Stadsnieuws. Ingezonden, in de Besturen en de commissi£n en niet alles laten doen door anderen (instemming). Aan de orde is de verkiezing van twee leden in de commissie voor den voederaan koop het derde lid wordt benoemd door het Bestuur. Gekozen worden de heeren Wolfswinkel (Woudenberg) en Middelaar (Stoutenburg). De contributie over 1914 op de convo catie staat 1915 blijft onveranderd op f 1.30, behalve eventueele inningskosten. Aan de orde is de Begrooting van de onder-afdeeling (zonder voederaankoop-instel ling). Zij wordt vastgesteld op f 1030 in ont vangst en uitgaaf met een sluitpost van f 13.50. De bijdrage voor de Tuinbouw-vereeniging, vastgesteld op f 1wordt op verzoek van de vergadering verhoogd tot f 2.50, het zelfde bedrag als voor de beide leeszalen. Ir. de commissie tot nazien van de reke ningen van cider-afdeeling en voedcraankoop worden benoemd de heeren Berghuijs, Nielander en Van Dijk. De Voorzitter: Het Bestuur meent geen eier-commissie te moeten benoemen, doch de taak zelf te moeten aanvaarden. Ik kan meedeelen, dat ook de Burgemeester een groot voorstander is van een veiling. De Onder-voorzitter: Wenschen de leden, dat er iets wordt gedaan? Bestaat er bij hen verlangen, dat er wijziging wordt gebracht De heer N i e 1 a n d e rAls er plannen zijn beraamd, zou een aparte vergadering kunnen belegd, hetgeen m. i. vrij wat beter is dan thans een vrijwel platonische betui ging van de wenschelijkheid. De menschen, die moeten aanvoeren, zijn er niet. De zaak behoeft daarom nog geenszins op de lange baan geschoven. De Onder-voorzitter: Wil men een veiling dan dient een commissie benoemd, liet Bestuur zal dan uit elk dorp in den omtrek éen persoon kiezen, een reglement ontwerpen, enz. De veiling zelve moet in handen zijn van de aanvoerders, de meest- belanghebbenden, en dus zóo gelijk het Hoofdbestuur tracht den eierverkoop in het gchecle land te stuwen. Aan de orde is de rondvraag. De heer Bruns: Ik wil even meedeelen dc zeer goede resultaten, die ik had met het opfokvoer. Van mijn kuikens, die 24 Juni werden geboren, raapte ik reeds 18 Novem ber de eerste eieren. De heer Frederiks: Wij mogen niet van hier gaan zonder hulde te hebben ge bracht aan de mannen, die i2>/2 jaar geleden hier de V. P. N. stichtten en, alle tegenwer king en lauwheid ten spijt, tijd en talenten gaven aan deze vereeniging, welke zóo veel nut deed en nog doet in ons land, en met name aan kapitein J. Kooiman, ons Eerelid, en aan adjudant W. van Goïnga (instemming). De Voorzitter: Het Bestuur za> dit overbrengen aan beide heeren. Hierna wordt om 10.45 de vergadering gesloten. De Minister van Waterstaat schrijft in zijn Memorie van antwoord op het Voorloopig verslag der Tweede Kamer Als het overleg van Gedeputeerde Staten van Gelderland en van Utrecht omtrent de verbetering der afwatering van een gedeelte der Geldersche vallei zal zijn afgeloopen, zal kunnen worden overwogen, in hoeverre de tot stand koming van een kanaal door die vallei van Rijkswege zal kunnen worden bevorderd. Uit den regenmeter werd in November na 1; regendagen afgetapt 73.1 m. M. neer- dag. Aan het postkantoor Amersfoort en de daaronder resorteerende hulpkantoren werd in November ingelegd bij de Rijks-postspaar bank f43 117.81 en daaruit teruggevraagd f 45 >59-«9- Het laatste door dat kantoor uitgegeven boekje draagt het nummer 18 289. De Directeur-generaal der posterijen en telegrafie herinnert er weder aan, dat van heden tot 6 December bij ieder postpakket een adreskaart moet zijn gevoegd, dat het pakje doelmatig en stevig verpakt, dat het adres er op geschreven of anders zóo vastgehecht moet worden, dat het niet ver loren kan gaan, en dat het gewenscht is, in het pakje een tweede adres te sluiten. Voor de jubileum-zegels was er ook hier veel belangstelling. De Directeur van het postkantoor vroeg bij het Hoofdbestuur aan voor een totaal bedrag van f7000; men zond hem slechts voor f 2000. Reeds Zaterdagavond waren alle zegels van kleine waarden verkochter zijn thans nog slechts weinige exemplaren van 20, 25 en 50 cent, f 1, f 2.50, f 5 en f 10. Men schrijft ons: De mededeeling, ook in ons blad gedaan, van de goedkeuring door Gedepu :de Staten der besluiten tot grondaankoop, is oorzaak, dat weer meer dan in den laatsten tijd het geval was, wordt gesproken over grondpolitiek, die de Gemeente gaat voeren. Het is ons »fit de verschillende gesprekken, die wij daarover aanhoorden, weer opnieuw gebleken, dat er nog velen zijn, die, ofschoon tegen deze politiek op zich zelf geen bezwaar hebbende, haar niet te min vreezen, uit angst voor belastingverhooging, die daarvan wordt verwacht. Het heeft ons verheugd, dat in de reeks van sociale lezingen, die hier ter stede zullen worden gehouden, ook het onderwerp »Grond- bedrijf* is opgenomen en wij verwachten, dat vooral de lezing van professor Volmer door zeer velen zal worden bijgewoond. Dat onderwerp in den breede te gaan bespreken, heeft dus thans geen zin. Maar toch willen wij er even op wijzen, dat de oprichting van een Grondbedrijf, waartoe de Raad onlangs besloot, in hoofdzaak ten doel heeft, het der Gemeente mogelijk te maken, haar grondbezit te vergrooten in het belang der gemeenschap, zonder dat de Begrooting daardoor te zeer wordt gedrukt, m. a. w. zonder dat daarvan directe belastingverhoo ging het gevolg behoeft te zijn. De Gemeente gaat eenvoudig doen, hetgeen elk particulier doet, die grond koopt met het doel, dien weder te verkoopen, n.l. de rente bijschrijven. Evenwel met dit groote verschil, dat door een vijfjaarlijksche taxatie wordt onderzocht, of inderdaad de waardetoeneming de bij schrijving verdraagt. Blijkt dit niet het geval te zijn, dan wor den andere, nu reeds voorziene, maatregelen getroffen. Aangaande de electrische tram Amers- foort-Zeist verluidt, dat nog niet beslist zeker is welke wegen zij zal volgen. De aanleg geschiedt door de N. C. S., de exploitatie zal plaats hebben door deOoster Stoomtramweg Maatschappij. De drijfkracht wordt niet aangevoerd door bovengrondsche geleidingen, doch door een machine op iederen wagen, op de zelfde wijze als thans reeds plaats vindt op de lijnen der O. S. M. Bij Kon. besluit van 27 November zijn aangewezen voor het geneeskundig onder zoek van Gemeente-ambtenaren en oud- Gemeenteambtenaren, van burgerlijke ambte naren en oud-burgerlijke ambtenaren, van onderwijzers en oud-onderwijzers bij het openbaar en het bijzonder Lager onderwijs en van leeraren en oud-leeraren bij bijz. Gymnasia en bijz. Hoogere Burgerscholen, die wegens door invaliditeit veroorzaakte ongeschiktheid voor het verder vervullen van hun betrekking aanspraak maken op pen sioen, de volgende geneeskundigen in de Provincie Utrecht: H. Breukink, P. H. Lamberts, prof. H. J, Laméris, dr. L. P. van Lei/veld, dr. A. W. Ausems, P. Timmermans, dr. E. H. Quix, dr. P. J. Mink. dr. G. F. Rochat, dr. H. G. W. Plantenga, dr. Th. M. van Leeuwen, dr. A. A. Th. Sedée, en dr. H. A. Laan. allen arts te Utrecht. Bijna t2l/2 jaar geleden brandde de zeep- poederfabriek van den heer Chr. Pleines, aan den hoek van Vlasakkerweg en Korte Berg straat, af. Eerst lang daarna werd de fabrieksschoor steen afgebroken de overblijfselen van het geheel uitgebrande woonhuis van den heer Prang, die zich bij dien brand zoo moedig gedroeg door te voorkomen, dat de stoom ketel sprong, ontsierden tot dezen dag de omgeving. Er is nu een kansje, dat hierin verbetering komt. De heer M. Pon wil er een rijwiel-magazijn en fabriek bouwen en heeft bereids verzocht opheffing van het verbod, in die stadswijk een fabrieksgebouw te hebben. De heer E. H. C. Genis, die gister zijn 40-jarig ambtsjubilee bij de N. C. S. mocht herdenken, heeft kunnen ervaren hoezeer ook de stadgenooten en oud-stadgenooten op prijs stellen de wijze waarop hij meer dan dertig jaren hier zijn function vervult. De ambtenaren van N. C. S. en H. IJ. S. M. brachten hem gisteravond omstreeks 9 uur met de Harmonie van de wagenwerkplaats een serenade. Brigadier-majoor D. Otten, .«m de Rijks- veldwacht, laatstelijk te Utrecht, heeft Zon dag na 38-jarige stipte dienstvervulling 's Rijks dienst met pensioen verlaten. De nieuwbenoemde paardenartsen B. Eg- gink en P. A. van Driest worden gedetacheerd bij de Rij- en hoefsmidschool. Het Dagelijksch bestuur van het Utrechtsch Landbouw Genootschap heeft ontslag geno men. Het Hoofdbestuur, bestaande uit de afge vaardigden der afdeelingen, zal 6 December voorzien in de vacatares. 865 39° 1255 975 347 1322 1020 349 >369 "39 396 >535 1287 364 1651 1160 156' De jeugdige zangvereeniging »Het da gende licht* een andere naam voor »De dageraad*? gaf Zondagavond in >Amicitia< een welgeslaagden volksavond. Het kleine koortje zong verdienstelijk c^ ook aan de opvoering ter tooneelstukjes was de noodige zorg besteed. Hoezeer de Openbare leeszaal (Beukenlaan 2) in de loop van dit jaar zich een waardige plaats onder de instellingen in onze Ge meente heeft weten te veroveren, blijkt wel uit onderstaanden maandstaat. Het eerste getal geeft weer het aantal bezoekers van de couranten- en tijdschriftenzaal, het tweede dat van de studiezaal, het derde het totaal, het vierde het aantal uitgeleende boeken in de maanden Juli 865 390 1255 730 Augustus 975 347 '322 759 September October November Sedert 15 Januari gaven zich 420 nieuwe leden op. Zij die zich na 1 December opgeven, heb ben geen contributie over 19:3 te betalen. Als bijzonderheid mag wel vermeld, dat hier gister een zalm is gevangen van bijna 20 pond en welin de beek achter de ka zerne voor bereden wapens. Hoe hij daar verdwaald mag zijn De heer W. Claes kocht hem en verkocht hem bijna dadelijk weer. Versche visch is, gelijk bekend, thans uitermate schaars. Ter kaasmarkt werden gister aangevoerd 5 wagens met 1400 pond kaas. De prijs was 31 a 3 2 Va cent- De handel was tamelijk. De volgende markt wordt gehouden op 15 December. Een chauffeur van hier, die Zaterdagnacht met een paar vrienden uit was, is op de Voorstraat te Utrecht met het bijna nieuwe vehikel tegen een ijzeren hek en door den schok achterwaarts door de spiegelruit van een kruidenierswinkel gereden. De zwaar gehavende auto bracht het nog tot De Bilt, waar de inmiddels per telefoon gewaarschuwde politie het stelletje aanhield. De ambtenaar van het Openbaar ministe rie bij de Rechtbank te Utrecht eischte gis ter een jaar en zes maanden tegen R; ten V., die hier en in den omtrek rijwielen huurde en dan verduisterde. Een mensch is maar ééns jong. Zeker, en daarom moet men zijn jeugd goed besteden en geen uur verloren laten gaan met beuze larijen. Buiten verantwoordelijkheid van de Redactie- Kopy van Ingezonden stukken, al dan niet geplaatst, wordt nimmer teruggegeven. Mijnheer de Redacteur. Beleefd verzoek ik u eenige plaatsruimte voor het navolgende, waarvoor beleefd mijn dank. Eindelijk is het dan gelukt, den heer M. de Pool te bewegen in het openbaar te ver klaren, dat hij den naam van den heer Van Esveld in zijn ingezonden stuk van 6 No vember niet had mogen gebruiken, om reden dat de heer Van Esveld hem nooit ge zegd heeft, dat hij gehoord had, dat ik in de Raadszitting van 28 October de woorden gesproken heb, die de »Amersf. Courant* beweert, dat ik gesproken zou hebben. Dat integendeel de heer Van Esveld de bewuste woorden door mij niet had hooren zeggen. Nu ben ik tevreden want door het wil lens en wetens misbruik maken van den naam van den heer Van Esveld, in zijn in gezonden stuk van 6 November, heeft de heer De Pool duidelijk doen blijken hoe be trouwbaar hij is Ook in zijn ingezonden stuk van 29 Nor vember geeft de heer M. de Pool weer dui delijk blijk, dat het voor hem niet doenlijk is, den rechten weg te bewandelen. Immers de vraag die ik den heer Van Esveld gesteld heb in de Raadszitting van 25 November noemt de heer De Pool een aanval van mij op den heer Van Esvèld en als hij dat geweten had, zou hij wel eerder gepubliceerd hebben. Als men nu weet, dat ik den heer Van Esveld vooruit gezegd heb, dat ik hem die vraag in de Raadszitting zou doen en dat de heer Van Esveld mij beloofd had, dat hij dan zou verklaren, dat de heer M. de Pool zijn naam nooit had mogen ge bruiken in zijn ingezonden stuk van 6 No vember, omdat de heer Van Esveld mij de bewuste woorden niet heeft hooren zeggen, dan begrijpt toch een iecler, dat mijn vraag aan den heer Van Esveld geen aanval op den heer Van Esveld was. Maar de heer M. de Pool wilde die vraag van mij als een aanval op den heer Van Esveld beschouwen, want nu gaat de heer De Pool het voorstel- stellen alsof die aanval van mij den heer Van Esveld onaangenaam geweest is en vraagt hij voor dien zoogenaamden aanval van mij aan den heer Van Esveld excuus. Pure comedie dus. Let wel, hiervoor vraagt de heer M. de Pool excuus aan den heer Van Esveld; maar hij vraagt hem g e e n excuui voor het mie- bruik maken van zijn naam. En die zelfde man wil mij een boetekleed laten aantrekkenmaar hij zelf, die het al lang aan moest hebben, past er voor. Dat zijn toch wel rare manieren van den heer M. de Pool. Hoe gauw de heer M. de Pool zjjn ge maakte fouten weer vergeet, blijkt duidelijk uit zijn woorden: »De kwestie Van Esveld- Van Achterbergh is voor mij afgedaan*. Ik geloof heel gaarne, mijnheer De Pool, dat u die kwestie voor afgedaan beschouwt; ik geloof echter niet dat het publiek zóo gauw het misbruik, dat u van den naam van den heer Van Esveld heeft gemaakt, vergeten zal zijn. Is het ook niet eigenaardig van den heer De Pool, dat hij als reden opgeeft niet dade lijk op 7 November aan het verlangen van den heer Van Esveld te hebben voldaan om openlijk te erkennen, dat hij misbruik van den naam van den heer Van Esveld had gemaakt, omdat ik hem gezegd zou hebben »'t kan me niet schelen, wat de heer Van Esveld heeft gezegd*. Konden deze woorden van mij nu ooit een reden voor den heer M. de Pool zijn om niet aatf het verlangen van den neer Van Esveld te voldoen Dit motfef van den heer M. de Pool voor het niet-voldoen aan het verlangen van den heer Van Esveld is immers zoo gezocht mogelijk. Neen, mijnheer De Pool, die woorden van mij waren niet de reden om aan het verlan gen van den heer Van Esveld te voldoen. De reden was, dat u er niet veel trek in hadt, openlijk te erkennen, dat u iets be weerd hadt, dat u vooruit wist, dat niet waar was. Dat is de reden, dat u zoo lang ge wacht heeft met het afleggen van uwe ver klaring, dat u geen recht hadt, den naam van den heer Van Fsveld in uw schrijven van 6 November te noemen. Op 7 November reeds was voor u het boetekleed gereed, mijnheer De Pooldat staat intusschen vast. Het verdere betoog van den heer M. de Pool in zijn stuk van Zaterdag j.l. is geheel gebaseerd, dat ik de woorden die ik gespro ken zou hebben zooals de »Amf. Courant* heeft beweerd, en aangezien ik die woorden niet gesproken heb, kan ik het geheele relaas laten voor hetgeen het is. Het bewijs, dat ik de bewuste woorden niet gesproken heb, is naar mijn meening geleverd door bijgaande verklaringen. Zoo als uit deze verklaringen blijkt, heeft de Burgemeester en alle in de zitting tegen woordige Raadsleden, op de heeren Gerrit sen, Rijkens en Van Esveld na, verklaard, dat zij mij die woorden niet hebben hooren zeggen. De heer Van Esveld heeft echter uitdrukkelijk verklaard (zie ingezonden stuk van den heer M. de Pool van Zaterdag j.l.) dat ook hij mij die woorden niet heeft hoo ren zeggen. De heer Rijkens heeft gezegd noch voor links noch voor rechts te willen verklarenbij wenscht zich dus niet uit te laten. De heer Gerritsen eindelijk is de eenige, die verklaard heeft, wel gehoord te hebben, dat ik gesproken heb zooals de »Amf. Cou rant* heeft beweerd. Die eene verklaring van den heer Ger ritsen staat dus tegenover de verklaring van den geheelen Raad. En wat is nu aannemelijker, dat de heer Gerritsen ongelijk heeft, of de geheele Raad Teg-nover de bewering van de »Amf. Courant* dat ik de woorden, als in haar verslag genoemd, wel gesproken heb, staan de andere bladen, die verslag van die zitting gegeven hebben, en waarbij get.i een die woorden heeft opgenomen en zelfs hierbij verklaren, dat zij die woorden niet gehoord hebben. De verslaggever van de »Amersf. Courant* staat dus ook tegenover de andere bladen alleen met haar bewering, dat ik die woorden wel gesproken zou hebben. Ook in het stenografisch verslag komen de woorden, die ik volgens dc «Amersf, Courant* zou gesproken hebben, niet voor en zelfs verklaarde het stenografisch bureau, dat door mij met geen enkel woord over de vleeschkwestie is gesproken. Nu trekt de heer M. de Pool in zijn inge zonden stuk van Zaterdag de waarde, die men hechten moet aan het stenographisch verslag in twijfel. Dit is een daad die ik voor rekening laat van den heer M. de Pool, omdat ik de heeren stenografen best in staat acht hun werk tegenover dezen ongemoti- veerden aanval des heeren De Pool zelf te verdedigen. Nu beweerde de heer M. de Poolnog.dat ik namen achterwege laat van heeren, die de bewuste woorden wel van mij gehoord heb ben, en tart ik hem daarom de namen van die heeren te noemen. Ik meen nu duidelijk aangetoond te hebben, dat er slechts twee zijn, n. m. de heer Ger ritsen en de verslaggever van de >Amf. Courant*, die gehoord hebben, dat ik dc woorden gesproken heb, terwijl alle andere beweeren van mij die woorden niet ge hoord te hebben, behalve de heer Rijkens, die niets zegt. Is het nu weer niet zeer toevallig, dat het

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1913 | | pagina 2