Donderdag 7
Augustus 1913.
No. 8297.
62e Jaargang.
Op reis.
AMERSFOORTSCHE COURffi
Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff
HOOFD-REDACTEUR
F. J. FEELERIKS.
AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1.
franco per post f 1.15. Advertentien 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en onteigenings-
advertentiën per regel 15 cent Reclames 1—5 regels ƒ1.25. Bewijsnummers naar buiten
worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. p
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. Jrostbus 9.
KORTEGRACHT 9.
Telefoon 19
Aan onze abonné's die tijdelijk elders,
binnen- dan wel buitenlands, vertoeven,
wordt op aanvrage, en met duidel^Ise
opgave van adres, de courant eiken ver
schijndag tegen vergoeding van porto
toegezonden.
Ook niet-geabonneerden kunnen op de
zelfde wijze de geregelde toezending van
de „Amersfoortsche Courant" tijdens hun
uitstedigheid zich verzekeren.
KENNI8GEVINGEN.
LIJST INKWARTIERING.
Burgemeester en Wethouders der Gemeente
Amersfoort
breDgen ter openbare kennis, dat de lijst, de
personen aanwijzende, die tot net verleenen van
inkwartiering en onderhoud in aanmerking ko
men, met aanduiding van de mate waarin ieder
hunner, naar gelang van de beschikbare ruimte
zijner woning en van de gebouwen en getim
merten, voor stalling bruikbaar, geacht wordt
daarin te kunnen voorzien, is aangeplakt aan
het Gemeentehuis en van Dinsdag Augustus
tot en met Dinsdag 19 Augustus a.s. ter .Se
cretarie der Gemeente voor een ieder tor inzage
zal liggen.
Amersfoort, 5 Augustus 1913.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
De Burgemeester,
H. W. VAN ESVELD,
De Secretaris,
A. R. VEENSTRA,
loco-Secr.
Weth., Loco-Burg.
AANGIFTE VOOR DE
BEVOLKINGSREGISTERS.
Het Gemeentebestuur van Amersfoort herin
nert de ingezetenen aan hunne verplichting om
steeds tijdig ter Gemeeote-secretario aangifte te
doen voor de bevolkingsregisters.
Bedoelde aangifte moet worden gedaan
1. Wanneer [men de Gemeente gaat verlaten.
Alsdan moet een getuigschrift van woon
plaatsverandering (verkuisbiljet) worden
gevraagd ter Secretarie (kamer no. 3) en
medegenomen naar de Gemeente, waar men
zich gaat vestigen, teneinde aldaar uiterlijk
binnen éene maand te worden ingeleverd.
2. Wanneer men zich in de Gemeente vestigt.
Alsdan moet men overleggen een getuig
schrift van woonplaatsverandering (verhuis-
biljet) afgegeven in de vorige woonplaats.
3. Wanneer men binnen de Gemeente van
woning verandert.
Het hoofd van een huisgezin is verplicht,
aangifte te doen, wanneer in dat gezin
eenige verandering plaats grijpt, 6ok door
bet opnemen of het vertrek van dienst
boden.
Overtreding dezer bepalingen wordt gestraft
met hechtenis van ten hoogste veertien dagen
of geldboete van ten hoogste honderd gulden
(Artikel 9 van het Koninklijk besluit van 27
Juli 1887, (Staatsblad no. 141).
Amersfoort, 6 Augustus 1913.
Het Gemeentebestuur voornoemd,
De Burgemeester,
H. W. VAN ESVELD,
Weth., loco-Burg.
De Secretaris,
A. R. VEENSTRA,
loco-Secr.
De Burgemeester van Amersfoort
brengt ter algemeene kennis, dat volgens
mededeeling van den Minister van Oorlog op
12 en 13 Augustus 1913 en, zoo niylig, ook
op volgende dagen schietoefeningen gehouden
worden van de kustbatterij te HELLEVOET-
SLUIS.
Er zal gevuurd worden met kanonnen van
zwaar kaliber (24 c.M.), waarbij onveilig gemaakt
wordt een Bector, begrensd door de ware rich
tingen W. N. W. en Z. W. (67) tot op C
M. vai) de batterij.
De Noordelijke grens van dezen sector zal op
de kustbatterij worden aangegeven door een
stel bakens voorzien van een rooden driehoek,
de Zuidelijke grens door een stel bakens voor
zien van een zwarte ruit. Op de dagen dat ge
vuurd wordt, zal van de kustbatterij een roode
vlag waaien, die drie uur v6or het begin van de
oefening halfstok en éen uur vóór de oefening
geheei voorgeheschen wordt. Bovendien zal op
den avond vóór en op do dagen dat gevuurd
wordt een waarschuwingsbord geplaatst worden
op de markt te Hellevoetsluis.
Indien een stoomvaartuig tot waarschuwen
of sleepen aanwezig is, zal, indien de oefeningen
zulks toelaten, aan kleinere vaartuigen desge-
wenBcht hulp worden verleend om uit den on-
veiligen sector te komeD.
Amersfoort, 7 Augustus 1913.
De Burgemeester voornoemd,
H. W. van ESVELD,
Weth., loco-Burg.
Wonen en willen.
Ik wou zei iemand halfluid.
»De wouwen vliegen hoog in de lucht*
sprak een stem, die hem toescheen uit een
anderen hoek van de kamer te komen.
»De valken en de gieren en de arenden
waarschijnlijk nog hooger. Maar dat zijn
vogels; die hebben vleugels, en die heb ik
niet*.
Dat is tegenwoordig óok al geen be
zwaar meer. Leer vliegen, word een vlieger,
of een vliegenier, als je dat een mooier
woord vindt. Gratis les* zag ik onlangs aan
geboden aan elk, die zich een vliegmachine
aanschaft*.
Dankje wel. Dat is mij te gevaarlijk. Ik
sprak ook niet aan luchtvaart. Ik dacht
alleen maar
»Je dacht alleen maar aan luchtkasleelen,
geloof ik. Neen, maat, zóo'n residentie bezit
zelfs graaf Zeppelin niet. Zóo ver heeft de
lucht-industrie het nog niet gebracht. Pogin
gen tot lucht-architectuur laat zij voorloopig
aan ons, hier beneden, over. Het woord
•plattegrond*, van zooveel beteekenis in het
bouwvak, zou anders van allen zin beroofd
worden*.
»Och, plaag me niet 1 Ik wou
Opnieuw bleef de wouër steken. Daarom
zei de stem na een paar minuten:
»Wat wou je dan?*
»Ik zou willen Weer ging hij niet
verder en de stem hernam
•Laat ons constateeren, dat je niet spreekt
in den verleden tijd, maar in den verleden
toekomenden. Duidelijker heette dat op je
Fransche school»futur conditionnel*, d. i.
voorwaardelijk-toekomende tijd. Als ik je
goed begrijp, verbindt je dus een voorwaarde
aan hetgeen je wilt. Zet het puntje nu eens
op de i van hetgeen je wilt en vertel mij
eerlijk wat je eigenlijk wenscht*.
•In wensch niets bepaalds; maar ik zou
willen, dat alles anders was dan het is*.
•Alles Dat's een heele boel. Het heelal
wensch je dus om te keeren. Bij voorbeeld,
om maar alleen bij ons zonnestelsel te blij
ven, wensch je den ring van Saturnus rond
onze maan te tooveren. Maar ik vermoed,
dat dit je niet zal lukken*
•Dat kan me ook heelemaal niet schelen.
Ik meen alleen in mijn eigen omstandighe
den, mijn eigen positie, mijn eigen lot wou
ik alles anders hebben dan het is*.
•Alweer zoo'n onbereikbare wouwWeet
je wat het gekste is van al zulke hoogvlie
gende vogels Dat ze zoo negatief zijn Als
je eerst je-zelf eens precies rekenschap geeft
van hetgeen je, wèlbezien, veranderd wenscht
te hebben, dan kunnen wij een begin maken
met positief willen*.
«Voor 't oogenblik wensch ik alleen maar
naar mijn bed*.
Zeker. Je bent wat slaperig, en dat is
niet de beste stemming om voet bij stuk te
houden. Wèl te rusten. Morgen spreken wij
elkander nader en zullen dan je wilskracht
eens meten*.
Den volgenden avond, op het zelfde uur,
meldde de stem zich aan met iets, dat naar
zacht tikken op de deur geleek en begon
met de vraag
•Heb je ou in die vier-en twintig uur eens
goed bedacht hoe je dat moet aanpakken
met die veranderingen
•Och, zeur niet meer, zooals gisteren* was
het ongeduldige antwoord.
Zeuren? Als er gisteren iemand zeurde,
dan was jij het; niet ik*.
•Je sprak ervan, mijn wilskracht te meten.
Je twijfelt er dus aan of die sterk genoeg
is. Zoo iets laat ik mij niet tweemaal zeggen*.
•Goed, dan bepalen we ons tot die éene
maal. Maar je bent nogal een taalkenner en
zult dus iets voelen voor een van de weinige
verfijningen, naast de vele vergrovingen, sinds
eeDige jaren in de Nederlandsche letteren
ingevoerd. Ik meen, dat er meer en meer
onderscheid gemaakt wordt tusschen een
sterken wil, in den zin van bestaande,
maar ongebruikte wilskracht, en een sterk
willen, als uiting daarvan als het in
daden omzetten van die latente kracht. En
op dit laatste komt het per slot aan*.
Beiden zwegen een poosje.
De stem was weer de eersie die aanving
•Hoor eensje hebt gelijk, dat je omstan
digheden op het oogenblik erbarmelijk zijn.
Maar wouën d. i. in den vage verlan
gen naar verandering helpt niet. Leven
maken baat niet placht een vroegere ge
neratie te zeggen, met den held uit een
roman van kaptein Marryat, den lievelings
auteur van hun jongensjaren. En denk eens
aan je eigen jongenstijd, toen je'jules Verne
vers'.ondtals Michael Strogoff net zoo'n
slappe wouër was geweest als jij nu bent,
zou hij nooit den bewusten brief te rechter
tijd aan den Tsaar hebben overhandigd».
De toehoorder zuchtte.
»'t Is een quaestie van inspanning, van
wilsoefening van wils-gymnastiek. De
eerste toer, die je te doen staat, isje een
zuivere, gedetailleerde voorstelling te maken
van een verandering, die werkelijk een ver
betering zou wezen. En daarbij sluit zich
dan de tweede aanhet beramen van een
practisch plan om dat moois te verwezen
lijken*.
•Je bent lastig!*
•Ja, dat ben ik. En ik zal je net zoo lang
lastig vallen tot je het wouën hebt omgezet
in willen. Morgen kom ik hooren, hoever je
er mee gevorderd bent*.
Den derden avond klopte de stem luider
en haastiger aan dan te voren, en vroeg,
zonder preliminairen
Heb je nu bedacht, hoe je de verandering
wenscht
•In hoofdzaak wel*.
Zoo, dat is ten minste iets gewonnen.
Richt dan nu al je hersenkracht op de hoofd
zaken en verval niet in droomerijen, maar
zorg, dat je perspectief binnen de grenzen
van de mogelijkheid blijft*.
De hoorder zat nog altijd tamelijk vadsig
bij de pakken neer.
•Och!* klaagde hij »wanneer ik mij alles
zoo heel nauwkeurig voorstel, is het maar
weer een nieuwe teleurstelling, als het een
beetje anders uitvalt*.
•Dat dien je te riskeeren. Want alleen op
die manier kom je op positief terrein. En
daar liggen de maatregelen, die je te nemen
hebt. Komaan, neem een papier en schrijf
op, alsof het iemand anders zaak gold*.
De toehoorder gehoorzaamde. De stem
dicteerde
Ik wil zorgen, vóór het einde van de
week gereed te zijn met den eersten stap
Op 't gelaat van den schrijver kwam een
uitdrukking van opgewektheid. Hij legde
zijn pen neer en keek vroolijk omhoog.
De stem vroeg kalm
Weet je nu, waarin die eerste stap moet
bestaan
•Ja, 't is aardig: dat valt me daar juist
in*.
Ziezoo, dan zijn we op gang. Dan kan
ik je belangen verder aan je eigen wil over
dragen. Adieu*.
We laten in het midden wat die geheim
zinnige stem was.
Zou het de stem geweest zijn van een
kaboutermannetje, zooals er in de sprook
jes uit hun onderaardsche holen komen, om
aan de menschen beurtelings goede en kwa-
diensten te bewijzen
Of zou het, naar geloof der spiritisten, de
geest zijn van Karei de Grooten, of van Bis
marck of van een anderen beroemden, sterken
wilier, die zich in het schimmenrijk goed op
hoogte van aardsche aangelegenheden
had gehouden
Of welzou het de inspraak zijn geweest
van des betrokken persoons eigen onderbe
wustzijn, zooals de moderne zielkunde dat
noemt
Hoe het zij, dit drie-daagsch mysterieus
gesprek i\ad het gelukkige gevolg, dat onze
vriend vast besloten was, van een wouër
een wilier te worden.
En van dien ommekeer ondervond hij
zijn geheele verdere loopbaan de gunstige
gevolgen.
Aldus Geertruida Carelsen in »Het nieuws
van den dag*.
Een ernstige leemte.
Een paar weken geleden werd door den
heer A. C. A. baron Van Dedem, oud-inspec
teur der Gemeente-belastingen te Amsterdam,
een adres gericht aan den Gemeenteraad
der Hoofdstad, hoofdzakelijk betrekking heb
bende op de wijze van vaststelling der aan
slagen voor de Gemeente-belastingen aldaar,
maar waarin ook enkele punten voorkomen,
welke ook elders in den lande de aandacht
verdienen.
Daarbij is toch een zaak zij het ook meer
terloops aangevoerd nl. de moeilijkheid,
wellicht de onmogelijkheid, om in sommige
gevallen recht te verkrijgen in belastingzaken,
die in dit opzicht een gevoel doet ontstaan
van rechtsonzekerheid, hetwelk niet kan na
laten een pijnlijken indruk te maken. Baron
Van Dedem verhaalt nl. van een belasting
schuldige, die had gereclameerd tegen zijn
aanslag en tot staving zijner reclame een
volkomen betrouwbare boekhouding had ge
produceerd, en niettemin door Gedeputeerde
Staten var. Noord-Holland in het ongelijk
werd gesteld op grond van geheime dus
niet te controleeren inlichtingen van een
belastingambtenaar.
Dit wijst op een leemte in het vigeererde
stelsel. Want wanneer het zoo gaat met
personen, die een bedrijf uitoefenen, waarbij
een min of meer uitvoerige en geregelde
boekhouding wordt gehouden, vraagt men
zich at hoe het dan moet gaan met particu
lieren, die in den regel geen eigenlijk ge
zegde boekhouding er op nahouden van hun
inkomsten en uitgaven.
Voor ambtenaren en allen wier inkomen
uitsluitend voortkomt uit geregelde verdien
sten, is het in den regel niet moeilijk, na
eenig onderzoek het bedrag daarvan vrij
zuiver vast te stellenmaar buiten hen zijn
er personen, wier inkomsten geheel of ge
deeltelijk bestaan uit vermogen of uit onge
regelde verdiensten, welke moeilijk zijn na
te gaan. Bij hen tast de fiscus veelal in het
blinde en het resultaat is gewoonlijk, dat zij
met handen en voeten gebonden zijn over
geleverd. De gewone loop der behandeling
van reclames brengt mede, dat zij, die
daarover te beslissen hebben, voor een groot
deel moeten zien door de oogen van den
ambtenaar, den zelfden die den aanslag,
waartegen wordt gereclameerd, heeft voor
gesteld. Noch de leden van den Gemeente
raad, noch Gedeputeerde Staten kunnen alle
reclames persoonlijk onderzoekenzij vragen
daarom het advies van zulk een ambtenaar.
Deze kan volkomen te goeder trouw zijn,
maar wanneer de reclamant niet geheel
nieuwe gegevens weet aan te voeren, die
den ambtenaar bij den eersten aanslag onbe
kend waren, dan zal deze moeilijk overtuigd
worden gefaald te hebben en gewoonlijk
adviseeren den aanslag te handhaven.
Da fout is dus, dat de ambtenaar feitelijk