Zaterdag 3 Mei 1913. No. 8256. 62e Jaargang. VERHUIZING (Jitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff" HOOFDREDACTEUR F. J. 7RSDSRZZS. AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1. franco per post f 1.15. Advertentien 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel- abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieêle- en onteigenings- advertentifir. per regel 15 cent Reclames 1—5 regels f 1.25. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers cent. Bij advertentien van buiten de stad worden de incasseerkosten in i-.kening gebracht KORTÏGRAOHT 9 Postbus 9. Telefoon 19. Bij dit nummer behoort een BIJBLAD. Beleefd verzoek, bij het nieuwe adres op te ge ven, opdat de courant zonder stoornis kunne bezorgd. KENSI8GET1NU. De Burgemeester van Amersfoort, Gezien artikel 33 der Kieswet, brengt ter openbare kennis, dat de door het Gemeentebestuur genomen beslissingen op de ingekomen verzoekschriften om verbetering der Kiezerslijst 1913-1914 voor deze Gemeente, voor een ieder ter Secretarie zijn nedergelegd en in afschrift tegen betaling der kosten verkrijgbaar gesteld. Amersfoort, 30 April 1913. De Burgemeester voornoemd, Van RANDWUCK. Anti-Tariefwet. Aan het eind van het verslag der Pro- tariefwet-vergadering, verleden week Woens dag in »De vereeniging* gehouden, werd, desgevraagd, meegedeeld, dat mr. J. H. G. Bekker, advocaat en procureur te Amster dam en Secretaris van het Anti-tariefwet- comité, een week later hier het contra zou doen hooren, terwijl het plaatselijk Anti-ta- riefwet-comité, in het zelfde nummer der courant als waarin het verslag der vergade ring van 23 April werd opgenomen, aan den voet der advertentie voor de vergadering van 30 April berichtte, dat de heer Van Rijen, uit Tilburg, »is uitgenoodigd tot debate. Men weet hier thans te vertellen, dat de heer Van Rijen geen uitnoodiging heeft ont vangen. De schuld daarvan is niet aan den heer Van der Meiden of aan mr. Bekker en deze waren volkomen te goeder trouw toen zij Woensdagavond meedeelden, dat de heer Van Rijen was uitgenoodigd. Zoodra we mr. Bekker per telefoon inlichtten omtrent' het geen men hier zegt, antwoordde hij, dat hij te allen tijde bereid is, met den heer Van Rijen op een dezen passenden avond te Amersfoort te debatteeren en dat hij onmid dellijk den heer Van Rijen zou uitnoodigen, den 5 Mei te Bolnes te komen debatteeren. Inmiddels wordt hier onderzocht of wer kelijk is verzuimd, den heer Van Rijen uit te noodigen. Men wil daarbij aannemen, dat de advertentie in de courant, welke den heer Van Rijen werd toegezonden, niet als uit noodiging in optima forma was te beschou wen. De vergadering, Woensdagavond in «Ami- citia* gehouden, werd geleid door den heer Joh. van der Meiden, die in zijn openings woord herinnerde, dat in de vergadering van 23 April mr. Bekker slechts in zeer korte trekken kon weerleggen hetgeen de heer Van Rijen had aangevoerd ter verdediging van het Tarief-ontwerp en het daarom wel nuttig was, nogmaals een vergadering te be leggen om goed in het licht te stellen waar om zoo wordt geageerd tegen dit ontwerp. Mr. Bekker, Se na de korte inleiding het woord verkreeg, wees er op, dat de bij eenkomst toevalligerwijze samenviel met de viering van den verjaardag van Prinses Juliana, waaraan hij het minder druk bezoek wilde toeschrijven. Ik wil niet denken, dat de aanwezigen ter vorige vergadering allen zijn bekeerd tot voor- dan wel tegenstanders van het ontwerp. Ik wil aannemen, dat de viering van dezen verjaardag de oorzaak er van is, dat noch een der Bestuursleden van denChr. Besturen Bond, noch de heer Van Rijen aanwezig is. Ik wil dit daarom doen, omdat ik niet kan gelooven, dat men van zekere zijde verbiedt het bijwonen der Anti- tariefwet-vergaderingen en zegtdie zijn ge vaarlijk voor jelui, Is het niet een hopelooze misstand, dat men hierin bovenal ziet een politiek vraag stuk, dat men het Anti-Tariefwet-Comité uitkrijt als te zijn tegen dit C h r i s t e 1 ij k e Ministerie. De vorige week hebben we al uiteengezet, dat onze strijd niet gaat tegen dit C h r i s t e 1 ij k Kabinet, doch tegen dit Kabinet. Wie dit tarief niet wil, hetzij hij behoort tot de bokken dan wel tot de andere helft, wordt door dit Kabinet ge dwongen, het zittend Ministerie te bestrijden, om 't even of het al dan niet Christelijk is, war.t Minister Kolkman heeft nadrukkelijk gezegd: in 1914 zal de Tariefwet er zijn, of wij zijn er niet. Het spijt me, dat de heer Yan Rijen hier niet is, al is hij geen autoriteit; wel een autoriteit is mr. Van Best, die meermalen heeft gedebatteerd met mij zonder mij en dus in een zeer zonderling debat. Het eenige, dat is gebeurd, is, dat mr. Van Best sprak tegen den heer De Jong en ik toen heb gezegd: >Als de rechterzijde vreest,dat het A. T. C. grooten invloed zal kunnen doen gelden bij de komende verkiezingen, laat de rechterzijde dan het Tarief-ontwerp intrekken. Als de Tariefwet niet meer de inzet is, zal de kans voor de rechterzijde om den zege te behalen, oneindig grooter zijne. Hoe men aan de rechterzijde denkt over het Tarief-ontwerp, leeren we uit »De Tijd* van 13 Maart 1913, waarin een inzender schreef, dat duizenden Anti-revolutionnaire.i en Roomsch-Katholieken zich zullen onthou den van deelnemen aan de stemming. De Redactie haastte zich, den deugniet direct op zijn plaats te zetten. Beter zou zijn, het ontwerp te schrappen uit het partij-program. Het broeit aan de rechterzijdegetuige de «Geldersche Koerier* van 12 Maart, welke, over een Haagsche correspondentie in »De Tijd* schrijvend, zegt: «Best geredeneerd, manmaar nu óok de consequentiedus hebben wij recht op een of meer rechtsche afgevaardigden, die tegen het Tarief-ontwerp zijn*. De Chr. historische partij laadt zeer ernstig den schijn op zich, onder den dekmantel van hoogere politieke beginselen dit ontwerp te willen binnensmokkelen. Nadat op 24 April weer een bondje werd gesloten, hebben de Friezen uitdrukkelijk gevraagd, welke houding zij ten deze hadden aan te nemen en dr. Kuyper heeft onom wonden verklaard het Tarief is vrij. Den heer Snoek Henkemans, die het Ame- rikaansche tarief goed blijkt te kennen, vroeg ik of hij de overtuiging heeft, dat het Tarief- ontwerp voor ons deugde. Ik kreeg een ant woord, dat vrijwel gelijk staat met «ja, wat zal ik zeggenhet kan vriezen en het kan dooien* en dat luidde Elke man is vrij. Ik leg dit zóo uitals straks de Kamer verkiezing komt, doet men veiliger mr. Van Leeuwen of mr. De Beaufort te stemmen, omdat mr. Van Asch van Wijck als Anti- revolutionnair vóór het Tarief-ontwerp moet 'stemmen, al is hij er wellicht in zijn hart tegen. Er zijn veel data in een jaar, die ieder kent. 30 April als de verjaardag van ons Prinsesje, 31 Augustus als dien van de Ko ningin 5 December is meer bekend bij de kleine Nederlandertjes. Ook 1 April is een algemeen bekende datum en op den dubbel omineusen i April 1911 kwam de wijziging van ons huidig Tariefstelsel, waarbij grond stoffen vrij blijven, halffabrikaten met 6, ge deeltelijk afgewerkte goederen met 10 en geheel afgewerkte goederen met .2 pCt. zullen worden belast. Althans in theorie. Aan het principe wordt zooveel mogelijk de hand gehouden doch practisch is het onmogelijk, een juiste onder scheiding te maken tusschen half en heel fabrikaat. Ik zie hier dames met stroohoe- den is er een bij van verleden jaar dan is dat wel een heel afgewerkt fabrikaat. Doch is nu het stroo voor zulke hoeden grondstof, halffabrikaat, dan wel heelfabri- kaat. Men zou zoo zeggengrondstofdoch volgens Minister Kolkman is dat heelfabri- kaat en dus belastbaar met 12 pCt. Hieruit blijkt, dat de theoretische splitsing niet kan doorgevoerd. Gordijn-tulle, noodig voor een langzamer- hand hier te lande opkomende gordijnen- fabricage, wofdt gehandicapt met 12 pCt. Hoe denkt Den Haag dan toch wel over het bevorderen, het in de hand «verken eener industrie Waarom dan deze tariefsverhooging Op de eerste plaats om geld te krijgen voor de Invaliditeits- en Ouderdomswetop de tweede plaats met een bloedend hart, want de Ministers zijn in principe nota bene vóór vrijhandel cm het buitenland. Om het buitenland, hoewel het tarief daar zóo veel tegenkanting wekt, getuige de honderdduizenden stemmen, wegens alge- meene ontevredenheid in Duitschland uitge bracht op sociaal-democratengetuige de ernstige pogingen in Amerika om. het tarief te verlagen. Het is niet ae taak van het A. T. C. om den Minister college te gaan geven hoe hij het geld voor de sociale wetten op andere en betere wijze kan vinden. Ik ben bereid, mijn persoonlijke meening ten deze uiteen te zettendoch het A. T. C., dat uit zoo heterogene bestanddeelen bestaat, waarin tal van Anti-revolutionnairen, Roomsch-Katho lieken, Chr. historischen, in 't kort allerlei mannen van rechts, zitting hebben, kan dit niet doen. Men zegt, dat de protectie in het buiten land voor ons een reden moet wezen tot het nemen van beschermende maatregelen. Taalkundig gesproken, is beschermen een buitengewoon goed ding, indien iemand althans bescherming noodig heeft, bijvoor beeld een zieke, een zwakke, of bij rivier- was, bij brand, tegen misdadigers. Bescher ming kan echter ook bedenkelijke gevolgen hebbenhet is goed, aan een kindje van 2 jaar een dienstmeisje ter bescherming mee te geven, doch minder gewenscht is het, dit dienstmeisje mee te geven ter bescherming van bijvoorbeeld een wachtmeester der hu zaren. Wat wil de Minister nu beschermen Een onderdeel der bevolkingniet landbouw èn nijverheid èn handel, doch alléén de nijver heid en deze vormt slechts 30 pCt. en voor zoover het de fabriekmatige nijverheid be treft slechts 16 a 17 pCt. der bevolking. De erkende nadeelen van deze would-be bescherming zullen dus deelachtig worden aan de overige 84 pCt der bevolking. Wat is hier te lande van het meeste be lang? De landbouw, de veeteelt en de zui- vel-industrie, waarvan het percentage, den handel meegerekend, is nagenoeg 48 pCt. Denk hierbij óok aan de zoogenaamde vrije beroepen. Men wil nu de nijverheid beschermen om dat, naar men zegt, hetgeen in het buiten land geschiedt »moet leiden tot stilstand, zoo niet achteruitgang van onze nijverheid*. De voorstanders van het tarief spreken van een >inzinking«, een trouvaille van mr. Van Best en den heer Van Rijen. En wat zien we ten opzichte van onze nijverheid Dat zij beweegt en geenszins achteruitgaatzij gaat dus vooruit. Desal niettemin decreteert het Vóór-tariefwet-co mité «onze nijverheid verkeert in een toestand van inzinking*. Zij is dus een voor uitgaande inzinking of een inzinkende vooruitgang. Al meer is gedecreteerd, dat het hier te lande zoo miserabel was gesteld met de eene of andere tak van nijverheid. Zoo zeide in 1895 de heer Dobbelman >onze landbouw is in allertreurigsten toestandhaar ondergang volgt in nog slechts een korte spanne tijds* Eu nu, in 1913, blijkt onze landbouw, in plaats van onder-gegaan, met reuzenschreden vooruit gegaan te zijn en dit zonder protectie. Het Kamerlid Bahlman werkte in de Ka mer met een telegram, waarin stond; «De Twentsche katoen-industrie is aan 't dood bloeden*. Dit is reeds meer dan 20 jaar ge leden. En in plaats dat ze doodbloedde, is ze sterk opgebloeid. Deze twee historische herinneringen otn aant e manen tot voorzichtigheid en bedacht zaamheid als een vlugschrift van het V. T. C. u in handen komt. Er zal 12 pCt. worden gelegd op schoenen. Denk nu aan de Langstraat in Brabant met haar enorme schoenen-industrie, waarvan het verslag der Kamer van Koophandel te Waalwijk over 1912 schrijft: «evenals in 1911 was 1912 ongunstig voor de schoen makerij*. Het verhoogd tarief zal dien niet- gunstigen toestand niet verbeteren, want aldus weder het verslag «de kleine fabrie ken, die uitsluitend zijn aangewezen op het binnenland, zijn daardoor verplicht, tot alle prijzen te werkenterwijl «vermeerderde export het parool is van alle landen* De ontwerper van het tarief heelt dan ook ver geten, er bij te voegen hoe men kan concur- reeren op de wereldmarkt als de grondstoffen zwaarder worden belast. Daarom dan ook zijn de schoenfabrikanten zoo tegen het ontwerp, omdat zij in ons klein land geen voldoend afzetgebied hebben en dit door het nieuwe tarief noch grooter, noch beter wordt. Maar hoe is 't dan toch gesteld met onze nijverheid? Is haar toestand dan werkelijk zoo miserabel Bij de Tentoonstelling te Brussel in 1910 bleek uit de 20 oranje boek jes van het Departement van L., N. en H., dat unisono de toestand magnifiek was. Mr. Van Best decreteerde, dat dit reclame was. Doch bij de tentoonstelling te Londen in 1911 zorgde het Departement voor dergelijke boekjes, die bijna alle óok wezen op vooruitgang. Als in 1910 is gejokt, heeft het Departement in 1911 weer gejokt, want bijna alle cijfers waren beter. De heer Van Rijen heeft zich verleden week aan de zelfde fout schuldig gemaakt, die mr. Pijnappel beging toen hij in 1874 zeide: «men moet mij niet vragen, welke industrie moet beschermd*. Wie als verde diger van dit ontwerp door het land trekt, moet dit zeggen, ook zonder dat het hem wordt gevraagd. Er zijn twee uitspraken van dr. Kuyper, die wel even mogen gememoreerd. Hij zeide nadrukkelijk, dat hier te lande de welvaart, óok van de industrie, zóo is gestegen, dat zij bij een naburig land jaloerschheid zou kunnen wekken. Welk is dat naburig land; België dan wel Duitschland Hij zeide óok het huidig systeem heeft tot zoodanige re sultaten geleid, dat een wijziging eerst zou mogen ingevoerd na nauwgezette studie. Deze beide uitspraken zijn wel de scherp ste veroordeeling van dit roekeloos ontwerp. De Minister is ten slotte de verantwoorde lijke man, die via een collectie ambtenaren, heeft gegeven prutswerk. Nog vorige week heb ik, hetzij tot den heer Snoek Henkemans, hetzij tot den heer Van Rijen gezegd: «als dit ontwerp dan zoo prachtig is, waarom excuseert u het dan toch telkenswaarom zegt u dan toch steeds dat de verhooging niet zoo erg is, dat zij zelfs heef matig is en dat de buitenlander de hoogere rechten betaalt*? Dit laatste is een uitvinding, welke de paladijnen van Minister Kolkman niet zoo moesten verklappen het ware veel beter, dat dan maar alles werd betaald door de buitenlanders. En is 12 pCt. dan zoo matig? Ik kan u in tegendeel verzekeren, dat dit recht zwaar der is dan Duitschland, België en Frankrijk heffen. Niemand heeft dit tot dusver tegen gesproken misschien zullen we hedenavond die tegenspraak hooren. Hier belast men procentialiterDuitschland. België en Frankrijk heffen naar gewicht. In Engeland, waar de vraag vrijhandel of protectie van zoo oneindig groot belang is, heeft men in 1909 de rechten volgens ge wicht omgerekend in heffing naar waarde

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1913 | | pagina 1