Gedurende 8 dagen een speciale
GROOTE OPRUIMING
Dames-Handwerken.
HEILBOT
5
D
Mode-magazijn ROBERT LEVY,
G. BUITE,
Hollandsche
L ïïolland-Noorö-Amerika HwotakM
0
0
0
0
van
0
e
Langestraat 40. AMERSFOORT. Telefoon 103.
0
0
Stoomwasscherij W. G. BURGER,
0
0
0
ÏO eent per pond.
0
♦©♦©♦©♦04©
Feuilleton.
DE PROEF.
SPOTPRIJZEN KOOPJES
ZIE ONZE ÉTALAGE.
Alle artikelen zijn belangrijk in prijs verminderd.
Oeen ziclitzendingen. Verkoop alles ii contant.
ZEIST.
AMERIKAANSCH SYSTEEM.
Wassehen geheel opgemaakt of droog toegeslagen
GOEDE BEHANDELING. BILLIJKE PRIJZEN.
Goederen worden te Amersfoort 's Woensdags franco gebaald en gebracht.
PROSPECTUS wordt op aanvrage gratis toegezonden.
Cacsur
glKB- en RIV1ERVISCHIIANDEL
Langestraat 14. AMERSFOORT. Tel. Int. 277.
0
0
0| PANDBRIEVEN met WINSTAANDEEL van de
te GORINCHEM
van eind Mei 1912 tot eind December 1913: fiB328BO)
zijn verkrijgbaar bij alle Effectenkantoren.
Agent voor AMERSFOORT
AMERSFOORTSCH WISSEL- en EFFECTENKANTOOR.
Alwaar tevens de Coupons betaalbaar zjjn.
2 (Slot).
„Als je dat graag wilt, natuurljjk," zeide ik
beleefd, „maar ik dacht zoo, na ons gesprek
van straks
Toen ging zy een paar passen het bosch in.
Toen sij terugkwam, had zij konsen en schoe
nen uitgetrokken. Voorzichtig nam zy haar
rokken b(j elkaar, terwijl ik bedaard ging zit
ten en een sigaret opstak.
„Geloof je, dat het zoo gaan zal vroeg zij,
aan den rand van den vyver staande.
„En óf. Prachtig, verrukkelijk
„Wees ale 'tje blieft verstandig. Ik bedoel, is
bet water diep?"
»>J\ kan wel", zeide ik langzaam en be
keek haar elegant figuurtje. „Ten elotte kan het
toch wel dieper zijn dan je denkt".
„Je bent afechuwoijk", zeide zij.
Toen ging zy weer het bosch in en toen zij
na een paar minnten terugkwam, had zy haar
konsen en schoenen weer aan en kwam naast
mij zitten, die intusschen haar hoed nit het
water bad gehaald.
Ik ben na eenmaal geen onmensch.
„Dank je" zeide ze vriendelijk.
Toen stonden we op om verder te gaaD.
„Wat moet er nu van den mand worden",
vroeg ik.
Lilly ging langzaam terug en ging weer zitten.
„O, ik kan niet meer", zeide zij en keek haar
kwelgeest aan. „Lach me voor myn part uit als
je wilt en wanneer je ie hatelijke of aardige op
merkingen niet onderdrukken kunt
Ik trachtte haar verwijtend aan te kijken.
Lilly gooide haar natten hoed in het gras,
haalde den mand en ging daarnaast zitten.
„Nu, wat is er?" vroeg ik toen zijden deksel
openmaakte. „Wil je de eieren soms opeten?
Pas maar op, dat je je niet vuil maakt".
„Dat ie mij absoluut onverschillig. Ik heb de
zwakheid der vrouw moeten toegeven, maar
daarvoor wil ik dan ook een voorrecht hebben
ik wil mijn nieuwsgierigheid bevredigen. Ik wil
eens kijken wat dien mand zoo verbazend swaar
maakt".
En daarbij begon zij heel voorzichtig den
inhocd uit te pakken.
„Na zullen we wel een paar unr moeten zoek-
brengen vóór we alles weer hebben ingepakt"
zeide ik aarzelend.
Als ik geen kwaad geweten had gehad, zou
dat oponthoud mij niet zoo onaangenaam ge
weest zijn.
„Dat is my volmaakt het zelfde" herhaalde
zy op mijn opmerking nog eens.
Met grooto sorg legde zy de eieren en andere
dingen in het graa naast zich, terwijl ik, alsof
mijn aandacht plotseling door iets anders werd
getrokken, mij afwendde.
„Ha", riep Lilly opeens met een korte triom-
feerende kreet.
Ot> den bodem van den mand lagen,'door hooi
bedekt, twee steenen van tamelijk grooten om
vang, die ik, terwijl de vrouw van het landhuis
de eieren inpakt», ongemerkt in den mand had
kunnen werken.
Lilly keek naar de diepe grosven, die het
hengsel van den mand in haar fijne huid had
veroorzaakt.
Erg aangenaam was het my niet by mijn
on»Jo® 8r»P- Ik keerde mij naar haar toe en
zag, dat zij was opgestaan en langzaam naar
beneden liep.
„Lilly", risp ik en liep haar na. „Hoor eens.
Zoo was het niet bedoeld ik
Ik hield op. Zy keek naar mij. Vaak had ik
haar een verwijtend gezicht zien trekken, en ik
kende haar voorbijgaande woede; maar een zóo
ïien V 8 boo,h,id bld ik nog nooit ge-
„Waarom heb je dat gedaan
„Het moest een grap voorstellen. Ik wilde
den mand zoo maken, dat je zoudt moeten toe
geven dien niet te kunnen dragen."
„En toen
„Zoo, nu dat waa een voortreflijke grap. Men
sou het bijna niet voor mogelijk houden, dat
iemand soo iets uithaalt. Wanneer ik aan dien
stoffigen weg denk, aan de gloeiende zon en zoo
voorts".
Haar stem trilde, haar oogen vulden zich met
tranen.
„Lilly, het was gemeen; maar z6o slecht als
jij denkt, ben ik toch niet" zeide ik, werkelyk
verdrietig en ernstig beschaamd.
Zij luisterde nietzij keerde zich om en ging
weg. Ik liep haar achterna.
„Lilly", zeide ik na een oogenblik„Wees
toch weer goed".
i Omdat jij zoo goed voor mij was,
hè Zóo goed, dat ik den mand ook verder had
moeten dragen, al waren mijn beide a-men ook
bijna gebroken".
Ik nam haar beide handen in de myne, met
de bedoeling, ze niet zoo spoedig weer los te
laten en vestigde myn blikken lang op de roode
plekken, die het hengsel daarop gemaakt had.
Zy keek mij koel, maar toch een beetje on
zeker atD.
En toen myn blik verder naar boven ging,
t°t hy baar oogen bereikte, werd zij vuurrood.
Ik triomfeerde innerlnk en dit dwong mij
het oogenblik te gebruiken om haar naar mij
toe te trekken.
„Laat me los" zeide aij, nu vuurrood en met
een poging om zich los te rukken.
„Ik denk er niet aan".
En gelukkig was het Lilly 6ok geen ernst.