Dinsdag 15 fFpl April 1913. No. 8249. 62e Jaargang. Stadsnieuws. AMEESFOORTSCEE Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff". HOOFD REDACTEUR F. J. FRSDERIK! AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden f i. franco per post f1.15. Advertentién 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel- abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en onteigenings- advertentiën per regel 15 cent Reclames 15 regels fi.25. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht BUREAU: KORTEGRACHT 9. Postbus 9. Telefoon 19. De Vaderlnntlsche Geschie denis op de Lagere school. (INGEZONDEN.) Het is een klacht, die werkelijk niet dateert van gisteren, dat de leerboeken der Geschiedenis voor de Lagere scholen niet zóo zijn zooals ze wezen moeten. Niettegen staande de vele en groote verbeteringen, welke in de laatste tien jaren te constateeren vallen, in weerwil van een frisschere stroo ming, die baan breekt, is toch nog dikwijls het Geschiedenis-leerboek voor de jeugd te veel een verzameling van feiten en jaartallen eenerzijds, te zeer een doorloopende >histoire- bataille* anderzijds, waarbij onvoldoende reke ning is gehouden met de cultuur-historische ontwikkeling. Niet alle historieschrijvers en samenstellers van Geschiedenis-leerboeken hebben een zóo gelukkigen en breeden kijk op den loop der gebeurtenissen, op dc eischen der opvoeding en de werkelijke behoeften van het beschaafde kind onzer tijden, oG bijv. dr. C. te Lintum, privaat-docent aan de Universiteit te Utrecht, schrijver van »Een Eeuw van vooruitgang, 18131913 De overweging, dat de schoolleerboeken der (iesehiëdenis niet meer voldoen aan het geen wij voor de kinderen noodig achten, de overtuiging, dat de gedachten van onzen tijd een andere historische opvoeding eischen, heeft het Hoofdbestuur van den A'gemeenen Nederlandschen Bond Vrede door recht* reeds voor een paar jaar genoopt om de mogelijkheid eener hervorming dier leerboe ken onder de oogen te zien. Op voorstel van den oud-Minister Goeman Borgesius, Voor zitter der Haagsche afdeeling van den Bond, heeft het toen een commissie benoemd en haar belast met het samenstellen van een rapport, waarin behandeld zou worden de vraag »Wat er kan gedaan worden om reeds de jeugd meer te doordringen van de 1 desbeginselen en meer in het bijzonder van de zegeningen van den vrede, in tegenstel ling met de nadeelen van den oorlog*. Dat rapport is verleden jaar verschenen bij de firma Thieme Co., te Zutphen, en door haar in den handel gebracht. De uitgebreide taak der commissie heeft vooral bestaan in het bestudeeren van de meest bekende leer- en leesboekjes (Geschie denis, Aardrijkskunde, Nederlandsch en Fransch) en zangboekjes, in gebruik bij het openbaar en het bijzonder Lager onderwijs, en deze te toetsen aan bovengenoemde vraag. Aan elk der leden werd een deel van het te onderzoeken materiaal opgedragen, waar van het resultaat in zeven afzonderlijke en onderteekende rapporten, als bijlagen aan het hoofdrapport, is toegevoegd. De posi tieve uitkomsten dezer enquête waren over het algemeen niet gunstig, al bleek het verheerlijken van ruwe kracht, in 't bijzon der van oorlogen, niet zóo sterk te zijn als door menigeen gedacht wordt. Bepalen we ons hier tot het rapport oyer de Geschiedenisboekjes, dan ontleenen we daaraan het volgende. De Staatkundige Geschiedenis en daar van vooral het militaire gedeelte, met zijn vele en velerlei verwikkelingen, oorlogen en dergelijke vormt nog dikwijls den hoofdschotel en wordt met zekere voorliefde behandeld. Een dergelijke methode moet noodzakelijk den indruk maken, alsof dc oorlogen, met hun aanhang van diplomatiek bedrijf, ook nu nog steeds het belangrijkste deel der Geschiedenis vormen. In plaats van den leerlingen duidelijk te maken en uit den loop der Geschiedenis aan te toonen, dat, bij toenemende beschaving der bevolking, oorlogen tusschen hen een steeds meer verouderend rechtsmiddel wor den, leidt een dergelijke voorstelling van zaken tot de moraal, dat de oorlog nog, als van eeuwen her, het vanzelf sprekende uiterste rechtsmiddel der Regeeriugen is, dat de oorlog tot de gewone orde der dingen behoort, welke van tijd tot tyd terugkeeren. In plaats van de jeugd te wij zen op de groote beteekenis van kunst en wetenschap, van handel en verkeer, van reizen en sport, kortom van al die werken des vredes, welke de menschen van alle landen en van alle tijden tot elkaar bren gen en dit, vooral in onze tijden, steeds meer en steeds sterker zullen doen in plaats dus van bij de jeugd aan te kweeken een gezonde opvatting van internationalisme naast die van ware vaderlandsliefde, wordt van jongsaf bovenal de aandacht gevestigd op hetgeen in den loop der tijden de men schen steeds heeft verdeeld, zoowel nationaal als internationaal, n.l. burgertwisten en oor logen. Wel komt in de meeste leerboekjes tegenwoordig ook iets voor over huiselijk en maatschappelijk leven, over handel en verkeer, over kunsten en wetenschappen, maar die rubriek moet zich veelal met een zeer bescheiden ruimte tevreden stellen, zeker onvoldoende om de ontwikkelingsgeschiede nis van een volk te schetsen. Van de z. g. n. helden des vredes" worden hoogstens enkelen genoemd, meestal echter niet be handeld. Een andere belangrijke griel tegen de heerschende methode is, dat de Geschiede nis van den nieuwsten tijd voor dc La gere schooi zeker het belangrijkste gedeelte veelal zeer onvoldoende wordt behandeld. Natuurlijk; de krijgsmuziek zwijgt. Maar dat ons land in die jaren een vreedzame ont wikkeling heeft getoond zonder wederga op elk gebied, daarop wordt niet of althans zeer onvoldoende gewezen. Om toch maar oorlogs geschiedenis te kunnen geven, wordt de jeugd meestal vergast op een opsomming van krijgbedrijven in onze Oost, waarbij men in zeer veel gebruikte leerboekjes tal van namen ontmoet, die toch, met alle waardee ring voor de feiten en de personen, die zij ons herinneren, niet zoo belangrijk zijn, dat daarom moet worden afgeweken van het groote beginsel, dat de jeugd bij het Ge schiedenisonderwijs eerder omtrent toe standen dan omtrent namen moet worden onderricht, En dan wordt soms nog wel in het voor bericht door den schrijver gezegd, dat in het boekje niet meer staat dan volstrekt noodig is voor een beknopt overzicht. In een lees boekje om eens iets te noemen wordt de tijd na 1815 in 4 bladzijden afgemaakt, waarvan dan nog 2 met het opschrift Slaags met den Belg*. Door een dergelijk negeeren van de nieuwste Geschiedenis wordt dus de aansluiting gemist tusschen het ver leden en het heden en gaat de waarde van het Geschiedenisonderwijs voor het belang rijkste deel verloren. Bij dc zoo noodzakelijke hervorming van ons Geschiedenisonderwijs wachte men zich evenwel voor overdrijving in anderen zin. Men zou de natuur van een gezonden, echten jongen te zeer geweld aandoen door hem stelselmatig lectuur over gevechten e. d. te onthouden en hem daartegenover even stel selmatig Geschiedenislessen toe te dienen, bij welker strekking zijn natuur zich nog niet of moeilijk aanpast. Daarom achte men dc bezwaren van bedoelde hervorming niet te gering. Bovendien, daar de groote beteekenis van vele oorlogen voor de ontwikkelings geschiedenis van staatkundige, kerkelijke en maatschappelijke toestanden niet te ontkennen is, zou het een verkeerd streven zijn, die oorlogen te willen doodzwijgen De wijze van behandeling moet echter meestd! een geheel andere worden. Waartoe dient bijv. het in de meeste boekjes te vinden uitvoerig relaas over het ontstaan van de twisten tusschen Margaretha en haar zoon Willem van Beieren, over Jacoba van Beieren, enz.? Het wordt een zucht om veel feitenmateriaal te geven in een kort bestek. Nog daargelaten de onnauwkeurigheden en oppervlakkigheden, welke een noodzakelijk gevolg moeten zijn van dit samendringen van een veelal zeer ingewikkeld verloop van Onder voorzitting van jhr. mr. H. W. van Asch van Wijck, het Kamerlid voor Amers foort, is thans te 's-Gravenhage opgericht een Vereeniging tot bevordering der lichamelijke opvoeding van de schooljeugd. Een comité werd benoemd om de Statuten te ontwerpen en samenwerking te verkrijgen alle Gemeenten des lands. feiten, worden dergelijke lesjes ongenietbaar en is de opvoedende waarde daarvan ver te zoeken. Het wordt een dor memoriseeren, zonder begrijpen. En hoe ook in de jeugdige hersenen ingestampt, na eenigen tijd is het van buiten geleerde feitenmateriaal gewor den tot een hopeloozen warboel. Er kan op dat gebied heel wat besnoeid worden. Dan wint men tevens tijd voor de Geschiedenis van cultuur en van maatschappelijk leven. Het is evenwel de groote moeilijkheid, laatstbedoelde leerstof zóo te behandelen, dat ze geschikt is voor de jeugd. Zoo kwam de'Algemeene Nederlandsche Bond Vrede door recht* er toe, een prijs vraag uit te schrijven betreffende de samen stelling van een leerboekje over de »Ge- schiedenis van Nederland en zijne Koloniën sinds iSi3*. Dit boekje, dat voor Lager en Meer Uit gebreid Lager onderwijs gebruikt moet wor den, zal een ontwikkelingsgeschiedenis moe ten geven van het beschaafde leven der moderne tijden. »Het moet zijn aldus het orgaan van den Bond, in het nummer van Februari 1913 eenvoudig van vorm, doch veelzijdig van inhoud, niet alleen spreken over Kerk en Staat, doch ook over School, Gezondheidstoestand, Welvaart (inzonderheid verkeer), Wetenschap en Kunst. Als inlei ding dient vooraf te gaan een korte terug blik op de Republiek en den Franschen tijd als achtergrond moet, waar mogelijk, iets vermeld worden van de algemeene toestan den in Europa en elders, met mededeeling van de oorlogen, maar ook van Tiet werken tegen de oorlogen, bijv. internationale bijeen komsten en verdragen betreffende onzijdig heid, het Roode Kruis, de Post-unie en der gelijke regelingende geslaagde en niet- geslaagde pogingen om oorlogen te voor komen de vredes-conferentiesde ontwik keling van het begrip van arbitrage en inter nationaal recht. Natuurlijk wordt hierbij be doeld een objectieve behandeling van het geheelgeen beschouwing van anti-mili- tair standpunt*. De jury voor deze prijsvraag bestaat uit mr. W. H. de Beaufort, oud-Minister van Buitenlandse!.e Zaken en lid der Tweede Kamer, Voorzittermejuffrouw S. Groshans, Presidente van den Nederlandschsn Kinder- bond Jan Ligthart, Hoofd eener school dr. C. te Lintum, privaat-docent aan de Rijks-universiteit te Utrechtmr. J. H. Abendanon, oud-Departementschef in Neder- landsch-Indië, lid en ie Secretaris van het Hoofdbestuur van Vrede door recht, ze Secretaris. Uiterlijk 1 Maart 1914 moeten de in te zenden werkjes in het bezit van de jury zijn en, liefst aangeteekend, geadresseerd worden aan den Voorzitter der jury, mr. W. H. de Beaufort, Den Treek bij I.eusden. Wie Zondagochtend vroeg is wakker ge weest en den winter in de lente hecit gezien, zal hebben genoten van het prachtige ge zicht der zwaar besneeuwde boomen, door het licht der lentezon overgoten. De heer Th. F. van de Pol is er vlug met zijn camera bij geweest om 8 heel mooie kiekjes te maken in het Plantsoen en zóo het stellig weinig voorkomend winterbeeld vast te leggen in dezen tijd van het jaar, waarin tegelijk melding wordt gemaakt van bloeiende brem, beuken en kersen die volop in blad staan, enz. Overste N. E. Rost is met ingang van morgen benoemd tot militie-commissaris in het ie district van Friesland, ter standplaats Leeuwarden. Dit is een groot verlies voor het plaatselijk Nuts-departement, waarvan de heer Rost thans Voorzitter is, en voor haar Fröbel school, wier Penningmeester hij is, welke moeilijke functie hij tevens vervult voor de Industrie- en huishoudschool. De heer B. D. Best is benoemd tot lid der commissie voor het toelatings- of aan- vullings-examen voor de Kon. Militaire Aca demie te Bredaluitenant M. J. G. E. Lestrade, van het 5e regiment infanterie, tot lid voor het rangschikkings-examen voor die inrichting van onderwijs. De heer T. van Daal is aan de Gemeen telijke universiteit van Amsterdam bevor derd tot arts. De jongedames E. C. Bosselaar, J. W. M. Th. Bremer, A. Th. Heisterman en A. E. Jansen verwierven de akte voor onderwij zeres. In het perceel Varkenmarkt 4S opende mejuffrouw W. I.uycx gisteravond een ma gazijn van dames-handwerken en aanver wante artikelen. Het is wel voldoende, er op te wijzen, dat een extra-prijs haar ten deel viel bij de jongste Huisvlijt-tentoonstelling. In de étalage liggen nog enkele der buitengewoon fraaie handwerken, die in het patronaatsgebouw werden geëxposeerd. De gouden medaille voor 36-jarigen trou wen dienst is toegekend aan korporaal J. Feiten, van het 5e regiment infanterie. Het eermetaal zal hem op 3 Mei worden uitgereikt. Luitenant A. E. W. de Jong, van het ie regiment veld-artillerie, is gisterochtend in de vroegte' te paard uit U trecht vertrokken naar Parijs, waar hij Zaterdag hoopt aan te komen. Een auto vergezelt hem op dezen afstandsrit. De leerlingen der hoogste klasse van de Vrouwenarbeidschool te Harderwijk bezoch ten verleden week Amersfoort, op welk uit stapje het nuttige met het aangename werd vereenigd. Was het op zichzelf reeds een genot, na den arbeid een dagje verpoozing te hebben, dat genot werd een kostelijke aanschouwe lijke les, toen onder zoo bij uitstek goede leiding van de Directrice, mejuffrouw J. E. Beumer, een bezoek werd gebracht aan de Broodfabriek van den heer W. H. Meursing, j waar allen onthaald werden op allerlei ge- bakjes, die zij zelf hadden zien maken. Een afwisseling bood daarna een bezoek aan het I museum Flehitemaar het gul onthaal, dat I allen bereid was in de Industrie- en huis houdschool, die van onder tot boven werd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1913 | | pagina 1