven
in een Bestuursvergadering is besproken en
vervolgens meegedeeld ter plaatse waar dit
behoort. De zaak is dus in goede handen.
Spr. bracht den heer Stöcker dank voor zijn
initiatief.
De heer Stöcker deelde mede, Dinsdag
den Directeur der waterleiding te hebben
gesproken en van dezen te hebben vernomen,
dat er twee groote bezwaren zijn: dehooge
kosten, een f 10 000, en de vrees voor ver
ontreiniging van het water door stof, moed
wil, enz. Gister bezocht spr. den toren met
den heer L. Houbaer en architect Pothoven.
Door het prachtige weer had men een zeld
zaam mooi vergezicht naar alle zijden.
De heer Pothoven voegde hieraan toe,
dat de trap uitstekend en de mogelijkheid
om het water te vervuilen te voorkomen is
door afschutten van het reservoir en den lucht
koker daarboven door ijzeren platen. Op het
platform zou een hekwerk moeten komen en
om den luchtkoker een bank. De kosten van
een en ander zijn begroot op f500, ruim
gerekend.
De heer Stöcker meende, dat het water
bassin moet afgesloten tegen bevuiling. Als
er een bank komt, kan men zittend genieten
van het panorama. Men 2iet niet, als elders,
direct in een afgrond. De trap heeft slechts
70 treden, welke nog worden gebroken door
3 bordessen. Nergens elders vindt men zoo'n
schoone gelegenheid.
Er is sprake van een monumentale bank
ter herinnering aan 1813. Is dit nu wel een
geschikt cadeau Als die bij >Lusiduna<
wordt geplaatst, zal zij worden bevuild en
vernield. Laat men die monumentale bank
om den luchtkoker bouwen, dan is zij steeds
onder controle en wordt zij niet vernield. De
balklagen zijn zeer voldoende.
De Voorzitter: Dit behoort bij de
commissie. Mocht deze onze voorlichting
vragen dan willen wij haar gaarne wijzen
op het hier gesprokene.
De heer Van Schaik meende, dat er
eenig verschil is in de plannen van de hee-
ren Stöcker en Pothoven en die van het
Gemeentebestuur. De Gemeente-architect
maakte een begrooting van f 10 000 en dit
wijst op een aesthetisch geheelwellicht wel
hierop, dat de heer Beltman den watertoren
wenscht te maskeeren, wil vervormen tot
belvedere. Het idee van den heer Stöcker is
heel iets anders. Het derde plan, namelijk
om als blijvend gedenkteeken een aparten
uitzichttoren te bouwen, moest worden los
gelaten om de zeer hooge kosten.
Spr. zou het toejuichen als het Gemeente
bestuur middelen wist te vinden om den
watertoren te doen benutten als uitzichttoren.
Men heeft er inderdaad een bijzonder fraai
vergezicht. Als gezegd, het Gemeentebestuur
heeft deze zaak reeds ter hand genomen
we kunnen dus gerust afwachten.
Spr. juicht het denkbeeld van den heer
Stöcker in principe toe; met de uitvoering
er van kan hij zich echter niet vereenigen.
De heer Stöcker schijnt niet te begrijpen
hetgeen de feest-commissie beoogt met baar
plan voor een monumentale bank. De heer
Stöcker meent, dat zij in den watertoren
beveiligd zou zijn tegen kwaadwilligen
maar zet haar dan op een museum-zolder,
dan is zij nog beter beschermd. Neen, de
bank moet vrij staan en moet wezen voor
heel het volk. In niemands brein is nog op
gekomen, een monument op te bergen in
een toren of welk ander gebouw ook.
Spr. stelt voor, te wachten met verdere
stappen te doen tot het Gemeentebestuur zal
hebben beslist. Mocht dit weigeren, dan
kunnen we altijd nog zien.
De heer Houbaer vroeg of deze zaak
wellicht óok reeds is besproken in Vreemde
lingenverkeer*.
De heer Versluys: Inderdaad en toen
is meegedeeld, dat de zaak in behandeling
was bij het Gemeentebestuur.
De heer E g g i n k heeft met genoegen
het plan-Stöcker gelezen en juicht het denk
beeld zeer toe omdat ook hierdoor vreemde
lingen worden getrokken, wellicht meer dan
door advertentiön. Spr. kan zich intusschen
niet vereenigen met het denkbeeld om bij
dien toren als waker aan te stellen een oud
militair. Er zijn menschen te over, die gaarne
op die wijze iets zouden verdienen en die
geen pensioen of iets van dien aard hebben.
Spr. hoopt, dat de zaak niet op de lange
baan wordt geschoven en dat hetzij door de
Gemeente met of zonder samenwerking met
«Handel en Nijverheid* of door «Vreemdelin
genverkeer* de uitzichttoren zal worden ge
maakt.
Een monumentale bank acht spr. daar ge
heel misplaatst, óok omdat het gros der
vreemdelingen binnen de stad blijft.
De Voorzitter herhaalt, dat de zaak
in uitstekende handen is bij het Gemeente
bestuur.
Aan de orde zijn de Mededeelingen.
De heer Frederiks brengt ter sprake
een artikel uit het Bondsorgaan over de
zoogenaamde
oprnimiugsziekte
waarvan de schrijver wenscht, dat de Kamer
van Koophandel, dan wel een commissie
voor den kleinhandel uit haar midden, het
uitsluitend recht trijgt van regeling en ver
bod van iederen anderen dan gewonen (nor
malen) détail-verkoop.
De Voorzitter vindt in dit artikel een
aansporing te meer om zich te abonneeren
op dit wekelijksch verschijnend orgaan, dat