Zaterdag 7 Februari 1914. No. 8374. 63e Jaargang. Stadsnieuws. Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff" HOOFDREDACTEUR F. J. FRSDSHZKS. AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1. franco per post f 1.15. Advertentién 16 regels öo cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en onteigeninga- advertentiën per regel 15 cent Reclames 1—5 regels f 1.25. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. p Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht Postbus 9. BUREAU: SORTZGXUOHT 9. Telefoon 19. KENNISGEVINGEN. JACHT. De Commissaris der Koningin in de Provin cie Utrecht, Gezien bet besluit van Gedeputeerde Staten dier Provincie, d.d. 26 Januari 1914, 4e afdee- ling, no. 8. Gelet op artikel 11 der Jachtwet, Brengt ter kennis van belanghebbenden, 1. dat de jacht op eenden in de Provincie Utrecht voor dit jaar zal worden gesloten op Zaterdag 7 Maart aanstaande, met zonsonder gang, na welken tijd ook het kooien niet meer zai mogen worden uitgeoefend, terwjjl de kooi eenden opgesloten of gebokt moeten zijn tot 1 Mei aanstaande 2. dat de jacht op ander waterwild in de Provincie Utrecht zal worden gesloten op Zater dag 11 April aanstaande, met zonsondergang; 3. dat het weispel van kwartelen met steek garen of vliegnet zal mogen worden uitgeoefend van Zaterdag 25 April e. k. tot en met Zater dag 20 Juni daaraanvolgende. Utrecht, 30 Jannari 1914. De Commissaris der Koningin voornoemd, F. D. SCHIMMELPENN1NCK. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, brengen ter openbare kennis, dat bij hun be sluit van 3 dezer aan W. TABKRNAL en zijne rechtverkrijgenden vergunning is verleend tot het oprichten van een gasmotor van 2 P.K., dienende tot het drijven van een cirkelzaag en polijetmachine, in het perceel alhier gelegen aan het Smallepad, bij het Kadaster bekend onder factie D no. 3200. Amersfoort, 4 Februari 1914. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, Van RANDWIJCK. De Secretaris, A. R. VKENSTRA. De Burgemeester van Amersfoort brengt, ter voldoening aan de annschrijviug van den heer Commissaris der Koningin in de Provincie Utrecht van 2 Februari 1914, 4de afdeeling, no. 319, ter kennis van belanghebben den, dat in de Gemeente Zegveld een geval van miltvuur is voorgekomen. Amersfoort, 0 Februari 1914. De Burgemeester voornoemd, Van RANDWIJCK. Lieyelingsbost. De koe staat voor den slagerswinkel om straks te worden geslacht. Met weemoedi gen blik staart ze over de weide, die zich uitstrekt achter de slagerij. »0, dat ik maar éen enkel bosje gras hadkreunt zij met hongerige maag. In de wei snuffelt de hond langs de sloo- ten. Opmerkzaam gcvorden door het gesteun van de koe, kijkt hij in de richting var den slagerswinkel. Mocht ik die koe wezen!* denkt hij. »Zóo dicht bij al die worst en die kluitjes. Maar als ik naderbij kom, jaagt de slager mij weg. Daarom moet ik mij in de wei vergenoegen met zulk een ellendige waterrot c. Onderwijl is de kat in een boom geklom men. Met begeerige oogen bespiedt zij het hok van den beer, die in een beestenspel achter de tralies zit. Want daar ziet zij ze loopen, de vlugge muisjes, welke Bruin niet opmerkt. Durfde ik maar in dat hok gaan* denkt zij. Maar terwijl zij zich opricht op een voor uitstekende knoest van den boom, kermt ze eensklaps van pijn. Een angel heeft haar gestokenze is op een bijennest gaan zit ten. Uit de verte likkebaardt de beer en bromt: »Zoo'n domme kat, aan wie geen honig besteed is. Was ik maar vrijhoe gauw zou ik in dien boom zijn*. Gelijk deze dieren zijn wij menschen ge scheiden van het voedsel, dat juist ons past; alleen maarhet ligt niet binnen ons bereik. Allerhande kunnen wij bekomenslechts niet onze lievelingsspijs. Deze valt ten deel aan anderen, die haar versmaden omdat hun voorkeur elders ligt. Hun lievelingsspijs is juist hetgeen wij in overvloed bezitten, doch niet begeeren. De zwakke benijdt den gezonde, die zijn levenskracht overmoedig verspilt »Had ik slechts een tiende deel zijner gezondheid* kreunt hij. Maar deze gezonde, opmerkzaam geworden op het gesteun van den zwakke, kijkt met naijverige oogen hem aan. Want die zwakke is een beroemd kunstenaarmaar den ge zonde kent niemand. Eén handjevol lauweren; hij gaf er zijn ijzeren lichaam voor prijs Onderwijl is de zakenman met zijn mooie vrouw uit wandelen gegaan. Elk die haar tegenkomt, kijkt haar aan, en zij werpt lonk- jes naar ieder. Maar haar man verwenscht het in stilte, dat haar behaagzucht hem zoo veel geld kost. Zijn zaken gaan slechtmet begeerige oogen bespiedt hij tersluiks de nieuwe fabriek van zijn gelukkigen mede dinger. Maar deze zucht als de man met de mooie vrouw voorbijgaat. Een verfrommelde brief ligt voor hem op tafel naast een in tweeën gescheurd potret. »Kon ik de vrouw van mijn hart er mede winnen, ik zou tot den laatsten cent afstand willen doen van al mijn rijkdommen, waaraan ik zóo toch im mers niets heb* klaagt hij. Waarom wordt mij dit geluk ontzegd Waarom?* Ja, waarom krijgt de koe de worst en de hond het gras, de kat den honig en de beer de muizen Die in de hemel woont, lacht over het onnoozele van deze vraag. Hij weet, dat voor elk Zijner schepselen iets te wen- schen moet overblijven, en dat ontbering een beter opvoedingsmiddel is dan overver zadiging. Hij is atwijs; maar Zijn schepselen zijn dwaas genoeg om eigen ingebeelde ellende te vergrooten met naijverig te kijken naar andermans schijngeluk. In de Luthersche kerk hoopt morgenoch tend voor te gaan ds. A. E. Junod, uit's-Gra- venhage. Volgens de Haagsche bladen zijn de wets voorstellen nopens de opcenten op enkele belastingen reeds bij den Raad van State. Het »Utr. Dbld.« bericht, dat de Commis saris der Koningin in deze Provincie heeft aangekocht het buiten van de familie Fagel bij Ellecom en dat het gezin van mr. F. D. graaf Schimmelpenninck wellicht reeds in Mei dat landgoed zal betrekken. Dit beteekent, dat graaf Schimmelpenninck het sedert 27 Juni 1905 door hem bekleede ambt neerlegt. Aan den Raad dezer Gemeente is verzon den het volgende adres geven eerbiedig te kennen de onderge- teekenden, vormende de Besturen der mid- denstands-vereenigingen »Handel en Nijver heid*, als rechtspersoon erkend bij Kon. besluit van 3 Maart 1902, no. 35, en »De Hanze*, als rechtspersoon erkend bij Kon. besluit van 5 Augustus 1912, no. 93, beide te Amersfoort, dat zij met leedwezen hebben kennis ge nomen van het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 20 Januari 1914, no. 100, betreffende de vernummering der panden in deze Gemeente, dat zij overtuigd zijn, dat door die ver nummering niet alleen groote last en moeite, maar zelfs groote schade voor den handel- drijvenden en den industrieelen middenstand alhier ontstaan zal, indien niet een ruim overgangstijdperk gesteld wordt, redenen waarom adressanten uwen Raad beleefd verzoeken, het 27 Januari geno men besluit althans niet te willen ten uitvoer leggen, tenzij met een ruim overgangstijd perk, waarin de burgerij haar maatregelen voor den nieuwen toestand kan nemen, 't Welk doende, enz. Tevens is aan Gedeputeerde Staten van Utrecht verzocht, de beslissing op dit Raads besluit te willen verdagen tot tijd en wijle een nader onderzoek zal zijn ingesteld. Ds. W. F. C. van Helsdingen, thans te Cubaard, heeft aangenomen het beroep naar de Gereformeerde gemeente te Augustinusga Uit ingekomen berichten bij den Inspec teur van het militair onderwijs is, zoo meldt de Avondp.*, gebleken, dat d* detacheering bij de korpsen van cadetten en van leerlin gen van den Hoofdcursus, in opleiding tot beroepsofficier, niet die vruchten afwerpt, welke zouden verkregen kunnen worden. Dikwijls worden aan deze adspiranten- officier minderwaardige diensten opgedragen, terwijl zij niet worden belast met de leiding of de uitvoering van voor hen leerzame oefeningen. De bijzondere aandacht der korps-comman danten is op deze aangelegenheid gevestigd. Eindelijk, zouden we hieraan willen toe voegen. Frederic Lamond, de groote pianist, zal Maandagavond in >Amicitia< ongetwijfeld weer velen doen genieten van zijn superbe spel. De muziek-scheurkalender gaf zijn beeld in een gedicht van Edward B. Koster in deze woorden Beethoveniaan'sche kop de mond geprest Met stijfgebeten lippenbossig haar. Gebeeldhouwd staand om "t hoofd een ern stig oog, Dat nu omhoog blikt, dan in zich verdroomt; De wang met scherpe vouw van neus tot kin Massief gezet tot schraging van den kop Zóo zat hij aan 't klavier, en liet de hand In denkvol deinen dalen op 't ivoor, De tonen wekkend uit metalen slaap. De universiteits-ziekenhuizen te Amster dam zijn te klein, het nieuwe is er nog niet en dus moeten tal van patiënten plaats maken voor nóg ernstigere, in stede van door goede verpleging en zaakkundige verzorging geheel genezen naar hun huis en hun werk te kun- :n terugkeeren. De medische studenten te Amsterdam hebben de goede gedachte gehad, iets te doen voor zulke feitelijk te vroeg ontslagen patiënten. Sommigen gaven geld, anderen hun persoon om geld bijeen te brengen ten einde dergelijke patiënten nog een poos in betere omgeving te brengen dan een be nauwde bo ven-achterkamer, dan wel om, door het verstrekken van huisraad, onderstand in de huur, enz. het eigen tehuis beter te doen aanpassen bij den toestand van den patiënt. Het spreekt vanzelf, dat daarvoor betrek kelijk veel geld noodig is en de dames en de heeren, gesteund door kennissen, trachten nu door het geven van muziek- en voor drachtavonden, ook in Gemeenten in de na bijheid van Amsterdam, geld bijeen te bren gen. Zaterdag 21 dezer zal het »Amsterdamsche Studenten Concert* hier een uitvoering ge ven. Mejuffrouw M. H. N. van Roojen zal op de piano werken voordragen van Schu mann, Rachmaninoff, Chopin e. a.de heer James van Oven zal verzen zeggen van Phi lip van Goethemde heer W. J. N. van Bijsterveld za1 liederen zingen van Hugo Wolff, Brahms, Strauss e. a. Moge deze sympathieke poging den steun ondervinden, dien het doel zoo ruimschoots verdient. Het nieuwe programma van de bioscoop »De Arend* heeft onder meer een prach tige natuuropname van het Lago maggiore en als groot nummer >Een beroemd man*. Dr. Talmas is inderdaad een beroemd oog arts, doch hij is verslaafd aan het spel, dat er hem toe brengt, op een wissel de hand- teekening van zijn schoonvader na te boot sen. ten einde de zoogenaamde >eereschuld* te kunnen delgen. Om uit de handen van de justitie te blijven, verlaat hij vrouw en kin deren en vlucht hij naar Amerika, waar, door een welgelukte operatie der oogen van een milliardair, die op het punt stond blind te worden, hij een reusachtige praktijk krijgt en tevens de liefde wint van de eenige doch ter van zijn patiënt. Thans komt hij tot inkeer, verlaat hij Amerika en vestigt zich onder aangenomen naam weer in Frankrijk. Overal doet hij nasporingen naar zijn gezin, doch alles is vruchteloos. Tot eindelijk het toeval hem in aanraking brengt met een doodarme vrouw die door het bij nacht en ontij werken voor haar kinderen het gezichtsvermogen heeft verloren. Het is zijn vrouw. Liefde en wetenschap zegevieren. Het licht, eens uitgebluscht door de vele tranen, gestort in leed en schrijncude zorg, keert terug in de oogen van haar, die hij toch zóo lief had en die hij zóo heeft doen lijden, en toont aan het hereend gezin een toekomst van liefde en geluk. Ook hier heeft zich gevormd een comité van actie voor het te houden volkspetitionne ment tot verkrijging van Grondwettelijke gelijkstelling van man en vrouw, uitgaande van de Vereeniging voor vrouwenkiesrecht, bestaande uit de volgende leden mej. C. J. E. Lèinweber, Voorzitsterde heer A. L. Ver- sluys, Vice-voorzittermej. C. B. Roux en mevr. F. E. Van VollenhovenNort, Secre taressen mej. C van der Want, Penning- meesteres mevr. Brand—Oudraad, mevr. E. Drost—Keyser, mej. Folmer, mej. J. Hulst, de heer Kater, mej. M. van Lessen, de heer G. A. van Mechelen, mr. D. J. van Schaar- nburg, mevr. SpenglerHartelust, en mej. v^oigt. Onder voorzitting van den heer F. M. van Veen hield de kantonale afdeeling Amers foort der Maatschappij tot opvoeding in het huisgezin van halfverweesde-, verwaarloosde- of verlaten kinderen gisteravond haar jaar vergadering. De notulen van 10 Februari 1913 werden gelezen en ongewijzigd vastgesteld, met dank aan den Secretaris, mr. P. L. B a u d e t, die hierna het volgende verslag uitbracht. Uit den aard der zaak, is de taak van een opsteller van een jaarverslag niet immer een dankbare. Kan hij wijzen op vooruitgang en grooten bloei, dan vergeeft men hem al licht de dorheid van zijn statistieken en de eenvormigheid, die hij niet ontwijken kan, wanneer hij jaar in, jaar uit steeds analoge feiten moet beschrijven of mededeelen maar hoe wanneer opgewektheid niet geheel en al den grondtoon van zijn verslag kan vormen. Naast veel, dat ons bemoedigde, zijn ook schaduwzijden aan te wijzen. Wij willen bij de laatste echter niet langer stilstaan dan slechts noodig is en vangen ons verslag lie ver aan met vermelding van hergeen van algemeen belang kan worden geacht. Over het algemeen zijn de resultaten der opvoeding gunstigin den regel kunnen wij tevreden zijn soms echter blijkt, dat, ondanks alle aangewende pogingen, teleurstelling volgt en pupillen in hun later leven niet beant woorden aan de verwachtingen, die men redelijker wijze mocht koesteren. Onze pleegouders werden steeds met zorg ge kozen toch kwam in het afgeloopen jaar verplaatsing ons een enkele maal we::ache- lijk voor, in het belang van den pupil zelf, die strengere leiding behoefde. Ook hebben wij een pupil aan het Hoofdbestuur terug gezonden, omdat deze te Barneveld niet op zijn plaats bleek een maatregel waartoe wij noode overgingen, maar die achteraf gezien uitnemend schijnt te hebben gewerkt. In het geheel verminderde het kindertal met 6éen jongen moest zijn militieplicht vervullen, eenige meisjes gingen in een dienst, en voor éen jongen was de duur der over eenkomst met de Gemeente Barneveld ver streken. Ook deze pupil kan nu voortaan in zijn onderhoud voorzien. Als van zelf sprekend was de medewer king der medici, die belangloos kennis, tijd en moeite voor onze kinderen over hadden. Wel zijn wij hun dank verschuldigd en hun namen mogen hier niet onvermeld blijven. Het waren de heeren Rolandus Hagedoorn, dr. Wagtho en Mink Schol. Op een enkele uitzondering na, kwam ern stige ongesteldheid niet voor. Dat onze pleegouders voor he'c meeren- deel geschikt bleken voor de hun opgedra gen taak, doet ons genoegen ook nu weer te mogen vermelden. Voor hun toewijding mag zeker hun de dank der vereeniging gebracht worden. Wij herinneren aan de zoo welgeslaagde uitvoering van de Bussumsche tooneelver- eeniging »Arti et Amicitiee*, ten bate van onze kas in »Amicitia« in Februari 19x3 ge houden, die een succes was. Een volle zaal

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1914 | | pagina 1