Dinsdag 8
September 1914.
No. 8464.
63e Jaargang.
Stadsnieuws.
COURANT.
Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff'1
HOOFD-REDACTEUR
p. J. rniDSEZss.
AMERSFOORT.
Verschijnt Dtnsdag-, Donderdagen Zaterdagavond. Abonnement per 3 maan^r» ft.
franco per post /1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel-
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officleële- en onteigening*-
advertentiën per regel 15 cent Reclames 1—5 regels ƒ1.25. Bewijsnummers naar bulten
worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van bulten de stad worden de incasseerkosten In rekening gebracht Postbus 9.
BUREAU:
lOZtTBQXLAOST 9.
Telefoon 19.
KENNISGEVINGEN.
De Burgemeester en Wethouders van Amers
foort,
Gelet op artt. 6 en 7 der Hinderwet
brengen ter kennis van het publiek, det een
door de Maatschappij tot verkoop van petroleum,
voorheen H. Rieth Co., gevestigd te Amster
dam, ingediend verzoek, met bijlagen, om ver
gunning tot het oprichten van een ondergrondsch
reservoir voor petroleum, met bovenliggend
ijzeren pomphnisje en ondergrondsche toevoer
leiding, op een gedeelte van het emplacement van
het station Amersfoort, bij het kadaster bekend
onder sectie D, bob, 3177, op de Secretarie der
Gemeente ter visie ligt, en dat op Donderdag den
17 September aanstaande, des voormiddagB te
half elf uren, gelegenheid ten Raadhuize wordt
gegeven om, ten overstaan van het Gemeente
bestuur of van éen of meer zijnor leden,
bezwaren tegen het oprichten van de inrichting
in te brengen.
Tot het beroep, bedoeld in art. 15, le lid der
Hinderwet, zijn volgens de bestaande jurispru
dentie, alleen zij gerechtigd, die overeenkomstig
artikel 7 der Hinderwet voor het Gemeentebe
stuur of éen of meer zijner leden zijn verschenen,
ten einde hunne bezwaren mondeling toe te
lichten.
Amersfoort, 3 September 1914.
Burgemeester en Wethouders
van Amersfoort,
De Burgemrester,
Van RANDWIJCK.
De Secretaris,
A. R. VEENSTRA.
KOSTELÖOZE INENTING.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort
brengen ter algemeene kennis, dat, te rekenen
van 9 September 1914, dos Woensdags van iedere
week, des namiddags ten drie uur, in een der
lokalen van het voormalig Werkhuis, aan den
Westsingelalhier,gelegenheid tot kostelooze
inenting wordt gegeven.
Vestigen er voorts de aandacht op, dat bij
de aanmelding het vertoonen van een geboorte
bewijs of trouwboekje gewenscht is.
Amersfoort,, 7 September 1914.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
De Secretaris,
A. R. VEENSTRA.
De Burgemeester,
RANDWIJCK.
Van
By de vluchtelingen.
Een enkel woord, Zaterdagmiddag in het
postkantoor terloops gewisseld, was al vol
doende om met een flinke bezending prach
tig kindergoed te worden verrastnauwelijks
was de conrant verschenen of een tweede
pak vrouwe- en kinderkleeren werd bij ons
bezorgd. Laat ons hier aanstonds bijvoegen, dat
verdere zendingen behooren te geschieden
aan mevrouw Van den Bergh—Van Ittersum,
Wilhelminastraat 5. Ook ten deze behoort
er eenheid te wezen.
We wisten geen beter middel om het vlug
naar zijn bestemming te krijgen dan het
maar zelf naar Oldebroek te brengen. Nu
er haast bij was, althans iets ter beschik
king te hebben, achtten we het veiliger,
maar zelf expediteur te wezen dan de be
zorging over te laten aan een spoorweg
maatschappij.
Volop hebben we dan Zondag genoten van
den beperkten treinendiensttot overmaat
van ramp gaf een Veluwnaar ons nog een
verkeerde inlichting, ten gevolge waarvan
we een marsch van ruim drie uren in de
felle zon langs den eindeloozen, zwaar be-
grinten spoordijk hadden te maken; geen
boompje, dat ook maar eenige schaduw,
geen ven, na zóo veel droge dagen, dat
een aampje verfrissching schonk.
De lange en met verlofgangers overvulde
trein bracht ons weinig over tijd aan het
station Elburg. Een oud-gediende bevestigde
onzen boordevol geladen rugzak en wees
ons den korsten weg.
Heel in de hoogte schitterden de groote
zoogenaamd vaste gebouwen van de bekende
artillerie-legerplaats; de geweldig stoffige
grintweg, aanvankelijk vlak, doch weldra
bedenkelijk stijgend, deed ons na een goed
half uur het kamp bereiken. Even de legiti
matie-kaart vertoond, de wacht liet ons pas-
seeren en weldra stonden we bij de voorste
stallen.
Donderdag 28 Augustus is het eerste, zeer
kleine convooi Belgische vluchtelingen, allen
burgers de Belgische militairen worden
naar Gaasterland gebracht in het kamp
gekomen. Zondag waren er reeds over de
duizendhedenmiddag kwam weer een con
vooi en op den duur zullen er 3000 op en zijn
hoogst 5000 slachtoffers van den oorlog hier
zijn bijeengebracht.
De ruime, zelfs in de felle koude tocht- en
sneeuwvrije stalgebouwen zijn Ingericht tot
nachtverblijven. De paardeplaatsen zijn bij
de latierpalen door 2 Meter hooge houten
schotten afgescheiden in afdeelingen voor 5
personen, hetzij voor een gezin, hetzij voor
5 jongemeisjes dan wel jonge mannen, die
zoo'n beetje gesorteerd zijn. Zoo'n [afdeeling
is afgesloten middels zwaar gonje. Sommigen
hebben er couchettes in getimmerd, beneden
voor de kinderen, boven voor de ouders.
Met een flesch als bloemvaas, een paar tak
jes bloeiende hei, een veldbloem, een ge
kleurd lapje hebben ze eenige gezelligheid
weten te geven aan hun kamertje. Vlak
daarnaast echter ligt de heel zware laag
stroo nog op de zelfde wijze als de militai
ren het er in brachten eer de eerste gasten
kwamen en is er geen spoor van poëzie te
vinden of te verwachten.
En evenals de graad van beschaving spreekt
uit het al dan niet in orde maken van hun
»homec blijkt dit uit het spreken, de wijze
van vragen, enz. Wie 't thuis het best had
den, zijn het meest tevreden, het minst veel-
eischend, het erkentelijkst voor de veilige
haven waarin de Regeering deze schipbreuke
lingen van den oorlogs-oceaan bracht.
Het overgroote meerendeel der kamp-be
volking bestaat uit Luiker-Walenslechts
enkelen spreken Vlaamsch en een zeer klein
deel wordt gevormd door Nederlandsche
werlieden, die kort na het uitbreken van
den oorlog ,door de Belgen werden verdre
ven en zeer terecht door onze Regeering als
Belgische vluchtelingen worden beschouwd.
Het is nuttig noch noodig, dat zij het aan
tal werkloozen in ons land nog komen ver-
grooten, terwijl zij door hun lang verblijf in
België ook halve vreemdelingen zijn geworden.
Het is een zeer gemengde bevolking;
naast hen, die naar kleeding, manieren, op
treden, enz. te oordeelen, behooren tot de
allereenvoudigsten, zijn er, die een maand
en nog korter geleden in zeer goeden doen
waren en die thans niets bezitten, dan de
kleeren die zij droegen toen ze, met achter
lating van alles, moesten vluchten, of lie
ver op de vlucht sloegen. Nu ze weer tot
bezinning zijn gekomen, betreuren velen, dat
ze mee zijn weggehold. En daarbij komt de
geweldige pijniging der onzekerheid omtrent
het lot der hunnenze weten niet of hun
man nog leeft, waar de andere kinderen zijn,
waar broers of zusters of ouders zich bevinden.
Er zijn straatslijpers uit de groote steden
en er zijn stumpers, die heel correct zich
weten uit te drukken óok in zuiver Fransch
en die vloeiend Duitsch en Engelsch spreken
er zijn Rijks-ambtenaren bij en kleine baasjes,
voorlieden in de eene of andere gToote fa
briek, banketbakkers en kappersbedienden,
winkel-personeel, enz.
Het is de zeer zware taak van dr. Hendrik
Muller, den Regeeringscommissaris, om orde
te brengen en orde te houden in deze zóo
uiteenloopende massa. Een staf van ambte
naren helpt hem wat het burgerlijke gedeelte
betreft weldra zullen de eerste huwelijken
worden gesloten, natuurlijk volgens de Neder
landsche wet terwijl een sterk detache
ment marechaussee den politiedienst doel en
huzaren met geladen karabijn overal op post
staan om te voorkomen, dat de wandelingen
te ver zich buiten het reusachtige kamp uit
strekken.
Overdag zijn de menschen volkomen vrij
om binnen de kampruimte zich te bewegen
waar ze willen, 's Avonds, tegen dat het
donker wordt, moeten allen naar de nacht
verblijven.
Het spreekt vanzelf, dat, mede om ver
veling te voorkomen, allen moeten werken.
De mannen bouwen nu houten barakken,
maken zitbanken, helpen in of houden toe
zicht over de eetzalen, of werken onder lei
ding van den heer M. de Koningh, hout
vester van de Ned. Heide-maatschappij
laatstelijk te Cherbourg, die al zeer tevreden
is over den goeden wil van zijn ongeschoo d
tersoneelde vrouwen moeten, zoodra de
Inderen zijn verzorgd en de huiselijke bezig
heden in hun kamertje zijn afgeloopen, kousen
breien of kleeren maken voor den komenden
winter, aardappelen schillen, groenten schoon
maken, enz. De spijzen worde bereid door
de militaire koks in de vaste keukens bij
het commandantshuis op den heuvelrug. Het
eten is natuurlijk allereenvoudigst, maar toch
zijn we een oogenblik in twijfel geraakt door
een chef van een der eetzalen. Een heel
eenvoudig moedertje vroeg hem, gewezen
chef-kok in een der grootste hotels, geheim
zinnig hoe 't menu was. Iets bijzonders,
antwoordde de Vatel, wien 't erg aan zijn
hart ging, dat hij zijn wit pak in der haast
had vergeten mee te nemen. En op haar
aanhouden volgde, na het gewichtig »secrèt
professionel, chère madame*, bij wijze van
troost: »mais après je vous arrangerai un
bon petit crème brulée*, met zóo veel ernst
uitgesproken, dat het vrouwtje in extase
geraakte over zoo'n verraïsing en wij twee
maal moesten kijken eer we zeker wisten,
dat de »plat du jour* wasgestampte
roodekool en aardappelen.
Niet minder verdienstelijk waren de coif-
feurs-posticheurs, die onder een haastig in
elkaar gezet afdakje met groote vaardigheid
en tal van kwinkslagen hun geachte clientele
ontdeden van hun baard van een week en
langer; 't was immers Zondag en dan wil
toch iedereen wel eens op zijn mooist
wezen.
Een geluk, dat er nog zijn, die in al hun
leed nog een grap ten beste weten te geven
en er daardoor den moed in houden. Slechts
enkelen spraken we, doch 't geen we hoor
den, was éen en al ellende, zóo diep tragisch,
dat het een wonder mag heeten, dat slechts
een drietal van deze ruim duizend stakkers
het verstand verloor.
Aan elk der eetzalen hangt een in het
Fransch gesteld werkprogram, zoodat ieder
precies weet wat zij of hij heeft te doen,
hoe laat wordt ontbeten, gemiddagmaald,
gesoupeerd, enz.
Dr. J. W. Jenny Weijerman, lid van den
Centralen gezondheidsraad, heeft de niet
minder zware opdracht, te zorgen voor den
algemeenen gezondheidstoestand. Twee be
roeps-verpleegsters, van welke een den
Balkan-oorlog meemaakte, staan hem bij.
Veel patiënten zijn er niet, wel menschen
met kwalen en kwaaltjes en verwondinkjes.
lederen dag wordt polykliniek gehouden.
Een der Zusters heeft tevens het opper
toezicht over de artillerie-loods, die is inge
richt voor kleedingmagazijn. Er is heel
veel ruimte in, lezeressen, en als straks het
mooie weer, waarvan thans zoo volop wordt
genoten, zal hebben plaats gemaakt voor
regenbuien en gure winden en sneeuw en
vorst dan zal het magazijn duchtig worden
aangesproken.
Bedenkt, dat de menschen vluchtten in
hun zomergoed en bijna niets konden redden
dan hetgeen ze aanhadden. Geeft dusgeeft
allen iets. Overweegt eens hoe schatrijk ge
zijt en dat het een plicht der dankbaarheid
is, voor hetgeen u werd gelaten iets van uw
rijkdom af te staan.
Het geluk diende ons bij ons bezoek.
Bijna dadelijk hadden we de Zuster-»inten-
dante* gevonden. Spoedig was de rugzak
ontpakt, doch nog veel sneller was alles uit
gedeeld een droppel op een gloeienden steen.
Al hadden we het draagvermogen gehad
van den sterksten en meest geoefenden
graanlosser dan nóg zouden de kleertjes als
versmolten zijn onder de heel velen, die op
alle wijzen er om vroegen, naar snakten.
Geeft dus, lezeressen, wat ge uit kist of
kast kunt missen aan boven- of ondergoed
voor mannen, vrouwen en kinderen, 't Be
hoeft heusch niet van den laatsten snit te
wezen. Het allermeest noodig zijn op 't oogen
blik een paar dozijn stevige werkbroeken
voor mannen van 1.60 tot 1.80 M. lengte
en evenveel paren stevige mansschoenen,
doch groote nummers. De Waal is klein van
stuk, doch leeft op grooten voet.
De geestelijke verzorging is opgedragen
aan pastoor Drees, uit Mourand, en aan de
abbé's Chrisfontaine, uit Visé, prof. Bernard
Troquet, uit St. Truien, en abbé Baltua. Alle
thans in het kamp vertoevenden zijn Roomsch
Katholiek.
De godsdienstoefeningen worden gehouden
in het fourage-magazijn, dat, zij het dan ook
hoogst eenvoudig, is ingericht tot kapel.
En tot school.
Het aantal kinderen is legio en om te
voorkomen, dat zij zich en de volwassenen
vervelen, is schooldwang ingesteld. Prof.
Troquet is de scholarch; enkele rintellec-
tuels* staan hem bij en gister kwamen twee
religieuses om de Fröbelschool in te richten
en te leiden.
Alweer vragen, alweer geven? Er komt
geen eind aan.
Lezeressen wilt even bedenken, dat uw
hulp slechts wordt ingeroepen voor de aller
eerste dagen. Dr. Muller kreeg zóo onver
wacht zóo veel logees en bijna onaangediend
komt telkens een luitenant uit het Zuiden
met een convooi.
Als er straks eenig overzicht is te krijgen
en een kortere verbindingsweg zal zijn ge
vonden met Den Haag, zullen dr. Muller en
dr, Weijerman wel zorgen, dat ook het klee
ding-magazijn goed wordt voorzien en zal
het goede voorbeeld, door mevrouw Van den
Bergh, mevrouw Sandberg tot den Essen-
burg en mevrouw Van Reigersberg Versluys
gegeven, alom in den lande navolging vinden.
Wie thans helpt, helpt dubbel.
Zelfs dr. Weijerman kan geen ziekten
voorkomen als hij onder toezicht van de
Zusters en van kader van het militaire hos
pitaal-personeel Iaat baden en niet te gelijk
schoon ondergoed kan doen uitgeven.
Helpt hem en zorgt mee, dat mevrouw
Van den Bergh reeds aanstaanden Donder
dag heel veel kan verzenden.
Stelt het niet uit; van uitstel komt zoo
licht afstel.
Eeuwen geleden opende Nederland zijn
gastvrij gebied voor de Franscbe refugiés;
zouden de Nederlandsche vrouwen thans hun
hart sluiten voor de Belgische vluchtelingen
Wat een pracht van een zomer!
Met uw welnemen, na-zomer. Dat is j(
't juist en die doet zoo licht verge-
i ten, dat de winter op handen is. De
K winter met zijn vele noodende j|
winter, waarin zóo veel zal worden j|
gevorderd van het steun-comité.
Vergeet dit vooral niet
jv Zendt uw bijdragen of uw toezeg-
3 gingen aan het steun-comité, ten
jx Stadhuize, kamer no. 5.
De Minister van Landbouw, Nijverheid en
Handel heeft aan de Biv geroeesters de vol
gende aanschrijving gericht
Daar het mij gebleken is, dat in verschil
lende Gemeenten vrees voor te groote prijs
stijging van inlandsche tarwe en rogge be-