f
MAGGI3
I
Denk er om:
De bandiet in uniform,
Meursing machinale fabrieken van gebak, Amersfoort.
Bioscoop De Arend*
CENTRAAL ACCOUNTANTSKANTOOR.
Stoomwasscherij W. G. BURGER,
BOUILLON-BLOKJES
met de kruisster
Wereldstad-programma No. 22
KIEST ii Juni alleen TE6E1
ISTAHDERS der TABIEFWET.
IHL SCHOK Co.
METHORST VAN LUTTERVELD.
Feuilleton.
De sphinx.
AMURIKAAN8CH SYSTEEM.
Wassehen geheel opgemaakt of droog toegeslagen,
GOEDE BEHANDELING, BILLIJKE PRIJZEN,
Goederen worden te Amersfoort 's Woensdags franco gebaald en gebracht.
■V" PROSPECTUS wordt op aanvrage gratis toegezonden.
Ter ©ogenblikkelijke be
reiding Tan een krach
tig vleeschuot bestaat er
niets zoo practisch als
van Vrijdag 18 tot en met Donderdag 24 April.
1. VAN ANDERMATT NAAR GÖSCHENEN, prachtvolle natuuropname.
2. EEN LASTIG GEVAL. Komisch.
3. ONTMASKERD. Detective-geschiedenis.
4. DE KAMPIOEN-VOORVECHTER. Komisch.
5. ONÉSIME EL' DE PANTHER. Komisch.
6.
Spannende en boeiende komedie, in 2 afd. en vele tafereelen.
I)e TARIEFVVET s c li
a a d t
de NIJVERHEID.
Zij benadeelt de uitvoer-indostrie.
den BURGER.
Zij eischt hooger invoerrecht op ment
elen.
Hoofdkantoor Utrecht.
Xiioh.tega.ard 8.
Directeuren
Mr. P. G. H. DOP.
J. G. de JONGH.
Bijkantoor Amersfoort.
Wllhelininaatraat 6.
Directeur
Mr. H. J. M. van den BERGH.
Belast zich met INRICHTEN, CONTROLEEREN, BIJWERKEN en
BIJHOUDEN van ADMINISTRATION, OPMAKEN van BALANSEN,
UITBRENGEN van RAPPORTEN, en verder alle voorkomende
accountante-werkzaamheden.
K.orte Bergstraat 10,
hericht de ontvangst der
NIEUWE ENGELSCHE STOFFEN,
MANTELCOSTUUMS en HEERENKLEEDING.
Kassiers en Commissionairs in Effeeten.
(Commanditaire Vennooten H. OYENS S ZONEN te Amsterdam).
HUURHUIZEN 15 (naast de Nederl. Bank). TELEFOON 49.
Voeren effectenorders uit aan Binnen- of Bniteuland-
sclie Beurzen.
Deposito. Prolongatie. 1
De afdeeling „Broodfabriek" levert prima brood, beschuit
i koek tegen zeer billijke prijzen, en geeft bovendien 10 pCt. dividend. Bedragen tot ongeveer f50 per gezin
werden als dividend uitgekeerd.
21.)
Jacquet zocht een rustig plaatsje uit bij de
ballustrade in de schaduw van een zonnetent,
welke bij de «leeds krachtiger wordende stralen
der dagvorstin, waarlijk geen overbodige weelde
was. Evenals een schonwbnrgbzoeker, die plaats
neemt in zijn fauteuil in het parterre, sloeg hij
vervolgens het schouwspel gade, dat zich voor
zijn oogen ontrolde. De vreemdeling, die daar
zoo kalm zat, was echter een heerlijke prooi voor
het in het Oosten zoo talrijke leger van para
sieten, wier eenig doel, wier eenige moraal in
dit leven gericht is op het eenig noodige voor
hen: den dagelijkschen honger te stillen. Want
het laagst gezonken menschelijk wezen, het moge
dak en kleeding hebben afgeschaft, heeft het
nog niet zoover gebracht, dat het zonder voed
sel kan leven.
Schoenpoetsers, jongens met slangen en apen,
waarzeggers, kooplui met waaiers, sigaretten, lek
kernijen, reukwerk, prentkaarten, verdrongeu
zich spoedig om hem heen, alleen nog in toom
gehouden daar de bedienden van het hotel.
Spoedig kwamen echter aanzienlijker personages
de treden naar het terras op, lieden die rijk ge
noeg waren om door de almachtige bakschisch,
een fooi in zilverstukken, zich vrijen toegang te
verschaffen.
De meesten van dezen werden gevolgd door
een bediende, die de koopwaar droeg, vaak zeer
kostbare. Le Tonturier kon kiezen tusschen
borduurwerk uit PoMnn. pass nit Brussa met
goud doorweven zijde uit Syrië, wapenen, ju-
weelen, en wat niet al.
Jacques trachtte het uitpakken van ai dit
fraais te voorkomen door aan de eigenaars te
verklaren, dat al hun moeite toch te vergeefs
zou zijn en alle verleidingen der wereld zijn voor
nemen niet zouden kunnen veranderen. Doch
wat beteekent zelfs Rretonsche stijfhoofdigheid
tegenover het lijdelijk verzet van een Oosterling?
„Wie spreekt u over koopen?" schenen de
blikken der kooplieden te zeggen, „kijk slechts.
Wij vinden het een genoegen, u al dat moois te
kunnen toonen".
Geërgerd en uit zijn humeur, strafte hij hen
door te weigeren de stoften te betasten, de gou
den armbanden op de hand te wegen. Spoedig
kwamen er eenige Engelsche jongemeisjes bij en
dezen, minder bescheiden, wierpen in een omme
zien de geheele étalage door elkaar, begonnen te
loven en te bieden op een wijze, die hun de
achting der kooplieden deed verwerven, zonder
natuurlijk iets te koopen.
In den namiddag deed Jacques zijn eerste
wandeling, waarbij hy weigerde een gids mede
te nemen en het aan het toeval overliet, hem
te geleiden. Hij ging echter niet ver. Een café,
vol inlanders trok spoedig zijn aandacht, daar
het hem een verwezenlijking leek van zijn id6aal
van menschelijk geluk.
Gezeten, of liggend op roodleeren divans de
oogen half gesloten, in een houding van absolute
bewegingloosheid, gedachteloosheid en zwijgen,
die een gevolg is van de „kief", kon men alleen
bemerken, dat die mannen leefden doordien zij
met groote tusschenpoozen een trek deden aan
hun „narguileh", hetgeen eenige groote rook-
bellen in het water tengevolge had.
Jacquss voelde een verlangen in zich opkomen
om 6ok deze zaligheid te leeren kennen. II jj
ging naar binnen en onder den indruk van de
algemeene stilte en omdat hij geen syllabe van
de landstaal kende, zette hij zich, zonder een
woord te spreken, in een gemakkelijk hoekje
neer. Niemand scheen notitie te nemen van zijn
tegenwoordigheid. Na enkele oogenblikken kwam
de waard, een Griek met het uiterlijk van een
roover, vragen wat er van zijn dienst was en
even later stond de bakende Turksche waterpijp
met haar lang, buigzaam roer voor hem.
Zijn eerste indrukken waren een teleurstelling.
Kerst na langdurige, moeizame pogingen slaagde
hij er in, een weinig rook in zijn mond te krij
gen, hetgeen hem echter oogenblikkelijk een
hoestbui bezorgde. Hij wi9t niet, dat men de
narguileh inhaalt met de borst, terwijl men de
rook van een Kuropeesche pijp binnenzuigt met
de wangen.
I) j heerlijke mokka, opgediend in een micros
copisch kopje, schonk hem echter een onver
mengd genot.
Toen hy zich een kwartiertje in liet lokaal
bevond, was zijn gemoedsstemming gelijk aan
die der anderen. Alle verlangen, alle vrees, alle
opwinding der zenuwen was verdwenen. Zelfs
zijn herinnering vervaagde. Zijn jeugd, doorge
bracht in Bretagne. de jaren te Parijs, de per-
eonen, die hij gekend had, de gebeurtenissen
uit zijn leven, het geluk, dat hij gesmaakt, het
leed, dat hij ondervonden had, do vermoeienis
sen vau zyn lichaam, dat alles leek een ver
haal, dat men eens ergens gelezen heeft en
waarvan vaag iets ia het geheugen is blijven
hangen, li venais iemand, die onder hypnose
wordt gebracht, voelde hij zijn persoonlijkheid
te verliezen. Niemand van de paar dozijn men-
schen, die meer of minder met zijn bestaan be
kend waren, zou ooit op de gedachte komen,
zelfs al kon hij er zijn eigen leven mee verdie-
nien, hem in dit vreedzame toevluchtsoord op
te zoeken. Door toevallige omstandigheden be
waard voor een slafelijk leven, was hij thaus
tegen iedere ongewenschte storing beschermd
door de vijfhonderd mijlen, welke hij had ge
steld tusschen zichzelf en hen, die een aanslag
op zijn onafhankelijkheid wilden doen.
Maar was hij thans feitelijk zijn normale
leven niet dichter genaderd? Was hij thans
niet ia zijn werkelijk vaderland, te midden van
al deze lieden, van wie er geen enkele ook
maar een vinger zou uitsteken om zijn naam
te leeren kennen Was hij in een vroeger leven
wellicht Oosterling geweest? Volgde zijn ziel,
in het nieuwe omhulsel van zijn tegenwoordig
lichaam, niet den weg, dien zij reeds duizend
jaren tevoren had afgelegd? Deze vraag, die
hem een dag tevoren had getroffen, was hem
op dit oogenblik volkomen onverschillig. Geen
van al de fatalisten, die hem omringden, had
haar waarschijnlijk ooit zichzelf gesteld.
Zonder zich bewust te zyn van de minuten
die verliepen, droomde hij zijn heprlijken droom
voort. Geen der andere bezoekers scheen in het
bezit te zyn van het tyrannieke instrument,
dat men horloge noemt. Eindelijk, nadat Jacques
hem een teeken had gegeveD, ontving de waard
de twee of drie verschuldigde koperstukken en
bevond Jacques zich plotseling weer in do
nauwe straat, een bergplaats van stof, oi een
riool van modder, al naar de weersgesteldheid
was.
Een klagend neusgeluid, dat uit den hemel
scheen te komen, deed hem de oogen opslaan.
Het was een Mohammedannsche priester, die
de goloovigen opriep tot het gebed.
Zonder moeite vond hij den weg naar het
hotel terug, naar zijn meening voor heden in
het bezit van een voldoende dosiB Oosterach
leven.
(Wordt vervolgd).