Stadsnieuws.
het geheele verslag loopt, ontstaat het verre
van denkbeeldige gevaar, dat een zwakke
Regeering de neiging zal voelen ontwaken
om der wille van die bezuiniging voor de
zooeven bedoelde pressie te zwichten. Doch
er bestaat allerminst aanleiding, thans een
dergelijke zwakheid te veronderstellen, die
ons voorzeker zou moeten doen 'betreuren,
dat het examen-programma niet zooals
aanvankelijk is beraamd in de wet werd
vastgelegd.
Het is een gelukkige maatregel van het
legerbestuur geweest, de verschillende Voor
zitters der examen-commissiën vóór den aan
vang van het onderzoek in de centrale gym-
nastiekschool te Utrecht te vereenigen, om
eenheid van opvatting bij de afneming van
het examen in het geheele land te verkrij
gen. Bij de te Utrecht gehouden besprekin
gen schijnt er de nadruk op te zijn gelegd,
dat de gestelde eischen als minimum-
eischen moeten worden Deschouwd, zoodat
de adspiranten zonder commentaar aan die
eischen hadden te voldoen. Juist omdat dit
o. i. goedgekozen standpunt zonder voorbe
houd is ingenomen, werd aan de billijkheid
geenszins te kort gedaan.
We beseffen ten volle, dat vele belang
hebbenden, die wellicht slechts in enkele, of
in een enkel onderdeel van het programma
te kort zijn geschoten, ten zeerste teleur
gesteld zullen zijn in hun verwachtingen.
Zeker zal deze teleurstelling, welke zoo
licht ertoe leidt, 111 het openbaar uiting te
geven aan grieven tegen examen-eischen en
commissiën, niet nalaten aanvankelijk een
ongunstigen invloed uit te oefenen op den
lust van volgende jaarklassen, zich voor het
hen te zijner tijd wachtende examen voor
te bereiden. De thans afgewezen dienstplich
tigen kunnen wij echter onmogelijk beschou
wen als slachtoffers van onoordeelkundige
exameneischen of van onwelwillende com
missiën het is de nog te zeer verwaarloosde
lichamelijke opvoeding van ons volk, die zich
laat vaststellen.
Het onverzwakt vasthouden aan de een
maal na rijp beraad door deskundigen ont
worpen eischen zal de urgentie doen aan den
dag komen van Regeeringszorg in zake die
opvoeding, en voorts op den duur een spoor
slag kunnen zijn om voor onze jongeling
schap met ernst en volharding haar lichame
lijke ontwikkeling ter hand te nemen.
Hopenlijk zullen zij, die, om welke rede
nen dan ook, in het Voorloopig verslag op
verlichting van de eischen aandrongen, er
zich alsnog rekenschap van willen geven,
dat onmogelijk kan worden gemaaid alvorens
is gezaaid. Eerst eenige jaren nadat door de
krachtige bevordering van een betere
lichamelijke ontwikkeling van het opgroeiend
geslacht de kiem voor lichameiijke geoefend
heid is gelegd, kan het oogenblik aanbreken
om de vruchten dier geoefendheid te pluk
ken. De verkorting van den militairen oefen
tijd met twee maanden moge dan, maar mag
niet vóór dien tijd, een dier vruchten zijn.
Aan Gedeputeerde Staten van Utrecht en
in afschrift aan den Raad dezer Gemeente
is het volgende adres verzonden
Ondergeteekenden, wonende te Hoogland,
allen ouders van leerlingen van het Gymna
sium te Amersfoort, geven eerbiedig te ken
nen,
dat zij met verwondering kennis genomen
hebben van het Raadsbesluit van 28 Octo
ber j.l. betreffende de verhooging van de
leergelden voor leerlingen van buiten de
stad,
dat de Gemeente Amersfoort een Rijks
subsidie krijgt van f 8400,
dat het daarom aan ondergeteekenden
voorkomt, dat alle toekomstige burgers onder
de zelfde voorwaarden in de gelegenheid
moeten worden gesteld om van dat onder
wijs gebruik te mogen maken,
dat zij daarom meenen, dat de Gemeente
raad van Amersfoort niet het recht heeft, de
schoolgelden voor de kinderen buiten Amers
foort wonende zóo belangrijk hooger te stel
len dan die voor de kinderen in Amersfoort
wonende, als zij gedaan heeft bij Raadsbe
sluit van 28 October j.l.;
dat zij daarom zich wenden tot uw college
met het verzoek, uw goedkeuring te onthouden
aan dit Raadsbesluit
't Welk doende, enz.
Aan den Raad der Gemeente Amersfoort
is het volgende adres verzonden
Geven met vcrschuldigden eerbied te ken
nen ondergeteekenden, allen ouders of ver
zorgers van leerlingen en oud-leerlingen van
het Amersfoortsche Gymnasium, dat zij ken
nis genomen hebben van de aanbevelings
lijst door Curatoren opgemaakt in verband
met de te vervullen betrekking van rector
van het Gymnasium
dat zij op die aanbevelingslijst niet zonder
verwondering en met leedwezen missen den
naam van den sollicitcerenden conrector
dr. Ph. H. Peyrot, alhier
dat zij zich gedrongen gevoelen en ge
roepen achten, als hunne overtuiging aan
uw college kenbaar tc maken, dat genoemde
conrector op gronden, voorkomende in bij
gaande memorie van toelichting, alleszins
geschikt en aanbevelenswaardig geacht moet
worden voor de te vervullen betrekking van
rector
redenen waarom zij zich tot uw college
wenden met het verzoek, van uw benoe
mingsrecht zulk een gebruik te willen
maken, dat de benoeming van genoemden
conrector worde bevorderd in het belang
van het Amersfoortsche Gymnasium.
Was geteekendA. M. Donner, C. C.
KempenHazekamp, L. Kortbeek, C. Klas-
ser (voor Querido), J. T. Lankamp, L.
Iioubaer. B. Reijnvaan, H. Ris, A. C. H.
Roodhuijzen, H. Teerink, J. M. Thiel, F. M.
van VeenC. C. Callenbach, te NijkerkH.
H. Kievits, oud-hoofd openbare m.u.l.o.-
school, te Nijkerk; H. Nap, Secretaris van
Nijkerk, P. N. van Uit, arts te Nijkerk; dr.
Van Lent, arts te Nijkerk; Ph. T. van
Nieuwenhuizen, C. van Esveld, Westra,
notaris te NijkerkG. Prins Jr., P. J. van
Melle, predikant te Nijkerk.
De Memorie van toelichting luidt
Wij, ouders en verzorgers, die door onze
kinderen en pupillen dagelijks in nauwe
aanraking zijn of waren met de school en
de leeraren, hebben den heer Peyrot in diens
werkzaamheid jarenlang kunnen gadeslaan.
Beter kunnen gadeslaan, dan wie ook,
zouden wij haast zeggen.
Langs dien weg hebben wij bevonden en
spreken wij hier uit
1. dat de heer Peyrot met onverdroten
ijver en groote plichtsbetrachting zijn taak
een lange reeks van jaren heeft vervuld
2. dat zijn onderwijs door helderheid wordt
gekenmerkt, zoodat het bevattelijk is voor
allen
3. dat de resultaten van zijn onderwijs
steeds waren, zooals maar gewenscht mocht
worden, wat o.a. ook bij de achtereenvolgende
eind-examens ten duidelijkste uitkwam
4. dat zijn belangstelling in zijn leerlingen
zoo groot is, dat zij zich niet tot de
schooluren beperkt. Tal van zwakke
en achterlijke leerlingen hebben aan zijn
belangloozen steun buiten de
schooluren hun behoud te danken
5. dat hij een groot en heilzaam zedelijk
overwicht op de jeugd uitoefent, een factor,
waaraan in den tegenwoordigen tijd veel
gewicht moet worden gehecht
6. dat de wijze, waarop de heer Peyrot
zijn betrekking van conrector heeft vervuld,
ons niet weinig in de meening heeft versterkt,
dat ook de teugels van het rectoraat be
zwaarlijk aan betere handen zouden kunnen
worden toevertrouwd.
Hoewel beseffende, dat Curatoren hunne
redenen hebben gehad bij het voorstellen
hunner aanbeveling, meenen wij, dat onze
bekendheid met den heer Peyrot ais uitste
kend leeraar en conrector meer zekerheid
biedt in hem ook een goed rector te vinden
voor het Gymnasium, waaraan hij reeds zoo
tal van jaren zich gewijd heeft.
Aan het plaatselijk telefoonnet is thans
aangesloten met
no. 305 mr. L. Stadig, advocaat en pro
cureur, Arnhemscheweg xo.
Mej. J. F. van Veen is benoemd tot
leerares in de Wiskunde en de Wiskundige
aardrijkskunde aan het Gymnasium te Win
schoten.
De heer A. Ritsma, van 24 December
1907 tot 1 September 1912 onderwijzer aan
de voormalige Jongensschool en daarna aan
school B, is benoemd tot onderwijzer aan
een school voor M.U.L.O. te Arnhem.
De heer J. F. A. Bos behaalde de akte
vrije- en ordeoefeningen der Gymnastiek.
Tot ie luitenant bij het 5e regiment in
fanterie is benoemd de 2e luitenant J. F. B.
Weber, van het korps.
Voor hen, die de lezingen van prof. dr.
K. Kuiper over Homerus denken te volgen
en zich omtrent dit onderwerp en de Griek-
sche kuituur in het algemeen wenschen te
orienteeren, liggen in de studiezaal van de
Openbare leeszaal, Beukenlaan 2, de volgende
werken ter inzage:
Homerus - Ilias, Hollandscheproza-vertaling
van Karei van de Woesteyne Ilias, Duitsche
vertaling van J. H. VoszOdyssee, Duitsche
vertaling van J. H. Vosz prof. J. van Leeuwen
Jr., Gestalten en tooneelen van het Oud-
Grieksche heldendicht; O. Hauser, Welt-
geschichten der Literatur dr. J. H. Holwerda,
Hellas en RomeBaumgarten, Poland urtd
Wagner, Die hellenische Kultur; Pierson,
Geestelijke voorouders; dr. H. van Gelder,
Algemeene geschiedenisA. M.Kollewijn Nz.,
Verhalen en schetsen uit de OudheidBrug-
mans en Kernkamp, Oude geschiedenis
Furtwüngler und Ürlichs, Denkmaler grie-
chischer und römischer SkulpturM. Sauer-
landt, Griechische Bildwerke Luckenbach,
Kunst und Geschichte.
Voor een Zondagavond was »Amicitia«
goed bezet, toen Speenhoff daar eergisteren
optrad.
Men was gegaan om hemmaar hij, die
toch al niet sterk ia, kan geen heelen avond
vullen en zoo moest men het bij werk* wel
op den koop toe nemen.
Dat bijwerk bestond uit éen akters»De
vrouw des buizes* van Joh. W. Broedelet,
die er zelf in optrad en dus dit zedespel in
éen bedrijf wel zal hebben doen opvoeren
geheel naar zijn intenties; »Het masker*,
dievenspel van dr. Van Bruggen, dat het
al evenmin deed, al werden beide in hun
soort goed gespeeld; »Een mooie vrouw* en
»Toch kan je niet weten*, beide van Speen
hoff, waarvan het laatste het beste was en
heel wat meer behaalde dan een succès
d'estime.
Vóór de pauze gaf Speenhoff, die met een
handje werd verwelkomd men weet hier
best, wie hem een spaak in 't wiel stak,
zoodat hij 20 October onmogelijk kón komen,
en was blij hem te zien na een wel wat
zeer bescheiden verontschuldiging Brief van
een die 't veel te goed hadprof. Treub en
de Gooische dansen BollandismeHet borst
beeld Geschiedenis van Lotjeen Troelstra
op het Loo. Vervolgens mevrouw Speenhoff:
Het hutje op de heiModern wiegelied
Minnepad en het huwelijk van Kloris en
Roosje. Driemaal moest er worden gehaald
en de heer Speenhoff gaf nog Dorussie en
De verliefde kapitein.
Na de pauze en de beide door hem ge
schreven éen-akters gaf SpeenhoffDe
kostelijke schat, Moederliefde, Afscheidsbrief
van de leelijke meid, Ode aan de lente,
Brief van een verstandige vrouw, Op de
100ste opvoering van Lucifer*, en tot slot
De bruggewachter.
Speenhoff verstaat toch uitstekend de
kunst, lachend de waarheid te zeggen en de
menschen tot nadenken te stemmen.
Ook nu weer verzocht men instantelijk
om de meer ernstige liedjes óok de overbe
kende, die niemand, zóo kan zeggen als hij.
Het nieuwe week-program van het bios
coop-theater aan de Langestraat geeft in het
Pathé-joumaal onder meer de opening van
het kanaal Gent-Terneuzen, oefeningen van
Russische genie-soldaten bij Irkoetsk, en een
reis van President Poincaré.
Een Gaumont-film doet zien, dat er in
Portugal heel wat meer belangstelling is
voor een stierengevecht dan in ons land.
De komische nummers zijn »De twee
blondjes* en »De wolf in de schaapskooi*.
Het groote nummer is een zeer goede
verfilming van «De voddenraper van Parijs*,
waarin de draad van het nog altijd zeer
spannende verhaal goed is vast gehouden
en waarin vooral vader Jean, Marie Didier
en Pierre Garousse, alias baron Hofman,
prachtig worden gespeeld. De Éclair-maat
schappij zorgde voor een uitmuntende
aankleeding van het stuk en de toelichting
van den nieuwen explicateur is beschaafd
en zeer voldoende.
In een Vrijdagavond gehouden gecombi
neerde vergadering van de plaatselijke af-
deelingen van Patrimonium en den Chr. Natio-
nalen Werk mans Bond is, na een rede van
ds. H. C. Hogerzeil, uit Vlissingen, besloten een
spaar- en voorschotbank op te richten.
De dames hebben de beleefdheid gehad,
Vrijdagavond de halve zaal van de so-
sieteit »Vereeniging« open te laten voor de
heeren, toen mevrouw en de heer Mansfeldt
daar spraken over Vrouwenrecht en man
nenplicht* in een openbare vergadering, be
legd door de plaatselijke afdeeling van de
Vereeniging voor vrouwenkiesrecht. Slechts
hoogst enkele mannen hebben die beleefd
heid beantwoord door hun komen. De afwe
zigen hebben ongelijk gehad door weg te
blijven of wilden zo wellicht niet wor
den gewezen op hun plicht en hebben
veel gemist.
De Voorzitster, mejuffrouw C. J. E.
Leinweber, heette vooral mevrouw en den
heer Mansfeldt welkom, doch ook de overi
gen en hoopte, dat daaronder zouden zijn
lauwen en onverschilligen, die stellig ten
bate van de beweging zouden worden be
keerd door hetgeen zij te hooren zouden
krijgen. Herinnerend aan het »Een nieuwe
strooming moet lang en diep gaan eer zy
breed kan worden* wenschte spr. dat de
strooming van het vrouwenkiesrecht ook voor
ons land mocht worden als een zegenbren-
gende Nijl-overstrooming.
Een jongemeisjeskoor zong nu »In naam
van de vrouwen, doe open de poort l«, op
de wijze van het overbekende Brielsche lied
en eindigend met »De vrouw vraagt met
klem om haar deel*, en »Vrouwenstrijdzang«,
waarna een dame het niet minder bekende
Keulsche volksliedje ong »Och Moder, ich
will en Ding han«, met deze 1» e variant,
dat toen moeder haar vroeg of zij altemet
kiesrecht wenschte, zij >Jo, Moder, jo!« ju
belde.
Overste W. A. E. Mansfeldt, Voor
zitter van het Hoofdbestuur van den Mannen
bond voor vrouwenkiesrecht, zeide vervol
gens, dat het samenstellen eener propaganda-
lezing voor vrouwenkiesrecht langzamerhand
zijn groote bezwaren begint te krijgen. De
Vereeniging en de Bond voor vrouwenkies
recht trachten met den Mannenbond sinds
jaren de beweging een stap verder te bren
gen op het doornige pad het is bijna on
doenlijk, nieuwe argumenten aan te voeren
zóo zijn deze reeds uitgeput door tal van
spreeksters en sprekers, dat men allicht het
verwijt hoort, oude kost voor te zetten. Spr.
heeft daarom getracht, de argumenten in een
nieuw kleed te steken.
De clausule over het vrouwenkiesrecht in
de jongste Troonrede is niet zeer hoopvol
en bevat slechts een negatieve belofte weg
neming de. Grondwettelijke beletselen. Doch
juist nu iets is beloofd, dient meer actief
opgetreden. De betooging der 900 vrouwen,
die 17 September rustig voortschreden op
het Binnenhof, is dc eerste stap geweest voor
die grootere activiteit en al houden velen zich
nog Oost-Indisch doof of ziende blind, toch
mag de hoop gekoesterd, dat de goede zaak
thans in atzienbaren tijd haar beslag zal
krijgen. Immers na de Juni-verkiezingen is
het aantal voorstanders in de 1 weede Kamer
merkelijk vergroot, al zijn de meeningen
over het hoe ook nog verdeeld. Er mag dus
niet stil gezeten worden.
Verkrijging van het kiesrecht voor de
vrouw is slechis middel om te komen tot
het doelde ontvoogding der vrouw.
Zoo velen van beide geslachten willen nog
maar altijd niet inzien, dat achteratzetting
der vrouw zeer is in het nadeel van de
maatschappij, Hun zij in herinnering gebracht
Multatuli's Achtste geschiedenis des gezags*.
Mevrouw N. Mansfeldt—De Witt
Huberts, lid van het Hoofdbestuur van de Vrij-
zinnig-democratischen bond, droeg nu voor
de geschiedenis van Thugater, die melkte de
koeien haars vaders en wier zelfzuchtige
broers beweerden, dat weten, begeeren en
begrijpen zondig is voor een meisje; en dat
alzoo tot dezen dag.
De heer Mansfeldt vervolgde, dat
Multatuli niet schreef een sprookje, doch
een stuk werkelijkheid, een brok lijdens
geschiedenis, nog van onze dagen. De vrouw
was slavin eer nog een slaaf werd geboren.
Spr. gaf nu in zeer groote trekken een
historisch overzicht van de positie der
vrouw in de opvolgende eeuwen, van het
matriarchaat en van de geleidelijke achterstel
ling der vrouw zelfs in de Middeleeuwen,
dien bloeitijd van de adoratie der vrouw naast
het Droit du Seigneur tot in onze dagen
waarin de vrouw zelfs niet overal wordt toe
gelaten tot het kerkelijk kiesrecht, veel min
der tot de Evangelie-bediening tot in onze
dagen, waarin Agnita Klooster haar variant
zong op Multatuli's »Kruissprook*, welke
variant weder door mevrouw Mans
feldt werd voorgedragen.
»Ik vroeg om menschenrechten voor de
vrouw*, herhaalde de heer Mansfeldt den
slotregel en hij vervolgdehoe velen hebben
dat gedaan en doen 't nóg en worden, zij
't ook in moreelen zin, nog heden ten dage
gekruisigd. Velen verklaren zich tegen de
vrijmaking der vrouwmaar velen ook,
onder wie zeer godsdienstigen, sloten zich bij
ons aan,
Velen willen maar niet inzien, dat de
tijden zoozeer zijn veranderd, dat Schiller,
als hij thans zijn >Lied von der Glocke*
schreef, niet meer zou zingen; »unddrinnen
waltet die sorgsame Ilausfrau*. Stoom en
electriciteit hebben den strijd om het be
staan zoozeer gewijzigd, dat de vrouw wel
moet bijspringen, dat de dochters, zij het ook
noodgedrongen, niet uitsluitend kunnen afge
richt op het huwelijk. Reeds in 18S9 was
54 pCt. der huwbare vrouwen ongehuwd en
60 a 70 pCt. zonder kostwinner.
In 1899 bedroeg in ons land het aantal
een beroep uitoefenende vrouwen 433 399,
van welke 39.9 pCt. ongehuwd en 9.8 pCt.
gehuwd, weduwe of gescheiden; in 1909
bedroeg hun aantal 540 988, van welke 43.5
pCt. ongehuwd en 10.7 pCt. gehuwd of ge
huwd geweest.
Intusschen blijft het hoogste het moeder
schap; doch juist dit eischt rechten, welke
tot dusver zijn miskend. En daartoe dient
medezeggenschap gegeven aan de vrouw.
De man is steeds, welk verloopen sujet hij
ook zij, het hoofd des gezinsde vrouw
zonder stembiljet is de onmachtige, die achter
staat bij dienstbode of bijzit, die nog kunnen
vertrekken. Zelfs het door de vrouw verdiende
loon wordt alleen beschermd ten dienste van
den man.
En wat wordt nu zooal aangevoerd tegen
do vrijmaking, de gelijkstelling der vrouw
Dat de concurrentie waarlijk niet grooter
behoeft gemaakt alsof niet koks, mannen
die het geliefde »tailor made* maken, de
vrouw hoe langer zoo meer verdringen. De
mannen erkennen het onbillijke, dat hun zus
ter bij hen wordt achtergesteld doch nooit
als dit het eigen beroep aangaat. Alle predi
kanten zullen grif toegeven, dat een vrouw
best arts kan worden doch predikant Toch
zijn er in Noord-Amerika reeds 5000 vrouwe
lijke predikanten. De man verdrijft uit louter
broodnijd de vrouw uit de best betaalde be
trekkingen. En welke is de positie van het
onbemiddelde meisje vooral uit de betere
standen als haar ouders haar ontvallen en
een broer met haar wordt »opgescheept«, ge
lijk hij 't welwillend noemt
Emma Bcrgsma zeide het zoo juist in haar
»Aan een jongmeisje, dat alleen de wereld
ingaat*, welk gedicht weer door mevrouw
Mansfeldt werd gezegd.
Medezeggenschap door ook aan de vrouw