DE DOM
Meursing machinale fabrieken van gehak, Amersfoort.
KLEEDIiG NAAR MAAT.
©♦0
KLEEMNGJH AG AZIJN
OPENING VOORJAARSSEIZOEN.
Enorme sorteering in de afdeelingen
Heeren costumes, .longehepren costiini€ks.
Kinder costumes.
Alom bekende lage prijzen.
Zie de Etalages
Afwerls.lng le klas
GROVE A HIJNFELD.
Van der Zoo de Jong Van Ophoven.
Bioscoop De Arend.
Be koning- van liet woud,
De stranding van de „Veronesse",
HE. SCHOK <Sz> Co.
Feuilleton.
De sphinx.
Varls.enm»rlLt
Mariaplaats
AMERSFOORT.
UTRECHT.
11
IW EIGENGEMAAKTE confectie onder zorgvuldige leiding.
Wij vertoonen enkele standmoilelleu in 1-rij en 3-rij volgens de laatste modejournalen, en
bieden verder een onovertroffen keuze stoffen aan, in de nieuwste kleuren en dessins.
Coupe
Fournituren
AANBEVELEND,
Westslugel 37. AMERSFOORT. - Telefoon 93.
Nemen gelden a deposito tegen onderpand van Effecten, in bewaring te geven
bij de Twentsche Trust-maatschappjj te Amsterdam.
Tot en met Donderdag als hoofdnummer
als extra-nummer (niet op programma vermeld)
1.1. Januari op de kusten van Portugal. Origineele, actueele opname.
Korte Bergstraat 16,
bericht dc ontvangst der
NIEUWE ENGELSCHE STOFFEN,
MANTELCOSTl'UMS en HEERENKLEEMNG.
LOTISICO.
Vanaf heden weder verkrijgbaar
Va 7c Vs Vio_ V?o
f 35f 17.50. f14.—. f f 3.50. Doorgef.
f 7-5°- f 3'7-v 3-f 1-50. f 0.75. Klassik,
Verkrijgbaar bij Gr. TAHLHLEHNT,
Soesterweg, terrein H. IJ. S. M.. Amersfoort. '1'elefoon 173.
De afdeeling „Broodfabriek" levert prima brood, beschuit en koek tegen zeer billijke prijzen, en geeft bovendien 10 pCt, dividend. Bedragen tot ongeveer f50 per gezin
werden als dividend uitgekeerd.
6.)
De markiezin, een hoogst achtenswaardige
oude dame, zat voorover gebogen achter een ta
fel, bedeki met papieren, en dicteerde haar ge
zelschapsjuffrouw een brief. De gravin stelde
haar voor „haar vriend" Le Tonturier.
„Waarde heer", aldus begon de markiezin het
gesprek, „toen mijn geacht mede-bestuurslid van
de „Alliance bretonne" uw naam noemde, her
innerde ik my een officier, die gediend heeft
onder admiraal De Prévenan, mijn overleden
echtgenoot. Was dat uw vader?"
„Ja, mevrouw", antwoordde Jacques, in zijn
nopjes, dat hij zich zoo Bpoedig thuis gevoelde.
„Hij was een flinke man, uw vader. U lijkt
op hemik bedoel lichamelijk".
Het „geachte mede-bestuurslid" van de mar
kiezin haastte zich, als om het minder vriende
lijke, dat in deze beperking gelegen kon zijn,
weg te nemen, er aan toe te voegen
„Mynheer Le Tontnrier is niet minder goed
en welwillend dan zijn vader".
Jacques had hierop kunnen antwoordden:
„Wat drommel, hoe weet jij dat?" doch hij ver
genoegde zich, even het hoofd te buigeD, want
zijn geweten stelde hem gerust, dat hij goed en
welwillend was, cok zonder aanbeveling.
„Het schijnt, dat u laag-Bretonsch kent, en
dat u zelfs in die taal zingt ging de markiezin
voort, die er van hield, recht op het doel af te
te stevenen.
Weer maakte Jacques een lichte buiging, doch
thans niet zoo van harte, want hij begon een
vaag vermoeden te krijgen waar men heen wilde.
„Heel goed! Heel goed I" ging zijn onder
vraagster voort. „Het laag-Bretonsche verdwijnt,
zelfs in Nccler-Bretagne. Maar een man, die op
den rechteroever van de Leff woont en de taal
onzer voorouders spreekt, is een dubbele merk
waardigheid".
„Maar u moet niet denken, dnt ik het vloeiend
spreek", merkte Jacques met welberekende ne
derigheid op.
„Dat doet er niet toe. U zingt balladendat
heeft ons op een idee gebracht;
öm kort te gaan, het bewust idee kwam hierop
neer, dat Jacques zou mee doen aan de vertoo
ning van een „Pardon" (bedevaart) op den len
Juni in den uitgestrekten tuin van de hertogin
De Guéhénuc, de Voorzitster van de „Alliance
bretonne". Alle kinderen van het oude Armo-
rique, verspreid over Parijs, zonden tot dit
feest worden uitgenoodigd, waarbij zij verzocht
zouden worden, in nationaal costuum te ver
schijnen ook de drie dochterB van de hertogin
zouden dit dragen, om het voorbeeld te geveD.
Men zou cider Jrinken, pannekoeken van boek-
weitenmeel bakken en dansen op de tonen van
de binou. Doch een Bretonsch feest zonder bal
laden-zanger zou niet volledig zjjn en dus
Jacques klemde de lippen op elkaar en blies
zijn wangen op, terwijl bij badacht hoe hij 't
best voor de eer kon bedanken.
„Ik vreesde het", zei de markiezin met een
licht schouderophalen, toen zij zijn weigering
vernam. „De mannen zijn te groote egoïsten om
zich warm te maken voor iets. Ik kan zelfs niet
gedaan krijgen, dat mijn neven het feest bijwo
nen in een kort vest en met den zwarten hoed
met breede randen".
Zonder verder aan te dringen, begon markie
zin De Prévenan over iets anders te spreken.
Men merkte echter, dat haar iels hinderde en
dit verhaalde zij op mevrouw Desjar?, die dan
ook spoedig een goed heenkomen zocht. Jacques
stond even later ook op om afscheid te neuien,
doch tot zijn groote verbazing voegde de oude
dame hem met een zucht van verlichting toe:
„Eindelijk zijn we haar kwijt! Vertel me toch
eens, waar hebt u haar toch leeren kennen, die
mevrouw mevrouw Ik vergeet altijd den
naam van uw vriendin".
„Het is geen vriendin van mij" antwoordde
Jacques, die niet wist hoe hij het had. „ik
meende integendeel, dat u gravin Desjars tot
uw goede kennissen rekende. I' 3prak toch van
uw geacht medebestuurslid
„Waarde heer, ik kan onmogelijk de namen
onthouden van al die dames, die pas in den
adelstand zijn verheven. Deze ia ons toevallig
wel eens van dienst bij ons weikniet waar
juffrouw Touzard
„O, zeker, mevrouw'antwoordde de gezel-
schapsjuffrouw. „Maar als u 't goedvindt, zal
ik thans even den brief aan mijn familie af
maken, terwijl u met mijnheer praat".
In werkelijkheid bezat zij geen enkel familie-
lid meer, maar wanneer de markiezin zei„niet
waar, juffrouw Touzard?" beteekende dit:.j,aat
ons alleen".
„Ja, u hebt de oogon van uw vader", zei
mevrouw De I'rcvenan, zoodra zij met Jacques
alleen was. „Vertel mij eens iets over hem.
Jaren achtereen heb ik hem bijna dagelijks ge
sproken. Mijn man hield hem bij zijn staf, zoo
lang hy admiraal was. Ongelukkig echter kon
hy met bewerken, dat hij kapitein werd. want
men verdacht ons, dat we royalisten waren.
Vertel my eens, hoe zijn laatste levensjaren
«ijn geweest". J
Jacques werd getroffen door de aandacht, door
do ontroering, waarmede zij naar zijn verhaal
luisterde, on «udert dit oogenhlik begreep hij,
dat de markiezin een vriendin voor hem wilde
zijn, indien hij haar al3 zoodanig wilde aan
nemen. Doch, daar hy bevreesd was voor zijn
onafhankelijkheid, schilderde hij zichzelf af als
een halve wilde, die alle gezelschap outvluohtte.
„K11 toch kont u die dame, die blonde vrouw,
die u hier gebracht heeft. Hoe heet ze ook weer?
Ik vergeet altijd haar naam"'.
Jacques achtte thans het oogenblik gekomen,
het verhaal te doen van den inval van mevrouw
Desjars, dien hij haar nog steeds niet had ver
geven.
„Wees maar niet boos!" zei mevrouw De
I'rcvenan. „Zonder mevrouw Desjars zoudt u
mij misschien nooit hebben leeren kennen. U
moet een beetje van mij houden, want uw vader
droeg nnj een diepe genegenheid toe. En als
eerste bewijs van uw vriendschap moet u mij
thans beloven, hetgeen u aan die blonde damo
hebt geweigerd. Ik zet u op mijn programma
van het „Pardon" als balladenzanger
Daar Jacques begreep, thans niet meer te
kunnen weigeren, trachtte hij ja te zeggen met
een glimlach om de lippen, lietgeon hem echter
niet te best afging.
ia woedend, doch het kan mij niet sche
len zei mevrouw De Prevenan. „Dank zij uw
medewerking zal ons Bretonsch feest volledig
slagen. O, ja, waar woont u
dichtbij", antwoordde haar slachtoffer,
terwijl het zijn adres opgaf.
„UitstekendAls u op den rechteroever woonde,
zouden wy niet goed hij elkaar passen. Op mijn
leeftijd moet men zijn vrienden dicht in de buurt
hebben".
(Wordt veïvolgd.)