Dames Hand- wenteii Meursing machinale fabrieken van gebak, Amersfoort. urn uiiTiinu ROB. LEVY, Zie de Etalage. gr KOOPJES. uinpl/nn MAISOi HARTEL HOTEL PLEE ROYALE Mode-magazijn Kortegracht 21, VEEL verminderde prijzen METHORST <fc VAN LUTTERVELD. Oranje-Vereeniging te Amersfoort ƒ1.50 per bus 1 Kilo. Feuilleton. Een zoenofer. VM MM LANGESTRAAT 40, AMERSFOORT, TEL. 103. vestigt er beleefd de aandacht der dames op, dat de tijd voor het veranderen des costumes daar is. Ten einde zooveel mogelijk het personeel aan het werk te kunnen honden, zullen worden berekend, ook voor maatwerk en eonfectie. Kassiers en Commissionairs in Effecten. (Commanditaire Vennooten H. OYENS 4 ZONEN te Amsterdam.) HUURHUIZEN 16 (naast de Nederl. Bank). TELEFOON 19. Verzilveren coupons tegen voordeeligen koers en ver horen loketten in hunne Safe-inrichting. Smolders van OsoHa Gesticht 1890. Kortegracht 9, AMERSFOORT, Telefoon 161. Afzonderlijke zalen beschikbaar voor vergaderingen, diners en soupers. Dagelijks verkrijgbaar van twee tot zeven uur, Middagschotels a 80 ct., bestaande uit soep, schotel naar keuze, nagerecht. Op vastendagen vischgerechten, zonder prijsverhooging. Bekende goede kenken. Rustige kamers voor langer verblijf, tegen pension-prijzen. op DINSDAG I SEPTEMBER a. s. 's avonds half negen in het Café van den heer OTTE, Heiligenbergerweg. HET BESTUUR. Te behandelen onderwerp; Bespreking omtrent het verieenen van flnancieelen steun aan bet Steno-comité. De (abrieken van blijven doorwerken met haar volledig per soneel. Zij wijzen er met nadruk op dat hare Cacao geen luxe artikel, doch een voedings middel bij uitnemendheid is en niet aan bederf onderhevig. Zij raden een ieder aan, onder de tegen woordige omstandigheden, een flinke hoe veelheid te koopen. De prijs van BLOOKER'S DAALDERS CACAO blijft Kleinere bussen naar verhouding. Garandeert aan al hare geregelde verbruikers van brood, beschuit en koek, hare voortdurende levering en de uitkeeTing van het 10 percent dividend op den gewonen tijd. 18.) Durom ging de kapitein bedaard, de band Ma den helm brengend en licht buigend voor de schielijk van haar plaats opgesprongen jongedame, heen. Hij scheen eerst niet van plan, haar aan te •preken, doch toen hij haar reeds bijna voorbij nu, bleef hij toch staan, terwijl hij zeide „ik weet niet, mejuffrouw, of u er wel aan dMt, door n juist heden nog zoo laat hier op te houden. Ik vrees wel geen aanval op de vHle doch het kon gebeuren, dat enkele rond slenterende sujetten van uw alleenzijn misbruik trachtten te maken". Iee wes zoover in de schadnw teruggetreden, det het noMolicht hem niets van den donkeren bloe op lieer wengen verried. „Hoe sou ik mij sen zulk een bezorgdheid kannen overgeven" entwoordde zij met een zweem ven ironie, „sooleng ik onder militaire bewaking ■te. Of ien eoms van meening, dat het u zwaarder zoo vellen, een vermetelen inbreker te overrom pelen dan een niets kwaads vermoedend meiBje „Het is blijkbaar mjjn noodlot, n in alles te miehagen, wat ik doe, en het zal daarom dan ook wel vergeefscne moeite zijn, te trachten mijzelve te verdedigen. Daar echter de moge lijkheid niet uitgesloten is, dat het toeval ons vroeger of later op neutraal terrein en onder minder krijgszuchtige bijomstandigheden nog eenmaal samen brengt, zou ik toch liever geen der gebruikelijke beleefdheidsvormen willen verzuimen en ik veroorloof mij daarom de vrijheid, mejuffrouw, om thans reeds afscheid van n te nemen". „Hoe Wilt u ons thans reeds weer verlaten „In zoover er geen onvoorziene dingen tus- schenbeide komen, denk ik morgen bij het aanbreken van den dag heen te gaan", ant woordde hij beleefd. „En ik zou van harte wenBchen, dat voor u tegelijk met mijn onwel kome persoon ook iedere pijnlijke herinnering aan de sombere voorvallen dezer laatste dagen verdween. Ik twijfel niet, of u hebt daar zeer zwaar onder geleden". „O ja, dat heb ik" zeide zij en zoo als zij daar thans in de schemering een schrede naar den kapitein toekwam, had het allen schijn, alsof zij hem de hand tot afecheid wilde reiken doch wanneer dit werkelijk haar plan mocht zijn I geweest, dan kwam zij er toch niet toe, dit te i volvoeren, want alsof hij uit den grond ware opgeschoten, stond plotseling Carl Mercker's magere gestalte tusschen haar en den kapitein. „Duidt mij niet ten kwade, kapitein, als ik 'eenigszins onhandig uw onderhoud stoor, doch ik hoorde u spreken en aangezien de bedieuden zich op mjjn bevel reeds ter ruste hebben bege ven, spoedde ik mij hierheen om u persoonlijk uw kamer te wijzen. Wilt u de goedheid hebben, mij te volgen?" De kapitein boog toestemmend, terwijl Mercker het jongemeisje zijn arm aanbood. „Ik zal je tot de deur van je kamer bege leiden, Isa" zeide hij streng, „en ik zal je kamenier gelasten om het terstond uan je mama te gaan vertellen, wanneer je je kamer dezen nacht nog eenmaal mocht verlaten. Jk geloof toch wel, dat de bewijzen die je ons vandaag hebt gegeven van je laakbare lichtzin nigheid reeds meer dat voldoende zijn". De anders zoo trotsche en tot tegenspraak bereide Isa had geen antwoord op deze verne derende berisping, die zij in het bijzijn van een vreemde ontving. Toen echter de kapitein, nadat Mercker hem de ligging zijner kamer had aangeduid, iedere verdere begeleiding met beleefde beslistheid van van de hand wees en in het verlichte trappen huis der villa voor de jongedame boog, zag hij, dat baar gelaat zoo wit was als marmer en dat een vuur van hartstochtelijken haat in den blik opflikkerde, dien zij langs de onbeweeglijke, koude trekken van haar begeleider liet glijden. Wellicht zou de kapitein haar nog gaarne een voorkomend woord gezegd hebben, doch de ge spannen toestand maakte het hem tot eeneisch van natuurlijken tact om zich zwijgend te verwijderen. Met een diepen zucht wierp hij zich in een minuut later in den gemt.k:.( Mjken leunstoel, dien men voor de tafel in zijn kamer had ge schoven. Drie kaarsen brandden in een hoogen zilveren armluchter op de tafel en, alhoewel de vleugels van het venster wijd geopend waren, trilden toch de roodachtige vlammetjes te nauwer nood in de zware, stille lucht. De kapitein opende den bovensten knoop van zijn wapenrok, en zijn gelaat, dat toch reeds een uitdrukking van diepen ernst droeg, werd nog somberder, terwijl hij langzaam een brief ont vouwde, dien hij tot dusver in zijn borstzak had gedragen. Het papier, met in den linker boven hoek een gouden baronnenkroon, stroomde een zoetachtig-flauwen geur uit, alsof het van de schrijftufel eener dame kwam, doch de lange, haastig geschreven fetters verrieden duidelijk de krachtige hand van een man. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1914 | | pagina 4