Dinsdag 18
November 1913.
No. 8340.
63e Jaargang.
Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Conrant, voorheen Firma A. H. van Cleeff
HOOFD-REDACTEUR
J- raiasaiEB,
AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1.
franco per post f 1.15. Advertentién 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel
abonnement reductie, waarva tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en ontelgenings-
advertentiën per regel 15 cent Reclames 15 regels f 1.25. Bewijsnummers naar buiten
worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentién van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAU:
EORTSQRACET 9.
Postbus 9. Telefoon 19.
De V. P. N.
Vrijdag 14 November was het 121/2 jaar
geleden, dat de V. P. N. werd opgericht.
Den 14 Mei 1901 werd, na een vooraf
gaande bijeenkomst van voormannen op het
gebied der pluimveeteelt, gesticht de «Ver
eeniging tot bevordering der Pluimveehou
ding in Nederland*, welke zich ten doel
stelde de bevordering van het houden van
nut-rassen, juist in een tijd, waarin men
slechts oog had voor de sport-dieren, de
tentoonstellings-exemplaren.
De oprichters werden aanvankelijk zoo
half en half gehouden voor goedaardige
krankzinnigen. Hoe ter wereld kon nu
iemand, die gezond dacht, het in zijn hoofd
krijgen een vereeniging te stichten, die niet
meer zou omkijken naar de mooie kippetjes
en de prachthaantjes met kammen en staarten
van even onnatuurlijke als formidabele
lengte, naar de kippen in nationale kleuren
en wat dies meer zij booze tongen be
weerden, dat ze geenszins waterproof waren,
doch de fabrikanten maakten er toch maar
fancy-pr\jzen voor.
En juist in dien tijd kwamen er h e e r e n
wat konden zulke stadsmenschen nu toch
wel weten van een onderdeel van het bouw
bedrijf die heel dat spelletje dreigden om
te werpen en die zelfs beweerden, dat de
boerenkip, waarbij toch elke boer zweerde
dat ze »zoo'n beste legster* was, wegrede
neerden.
Den 14 Mei 1901 werd het eerste Regle
ment vastgesteld een half jaar later waren
er reeds 376 leden in 7 afdeelingen en op
31 December van dat jaar waren er al 620.
Op dien zelfden gedenkwaardigen Oude
jaarsavond werd het Bestuur verrast mei een
gift van f 150 van we zouden bijna schrij
ven natuurlijk H. M. de Koningin-Moe
der, tot dekking van de kosten van oprich
ting, terwijl de Regeering een subsidie
verleende van f 250.
Den 4 Juli 1908 kon reeds het eerste
nummer verschijnen van het eigen orgaan,
de thans in heel den lande bekende »V. P. N.«;
tot dien tijd had het Bestuur, zooals het
destijds heette, in een huurwagentje gereden;
sedert had het eigen rijtuig met eigen koet
sier.
Als alle vereenigingen heeft de V. P. N.
heel wat gepokt en gemazeld maar toch
óok mocht zij veler erkenning en daardoor
medewerking ondervinden.
Men heeft niet altijd willen bedenken.dat
haar Bestuursleden menschen waren, die,
ondanks hun dikwijls zeer drukke bezighe
den voor eigen beroepszaken, hun werk
kracht en hun organiseerend talent gaven
geheel gratis, om anderer welzijn en zonder
eigenbelang.
Op 14 October j. 1. telde de V. P. N.
19758 leden (in de Provincie Utrecht 960,.
van welke alleen de onder-afdeeling Amers
foort bij de 700).
Wat zij heeft tot stand gobracht, hoeveel
geldelijk voordeel zij bezorgde aan den nut-
kippenhouder, groot dan wel klein, (dr.
Blink schat in het «Tijdschrift voor econo
mische geographic* het aantal kippen in ons
land in 1911 op 7 millioen en berekent de
waarde der geproduceerde eieren op 30 mil-
iioen gulden per jaar) èn door haar cut sus
sen, èn door haar onderlingen voederaan
koop, behoeft hier niet weer beschreven. We
konden er dikwijls genoeg op wijzen.
Wat haar juiste en hechte organisatie
vermag, is Donderdag nog gebleken door
de lezing van dr. Te Hennepe, die immers
onomwonden verklaarde, dat zonder die
organisatie, die vertakking over heel ons
land, het niet mogelijk zou zijn geweest èn
in de bloeiende onder-afdeeling Amersfoort
de proef-in-he :-groot te nemen met de be.
strijding der Kleinsche ziekte èn te voor
komen, dat die ziekte weer duizenden en
duizenden guldens doet verliezen.
Dat zij, die geen lid zijn of op eigen
houtje zich willen combineeren tot ja,
waartoe weten ze zelf nietgetuige de velen,
die zich afscheidden, doch al spoedig weer
zich aansloten toch mochten willen be
grijpen, dat alleen eendracht macht maakt.
Wat haar centraal proef-station, onder de
eminente leiding van den heer H. B.
Beaufort, thans mede bij onze goede stad in
wording, voor de nut-kippenhouders zal wor
den, zal reeds vrij spoedig blijken.
Een woord van hulde aan notaris M. L.
Spruyt, te Gorredijk, en aan kapitein J.
Kooiman, thans te Breda, die de V. P. N.
oprichtten en, tegenwerking en spot ten
spijt, haar maakten tot een organisatie, die
zóo veel nut stichtte in ons land.
„Onze Vloot".
't Was stampvol gisteravond in «De Arend*,
waar zeer vele bewoners van het hartje des
lands waren saamgekomen om iets te hoo-
ren over en veel te zien van onze vloot, voor
de meesten wel een geheel onbekend onder
werp.
Klokke 8 uur zette het strijkorkestje van
het ie regiment veld-artillerie uit Utrecht
het >Wien Neerlandsch bloede in, dat staande
werd aangehoord.
De Burgemeester, Voorzitter van het
comité dat de uitnoodigingen verzond, zeide
te hopen, dat de tonen van het Volkslied
allen had ontroerd, vooral op dezen gedenk
waardigen dag waarop de vlag van den Lieve
Vrouwe-toren en het carillon hadden herin
nerd dat juist een eeuw geleden het drie
manschap zijn «Oranje bovenHolland is
vrij heeft aangeheven.
Holland is vrijzal het steeds vrij blij
ven vervolgde spreker, zich vooral wendend
tot het jongere geslacht. Zal het ongestoord
blijven in het bezit zijner koloniën De Staats
commissie beantwoordde deze vraag bevesti
gend, onder beding, dat de Nederlanders zor
gen voor een betere verdediging ter zee.
Daarom beval spreker aan, goed ter harte
te nemen hetgeen beide Bestuursleden van
de Nederlandsche vereeniging «Onze Vloot*
zouden meedeelen en te bedenken, dat door
allen, ieder naar zijn vermogen, daartoe het
noodige kan worden gedaan.
De heer H. M. van B e m m e 1 e n, oud
zeeofficier en Voorzitter van «Onze Vloot*,
meende, dat deze vereeniging niet meer ge
heel onbekend is te Amersfoort, vooral se
dert zij een maand geleden haar bekende
brochure in 100000 exemplaren over heel
het land en ook te Amersfoort verspreidde.
De vereeniging mag zich verheugen in groo-
ten bloei en wint een 1000 tot 1500 leden
per jaar. Toch gaat zij voort, propaganda te
maken en voor dezen winter stond Amers
foort bovenaan het lijstje.
De heer H. Quispel, oud-kapitein der ma
riniers, leidde de propaganda hier in en was
zoo gelukkig vele dames en heeren bereid
te vinden, dezen avond voor te bereiden. Een
bijzonder woord van dank bracht 'spr. aan
mr. graaf Van Randwijck. die het presidium
aanvaardde. Waar een Burgemeester zóo
voorgaat, kan het niet anders of er zal een
afdeeling komen met grooten bloei.
Er is een gevleugeld woord, dat zegt, dat
de Marine een crisis doormaakt. Spr. hoopt,
dat het den huidigen Minister van Marine
moge gegeven zijn, haar te halen uit haar
toestand van verval. Intusschen mag niet te
veel de nadruk worden gelegd op het woord
«Marine*, want het geldt hier een Staats
belang van de hoogste orde en juister ware
het te zeggen: ons vaderland maakt een
ernstige crisis door.
Het is treurig, dat een groot deel des
volks niet inziet hoe critiek de toestand is
waarin ons koloniaal bezit zich bevindt, niet
beseft van hoe ontzettend groot belang dat
bezit is voor ons land.
Die groote welvaart van ons land is het
gevolg van ons koloniaal bezit.
Zien we toch rond ons hoe door onze
koloniën industrie en handel bloeien. Gaan
we toch na hoe de «E. N. T. O. S.< daar
van het schitterend bewijs gaf. Bedenken we
toch, dat naar den tonneninhoud ons klein
land op het punt staat tot zevende
mogendheid te worden gepromoveerd. De
uitbreiding van onze handelsvloot is reus
achtig; in 1890 waren er 128 handelsschepen,
in 1900 reeds 193, in 1909 al 347 en in
1913 zelfs 427, of 30 pCt. meer. Het vervult
ons met rechtvaardigen trots als we zien,
dat in 1909 het kanaal van Suez passeerden
251 Nederlandsche schepen met een tonnen
inhoud van i i20 000 en in 1912 zelfs 343
met i 718 000 tons, dus eiken dag éen, en
in toeneming in 3 jaar met vijftig percent.
Dat die groote welvaart vooral afhangt
van ons koloniaal bezit beseft het meerendeel
van ons volk helaas niet; het stelt bedroe
vend weinig belang in deze enorme bron
van welvaart; het weet nagenoeg niets van
onzen Oost.
Gaat iemand naar Indië dan geeft men
hem goedsmoeds de groeten of een pakje
mee en weet niet, dat zoo'n pakje dikwijls
een heel wat langere landreis dan een zee
reis moet maken, somtijds over een afstand
moet worden vervoerd als van Berlijn tot
Madrid (teekenen van verbazing).
Men weet niet, dat Borneo even groot is
als de Oostenrijksch-Hongaarsclie monarchie
beseft niet, dat de afstand van de Noord
westpunt van Sumatra tot de grens van
Nieuw-Guinea bijna een zesde van den
omtrek der aarde is.
Men heeft er nooit aan gedacht, dat, als
men het vasteland van onze Oost-Indische
bezittingen uit een kaart knipt en deze knip
sels versnijdt in vierhoeken en driehoeken,
men daarmee een stuk van Europa, op de
zelfde schaal in kaart gebracht, kan bedek
ken als Nederland, België, Zwitserland,
Duitschland, Italië, Spanje en Portugal, Enge
land en een flink stuk van het Duitsche
Rijk.
En dan de enorme rijkdommen.
Al die koffie-, thee-, suiker-, petroleum-,
mijnbouw- en scheepvaart-maatschappijen en
de Bankinstellingen hadden verleden jaar
een nominale waarde van 1200 millioen gul
den, een Beurswaarde van 2500 millioen
gulden en zenden ons ieder jaar een 100 a
150 millioen; een ware goudregen dus, of
schoon Indië nog slechts aan het begin van
zijn ontwikkeling is.
Wat moet er van ons worden als die
schat ons wordt ontstolen
Duizenden Nederlanders verdienen er hun
brood en zullen, als er een Japansche of
Chineesche vlag waait, dan even werkloos
hier terugkomer als de Nederlanders, die na
den Boerenoorlog moesten repatrieeren.
Denkt eens om de pensioenen. Jaarlijks
betaalt Indië 17 millioen aan hen, die daar
voor stortten. Komt er een Europeesche vlag,
dan wordt deze verplichting overgenomen
doch wordt er een Japansche of Chineesche
vlag geheschen, dan zal de Nederlandsche
belastingbetaler ieder jaar 17 millioen moe
ten storten voor de pensioenen van menschen,
die daarop recht hebben en niet broodeloos
mogen of kunnen gemaakt.
En de Staats-commissie vraagt slechts even
5 millioen per jaar.
Volgens de laatst bekende jaarcijfers van
het Centraal-bureau voor de statistiek, die
over 1910, beliep het cijfer van den Neder-
lanschen handel 844 millioen en van dien
op en van Indië 607 millioen Drievierde van
onzen geheelen handel geldt dus Indië.
Als daar een Japansche of Chineesche vlag
wordt geheschen, gaat ook dit voorgoed te
loor; de deur gaat dan onherroepelijk dicht.
Nu zegt men wel: «laat dan de kapita
listen maar wat minder couponnetjes knip
pen*, doch men vergeet te bedenken, dat
de middenstand en de kleine burgerij het
meest zullen worden getroffen in hun be
staan. Juist dezen hebben het grootste belang
bij het ongerept bezit van onze koloniën.
Op welke wijze kan dit in gevaar komen
Het ligt voor de hand, dat wij geen oor
log beginnen tegen een der groote naties en
evenmin, dat een dezer een oorlog begint
tegen ons. Wel loopen we echter kans, dat
wij worden meegesleurd in een oorlog tus
schen groote mogendheden, indien we althans
niet bij machte zijn, onze neutraliteit te hand
haven en te doen eerbiedigen en we niet
het hoofd bieden aan het gele gevaar.
Dat onzijdig-houden niet is: ik bemoei er
mij niet mee, is 't laatst duidelijk gebleken
bij de jongste vredes-conferentie, waarbij den
onzijdigen Staten de plicht werd opgelegd,
niet toe te laten vijandelijkheden op eigen
terrein, in eigen havens of in territoriale wate
ren. Wie de neutraliteit schendt, mag er
geen onvriendelijke daad in zien als die
neutraliteit met wapens in de hand wordt
verdedigd. Het is dus plicht, zich gewapen
derhand te verzetten tegen elke schending
van neutraliteit.
Een oorlog tusschen Frankrijk en Enge
land is niet denkbaardaarvoor zijn ze te
dikke vrienden. Grooter kans is er op een
oorlog tusschen Engeland en Duitschland.
Duitschland bestond in 1870 nog niet;
thans heeft het een reusachtig* vloot en
overvleugelt het Engeland in alles en dreigt
zelfs Engeland's meesterschap ter zee te
overvleugelen. Daarom is Engeland er op
uit, Duitschland in oorlog te brengen met
een andere mogendheid. Lukt dit dan lijdt
Dnitschland een flink verlies aan schepen en
manschappen; lukt dit niet dan moet Enge
land zelf den oorlog aangaan, wil het zijn
hegemonie ter zee niet verliezen.
Wat zal er dan gebeuren met ons land
In den aanvang zal Engeland noch Duitsch
land onze neutraliteit schenden. Beide par
tijen hebben er te zeer belang bij, dat ons
land onzijdig blijft, anders moeten hij sche
pen en manschappen afzonderen om onze
havens te blokkeeren. Doch enkele dagen
na den aanvang van den 'eigenlijken oorlog
is het anders en is het gedaan met onze
neutraliteit, tenzij ons land bij machte is, elke
schending daarvan te doen eerbiedigen.
Een schending der neutraliteit in Indië is
vooral niet denkbeeldig. Het bleek bij den
tocht van Rodscheswensky van Libau naar
de Japansche zee in den jongsten Russisch-
Japanschen oorlog toen de kans, dat beide
vloten in onze territoriale wateren tot
een treffen zouden komen, lang niet gering
was. Een Nederlandsch eskader van 8 sche
pen was op post, waar gevaar dreigde en
tot een treffen is het op onzijdig gebied niet
gekomen.
Een veel voornamer taak wacht ons echter
thans, namelijk het beschermen tegen het
gele gevaar. Japan en China zijn beide ont
zettend overbevolkt en zoeken beide naar
uitbreiding van hun grondgebied; vooral Ja
pan heeft een zeer sterke expansie-politiek.
Reeds zijn onze koloniën overstroomd met
Japansche spionnen, die er in allerlei betrek
kingen dienen de Japanner stelt er een eer
in, iets voor zijn vaderland te doen.
De gevolgen daarvan zijn thans reeds zeer
sterk merkbaar.
Of kwam niet verleden jaar een Japansch
eskader twee dagen vroeger dan het had
bericht op de reede van Maskasser, waar in
middels een onzer oorlogsschepen óok was
aangekomenworden den bewoners der
Molukken de op Rusland veroverde oorlogs
schepen niet vertoond als even velen bewij
zen van het «Azië voor de Aziaten*stapte
niet de eerste officier van een Japansch schip
een kweekschool voor ir.landsche onderwijzers
binnen en zeide hij niet, in goed Engelsch,
met zijn stokje op de kaart van onzen archi
pel wijzend«binnen tien jaar is dit een Ja
pansche bezitting*.
Wat kunnen we doen opdat deze bedrei
ging niet in vervulling ga?
De Staats-commissie, benoemd uit de beste
autoriteiten op alle gebied, heeft haar rap
port saamgesteld. Helaas is uit partij-politiek
al dadelijk weer stemming gemaakt tegen
dat rapport en hebben des-onkundigen zich
gehaast, roet in 't eten te werpen.
Het is intdsschen te hopen, dat de Neder
landers zullen volgen het voorbeeld van
Duitschland, Frankrijk en België en dat ook