Donderdag 27 Maart 1913. RONA Cacao No. 8241. 62e Jaargang. kosteloos- Van Houten's Stadsnieuws. Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff" HOOFD-REDACTEUR F. J. FHSDSEZES. AMERSFOORT. Verschijnt Dmsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1.— franco per postƒ1.15. Advertentién 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieöle- en onteigening»- advertentiën per regel 15 cent Reclames 1—5 regels f 1.25. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. BUREAU: SOETSGZUOBT 9. Telefoon 19. Wie zich met ingang van 1 April doet in schrijven alsabonné, ontvangt de tot dien datum verschijnende nummers KENNISGEVINGEN. De Burgemeester van Amersfoort, gezien artikel 41 der Gemeentewet, brengt ter kennis van de ingezetenen, dat de Raad dezer Gemeente zal vergaderen op Vrij dag, den 28 Maart aanstaande, des avonds te 7.45 ure. Amersfc Jrt, 19 Maart 1913. De Burgemeester voornoemd, Van RANDWIJCK. Kostelooze-inenting. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, Gelet op artikel 18 der Wet van 4 December 1872 (Staatsblad No. 134), brengen ter kennis van belanghebbenden, dat voor een ieder de gelegenheid tot kostelooze inenting wordt gegeven op den eersten en den tweeden Maandag van de maand April, telkens des namiddags te drie ure, in de daartoe be stemde lokaliteit van het voormalig schoolge bouw, wijk A. Koestraat no. 9. Gedaan te Amersfoort, den 2G Maart 1913. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, Van RANDWIJCK. De Secretaris, J. D. WERKMAN. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, brengen ter kennis, dat bij hen is ingekomen een adres dd. 25 Maart 1913 van JOHANNES FRANC1SCU3 DE GREEK, wonende alhier, houdende verzoek om vergunning voor den ver koop van sterkedrank in het klein, voor ge bruik ter plaatse van verkoop, voor de beneden- lokaliteit van het perceel staande aan do UtreclUachestraat no. 14, alhier, dat binnen twee weken ml deze bekendma king een ieder schriftelijk bezwaren tegen het verleenen der vergunning kan inbrengen. Amersfoort, 2G Maart 1913. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, Van RANDWIJCK. De Secretaris, J. D. WERKMAN. De Burgemeester van Amersfoort brengt ter kennis, van belanghebbenden, dat io de Gemeente Woudenberg een geval van miltvuur is voorgekomen. Amersfoort, 25 Maart 1913. De Burgemeester voornoemd, Van RANDWIJCK. Zelfopvoeding. Het is zonderling, doch dikwijls maar al te waar, dat we over 't algemeen het minste weten van onszelven. Van anderen, van onze familie, van onze kennissen, van onze buren, weten we alles We kennen hun levensomstandigheden we weten precies, dat ze te dure schoenen ot een te grooten hoed dragen we weten wat ze 's middags op tafel hebben, wat ze ver dienen we weten zelfs van welke rok van moeder het kieltje van den jongsten zoon is gemaakt. Dat alles is slechts een handomdraaien, een kleinigheid. Het spreekt vanzelf, dat we het weten al zouden we dat niet graag erkennen tegenover anderen. En het spreekt evenzeer vanzelf, dat we nog veel meer weten óok al zouden we dit niet gaarne erkennen. We weten nog veel meer van anderen we kennen hu;- intiemste gevoelens en ge Het heeft zijn reden dat geneeskundigen in het belang der volksgezondheid aandringen op het dagelijksche gebruik van goede cacao in plaats van andere dranken. een goed en toch goedkoop fabrikaat, gefabriceerd in de wereldberoemde Van Houten's Cacaofabriek, neemt ook daarom voortdurend in gebruik toe. Smakelijk, opwekkend, voedend, lichtverteerbaar is het de Volksdrank bij uitnemendheid dachten. We kennen niet alleen de voor vallen uit hun leven zoowel de meer als de minder belangrijke maar hebben daar voor ook aanstonds onze verklaring gereed. De menschen, die altijd «allang geweten hebben wat er achter zit en dat het zóo komen moest* zijn legio. Zij begrijpen vol komen het verleden van hun medemenschen en ook hun heden en nemen dus óok maar de vrijheid, ook hun toekomst te kennen. Wat geven we ons een moeite om het leven onzer medemenschen te kennen, daarin door te dringen tot de geheimste schuil hoeken en dan onze wijsheid te verkondigen van de daken. Dat komt nu puur en alleen omdat we zoo menschlievend_. zijn en onze natuurge- nooten vooral willen waarschuwen tegen dezen of genen. >Zie je, je moet niet zeggen, dat je 't van mij hebt, maar ik ken hem. M'n goeie menscb, ik zou je nog veel meer kunnen vertellen, maar ik zwijg liever. Enfin, je bent nu gewaarschuwd*. Zulke vriendelijkheden hoort men dage lijks, omdat we ozooveel weten van anderen. Maar van onszelven Wie doet er nu moeite om zichzelven door en door te kennen, volkomen, zoo in het goede als in het kwade. En om zichzelven te waarschuwen tegen zichzelven. »Zie je, je moet niet zeggen, dat je 't van mij hebt, maar ik ken hem*. Neen, dat doet niemand. Daar past men voor. Verbeeld je, van jezelven iets kwaads te denken, laat staan te zeggen, al zou dit ook tegen onszelven zijn. Men kent de fabel van Esopus toch? Op een kermis liet een spullebaas den boeren, burgers en buitenlui de Waarheid zien. Met groot geraas noodde hij de vele nieuwsgierigen, die om zijn tentje stonden, binnen te gaan en het volk, dat toen óok al wist, dat de Waarheid geen herberg vin den kan, stroomde toe. De menschen zagenzichzelf en het sprak vanzelf, dat ze woedend werden en op 't punt stonden, het tentje in elkaar te trappen en den spullebaas eens geducht af te rossen. Esopus, de menschenkenner, troostte den armen spullebaas. »Je hebt het verkeerd aangelegd* zeide hij »de menschen willen graag de Waarheid zien, maar niet de waarheid omtrent zich zelven. We zullen dit eens anders doen*. Hij liet het tentje met klatergoud en aller lei ander moois schitterend opsieren en riep óok de menschen binnen. En toen ze in spanning wachtten, zagen ze ook de Waarheid. «Hier zien julie*, zei Esopus, >nu de echte Waarheid. Hier, zie je je buurman in al zijn fouten en gebreken*. Toen was het goed; de menschen juichten en waren overgelukkig, dat ze de Waarheid gezien hadden. De wereld is sindsdien nog niet veranderd. De menschen verlustigen zich er nog steeds in, kwaad van anderen te hooren doch als men ze, als in een spiegel, zichzelf eens toont, dan worden ze kwaad of ze zeggen dat de spiegel liegt. Let maar eens op, de meeste menschen zij huiverig, aan zichzelf ontdekt te worden. Zij hooren ook van wie hen 't liefst en dierbaarst zijn niet gaarne hoe ze zich nu eigenlijk in goed en kwaad aan anderen voordoen, welk beeld anderen zich omtrent hen gevormd hebben. En niet alleen dat; ze schrikken er ook voor terug, zich aan zichzelf te ontdekken. Zelfkennis is geen gemakkelijke kunst. We bekennen nu eenmaal ons-zelf onze fouten niet gaarne, en uit gebrek aan oefe ning om ze te zoeken, komen wij er hoe langer zoo meer toe, ze te vergeten en over het hoofd te zien. We worden dan te toegevend voor ons zelf en dit leidt tot verslapping van ons moreel besef. Gelijk een bad het lichaam verfrischt, zoo verfrischt een uurtje van zelf beschouwing ons diep-innerlijk leven. We behoeven niet blind te zijn voor onze goede eigenschappen, maar we mogen in geen geval, uit gebrek aan kennis van ons zelf, onze fouten late voortwoekeren tot ern stige gebreken. Anderen zien ze wèl en al zitten we ons zelf in te prenten, dat we zulke verstandige, fijngevoelige, charmante menschen zijn, de wereld buiten ons, die 't liefst ons kwaad ziet, praat met ons mee, maar Door zelfkennis alleen zullen we in staat zijn, fouten en gebreken te verbeteren niet, alleen, maar, hetgeen van meer belang is, sluimerende talenten en goede neigingen tot ontwikkeling te brengen. Zelfkennis, grondige, na nauwgezet zelf onderricht verkregen kennis, is de bron van allen individueelen vooruitgang op elk levens gebied. Zelfkennis, verkregen door oefening in 't leeren zich-zelf te kennen. Een jonge man, gedreven door gewetens wroeging over zijn herhaalde en grove fouten, kwam eens bij een kluizenaar, die om zijn wijsheid wereldberoemd was en sprak tot hemEerwaarde heer, ik heb een zondig leven geleid en ben mijn heele leven lang laf en zwak geweest. Wat moet ik doen, om mij te verbeteren welke deug den n.oet ik het eerst in mijzelven aan- kweeken Daarop gaf de grijsaard niet onmiddellijk het antwoord. Hij leidde den jongeling naar buiten, waar een akker lag, vol onkruid, en toen sprak hij «Mijn zoon, wat zoudt gij aanvangen om dit land een goed gewas te doen dragen »Ik zou beginnen met het terdege te wie den*, antwoordde de jonge man, «Juist, volkomen juist* hernam de wijze. »Doe evenzoo bij u zei ven. Begin met het kwade in u zeiven uit te roeien, vóór gij het goede gaat zaaien. Doe eerst van u af uw ondeugden, uw zwakheden, uw fouten, uw slechte gewoonten en begeerten en begin dan met deugden aan te kweeken. Goed zaad kan niet ontkiemen en welig opschieten in een bodem, die nog overwoekerd is van onkruid. Eerst wieden, dan zaaien*. De jonge man begreep dit wijze woord en is heengegaan bedrukt, maar volstrekt niet hopeloos, voelend, dat het moeilijk zou zijn te volharden in hetgeen van hem werd verlangd, maar niet onmogelijk. Wij weten allen, dat er nog veel verbe terd kan en moet worden. Het is ieders plicht, te trachten naar verbetering. Wan neer wij tijdens onzen doorgang door dit leven niet Iets hebben beter gemaakt, dan hebben wij geleefd als een parasiet; dan zijn wij anderen een last geweest en ons bestaan was voor deze wereld feitelijk over bodig. Willen wij echter iets goeds verrichten voor anderen, en willen wij zeker zijn, dat ons pogen met goeden uitslag zal worden bekroond, dan moeten wij eerst beginnen met de verbetering van ons zeiven. Wanneer ieder begint met de herziening van zichzelf, dan is reeds zeer veel gedaan, want dan zijt gij zeker van uw succes. Door verbetering van het individu wordt het maatschappelijk geheel beter. Bij buren en vrienden uit verbeteren te gaan, is moeilijk, soms gewaagd, in den re gel ondankbaar. In plaats van een woord van dank of eenig blijk van waardeering te ontvangen, hebt gij alle kans dat u het schampschot treft«Haal eerst den balk uit eigen oogen*. Maar ons zeiven hebben wij altijd onmid dellijk bij de hand, zegt Ypsilon terecht. Om ons zeiven te vinden, behoeven wij niet aan vreemde deur te kloppenbij het zoeken naar onze eigen gebreken en ondeugden tasten wij niet zoo licht bezijdenen ons zèlven duiden wij ook een misgreep te dien opzichte zoo heel erg euvel niet. In ons eigen werk, in onze eigen zaken, in onze eigen woning, in ons eigen familie leven, in onzen eigen wandel, in ons eigen ge moed behooren wij de verbetering te be ginnen. In de Remonstrantsche kerk hoopt aan staanden Zondagochtend voor te gaan ds. P. Heering, uit 's-Gravenhagevoor der, Doopsgezinden kring ds. Ten Cate. Bij de Tweede Kamer is ingekomen een wetsontwerp, houdende een regeling in zake electriciteits-voorziening en bepalende, dat voor aanleg of exploitatie door anderen dan door het Rijk eener inrichting en van wer ken tot het voortbrengen, geleiden, trans- formeeren, verdeelen of opleveren van elec- triciteit een door de Kroon verleende con cessie vereischt wordt, indien die electriciteit voor derden verkrijgbaar zal worden gesteld. Het is thans de tijd om even ter Gemeente secretarie zich te gaan vergewissen of men zelf op de Kiezerslijst staat, indien men daarop recht heeft; of de namen van vrien den en bekenden, voor zoover zij in de termen vallen, er op staan of er ook iemand op voorkomt, van wien ge weet, dat hij daartoe geen recht heeft In al deze gevallen kan, of liever moet men reclameeren. De laatste dag daarvoor is 15 April. Doch men make er liever dadelijk werk van.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1913 | | pagina 1