SPECULAAS
HOTEL PLACE ROYALE
Spoorbanket
Boterletter
MH.J.'VAN LENT
METHORST <fc VAN LUTTERVELD.
Üafe deposit.
Feuilleton.
Een zoenoffer.
met Natonrboter gebakken
per pond 50 cent.
per ons 10
Een pondsbuft C. JAMlN's zuivere CACAO kost slechts 60 cents.
AMERSFOORT,
LANGESTRAAT 54
Borstplaat
Fondant-Guldens
Fondant-Kwartjes
(Vruchten-Tabletjes)
Suikerbeestjes
90 Filialen!
800 Personen!
Smolders van Osoli.
Gesticht 1890.
Kortegracht 9, AMERSFOORT, Telefoon 161.
Afzonderlijke zalen beschikbaar voor vergaderingen, diners en soupers.
Dagelijks verkrijgbaar
van twee tot zeven uur, Middagschotels a 8o ct., bestaande uit soep, schotel naar keuze,
nagerecht. Op vastendagen vischgerechten, zonder prijsverhooging. Bekende goede keuken.
Rustige kamers voor langer verblijf, tegen pension-prijzen.
AMERSFOORT.
WESTSINGEL 87.
BUSSUM.
HEERENSTRAAT 2.
Nemen gelden ii deposito
tegen effecten onderpand.
Rentevergoeding 4 pCt.
TTT*"|x u degelijk en net SCHII.DER-
W lit enBEHANGERSWERK,tegen
concurreerende prijzen, wendt u
dan tot
Schilder en Behanger,
VA1.KK8TRAAT 29-31. Telefoon 332
Eerste Amersfoortsche
Glazenwasscberij en Puibewassching.
140
150
I WEDEROM VERKRIJGBAAR
Hyni-anthraciet 25/50 m.m. a f 1.50 per H.M.
1 20/30 a f 1.40
Ik maak bekend, dat al m^n pryzen nog de zelfde
z\ja, die myn zomer-pryscourant vermeldt.
Aanbevelend, J. VAN GINKEL Jr.
Hoogeweg 76, Telefoon 206.
150 140
Kassiers en Commissionairs in Effecten.
(Commanditaire Vennooten H. OYENS ZONEN te Amsterdam.)
BUIJRHCIZEX 15 (naast lie Neilerl. Bank).
TKLKFUON 19.
COUPONS.
INCASSO'S.
MEURSING MACHINALE FABRIEKEN VAN GEBAK,
afdeeling BROODFABRIEK, Amersfoort.
Onze bruto broodprijzen, die met de 10 pCt. korting zijn voor de contante
betaling, zijn, te beginnen met 12 October 1914, zooals hierna volgt:
Melkbrood10, 15 en 20 cent.
Wittebrood9, 12, 15 en 20 cent.
Werkbrood10, 12, 18 en 24
Moutbrood11 cent.
Gezondheidsbrood8, 12, 18 en 24
Munitiebrood11 en 15
Bruinbrood15 cent.
Gelder&ch Kropbrood15
Klein Kropbrood16
Half Kropbrood28
Zoet Roggebrood10
Melkkadetjes en Weenerbroodjes 21/2
Krentenbolletjes2 '/2
HET DIVIDEND ZAL OP DEN GEWONEN TIJD
WORDEN UITGEKEERD.
40).
In een der aristocratische zijstraten van „Unter
den Linden", waar de rusteloos voortrollende
stroom van het verkeer der groote stad het ge-
droischvolst en levendichst is, bevindt zich bet
rijk ingerichte magazijn van den juwelier Ehren-
fried Kiingenberg. Daar schittert en flikkert het
achter de spiegelruiten van de heide reusachtige
uitstal vensters in een zinsbegoochelend getwinkel
van prachtige brillanten en andere kostbare
edelgesteeneD colliers en arbandea van onnoem
lijke waarde lokken op zijden en fluweelen kus
sens de voorbijeangsters tot een bewonderende
beschouwing en het zou een onmogelijkheid zijn,
al de begeerlijke blikken te tellen, die in den
loop van éen etikel nur uit mooie vrouwenoogen
dezen voorde meesten onbereikbare heerlijkheden
toegezonden worden.
Hst magazijn zelf gelijkt met zijn goudleeren
behangsels en zjjn prachtige zetels meer op
den onvangstsalon van een voorname woning,
dan op een gewonen winkel, en bij geen der
voorbijgangers bestaat cenigen twijfel, dat Kiin
genberg de elegantsten en rijksten tot zijn
klanten mag tellen.
Doch men ziet merkwaardigerwijze slechts
zelden een kooper in het scbilierend ingerichte
magazijn.
De keurig gekleede jongeman, met zijn kranig
opgestreken blond kneveltje, wiens taak het is,
de klanten te bedieneD, leunt bijna voortdurend
met droomerig gelaat tegen een der hooge
glazen kasten en Kiingenberg zelf vertoont zich
slechts met lange tusscbenpoozen voor eenige
weinige oogenblikken in zijn zaak.
Zijn uiterlijk beeft iets buitengewoon waar
digs en vertrouwenwekkends. Het zilvergrijze
haar komt voortreflijk uit op het goedige, vlee-
zige, met een rooskleurig waas overdekt gelaat,
en de dikke banden, rr.et de korte plompe vin
gers, die bijna onafgebroken over het sneeuw
witte vest op het ronde buikje zijn gevouwen,
schijnen te verbalen van een werkzaam, welbe
steed leven en van de behaaglijke rust van een
vreedzamen ouden dog. Alleen de oogen passen
niet te best bij het onschuldige, innemende
beeld van zijn verschijning.
Wel is het niet zeer gemakkelijk om tot een
bepaalde rneening over deze oogen te geraken,
want zij verschuilen zich achter de blauwach
tige glazen van een gouden bril, maar scherper
toekijkend bemerkt men toch, dat ze zeer klein,
zeer beweeglijk en van zekere loerende listigheid
zijn, die een zichtbaar contrast vormt met de
bijna kinderlijk goedige uitdrukking der gelaats
trekken.
Telkens wanneer zich de electrische schel van
de winkeldeur doet hooren, wordt de dikke
tusscben de glazen kasten zich bevindende por
tiere een weinig op zijde geschoven en wordt
Klingenbergs eerbiedwaardig grijB hoofd tusschen
de plooien zichtbaar om den binnentredende aan
een vluchtige monstering te onderwerpen. In
de meeste gevallen is het echter na weinige se
conden reeds weder verdwenen, want de verkoop
blijft uitsluitend aan den eleganten, jonge man
met- zijn droomerig uiterlijk overlaten.
Dezen voormiddag had er echter een zeldzame
uitzondering plaats op den regel.
Een met uitgezochte elegantie gekleed, bejaard
heer was den winkel binnengetreden; deportiëre
had zich bewogen en onmiddellijk daarop was
het hagelwitte vest van Kingenberg en al het
geen daartoe behoorde in het magazijn ver
schenen.
„Ik heb de eer u te groeten, mijnheer de
baron klonk zijn ietwat lijmerige maar niette
min hoffelijk stem den bezoeker tegemoet. „Het
is mij een buitengewoon genoegen, dat u mij nog
ffiet geheel en al vergeten zijt. Fritzmanu geef
gauw een stoel. IJ komt u vermoedelijk een
klein cadeautje uitzoeken, is 't niet zoo?"
Baron Von Nordenholz had zijn monocle uit
het oog laten vallen en bracht op zijn gewone
zenuwachtige wijze den "zijden zakdoek even
tegen het 'oorhoofd.
„Later misschien, mijn waarde Kiingenberg",
zaide hij met buitengewone vriendelijkheid, „voor
het oogenblik zou ik u gaarne een paar minuten
onder vier oogen willen spreken".
„Ik ben geheel tot uw dienst, baron". Hij
sloeg de portii-re ter zijde en liet zijn bezoeker
voorgaan in het aangrenzende kabinet, welks
eenvoud een merkwaardig contrast vormde mot
de overladen pracht van den winkel.
Daar waren, behalve een plompe mahonie
houten schrijftafel van een niet te bepalen
ouderdom en een brandkast van een alle achting
i gebiedenden omvang, slechts een verschoten
ripsen sofa en eenige gewone rieten stoelen aan
wezig. Een hier en daar gestopt, versleten tapijt
bedekte den vloer en tegen de wanden hingen
een paar geëncadreerde fotografieën van de
goedkoopste soort.
Baron Von Nordenholz moest zeker dit vertrek
wel niet voor de eerste maal betreden hebben,
want op zijn trekken vertoonde zich niets van
die verwondering, welke anders bepaald onver
mijdelijk geweest ware. Zonder eerst een antwoord
van den heer Kiingenberg af te wachten, liet
hij zich op een van de rieten stoelen neder en
nam een sigarette uit zijr. koker.
„Je kunt je natuurlijk wel denken, om welke
reden ik bier kom, oude vriend", opende hij op
een lossen, bijna schertsenden toon, die niette
min niet geheel ongedwongen klonk, het gepprek.
„Men gaat zich toch niet zonder harde noodza
kelijkheid in het hol vun den leeuw begeven".
Kiingenberg lachte, en men kon zich werke
lijk geen onschuldiger, goediger lachen denken
dan het zijne.
„Uitstekend, baron, uitstekend Grappig "1*
altijd, ik zie er ook precieH uit als een leeuw,
niet waar?"
(Wordt vervolgd)-