t
Neq-Pl anten boterfabrie
SAFE DEPOSIT
An5TEEDAn
Klappa Plantenboter en IS.U.K* Plantenvet
Bank vanHuydecoper Van Dielen
HDepoeito's-
DURE vleeschprijzen,
G0EDK00PE vischprijzen.
©♦©♦©♦©♦O
Blanche.
LAMA1S0N BOUWER Co.
Kortegracbt 22
naast het Postkantoor.
Kantoor ran 9 tot 4 nur.
Poets alleen met
J Hst basta poets-sn
I constrvscrvtwiitlddtl I
|voorèthoen«nef^
Engros-verkoop voor Amersfoort en om-
treken J. van VOLLENHOVEN, Afdee
ling KOLONIALE WAREN. Groo»e Kop
pel 7 te Amersfoort.
(JREDIET-VEBEENIGING
te Amsterdam.
Correspondentschap te Amrkbfoort.
mr. H. J. M. run den BKKUtl.
tv i lh elm i kastraat 6.
Zi] stelt zich ten doel
het verleenen van Credieten onder per
aoonlijke of zakelijke zekerheid of in-blanco
het incasseeren van handelspapier
het ontvangen van gelden ft déposito
in rekening-courant.
zijn verkrijgbaar by alle goede kruideniers en handelaren in Comestibles.
Inlichtingen worden gaarne verstrekt door de Nederlandsche Plantenboterfabriek, ROKIN 75 le
AMSTERDAM, Telefoou Noord 3244, eu door het Agentschap
HAESEKER LASEUR. Neiide 19 te Utrecht. Telefoon 130.
Bijkantoor AMERSFOORT.
Z.ange8traat 105 Telefoon XTo. 30O
Renteversoedliis
dadelijk opvraagbaar 3J/a P^-1-
10 dagen opzegging S:t/4
1 maand vast4
3 maanden vast 4
1 jaar vast4
VISCH- en KTTIWI^
©FRUITHANDEL eeUiel IM2©
Langstraat 14, AMERSFOORT, Telefoon 277.
Prima Hollandsche Zonteviseh 25 cent per pond. V
Prachtige mooten Kabeljauw a 30 cent per moot. J
Gebakken Spiering 8 cent per ons. - Spekbokking
van af 8 cent per stuk en verdere vischsoorten. A
FEUILLETON.
3»-)
Blanche stiet een duivelschen lach uit
haar gelaat werd ontsierd door den trek van
haat.
>'t Uur waarop Blanche Lisely zich zal
wreken, nadert»siste zij.
Zij wilde wraak nemen, volkomen, geraf
fineerd, onverzoenlijk. Zij was voornemens,
onverpoosd te treffen en zich van allerlei
wapens te bedienen.
Het haastig verhaal, door haar vroeger aan
den graaf De Nancey gedaan, bevatte geen
enkel woord, dat niet de letterlijke waarheid
was.
Mademoiselle Lisely had bemind Opge
wonden van hart, vurig van aard, net een
vlammende verbeeldingskracht, had zij voor
Paul plotseling liefde opgevat bij den eersten
aanblik; een liefde, zonderling en onstuimig
als zijzelve.
Zij geloofde hem onvoorwaardelijk, zij j
maakte van hem haar held, haar afgod, het I
meer dan volkomen wezen, waarvan alle
vrouwen ten minste eens in haar leven ge- I
droomd hebben.
Haar liefde vond zich bovendien vermeer- i
derd met bevredigden hoogmoed en al zijn
genietingen en ijdelhcid.
Het sohcen Blanche verrukkelijk, in het
huwelijk te treden met een edelman, die
een historiscben naam droeg. Zij zou gravin
De Nancey worden. Zij zou door de goede
deur de wezenlijke groote wereld binnen
treden, waar haar schoonheid, haar weelde
rige geest haar spoedig tot den eersten rang
zouden verheffen. Zij geloofde het ten minste,
want alle illusie, zoolang Ze beBtaat, heeft de
waarde der waarheid.
Men weet hoe de droomen van mademoi
selle Lisely eindigden.
De man, wiens gade zij zich reeds waan
de, de man, dien zij onuitsprekelijk beminde,
met al haar hart en al haar zinnen, deze
man bad haar de diepste beleediging aange
daan.
Nog den zelftfen avond schreef zij een
allervriendelijkst briefje aan gravin De Nancey,
waarin zij mededeelde, dat zij haar op Mont
morency den volgenden middag zop komen
bezoeken.
Paul had zijn jonge vrouw intusschen
onderricht van het te verwachten bezoek; zij
had met groote belangstelling toegeluisterd
en verklaard, dat zoo mademoiselle Lisely
inderdaad een vriendin voor haar bleek te
zijn, zij volgaarne met haar zou omgaan.
Op het afgesproken uur leidde graaf De
Nancey de schoone vrouw in de salons, waar
Marguerite haar met een buiging ontving.
Blanche had alle maatregelen genomen
om de argelooze jonge vrouw in haar netten
te lokken.
Eenvoud behaagde Marguerite en daarom
was Blanche's hoogst kleedij eenvoudig, haar
omgang schier naïef. Zij scheen, sprekend
met de vrouw die zij tot in het binnenste
van haar hart haatte, haar gemoed te openen
en toonde, als wist zij het niet, schatten van
oprechtheid en teergevoeligheid.
In een uur tijds was de jonge gravin on
der haar betoovering en 't scheen haar, toen
na het maal Blanche naar het Zwitsersche
huisje terugkeerde, dat zij nu geen vriendin
meer zou kunnen missen, die haar zóo goed
begreep en haar in zooveel opzichten geleek.
Welnu, lieve," vroeg de graaf, zoodra
beiden weder alleen waren, >hoe vindt je
haar ?t
•Ik ben niet in staat, haar te beoordeelen».
antwoordde Marguerite, »maar heb haar reeds
lief. Je, ik heb baar hartelijk lief. Ik wilde,
dat zij mijn zuster was. Jammer, dat Ville
d'Avray zóo ver van Montmorency is. Als
Blanche dichter bij ons woonde, zou ik haar
alle dagen, ieder oogenblik zien. Wij zouden
elkander schier niet meer verlatene.
Wees voorzichtig riep Paul glimlachend.
Waarom
Weet je, dat ik jaloersch zou worden op
een zóo snelle en levendige vriendschap?»
Marguerite wierp zich in de armen van
haar echtgenoot en lispte:
Jij, jaloersch? O, je weet wel, dat ik je
altoos veel meer dan anderen zal liefhebben.
Je weet maar al te goed, hoe veel ik van je
houd».
De graaf werd bewogen. Marguerite was
zoo jong, zoo mooi, zoo bewonderenswaardig
beminnelijk. Hij voelde aan zijn borst haar
kinderlijk hart met versnelde slagen klop
pen hij voelde de lippen der gravin de
zijne zoeken.
Helaas, tusschen de twee echtgenooten
stond Blanche's schim.
Twee dagen later voerde Paul zijn vrouw
naar het Zwitsersche huis te Ville-d'Avray.
Mejuffrouw Lisely, dieervan verwittigd was,
verwachtte hen. Zij ontving de gravin met
zulk een wonderbaar natuurlijke losbarsting
van vreugde, dat zelfs een meer ervarene
dan Marguerite er door misleid zou zijn ge
worden. Zij hield haar gasten tot des avonds
en beloofde tweemaal per week haar lieve
vriendin zooals zij Marguerite noemde
te komen bezoeken.
Zij hield woord. Blanche en de gravin
konden elkander niet meer missen, en 't was
een heerlijk schouwspel deze twee zoo be
koorlijke jonge vrouwen, wier schoonheid
echter zeer verschillend was, langzaam op
het fijne zand der lange ulleeën te zien
wandelen in de schaduw der takken van de
honderdjarige boomen.
Blanche Lisely was sinds dien tijd onaf
scheidelijk van gravin De Nancey. Ze gingen
met elkaar rijden, brachten uren met elkaar
door. De jonge gravin vertelde haar harts
geheimen aan haar vriendin, die steeds méér
vriendschap en lieftalligheid ging huichelen.
j Faul de Nancey geraakte geheel
JE*, de. betovering van de vriendschap,
die Blanche zijn vrouw scheen toe te dragen.
(Wordt vervolgd.)