5
Mr. W. H. DE BEAUFORT.
taoMeMoccaStanp
FROU-FROU
THEEROOS
Dringend bevelen wij den kiezers aan, hun stem uit
te brengen op den VRIJHANDELAAR
Het Anti-Tariefwet-Comité
Mr. Th. M. VERSTER, Voorzitter.
Mr. J. H. G. BEKKER, Secretaris.
Feuilleton.
De sphinx.
FONGERS-rij wielen hebben een extra sterke voorvork, met 20 tot 40 pCt. grooter wanddikte op de plaats,
waar het grootste biiigmoment optreedt, dan algemeen gebruikelijk is.
Daarom behooren vorkbreuken bij FONGERS-rijwielen tot de zeldzaamheden, niettegen
staande FONGERS-rij wielen gemiddeld viermaal langer dienst doen dan andere rijwielen.
Vertegenwoordiger A. DEN HEIJER, Langestraat 94, Telefoon 58.
t
MOCCA '1RIC-TRAC
met de „LINDEBOOM",
het Sncces ran den Dag.
ed. B. van DOESBURG.
DIANA-SPRITS
een overheerlijk broos BOTERG EB A H
Biscuitfabriek „de Lindeboom".
Firma fed. B. ran
gemerkt
Wed. B. Tan D., Mydrecht
zyn „DE ECHTE".
Overal verkrijgb. in doosjes a 35 cent.
Biscaitfatoiel „DE LINDEBOOM".
LAMAISON a BOUWER Go.
Kortegracht 22
naast het Postkantoor.
Belasten zich met
aan- en verkoop van
Effecten, Wissels en
Coupons.
Sluiten prolongatien
Safe-inrichting.
Kassa van 9 tot 4 nnr.
0| PANDBRIEVEN met WINSTAANDEEL van de
O
te GORISCUEM
(geplaatst van eind Mei 1912 tot eind Mei 1913: f 1169060)
zyn verkrijgbaar by alle Effectenkantoren.
Agent voor AMERSFOORT
AMERSFOORTSFH WISSEL- en EFFECTENKANTOOR.
Alwaar ook de coupons per 1 Juli a.s. betaalbaar zyn.
Credlet- verooniging
Correspondentschap te Amersfoort.
mr. H. 4. M. rail den BERGH
WILHELMINASTRAAT 5.
te Amsterdam.
Zij stelt zich ten doel
het verleenen van Credieten onder per
soonlijke of zakelijke zekerheid of in-blanco
het incasseeren van handelspapier
het ontvangen van gelden déposito
rekening-courant.
45.)
Eer mejuffrouw D'Esnol antwoord kon geven,
ging haar nieuwe beschermer voort„Ik hoor
van mijn tante, dat o haar eens per week op
uw spel onthaalt voor tien franc".
Zij liet hem het bedrag nog eenmaal noemen,
klaarblijkelijk ten prooi aan een ontroering,
waarvan hij de oorzaak niet kon vermoeden.
Daar De Villennois echter meende te weten,
waaruit deze ontroering voortkwam, haastte hij
zich het joDgemeisje gerust te stellen.
„O, wees maar niet bang. Dnt cijler blijft
onder ons. Tien franc geeft een oude dame,
die nu en dan eens wat mnziek wil hooren
voor een uitvoering in een salon moet men echter
minstens het dubbele vragen. Laten we zeggen
vijf-en-twintig franc. Vindt u dat goed? Maar
mag ik het genoegen hebben, n eens te hooren?
Het schijnt, dat n vooral een bewonderaarster
is van Chopin. Dat is uitstekend. Chopin is
interessant. En bovendien vereischt hij geen bij-
bijzondere intellectueele ontwikkeling om eenige-
zins begrepen te worden".
Emma hoorde geen woord van hetgeen hij
zei, of liever, zij hoorde nog steeds zijn eersten
zin„Mijn tante zegt, dat u haar op uw spel
onthaalt voor tien franc". Dus gaf Jacques de
tien andere I
Haar blik dwaalde tersluiks naar hem af. Hij
zat tnsschen twee vreemde dames, die zich wei
nig met hem bemoeiden, zoodat hij zwijgend de
spijzen nuttigde. Zij was er zelfs verwonderd
over, dat zij niet van schaamte de oogen neer
sloeg, nu zij ontdekt had, wat Jacques had dur
ven doen. Van ieder ander zou deze aalmoes
haar erger dan een beleediging zyn voorgeko
men; doch in deze handelwijze van haar „voogd*
zag zij alleen een uiting van zijn goed hart.
„Hoe denkt u over de Bretonsche balladen 7"
vroeg zij plotseling aan haar buurman.
De Villenois vond, dat deze vraag weinig met
het onderwerp van hun gesprek had uit te staau,
maar hij was gewend aan de grillen der Pari-
sienne8 en duB antwoordde hij met onverstoor
baar gelaat:
„Die balladen zijn zeker belangwekkend, even
als alle populaire muziekdoch Chopin is meer
dan dat; hij is de niting van een geheel volk,
hij is om zoo te zeggen eenigszins krankzinnig,
evenals al zijn Jandgcnooten".
„Myn moeder was een Poolsohe", merkte
Emma glimlachend op.
„O, dat had ik moeten begrijpen", riep de
jonge man uit.
Zij lachte hartelijk, iets wat haar zelden over
kwam, doch dat aan haar gelaat een zonder
linge bekoring verleende. De Villenois voelde,
dat hij een onhandigheid had gezegd en
trachtte zich daarom duidelijker uit te drukken
„Pardon 1 Ik bedoel niet, dat er ook aan uw
verstand iets hapert; maar een teint en haren
als de uwe zijn alleen het voorrecht van dat
interressante ras".
Aldus spon hij dit nieuwe thema uit, dat hij,
ofschoon het weinig met muziek had te maken,
daarom niet minder belangwekkend vond. Zelfs
toen de heeren na het diner in de rookkamer
een sigaar gingen opsteken, bleef hij in den
salon bij de dames.
Jacques trachtte juist in zijn sigaar een ver
goeding te vinden voor het saaie diner, toen
dokter Maufras hem aanBprak.
„U hebt nw vriend De Geffrain verloren, niet
waar Het is niet mijn schuld, dat hij in Egypte
is gestorven. Hy was een van de ongezeglykste
zieken, die ik ooit gekend heb. Zijn tempera
ment was naar de maan 1 En toch vertelde
men van hem dingen Neen, m'n waarde
heer, ik verzeker n, dat de vrouwen bij hem
hadden afgedaan. Trouwens, hy liep naar de
vijftig en dan heeft een man zyn tyd gehad.
Laat u zich wel eens onderzoeken? Op de hon
derd mannen lijden er vijf-en-tachtig aan het
hart en twee-en-tachtig weten er zelf niets van",
„Ik ben een van de drie, die 't wel weten",
antwoordde Jacques. „U hebt het mij verleden
jaar zelf verteld. Daarvoor ben ik u nog altijd
dank verschuldigd".
„Geen koffie, m'n waarde heer, en geen li
keurtjes I Ik zag er u zooeven gebruiken. En u
rookt! Het mankeert er maar aan, dat u
óok naar Egypte gaat, evenals onze arme vriend I"
„Ik kom er juist vandaan", antwoordde Jac
ques met een woesten blik.
„Komt u midden in den winter uit Egypte
hierheen Maar waarom in hemelsnaam
„Om Paul de Geffrain zyn laatste reis niet
alleen te laten maken", antwoordde Jacques.
„Of mag alleen een dokter zooiets doen
Hij ging terug naar den salon, waar De Vil
lenois voor de piano zat en Emma wat voor
speelde. Deze luisterde echter nauwelijks naar
hemzij vorgat zelfs te applaudisseeren, toen
hij eindigde. Stilletjes bleet zij in haar hoekje
zitten wachten tot men haar zou uitnoodigen,
zich te doen hooren.
Toen eindelyk haar beurt was gekomen, wist
zij met haar spel haar hoorders zóo te boeien,
als aan heel wat beroemder artisten bij een
dergelijk wereldsch auditorium niet zou zijn
gelukt.
Nadat het applaus was bedaard, trad De Vil
lenois op haar toe en voegde haar op den toon
van den man van gezag eenige waardeerende
woorden toe. Fluisterend zetten zij vervolgens
hun gesprek voort over de „uitvoering", die de
componist zijn aardige protegee binnenkort wilde
doen geven.
Jacques was een der eersten, die weg ging.
Toen hij afscheid nam van Emma zeide hij
„U hebt mijn geleide niet noodig, omdat u
vannacht hier blijft logeeren. Komt u morgen
nog
„Waarom niet?" vroeg zij.
„Och, ik dacht, dat
Hij verwijderde zich zonder te zeggen, dat
twee menschen hem leed hadden gedaan de
een door het hof te maken aan juffrouw D' Esnol,
de ander door hem te zeggen, dat een vijftiger
versleten is.
Den volgenden ochtend had hij alle gedach
ten van ijverzucht van zich geschud, of althans
de stellige overtuiging, dit te hebben gedaan.
„U is nu toevertrouwd aan een beteren gids
dan ik" zeide hij tot Emma. „Burggraaf De
Villennois kan U in kringen brengen, waar men
u naar waarde zal schatten".
„Dat is al gebeurd" antwoordde zij, „Volgende
week heb ik al een avondje maar ik moet toch
erkennen, dat hij heel welwillend was, iets dat
men onder vakgenooten slechts zelden vindt".
„Ja, maar u hebt ook al het mogelijke gedaan
om hem voor u te winnen. Ik bedoel dit slechts
als opmerking van den voogd tot zijn pupil, die
op het punt staat, mserderjarig te worden. Ik
wist niet, dat U zóo goed kon coquetteereu".
„Ik?"
„Ja, u. Ik weet niet wat coquetterie is, om de
eenvoudige reden, dat geen enkele vrouw zich
de moeite gaf, coquet te wezen voor mij. Ia
ieder geval was uw coquetteereu niet banaal. I)
roert ten minste niet de groote trom om de
aandacht te trekken. Maar alles is betrekkelijk.
In een klein orkest heeft een zacht pizzicato
meer uitwerking dan een stel bekkens in een
groot. Op uw marmeren gelaat is een lichte
beweging dor wenkbrauwen, een even optrekken
der lip van heel wat meer zeggenskracht dan
allerlei dingen bij anderen".
Zonder in te gaan op het slot van zijn beeld
vroeg zij
„Heeft nooit een vrouw getracht, met U te
coquetteeren
„Evenmin als ik het ooit met een vrouw
deed" antwoordde Jacques.
„Ik wist niet, dat er éen man bestond, die
nooit heeft gedacht over veroveringen maken",
zeide Emma.
(Wordt vervolgd.)