SIDOL DE PRINS. BLOCKER'S CACAO UNION TAFELWATER DAALDERS DE HUISHOUDGIDS. groot WINKELPAND op prima stand. De Groene Pompadour. SOMNAMBULE. de allerbeste, wereld beroemde metaalglans. MAILDIENSTEN Feuilleton. Een zoenoffer. der MAQLEKILDE 00 PUEDERIKSBEEO BBONLANSTALT IS RADIUMHOUDEND IS HET FIJNSTE TAFELWATER IS SPECIAAL GESCHIKT VOOR VERMENGING MET WIJN. THANS VERKRIJGBAAR IN ALLE GOEDE - HOTELS, CAFÉ's EN RESTAURANTS. - smaakt 'szomcrs even goed als 'swinters. Gouden Medaille, Gent 190S. Onder redactie van mevrouw W. van der VECHT, Oud-leerares in Koken en Voedingsleer. Dit tijdschrift verschijnt eiken Zaterdag. Proefnummers gratis en franco verkrijgbaar bij iederen Boekhandelaar en aan het bureau van »DE HUISHOUDGIDS* Burgstraat 65, UTRECHT. Gevraagd TE HUUR of TE KOOP een Opgave niet volledige inlichtingen wat betreft prijs, ligging, grootte, enz. onder lett. L. R. aan boekhandel C. L. VAN LAN GEN HU Y SEN, Groote Markt 15 te Rotterdam. In eiken Boekhandel teekent men in op den 14en Jaargang van De mooiste Illustratie in Nederland. Behalve een groot aantal zeer fraaie platen en portretten, die de voornaamste gebeurtenissen in Nederland en in het buitenland in beeld brengen, tal van belangrijke geïllustreerde artikelen op elk gebied en boeiende novellen van bekende Auteurs, begint vanaf heden in dit weekblad een nieuwe serie romans Een zeer boeiende Roman van de bekende schrijfster E. VON ADLERSFELD—Bali.estrem. Verder in de Bibliotheek yan >De Prins* de boeiende roman van C. N. en A. M. WILLIAMSON LIIVDIIBTHIJS. Daarna de nieuwe roman van A. GEOFFROY •w Alle abonné's zijn verzekerd. "WI Men abonneert zich door het geheele land bij eiken solieden Boekhandelaar of bij de Agenten tegen f3.per jaar voor de gewone, en tegen f5.per jaar voor de luxe editie. Abonnementen kunnen met elk nummer aanvangen, doch zijn steeds verbindend tot No. 52. Op plaatsen waar geen Boekhandelaar gevestigd is, kan men zich direct per post abonneeren tegen toezending van postwissel van f3.75 voor de gewone en f5.75 voor de luxe-editie, aan de Uitgever N. J. BOON, Anisteldijk 13, Amsterdam. Men ontvangt daarvoor een prachtige illustratie van 20 groote bladzijden op mooi papier met 40 i 45 platen per week. wijze VAN verzending. OOST- INDIE. Uit Amsterdam, niet de s.s. der Maatschappij Nederland. Uit Rotterdam, met de 8.8. der Rotterdamsche JAoyd. Over Genua, met de s.9. der Maatschappij Nederland Over Marseille, met de s.s. der Rotterdamsche Lloyd Id. met de Fransche pak- boot. Over Brindisi, met de En- gelsche pakketboot Over Napels met de Duil- sche pakketbootA SURINAME, uit Amsterdam. over Saint Nasaire. over Southampton. CURAQAO. over Amsterdam. over Hamburg over New-Yorle juli. augustus. 11, 25 3, 17. 31 10, 24 2, 10, 3C 13.' 27 DiiiBdag cn Vrijdag s, 22 14, 28 Dinsdag en Vrijdag Nazending 5.10. 5) Suppleioire mail voor brieven, briefkaarten en Hangeten- kei-de stukken van allerlei aard 6.25 's morgens. Ter drukkerij van de Naam- looze Vennootschap „De Amers- foortsche Courant voorheen firma A. H. van Cleeff" worden spoe dig, net en billijk vervaardigd: Aanplakbilletten Aaudeelen Bestekken B011 boekjes Briefhoofden Circulaires Chêques Doodsberichten Dissertaties Enveloppen Facturen Formulieren Geleibilletten Huwelijksbrieven Inwikkelpapieren Jaarverslagen Kennisgevingen Linieerwerk Menu's Nota's Orderbriefjes Pandbrieven Prysc1 Qui tan tien Registers Rouwbrieven Staten werk Tarieven Trouwbrieven Uilnoodigingsbrieveu Verlovingskaarten Visitekaartjes Wissels Zegels en elk ander voorkomend boek- of steendrukwerk. 8.) De volle schijf der maan was opgestegen bo ven de met kreupelhout begroeide gebergten en de onweerswolken, welke aan het firmament hadden gedreigd, schenen gevlucht te zijn bij haar nadering. In een bijna dagheldere verlichting lagen daar de hooge uitgestrekte fabrieksgebouwen de villa van den overleden handelsraad echter was in des te diepere schaduw gehuld. Nog geheel gekleed leunde Mercker tegen het half openstaande raam van zijn slaapkamer en blies uit een kort pijpje dichte rookwolken al dwarrelend in de stille, zwoele lacht. Het halfluide knorrende aanslaan van den ^rooten Leon berger hond, die des nachts ter bewaking van het huis in den tuin werd gelaten, deed hem verwonderd opkijken. Hij boog zijn bovenlijf ver over het kozijn van het raam naar buiten. De hond was weder verstomd en wanneer zijn kort geblaf de heimelijke naderiüg van een menBch naar het huis had gegolden, dan moest deze voorbijgegaan zijn, of wel het moest iemand geweest zijn dien het dier kende. Mercker spitste echter nog meer de ooren en nu zag hij piot- Beling, dut er zich iets wits tusschen de heggen bewoog. „Wie is daar?" riep hij met een forsche,me taalachtig klinkende stem, en daar er geen ant woord kwam uit den tuin liet hij er op volgen „Antwoord of ik schiet". „Acb, om Godswil, mijnheer Mercker," klonk nu dicht onder zijn venster, „ik heb toch wer kelijk niets kwaads in den zin. Ik wilde alleen maar mevrouw Hademoth of de juffrouw een gewichtige tijding brengen". „Blijf staan, waar je staat", beval hij. „Wie ben je?" „Gertrud Marlens, uit de spinnerij, mijnheer, de dochter van den wever". „De dames slapen reeds, doch wanneer j e mededeeling werkelijk zoo gewichtig is, zal je haar mij 6ok wel kunnen doen. Kom maar boven". Het blauwachtige maanlicht had thans ook den tuin bereikt, en Mercker kon nu de gestalte van het meisje met volle duidelijkheid onder scheiden. Ondanks zijn nadrukkelijk bevel, kwam de aangesprokene niet van haar plaats en het scheen dan ook, dat Mercker plotseling van gedachte was veranderd. „Blijf maar waar je bent. Ik zal terstond bij je-komen". De omtrek zijner gestalte was van het raam verdwenen. Hen huivering ging bet jongemeisje over het lichaam en zij deed een paar haastige schreden, alsof zij wilde vluchten. Een onweerstaanbare, onzichtbare macht ver hinderde haar echter om dit voornemen ten uitvoer te brengen. In de schaduw vaD de hooge heg, die den weg omzoomde, bleef zij staan en wachtte met het hoofd diep gebogen, het verschynen van Mercker. Nog geen twee minuten later of hij was aan haar zijde. Hij had den hoed opgezet en droeg wederom de karwats in zijn rechterhand. „Nu, wat is er? Wat heb je mij te zeggen, kleine?" vroeg hij op een toon, waarvan de arglistige vriendelijkheid nog veel onaangenamer klonk dan de vorige ruwheid. Gertrud schudde het hoofd. Vrees en bevan genheid snoerden haar de keel dicht en dc tra nen parelden onophoudelijk over haar wangen. „Nu, spreek dan toch", drong Mercker aan. „Ia het dan zóo iets ongehoords, dai het zelfs niet over je lippen wil „O, mijn hemel, zult u me ook belooven, mij niet Ie verraden? Het is toch immers zoo slecht, dat ik hierheen gegaan ben en wanneer ik had kunnen denken, dat mijnheer Mercker mij ont dekken zou „Dan hadt je het niet gedaan", vulde hij haar woorden aan. „Nu, dat is een zeer vriendelijke bekentenis, want, naar ik vermoed, betreffen je mededeelingen toch juist een aanslag tegen mijn persoon „Hebt u dan reeds vernomen wat men daar ginds in het schild voert?" vroeg zij verschrikt. „En gelooft u, dat er uog mogelijkheid bestaat om het onheil te verhoeden Gelijk zij daar in het heldere maanlicht vóór hem stond, in haar angst en opwinding, zag zij er werkelijk zeer lief uit en niet als eene, sinds haar prilste jeugd tor harde werkzaamheid ver oordeelde fabrieksarbeidster. „De koude, blauwe oogen van Mercker rust ten onafgewend op haar en terwijl hij nog een schrede naderbij kwam, zeide hij, in plaats van een antwoord, met gedempte stem „Natuurlijk is het je vrijer, die Iioinecke, die daar achter zit. Hoe, in 's hemels naam, kan toch een fatsoenlijk meisje zich verslingeren aan zoo'n kerel. Heb je daarover nooit eens nage dacht?" „Wij mogen mekaar nu eenmaal graag lijden, mijnheer" zeide zij ongekunsteld, zij het dan ook met hoorbare beklemheid „en ik hoop vun ganscher harte eens zijn vrouw te worden". „Nu, voor mijn part, ga je gang, zottin; ik zal het je niet belettenzeide hij wederom koud en spottend. „Maar wat was het nu eigen lijk, dat je me te vertellen hadt?" Haar antwoord werd overstemd door het woedende geblaf van den hond, die opgewonden langs het tuinhek heen en weer liep, even alsof hij er overheen wilde springen. Te gelijker tijd weerklonk van uit de verte een dof gedruisch, niet ongelijk aan het loeien van een hevigen stormwind. Verbaasd keek Mercker opmaar daarop keerde hij zich om en 6poedde zich, zonder ook maar een enkelen blik achterwaarts te slaan op de hevig onlstelde fabriekarbeidster, met groote schreden naar den ingang van den tuin. Een kort fluiten riep den hond aan zijn zijde en onder een onafgebroken geblaf sprong de Leonberger hem nu vooruit op den weg, welke nap.r de fabrieksgebouwen voerde. „Barmhartige God, hij loopt hen juist in de handen", steunde Gertrud Marlens, bijna bewus teloos tegen het ijzeren hek van den tuin steu nend, „o, ik weuschte, dat ik het volgende uur niet behoefde te beleven". Karl Mercker had echter op het oogenblik geenszins het uiterlijk van een man, die roeke loos in zijn verderf loopt. Wel waren zijn dunne lippen vast op elkan der geklemd en de energieke kin scheen nog sterker uit het magere, bleeko gelaat naar voren te treden dan gewoonlijk, doch een koude, bijna Bteenen kalmte lag er op zijn trekken en zijn be wegingen waren zeker en veerkrachtig gelijk altijd Hoe meer hij het lage, het dichtst bij de villa gelegen gebouw naderde, waarin de beide reus achtige motoren ongesteld waren, des te duide lijker onderscheidde hij in het gedruisch, dat vau seconde tot seconde sterker werd,den klank van joe lende, krijschende en zingende menschenstemmen. Er was geen twijfel meer, dat de bende uit het dorp naderde in het duistere dal bewo gen zich een aantal roodachtig flikkerende pun ten, waaromtrent Mercker's scherp oog spoedig zekerheid verkregen had. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1914 | | pagina 4