Stadsnieuws. geoefende toezicht, welke den indruk geven als zou de Vereeniging, die de opvoeding in handen heeft, zich aan plichtsverzuim schuldig maken, waarmede het prestige der boven de pleegouders staande en met hen samen werkende lastgevers schade lijdt. Het komt menigmaal voor, dat van gezin nen slechte geruchten in omloop zijn, meest afkomstig van wangunstige buren. Een on derzoek naar een dergelijk gezin kan er toe leiden, dat het op zeer grievende wijze in opspraak wordt gebracht, terwijl dit alles wellicht voorkomen had kunnen worden door eerst de Directie der opvoedingsinstel ling in de zaak te kennen, die allicht met de oorzaak van de lasterpraatjes bekend is. Een niet gering te achten gevaar van het door mij afgekeurde stelsel is het zoo menig maal daarbij toegepaste uithooren der kin deren om daardoor te weten te komen of zij ook slecht behandeld worden, of wel het dreigen hen mede te nemen. Zelfs in geval len van grove verxvaarloozing en mishande ling zijn deze middelen niet doeltreffend en zonder voorbehoud af te keuren. Ook moet in aanmerking worden genomen, dat moeilijke kinderen dikwijls geplaatst wor den in gezinnen, die niet voldoen aan de meest strenge eischen van hygiëne en zin delijkheid, omdat die gezinnen wellicht an dere eigenschappen bezitten, die een plaatsing aldaar in het belang van het kind wenschelijk maken. De inspecteur is uit den aard der zaak onbekend met het feit, dat dikwerf kinderen, die op jeugdigen leeftijd in het gezin zijn geplaatst, de pleegouders als eigen ouders beschouwen, hetgeen den liefdeband tusschen verplegers en verpleegden versterkt. Reeds het bezoek van een vreemde op zichzelf kan er toe strekken, twijfel te doen ontstaan bij het kind omtrent de zoo gewenschte verhou ding en hoewel op den duur de ware ver houding dient te worden verklaard, zoo moet het juiste oogenblik toch geheel in de hand blijven van de opvoeders en de pleegouders. Niet alleen het bezoek op zichzelf kan strekken tot nadeel van het kind, doch ook de wijze, waarop het plaats heeft. Bezoeken in een rijtuig, in een auto of met verscheidene personen tegelijk brengen een stille straat of buurt in opschudding en hier mede wordt het kind, hetwelk aanleiding geeft tot het bezoek, tevens tot een voogdij kind bestempeld, terwijl te voren wellicht niets daaromtrent bekend was. Waar ik hier boven de nadeelen heb uit eengezet van de bezoeken aan de pleegouders door daartoe gerechtigde personen, is het wellicht overbodig er nog op te wijzen, dat bezoeken van- personen, die niet krachtens hun betrekking daartoe gerechtigd zijn, on voorwaardelijk verdienen te worden afge keurd. In het afgeloopen jaar hebben wij daar mede onaangename ervaringen opgedaan. Door kwaadsprekerij van buren is aan meer dan éen gezin een grievend onrecht gepleegd, waartoe personen, die buiten de Directie en het Bestuur van «Zandbergen* stonden, heb ben meegewerkt. Men late de pleegouders ongemoeid en wanneer men vermoedens koestert, dat de pleegkinderen niet goed worden bejegend, dan breng e men dit ter kennis van de Directie, alwaar ongetwijfeld een nader onderzoek zal worden ingesteld. Uit het bovenstaande leide men toch vooral niet af, dat ik de controle van het Rijk, de Gemeenten, instellingen of personen, die kinderen aan «Zandbergen* ter verpleging geven, zou willen zien afgeschaft. Men controleere echter niet de gezinnen buiten de voor de opvoeding verantwoor delijke persoon om, tenzij men gegronde redenen heeft om te veronderstellen, dat on gerechtigheden plaats hebben in die gezinnen met medeweten en met toestemming van den verantwoordelijken opvoeder. Doch men con troleere de instelling zelve. Alleen bij de Directie of bij het Bestuur kan men te weten komen op welke wijze de samenwerking met de pleegouders plaats heeft, niet bij de pleegouders zei ven, waar men uit oppervlakkige indrukken en gezeg den dikwijls onjuiste gevolgtrekkingen maakt. Wanneer bij de Directie der instelling volkomen orde heerscht, zoowel op admini stratief gebied als op de met pleegouders en correspondenten gevoerde briefwisseling wanneer men aldaar toont volkomen op de hoogte te zijn van den toestand der verpleeg den wanneer daar gezonde opvattingen heerschen omtrent opvoeding in het gezin wanneer men de bewijzen kan leveren, groote zorg te hebben voor de lichamelijk en gees telijk misdeelde kinderen wanneer blijkt uit de resultaten der opvoeding, dat de overgroote meerderheid der verpleegden haar bestemming heeft bereikt op een leeftijd, waarbij men zulks mag verwachten, dan is dit een bewijs, dat men aan die instelling kinderen ter op voeding met genistheid kan toevertrouwen. Wenscht men bepaald de gezinnen te be zoeken, dan kan men de Directie in kennis stellen van het voorgenomen bezoek en de gelegenheid openstellen, den inspecteur door een door de instelling beschikbaar gesteld persoon te doen vergezellen. Doch indien de instelling op de hierboven omschreven wijze werkt, dan behoeft men niet angstvallig uit te zien naar de naleving van verschillende voorschriften, die welis waar zeer nuttig kunnen zijn, doch met de eigenlijke opvoeding weinig te maken heb ben, bij welker niet-naleving de opvoeding tot een uitstekend resultaat kan leiden en bij wtelker naleving zij toch nog geheel zou kunnen mislukken. De gruwelen in den Balkan. Onder dagteekening van 16 Augustus schreef de correspondent te Constantinopel van de «Nieuwe Rotterd. Crt.« aan zijn blad; «Het doel heiligt de middelen, nietwaar zeide mij de secretaris-generaal van het Jong- Turksche comité, de vroegere majoor Fethy bei, indertijd militair attaché te Parijs, toen ik hem dezer dagen eens op den man af vroeg of hij zelf wel het tiende part geloofde van al de gruwelen, die het comité den Bul garen ten laste legt en waarmede het nog voortdurend dagelijks twee of drie heele kolommen in de kranten van hier laat vul len, terwijl met nog geen enkel woord ook maar gerept wordt van de lange, nauwkeu rig gedocumenteerde klachten door het Grieksch-Orthodoxe patriarchaat van Fanar en het Gregoriaansch- Armenische van Koem Kapoe bij de Regeering ingediend en ook den vertegenwoordigers van de groote mo gendheden alhier toegezonden, over de ge welddadigheden, plunderingen, brandstich tingen, moorden door de Turksche soldatesca en de terugkeerende uitgeweken moslimsche bevolking op de Grieken en Armeniërs be gaan. «Het doel heiligt de middelenwij willen en moeten in Adrianopel en Thracië blij ven Europa mag en moet dat gewest niet den Bulgaren teruggevenwe moeten dus de openbare meening, en door haar de Regeeringen der mogendheden, er van over tuigen, dat het geheel onverantwoordelijk, dat het misdadig, een onvergeeflijke zonde tegen de menschelijkheid en de gerechtig heid zou wezen, de bloeddorstige Bulgaren daar weer binnen te halen*. Met deze cynische bekentenis, die zoo typisch de drijfveeren en de werkmanier van het comité teekent, is de onuitputtelijke gru weienkroniek te verklaren, waarmede niet alleen wij hier, maar ook het goedge- loovige publiek buitenaf zonder ophouden tegen de Bulgaren en alles wat Bulgaarsch is, worden opgezet, en waartegen dezen zich niet konden verdedigen, daar, zooals geble ken is, Sofia gedurende meer dan veertien dagen geheel van de buitenwereld is afge sloten gehouden. Tot zoover deze veelzeggende correspon dentie. Ten vredescongresse, dat thans in Den Haag wordt gehouden, heeft dr. Alfred H. Fried behandeld het vraagstuk van de pers en tegen de ophitsende tendenzen van een deel der pers. De grondslagen waarop de organisatie van de pers tegenwoordig berust, zijn niet in overeenstemming met de voor name rol, die de pers als het belangrijkste verkeersmiddel van onzen tijd vervult meestal is een courant immers een onder neming. die des te meer bloeit naarmate er meer internationale opwinding heerscht daarom worden meerde abnormale,sensatie- wekkende gebeurtenissen overgebracht dan berichten omtrent de normale beschaving en ontwikkeling der verschillende volkeren, waaraan geen sensatie verbonden is. Hier door ontstaat een onjuiste voorstelling, die leidt tot wantrouwen en misverstand tusschen de volkeren onderling, waardoor de waan zinnige toestand van den gewapenden vrede mogelijk wordt. Ook verschillende Staatslieden hebben over dezen invloed der pers geklaagdvooral de vredesbeweging heeft in deze een belang rijke taak te vervullen. In de eerste plaats moet zij een tegengift geven tegen de be richten der sensatiepers door steeds meer licht te verspreiden over de internationale verhoudingen en door haar pacifistische propaganda in het algemeen. Er zijn verschillende middelen, die kunnen bijdragen tot juistere inlichting van de pers en die opvoedend op het tegenwoordige pers wezen kunnen inwerken. Het overbrengen van berichten, betrekking hebbende op de ontwikkeling der beschaving zou het beste kunnen geschieden door een internationaal correspondentie-bureau, dat in pacifistischen geest zou werken. Intusschen' kunnen ook inlichtingen, door personen en vereenigingen aan de pers verstrekt, reeds van groot nut zijn. Als opvoedende middelen worden door dr. Fried voorgesteld: «Het zwarte kruis*, een' overeenkomst tusschen couranten van verschillende landen, om uit de internatio nalen polemiek zekere afkeuringswaardige strijdmethoden te verbannen, gelijk de Con ventie van Genève dit ten aanzien van den oorlog heeft gedaan. 2. Persoonlijk verkeer van journalisten van verschillende landen, zoowel door inter nationale perscongressen als door samen komsten van journalisten van twee bepaalde landen. 3. Samenstelling van een internationalen perscatalogus, waarin verschillende bladen op volkomen objectieve wijze zouden moeten worden gekarakteriseerd naar de beteekenis die zij hebben, waarbij dan tevens sommige bladen op een zwarte lijst zouden moeten worden geplaatst. 4. Directe invloed op de pers door brie ven en mondelinge gesprekken vanwege vredesbeweging-organisaties met de Redac ties van verschillende bladen. 5. Een internationaal perscentrum voor de beïnvloeding van de pers in dezen geest. In de Remonstrantsche kerk hoopt aan staanden Zondag voor te gaan ds. A. C. de Regt, uit Alkmaar. Het nieuwe kerkgebouw van den Doops gezinden kring, aan de Blankenheymstraat, zal vermoedelijk Zondag 14 September in gebruik worden genomen. Blijkens mededeeling in de «Staatscourant* van gister is geen wijziging gekomen in de rente-commissie voor de Invaliditeitswet te Amersfoort. Ten gerieve van belanghebbenden herha len we, dat de commissie voor het district Amersfoort is saamgesteld als volgt; Voorzit ter: mr. J. K. H. de Beaufort, advocaat en procureur, te Amersfoort. Leden: mevrouw L. S. Gérard van SijsenBesieï-, aldaar; de heer Th. J. H. Bianchi, verzekeringsagent, aldaar; de heer C. Hubers, civiel ingenieur te Baarnde heer N. H. van Wieringen, administrateur te Woudenberg. Secretaris mr. L. Stadig, advocaat en procureur te Amersfoort Als personen, die ouden van dagen be hulpzaam zullen zijn bij het aanvragen eener rente zijn binnen het gebied van bovenge noemde commissie aangewezen te Amersfoort mejuffrouw C. A. van Driel, mejuffrouw E. Middelburg, en dehee- ren W. Kuiper (Langestraat 122), M. D. Aronson (Langestraat 45), R. Groenveld en P. J. de Groot te Baarn de heeren B. de Die, A. J, Krudop en J. M. Snellen te Bunschoten de heer R. Los te Eemnes de heer A. A. A. Snel te Hoogland de heeren B. te Lintelo en A. van Dijk te Leusden de heeren B. F. Peeters (Hamersveld), A. A. Verburg (Leusbroek), P. Keete (Oud-Leusden) en J. Boeschoten te Maarn de heer E. Kruidhof te Renswoude de heer G. van Essen te Soest de heer E. Lodder; te Stoutenburg de heer P. H. Dohmen te Woudenberg mejuffrouw J. Ph. Dorre- stein en de heer G. Tekelenburg; en te Nijkerk de heer B. Flonk. De lijst zal later voorhangen in de hal voor het publiek van het post- en telegraaf kantoor. Men wil in Den Haag weten, dat de Staatsbegrooting voor 1914, zooals die is verzonden aan den Raad van State, sluit met een belangrijk tekort. Met andere woordende 10 opcenten worden stellig gehandhaafd. Evenals de heer A. T. R. Vermolen Maandagavond op zeer overtuigende wijze heeft doen zien hoe zeer goed zijn illumi neerblokjes en lampion-kaarsen zijn, heeft gisteravond de heer J. W. Egging de blokjes, kaarsen, enz., welke hij met het oog op de feesten tc verkoop heeft, als proef doen branden. Buurt-commissiën en particulieren weten thans waar zij voor weinig geld goede waar kunnen bekomen. Den 20 Augustus 1863 was het hier druk ker dan gister. Toen toch werd «met ge- pasten luister* gevierd de opening voor het publiek verkeer van den Ned. Centraal Spoor weg, voor welk feest aan het toenmalig stadsbestuur een blanco crediet werd ver leend. Behalve het «déjeuner-dinatoir* waren er volksspelen, vauxhal vuurwerk. Menig oud-Amersfoorter zal zich het grootsche feest nog goed herinneren en velen ook weten nog goed te vertellen hoe zij een of meer proefritten meemaakten, van welke de eerste werd gehouden op 6 Maart 1863. Vooral de proefrit van 30 Mei, die plaats had over de geheele lijn dat is van Utrecht tot Hat- temhet gedeelte tot Zwolle werd eerst 6 Januari 1864 in gebruik genomen was een gebeurtenis van belang en de helden, die kosteloos er aan deelnamen en zóo maar lijf en leven waagden, werden lang met den vinger nagewezen. De feestelijke opening der lijn had plaats op 16 Juli 1863. De reis ging toen van Utrecht tot Harderwijk, waar een ambulant dejeuner werd gebruikt, waarvoor maar eventjes 300 liefhebbers waren. De versierde trein, te 9 uur uit Utrecht vertrokken, kwam daar om 5 uur terug. De openstelling voor het publiek verkeer dan had plaats op 20 Augustus 1863 en dien datum heeft men gekozen om aan de huidige Directie een zeer fraaie bronzen herinnerings plaquette aan te bieden. In 1856 vormde zich een Fransch-Belgisch consortium, dat 14 Juli 1859 concessie kreeg voor het aanleggen en exploiteeren der lijn, welke werd gebouwd door de firma Picard, Vitali Cie. Reeds vijf dagen na de officieele opening had ook het brievenvervoer plaats met de Centraal, die aanvankelijk drie treinen in beide richtingen deed loopen uit Utrecht om 8.32, 1.50 en 8 uur en uit Hattem om 5-50i 9.55 en 6.50. Gemiddeld deed de train drie volle uren over dien afstand. Wij, die gewend zijn aan verwend door de locaaltjes en thans om 't uur in beide richtingen kunnen reizen, kunnen ons moeilijk voorstellen hoe onze ouders en grootouders de komst van dit versnelde middel van vervoer hebben toegejuicht. Wie vóór de opening dezer lijn naar Utrecht of Arnhem moest, was een ganschen dag kwijt. Viermaal daags ging er een diligence naar Utrecht, om 5.30, 7.30, 10.45 en 6.30, en tweemaal kwam er een uit Utrecht hier, om 7.30 en 1.45. Naar Harderwijk ging de diligence om 4, 6 en 8 uurnaar Maarsbergen, het dichtstbij zijnde station voor de richting Arnhem, om 7, 11 en 6 uur en vandaar terug om 8.30, 3 en 9 uur. Wie naar Nijkerk moest, wandelde er veelal heen. Er waren immers óok geen fietsen. Er was dus nu een halve eeuw geleden reden te over om zich te verheugen over de zoo belangrijke gebeurtenis, die een zeer groot deel van de Veluwe verloste uit haar isolement. En zeker is er ook thans aanleiding om met Directie en ambtenaren het feit te her denken. Het oude station hier was gister fraai versierd, evenals het bureau van den Agent der N. C. S. en haar goederenloodsen, ter wijl aan de halte Vlasakkers twee aardige eerepoorten het feit in herinnering brachten. De heer E. van Burkom, thans chef der afdeeling «Personeel*, te Utrecht, mocht gister mede den dag herdenken waarop hij 50 jaar geleden in dienst trad bij de Maat schappij. De uitbreiding van het oorspronkelijk be drijf volgde eerst verscheidene jaren later. Zoo werd den 27 Juni 1898 de locaalspoor- weg van den Dolderscheweg naar Baarn opengesteld. Den 26 Mei 1900 werd een overeenkomst gesloten met de Soester Paardentram tot verdere exploitatie van den tramweg Soest Baarn. Den 29 Augustus 1901 werd de spoor weg De BiltZeist, opgericht door de Ned. Buurtspoorweg-Maatschappij, voor het ver keer opengesteld. In December 1900 werd besloten tot de exploitatie van den tramweg UtrechtDe Bilt—Zeist, voorheen eigendom van de Stichtsche Tramweg-Maatschappij, thans elec- trische tram. Verdere uitbreiding had achtereenvolgens plaats door in exploitatie nemen van den tramweg ZeistStation-Driebergen, den spoorweg NijkerkEde en den tramweg NunspeetHattem, terwijl thans in uitzicht is de electrische tram over den Berg. Luitenant J'. A. Kramp, van het 9e regi ment infanterie te Leeuwarden, wordt 1 Sep tember overgeplaatst bij het 16e regiment hier. Luitenant H. C. Honing, van het 5e regi ment infanterie gedetacheerd bij de ie mitrail- leur-afdeeling te 's-Gravenhage, wordt op dien datum definitief daarbij overgeplaatst. Onder leiding van den generaal-majoor inspecteur der cavalerie zullen van 15 tot 20 September cavalerie-manoeuvres worden gehouden in het Noordelijk gedeelte van de Veluwe. Aan deze oefeningen zullen deelnemen de brigadestaf van den leider; het ie, 2e, 3e en 4e regiment huzaren; de staf en de 2 bat terijen van het korps rijdende artillerie een detachement ordonnansen een detachement trein een detachement marechaussee en een detachement hospitaalsoldaten. Het 3e regiment huzaren, uit Den Haag, zal, in verband met de opening van de Tweede Kamer op 16 September, eerst op 17 September aan deze oefeningen deelne men en op laatstgenoemden datum per spoor naar het oefeningsterrein worden vervoerd. Onder de geslaagden voor het Staats examen tot toelating aan een universiteit behoort kaptein C. J. Koch, van het 9e regi ment infanterie te Harderwijk. In Kramer's boekhandel is verschenen het eerste nummer van «Ons Clubblad*, orgaan der Amersfoortsche H. B. S.-club. De Inleiding stelt al aanstonds een prijs vraag in uitzicht. Wie den besten naam be denkt voor het nieuwe maandblad, ontvangt daarvoor een mooi boek. Verder bevat het een half dozijn schetsen, die er werkelijk mogen wezen een Indisch sprookje, de door de anachronismen hoogst koddige beschrijving van een voetbalwed strijd tusschen de Romeinen onder Julius Caesar en de Grieken onder Pericles, een loflied op de vacantie, overpeinzingen van een H, B. S.-er, een verhaal van visschers- leed en goede mixed picles.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1913 | | pagina 2