Zaterdag 24 Januari 1914. No. 8368 63e Jaargang. BIJBLAD. AMEBSFOOHTSCHE COURANT. Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff". HOOFD-REDACTEUR F. J. FEEDEEZZa AMERSFOORT. Verschijnt Dmsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond, Abonnement per 3 maanden f t.— franco per post /1.15. Advertentien 16 regel* 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officleèle- en ontelgenings- advertentiën per regel 15 cent Reclames 1—5 regels f 1.25. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers io cent p Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten In rekening gebracht Postbus 9. BUREAU: ORTBQZLAOBT 9. Telefoon 19. Bij dit nummer behoort een KENNISGEVINGEN. De Burgemeester van Amersfoort, gezien artikel 41 der Gemeentewet, brengt ter kennis van de ingezetenen, dat de Raad dezer Gemeente zal vergaderen op Dins dag den 27 Januari aanstaande, des avonds ten 8 ure. Amersfoort, 23 Januari 1914. De Burgemeester voornoemd, Van RANDVVIJCK. MILITIE. Omtrent de vrijstelling van de hierboven be doelde personen wordt beslist door Gedeputeerde Staten zoo de reden van vrijstelling aanwezig is op 21 Maart van het jaar, waarin het inschrij vingsregister gesloten iB; anders door de Koningin. Deze vrijstelling wordt aanvankelijk slechts t ij d e 1 ij k en wel ten hoogste viermaal voor éen jaar en daarna, zoo de grond voor de vrij stelling ook bij de ten vijfden male te nemen beslissing nog aanwezig blijkt, voorgoed verleend. De Burgemeester voornoemd, VAN RANDWIJCK. Zuiderzee en Kanaal. Vrijstelling van geestelijken, enz. De Burgemeester der Gemeente Amersfoert brengt ter kennis van belanghebbenden, dat vrijstelling van den dienst bij de militie wordt verleend 1. aan den geestelijke, den bedienaar randen godsdienst, den zendeling-leeraar, den broeder- diakoon van een godsdienstige vereeuiging, en den Roomsch-Katholieketi ordebroeder, die tot een binnen het Rijk gevestigde kloosterinrichting behoort 2. aan dsn stndent in de godgeleerdheid en den zendeliug-kweekeling, die aan een bij alge- rneeuen maatregel van bestuur aan te wijzen inrichting van onderwijs tot geestelijke, tot bedienaar van den godsdienst of tot zendeling- leeraar wordt opgeleid, en aan den proefbroeder, die tot broeder-diakoon van een godsdienstige vereeuiging wordt opgeleid. Wie geacht worden een deser hoedanigheden te bezitten, is omschreven in een tweetal tabellen, die door belanghebbenden ter Secretarie dezer Gemeente kunnen worden geraadpleegd. Door of vanwege dengene, die op grond van een dezer hoedanigheden vrijstelling verlangt, moet een verklaring, waaruit het bezit dezer hoedanigheid blykt, worden ingeleverd bij den Burgemeester der Gemeente, waar hij voor de militie is ingeschreven of voor welke hij heeft geloot. De verklaring moet zijn ingericht overeen komstig een mode), waaromtrent ter Secretarie der Gemeente inlichtingen kunnen worden ver kregen. De inlevering moet geschieden 1. vóór 1 April van het jaar, waarin het inschrijvingsregister is gesloten, ingeval de reden van vrijstelling aanwezig was op 21 Maart van bedoeld jaar 2. io de maand November van het jaar, voorafgaande aan dat waarin de belanghebbende zou moeten worden ingelijfd a. ingeval de reden van vrqstelling is ont staan tus8chen 21 Maart en 1 November van eerstbedoeld juar b. ingeval bij opnieuw vrijstelling vraagt en hij by de eerste maal verkeerde in het geval, omschreven onder a; 3. binnen éen maand nadat de reden van vrijstelling is ontstaan, ingeval dit heeft plaats gehad op of na I November van het jaar waarin bij is of zou moeten worden ingelijfa: 4. in de inaund, op éen na voorafgaande aan die, waarin de loopende vrijstelling eindigt in geval hy opnieuw vrystelling vraagt en hij by de eerste maal verkeerde in het geval, omschre ven onder 3. Voor hem, die vermeld is op het inschry- vingsregister voor de militie, dat laatstelijk ge sloten iB, en op 21 Maart na de sluiting een der voornoemde hoedanigheden bezit, moet de verklaring op genoemden datum worden afge geven of moet althans uit de verklaring blijken, dat de toestand, die grond tot vrystelling op levert op dien datum aanwezig waB. our hem, die eerst later een van bedoelde hoedanigheden verkrijgt, moet in de verklaring de toestand worden vermeld, gelijk die is op het oogenblik der afgifte, en mag de afgifte niet geschieden vóór het tydvak, binnen het welk de verklaring moet worden ingeleverd. Wat geldt voor hen, die voor het eerst zijn ingeschreven, geldt ook voor hen, die voor de lichting van het volgend jaar opnieuw zijn ingeschreven. Tot dezen behooren o.a. zij, die het vorig jaar tijdelijk zijn vrijgesteld bij eene uitspraak van Gedeputeerde Staten, die vóór 1 September onherroepelijk is geworden, of bij een Koninklyk beeluit, dat vóór dien datum is «">- nomen op een ingesteld beroep. Zeer velen, ook uit omliggende Gemeenten, hebben Donderdagavond^ gehoor gegeven aan de uitnoodiging van het Bestuur der Kanaal-vereeniging »De Geldersche valleis. De groote zaal van de sociëteit »Vereeni- ging< was prettig vol en daar velen niet reeds om 7 uur konden aanwezig zijn, bleef het toeloopen. Even na zevenen opende mr. J. C. graaf Van Randwijck, Voorzitter der Kanaal- vereeniging, de bijeenkomst met een zeer kort woord ten einde geen tijd verloren te doen gaan. De heer A. A. B e e k m a n, uit 's-Gra- venhage, zeide met genoegen te hebben voldaan aan de uitnoodiging om ook hier te spreken over de afsluiting en droogmaking der Zuiderzee en in verband daarmee over het kanaal door de Geldersche vallei. Het onderwerp is langzamerhand zóo uit- I gebreid geworden, dat er vele avonden over te spreken zou zijndaarom zullen slechts de hoofdzaken aangeroerd en zal het histo rische deel weggelaten worden. De plannen tot drooglegging der Zuiderzee dateeren reeds uit het midden der vorige eeuw. Reeds in 1877 kwam met toenmalig Ministerie-Heemskerk met een ontwerp tot droogmaking van het Zuidelijk deel, dat sa menhing met een kanaal door de Geldersche vallei en waarbij een dijk was ontworpen van Blokkershoek naar den IJselmond. Bij het aftreden van het Ministerie werd ook dit plan ingetrokken. In 1885 verzonden de heeren Buma en Van Diggelen een circulaire waarin zij uit eenzetten de groote voordeelen voor heel het land bij de drooglegging der geheele Zuider zee. Er moge toen zijn geglimlacht over en kele technische dingen, de grondslag was heel goed en vormt feitelijk nog den grond slag van het plan, dat thans in overweging is. In 1886 werd dan ook, als gevolg van die circulaire, te Amsterdam geconstitueerd de Zuiderzee-vereeniging, welke tot haar inge nieurs benoemde de heeren Van den Toorn en dr. Lely, den huidigen Minister van Wa terstaat, en tot :89 a uitgaf 8 technische nota's, in de zevende waarvan het plan tot afsluiting en droogmaking zooals wij dat thans nog kennen. Het technisch onderzoek werd geleid door dr. Lelyde heer Van den Toom bedankte spoedig. In 189a werd benoemd een Staats-commis- sie van 30 leden, welke in opdracht had, na te gaan of het werk behoorde te worden oudemomen en boe het kon uitgevoerd. In 1894 verscheen haar belangrijk rapport en 21 van de toen nog in leven zijnde 27 leden verklaarden zich daarin in hoofdzaak aan te sluiten bij het plan der Zuiderzee-vereeni ging en deelden als hun meening mede, dat het werk moest worden ondernomen in 's lands belang. In groote trekken wil deze een afsluitdijk van de Noordpunt van Noordholland naar Wieringen en Noord-Oost daarvan naar Piaam, in Friesland. In 't algemeen is de zee daar niet zóo diep, behalve dan in de zeer diepe geulen van Texelstroom enVlie. De diepste geul is bij Wieringen en 11 M. de gemiddelde diepte is 4 a 4.50 M. beneden laag water. De dan afgesloten plas zal water ontvan gen van den IJse! en andere kleinere rivie ren, welk water moet worden geloosd, waar voor een kanaal wordt gedacht met 30 slui zen van 10 M. wijdte. Binnen de afsluiting zullen vervolgens van lieverlede worden droog gelegd vier groote deelen, samen groot 211 000 H. A. of bijna twaalf maal de grootte der thans ingepolderde Haarlemmermeerde Provincie Zeeland heeft een oppervlak van 181 000 H. A. Behalve die 4 groote stukken komt er dan een meer van 143000 H. A., dat IJsel- meer zal heeten en de oplossing geeft van de IJael-quaestie. De IJsel toch is een tak van een Rijn, die een massa water afvoert, soms bij de 2000 M3 per seconde (in 1814, na de dijkbreuk te Emmerik, zelfs 4000 M3 per seconde) welke massa water behoorlijk moet worden geloosd, hetgeen kan door de grootte van het meer, in geval door storm vloed de sluizen gesloten moeten blijven. Indien deze sluizen eens drie etmalen ach tereen gesloten moesten blijven, dan zal het water van bet IJselmeer slechts 1 M. stijgen. Bij het plan behoort nog een en ander aangaande afwatering en scheepvaart, waar voor ringkanalen zijn voorgesteld. Een van die ringvaarten, langs de Utrechtsch-Gelderache kust, staat in verband met de Eem en is als 't ware een verlengde Eem en heeft een bodembreedte van 40 M. en een diepte van 4 M., zulks in verband met het pail van bet IJselmeer, dat gemiddeld is 40 c.M. A. P. De afmetingen zijn zoo groot omdat de Eem op haar hoogst afvoert 70 M3 per seconde en er dus weinig verhang (helling waterspiegel) is (bijvoorbeeld bij Amersfoort 12 a 13 A. P.) en het water dus zoo dicht mogelijk bij het peil van het IJselmeer moet gebracht. Het kanaal zal met de Eem worden verbonden door een schut sluis, in verband met hoogen stand van het IJselmeer bij niet-spuien of opwaaien van het water. Stoomgemalen zullen het water moeten uitslaan op dit ringkanaaldoch dit kan gevaarlijk worden voor Noordelijk Gelder land en een deel van Overijsel en daarom is een stoomgemaal ontworpen bij Elburg, dat het water afmaalt op den IJsel. Komt het plan, hier in groote trekken geschetst, tot uitvoering dan zal de scheepvaart er in 't algemeen beter aan toe zijn, want in plaats van de dikwijls zeer woeste Zui derzee zal zij hebben het veel kalmere IJsel meer, waar deklast noch menschenlevens zullen in gevaar komen of verloren gaan. De scheep/aart heeft water genoeg bij de gemiddelde diepte van 40 A. P. ('a zomers 20 A. P.). Zij is zeer ontwikkeld, vooral in de routes Amsterdam—Zwolsche diep IJselmond—LemmerHarlingen. Het Zwol sche diep zal met het oog op de Oosten winden worden verlegd naar het diepste gedeelte beoosten Schokland. Ook de afwatering zal in 't a'gemeen in veel beteren toestand komen omdat er dan niet langer op een deel der kust, b'j aanhoudenden wind uit de Noordzee, abnormaal hooge waterstanden zullen zijn. Dat dit van groot belang is, blijkt uit eenige typen van afwatering, Zoo ontvangt de Vecht zekere hoeveel heid water uit polders, doch nog meer door de Weerdsluis te Utrecht. Het zou gewenscht zijn, dat de waterstand ware 25 A .P.. doch tijden achtereen moet de sluis bij Mui- den worden gesloten, waardoor het water soms stijgt tot 70 -f A. P. en dus over de kaden loopt en groote schade veroorzaakt. De oplossing zal zijn een stoomgemaal bij Muiden, dat 8 ton zal kosten, doch onnoo- dig is als het Zulderzee-plan tot uitvoering komt. Veel landen langs de Zuiderzee hebben het water afwaait; een gewoon verschijnsel bij ondiepe plassen. Doch 't is niet altijd zoo. Bij den Pinksterstorm van 1830 woel het IJ, dat toen nog open was, droog, doch was het Zwolsche diep 4.30 M. hooger dan gewoon lijk. Zulk op- en afwaaien, is natuurlijk veel sterker in een groote plas als dc Zuiderzee dan bij het zooveel kleinere IJselmeer. In het voorjaar heerschcn veel Oosten- en Noordoostenwinden, die het water van de kust van Overijsel en Friesland afwaaien een redding voor die streken, weike dan dik in hun winterwater zitten. Wordt nu de Zuiderzee afgesloten dan gebeurt dit niet meer. Die landen ontdoen zich in het voorjaar van het overtollige wa ter hooge waterstanden kunnen dan niet meer voorkomen en de stoomgemalen zullen dus veel minder kosten. Vooral voor het gedeolte, dat niet behoort tot Eemland zal de wateraanvulling en de waterverversching een groot technisch voordeel aanbrengen. Soms heerscht daar groot watergebrek, bij mangel aan rivieren, waaruit men ais in Rijnland door dc sluis bij Gouda geen water kan inlaten. Zoo heeft Friesland 's zomers geen enkele bron om uit aan te vullen, hetgeen nog veel erger is dan in natte tijden, want bij een eenigszins langdurigen zomer is Friesland een woestijn gelijk. De melkopbrengst is dan wel de helft minder, terwijl de melk van veel mindere qualiteit is. Ook wordt het wa ter, vooral rond Harlingen, sterk verzout, waardoor dan bijna alle visch in Friesland sterft en de stoomketels zesmaal vaker moeten schoon gemaakt. Wordt nu de Zuiderzee afgesloten dan wordt, door de rivieren en de beken die er in stroomen, het IJselmeer laugzamerhand zoet en dus een prachtige bron voor de om liggende landen. Ook zal de afsluiting ten goede komen aan de afwatering van Friesland, waar thans 's winters een 33 000 H. A. niet-ingepolderd land onder water staat en men dat zoute water niet durft te laten ailoopen met het oog op drooge tijden. Dit onderloopen brengt een schade van 5 tot :o gulden per H. A., dus voor heel Friesland, matig gerekend van 30 a 40 millioen. Voor Noord-Holland geldt het zelfde. Thans wordt bij Nauerna voor het Noorder kwartier brak water ingelaten, dus in het gewest bij uitstek voor de kaasmakerij. O».- het Landbouwkundig congres te Hoorn wet dan ook grifweg verklaard, dat zoet water den boeren wel f 5 per koe waard zou zijn, dat is voor de 140 000 koeien per jaar een 7 ton. Door de droogmaking zal ons land ver krijgen een prachtig vruchtbare Provincie meer. Dit staat volkomen vast door de 1049 boringen. Voor drie kwart bestaat de bodem uit zeer vruchtbare klei en voor 't overige uit klei van iets mindere hoedanigheid en uit een strookje zandgrond langs de Gel dersche kust, waarvan echter nog altijd zeer behoorlijke weilanden zijn te maken. Het spreekt vanzelf, dat men het werk slechts bij gedeelten zal uitvoeren, eerst de afsluitdam, daarna de drooglegging en deze zóo, dat per jaar een 10000 H. A. kan ver kaveld en niets dras blijft liggen. Op den duur zal zóo ontstaan een vrucht bare Provincie, waar 230 000 a 300 000 menschen een zeer behoorlijk bestaas zullen vinden in den landbouw en die een netto opbrengst per jaar zal hebben van 15 millioen. Men vrage zich eens af: zou de beteekenis van ons land niet zeer achteruit gaan als we, door welke reden dan ook, een vrucht baar gewest verloren En omgekeerd be denke men eens wat het zeggen wil als zoo'n gewest wordt gewonnen. Het mlddelcijfer voor den opbrengst van f73 per H. A. Is zeker niet te hoog en een •en eenigszins draaglijken toestand doordat dergelijke opbrengst en het ruim bestaan

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1914 | | pagina 1