SIRAX
Meursing machinale fabrieken van gebak, Amersfoort.
A. DE GROOT, iris, Mt,
M.R. 100 STER VEEN,
HOTEL PLACE ROYALE
Advertentiën.
MH.J.VAN LENT
QuakerOats
VERKADE's
GRONINGER
KOEK
LIJNZAADKOEKEN
Soyaboonen-koeken
Electr. Luxe Brood- en Banketbakkerij
„DE GULDEN KORENAAR"
HOEDERS,
Feuilleton.
Een zoenofer.
Marktpr ij zeil.
AMERSFOORT, 7 Augustus 1914.
Appelen f4— a f 7.—Peren f3.— a
f-._ Nieuwe aardappelenlo.a fo.Zand-
aardappelen f 3.— a f 3.50. Hoendereieren
f2.75 a f4.per 100 stuks. Bruine eieren
fo.— k fo.p. 100 stuks. Grasboter f 1.20
a f1.50 per Kilo. Kippen fo.40 a fo.8o.
Kuikens fo.50 a f 1.Piepkuikens f 0.20 a
fo.45. Ganzen fo.— a fo.—Oude eenden
fo.ti fo.Jonge eenden fo.a lo.
Hazen f o.a f o.Wilde konijnen f o
a fo.Tamme konijnen fo.40 a f 1.per
stuk. Duiven f 0.30 a f 0.40 per paar. Vette
varkens f o.f o.Magere varkens f o.—
a f o.—. Zeugen f o.a f o.Biggen
fo.a fo.Vette koeien fo.afo.
Aangevoerd waren ongeveer1 o heet.
Appelen, 120 heet. Peren, heet. Kleiaard-
appelen 80 heet. Zandaardappelen 90 000
stuks Hoendereierenst. Eendeneieren
300 Kilo GrasboterVette Varkens
Magere Varkens; Varkens voor export
slagerij; 300 Biggen en 30 Zeugen.
Dr. M. ENGERS en F. ENGERS-dk
Pooi, geven kennis van de geboorte eener
DOCHTER.
Amkrsfookt, 6 Augustus 1914.
Bergstraat 1.
Eenige kennisgeving.
Heden overleed tot onze
diepe droefheid, in den ouder
dom van 71 jaren, onze geliefde
Vader, Behuwd- en Grootva
der, de heer
Tieleman Albertas Otto Je Ridder,
Burgemeester van Katwijk,
ridder in de orde van Oranje-
Nassau.
C. van TRAA-
Dp. Ridder.
Ma. A. van TRAA.
ANNIE van TRAA.
Amersfoort, 7 Aug. 1914.
Bezoeken van rouwbeklag kunnen
niet worden a/gewacht.
is tot nader bericht niet te consnlteeren.
Dr. SAMSON, Nachtegaalstraat 39, neemt
de praktijk waar.
TTT'lx u degelijk en net SCHILDER-
W lit enBEHANGERSWERK,tegen
concurreerende prijzen, wendt u
Schilder en Behanger,
VAI.KKSTRAAT 29-31. Telefoon 332
Eerste Amersfoortsche
(xlazenwasscherij en Paibewassching.
4>/2, 9, 14, 18 en 22'/2 cent.
GOED en GOEDKOOP.
Langostraat 46, Arnhenischostraat 11,
Telefoon 77,
AMERSFOORT.
N.V. Koninklijke Fabrieken
vh. WESSANEN LAAN,
W ORMERVEER.
Opgericht 1765.
Voedert uw vee met de zuivere murwe
merk de „Ster" en W. L., en
merk W. L.
uitmuntende door hoog eiwit- en vetgehalte
en voedingswaarde.
EERE-DIPLOMA Parijs 1900.
NEGEN GOUDEN MEDAILLES.
ARNHEMSCHESTRAAT 24 - Telefoon 91 - AMERSFOORT
W Kantoor en Bakkerij: AKNIIEMSITIEPOORTWAL 10-14 "W
levert uitsluitend EERSTE kwaliteit Melkbrood in
verschillende vormen.
Prima Zeeuwsch Tarwebrood, Carr's Montbrood, Diverse
soorten Roggebrood, Overheerlijke Beschuit benevens
al hetgeen op het gebied van brood- en banketbakkery
voorkomt.
JFagflp» Onze broodsoorten en beschuit staan ONDER
COlTTROZiS van het met steun der Regeering
opgerichte Station voor Maalderij en Bakkerij te
Wageningen.
Aanbevelend, H. KONING ZONEN.
Smolders van Osoh.
Gesticht 1890.
Kortegracht 19, AMERSFOORT, Telefoon 161.
Afzonderlijke zalen beschikbaar voor vergaderingen, diners en soupers.
Dagelijks verkrijgbaar
van twee tot zeven uur, Middagschotels a 8o ctbestaande uit soep, schotel naar keuze,
nagerecht. Op vastendagen vischgerechten, zonder prijsverhooging. Bekende goede keuken.
Rustige kamers voor langer verblijf, tegen pension-prijzen.
beste schuurmiddel der we
reld voor potten, pannen,
houtwerk, blik, enz.
Vraagt monsters bij winkelier of drogist.
Woensdagmiddag wordt 0111 half drie in 't Valkje ten
tweeden male de poppenkast vertoond, voor welke ver
tooning 400 kinderen van ALLE volksscholen kosteloos een
kaart kunnen krijgen, als zij Dinsdagmiddag om half drie
in Het Valkje die komen halen.
Het Comité,
SOPHIA VAN REEDE—Van der Goes.
GERARDA van den BURG.
SUZE FREDERIKS—Van Cleeff.
FRITS ONGERBOER.
WILLEM van HASELEN.
Amersfoort 8 Aug. 1914.
De afdeeling „Broodfabriek" levert prima brood, beschuit en koek tegen zeer billijke prijzen, en geeft bovendien 10 pCt. dividend. Bedragen tot ongeveer f50 per gezin
werden als dividend uitgekeerd.
10.)
Dreigende en ophitsende kreten, thans tegen
den fabrikant zei ven gericht, deden zich hooren.
Men droDg en duwde en gelijk een reusachtige
golf bewoog zich de donkere massa naar het
machinegebouw.
Het toovermiddel, waarop Mercker had ge
rekend, had zijn uitwerking gemist.
De toestand van de beide mannen, die zich
daar vrijwillig tol gevangenen gemaakt hadden,
was, juist ten gevolge van het eerste schijnbare
succes, dreigender dan te voren.
De ramen lagen te nauwer nood op mans
hoogte boven den grond en ondanks de reuzen
kracht van Tenzke viel er niet aan te denken,
het binnendringen der aanvallers op den duur
te verhinderen, zoodra het dezen werkelijk ernst
met hun voornemen zou worden.
Met een dof geraas viel opnieuw een groote
scherpkantige steen op den vloer.
Hij ging rakelings langs den schouder van
den fabrikant en slechte een toevallige beweging
van dezen had verhinderd, dat hij zijn gelaat
had getroffen.
De heer Mercker lachte nu niet meer; een
sombere strijdvaardigheid toekende zich op zijn
trekken af.
„Wij zullen het hen zoo gemakkelijk niet
maken, Tenzke", zeide hij, „waar jij met je ijze
ren knuppel slaat, daar moet een schedel naar
den duivel gaan en zes van hen neem ik wel
voor mijn eigen rekening".
Hij had zijn revolver uit den zak gehaald en
de reusachtige waker bad zwijgend geknikt,
toen bij het licht der wandlantaarn op den sta
len loop zag schitteren.
Wederom vloog een steen naar binnen en
weer een en nog een.
En toen ontstond er plotseling een beweging
onder het raam, een verward ramoer van stem
men die schenen te twisten, benevens een groot
geraas alsof men aan het vechten was.
„Hoort naar mij, kameraden, om 's hemels
wil hoort naar mij, al is 't maar voor éen kort
oogenblik".
Met inspanning zijner longen had iemand dit
te midden van het tumult geroepen, en nn
schreeuwden ook hier en daar:
„Stil toch. De oude Martens wil spreken 1"
En het werd nu op eens tamelijk'rustig, zón
rustig ten minste, dat men de niet zeer sterke
stem vaD den wever kon vernemen, die delad
der een paar sporten opgeklommen was omfzijn
kameraden toe te spreken.
„Kameraden, ik bezweer je gebruikt toch je
gezond verstand en volgt niet langer de dol
koppen, die jelui opgestookt hebben. Mijnheer
Mercker heeft helaas volkomen gelijk gehad
toen hij zeide, dat wij ons op die manier zelf
in het tuchthuis brengen, en met een beroep
op mijn grijze haren bid ik jelui van ganscher
harte: doel, gelijk hij heeft gezegd en gaat
naar huis vóór men den een uf snder van jelui
herkend heeft. Voor mijzelven heb ik geen
vrees, want ik ben een oud manach lieve
hemel, wie doet mij dat aan
Met een luiden jammerklacht had hij, door
een zwaren steen aan de slapen getrofien, midden
in den zin zijn goedgemeende rede moeten afbre
ken. Slechts in gebroken, jammerende klanken
waren de laatste woorden over zijn lippen
gekomen.
De anderen waren nog steeds stom gebleven,
even alsof de eene of andere verschrikkelijke
aanblik ben verlamd en met ontsteltenis had
vervuld.
Doch eindelijk verhief zich een woest tumult.
„Moordenaar I Doodslager I" klonk het verward
dooreen, daartusschen een gegil uit vrouwelijke
monden en een vertwijfelend geroep om hulp.
Alles drong zich op éen plek tot een verward
kluwen samen en de voorgenomen bestorming
van het ketelhuis Bcheen geheel vergeten.
Verbluft en vragend staarde Tenzke naar zijn
meester.
Mercker begon echter luid te lachen en zeide,
terwijl hij zijn revolver weder in den zak stak
„Zij moesten tot iederen prys bloed zien en
wij mogen den hemel danken, Tenzke, dat zij
daartoe liever een van de hunnen uitzochten,
dan een van ons. Zet je knuppel maar weer
weg. Voor vandaag is hun de lust tot verdere
heldendaden vergaan".
En al aarzelde de portier ook nog eenigszins
twijfelend om dit half schertsend gegeven bevel
op te volgen, zoo bleek toch reeds na enkele
minuten, dat Mercker's scherpe menschenken-
nis het ook ditmaal bij het rcchto einde had
gehad.
De ladder, waarvan men zich had willen be
dienen om het gebouw binnen te klimmen
werd weggenomen, wijl zij thans waarschijnlijk
als draagbaar voor den gewonde dienst moest
doen, en zonder dal de beide mannen in het
gebouw ook maar een enkel tegen hen gericht
dreigwoord hadden vernomen, zagen zij, hoe van
lieverlede de gansche bende weer naar het dorp
aftrok.
De roode lichten der fakkels verdwenen in
de verte en nauwelijks was een kwartier ver
streken, Binds de rede van den ouden Martens
zulk een treurig einde had genomen of het
was op het geheele fabrieksterrein reeds even
■til en vreedzaam als in iederen nacht.
Ware niet de harsachtige brandlucht der half
droge knuppels in de zoele,stille lucht geweestdnn
had men na dit treurig einde het geheide woeste
nachtelijke tooneel slechts voor een spookver
schijning of een zwaren droom kunnen houden.
Tenzke, die heimelijk een lange teug uit een
zware ilesch had genomen, zag er nu werkelijk
veel ontstelder en moedeloozer uit dan een oogen
blik geleden in het aangezicht van het gevaar.
„Ik kan me nog niet voorstellen, dat ze niet
zullen terugkomen" zeide hij, toen Mercker hem
bevel gaf om de versperring van de ingangsdeur
op te ruimen. „Zij stelden zich daar straks toch
aan of zij niet éen steen op den anderen zouden
laten".
„Zei ik je niet terstond, dat juist die honden
niet het gevaarlijkst zijn, die hard blaffen? Voor
vannacht zal je verder met rust gelaten worden;
daar geef ik je mijn woord op. En morgen
nu morgen, dan zullen wij, naar ik hoop, hier
een compagnie soldaten hebben, die bun dat
lawaaimaken wel zullen afleeren".
Toen Tenzke de hindernissen had opgeruimd,
die de hoofddeur versperden, nam hij zijn muts
af om deD fabrikant goeden nacht tewenschen.
„Goeden nacht, Tenzke," antwoordde deze, heel
wat vriendelijker dan hij anders tegen zijn ar
beiders placht te zijn. „Je hebt je flink gehouden
en reken er op, dat ik, wat jou betreft, dezen
nacht niet vergeten zal. Wanneer die geheele
geschiedenis voorbij en alles weer tot de gewone
orde teruggekeerd is, dan zullen we daarop eens
terugkomen. Als ik het mocht vergeten, dan
mag je me daafaan gerust herinneren."
Hij groette vluchtig en Bchreed hoogopgericht
en veerkrachtig de trappen vóór het machine
huis af.
Op zijn terugweg naar de villa had by dan
ook nauwelyks gevaar te vreezen want overal
heerschte een diepe, nachtelijke stilte en boven
dien werd het geheele landschap, zoover hij het
te doorloopen had, bijna daghelder door het
blauwachtig licht vah de volle maan beschenen.
Mercker schoof zyn hoed uit de oogen en ver
volgde met de handen op den rug langzaam den
weg. (Wordt vervolgd.)