Dinsdag I Juni 1915.
No 8575.
64e Jaargang.
Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „l>e Ainersfoortscbe Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff"
HOOFD-REDACTEUR
F. J. FHSDERZKS.
AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden 1,—
franco per post f 1.15. Advertenticn 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officleêle- en ontelgenlngs-
advertentien per regel 15 cent Reclames 13 regels ƒ1.25. Bewijsnummers naar bulten
worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advërtentlen van bulten de stad worden de Incasaeerkoeten In rekening gebracht.
BUREAU:
XORTSQRAOBT 9.
Postbus 9. Telefoon 19.
KENNISGEVING,
De Burgemeester van Amersfoort,
Gezien artikel 41 der Gemeentewet,
Brengt ter kennis van de ingezetenen, dat de
Baad dezer Gemeente zal vergaderen op Dins
dag den 1 Juni aanstaande, des namiddags te
acht ure.
Amersfoort, 27 Mei 1915.
De Burgemeester voornoemd
Van RANDWIJCK.
Vredesklanken.
Uit ENGELAND.
In den «Labour leader» van Mei vim
den wij Meigroeten van verschillende be
kende Engelsche personen, die hun welge
meende Meiboodschap zenden aan heel
Europa, zoowel aan vriend als vijand.
Zij zijn het allen eens, dat slechts inter
nationale samenwerking hoewel zij dezen
oorlog niet heeft kunnen tegenhouden, of
voorkomen Europa niet alleen van oneer,
maar ook van barbarisme redden kan.
Wij laten hier eenige aanhalingen volgen.
Charles Treveleyan schrijft o.a. dat, alhoe
wel de volkeren nu den strijd volhouden,
omdat zij meenen, dat dit noodzakelijk is
voor de verdediging van hun huis en haard,
zij na den oorlog minder dan ooit zullen
gelooven, dat vechten en zich bewapenen de
zekerste weg is om hun land te beschermen.
Velen zullen door den oorlog verminkt zijn
geworden, honderdduizenden anderen zullen
persoonlijk verdriet en economischen onder
gang over zich zien komen.
De nutteloosheid van den oorlog zal dieper
gegroefd worden in de harten van man en
vrouw dan zelfs de grofste fouten van
regeeringen of de misdaden van een militaire
overheid. Spoedig na den oorlog, wanneer
men weer de zuivere waarheid kan erkennen,
zal men zien welk een ongeluk het is, zijn
eigen natie zonder zonden te willen zien en
andere naties te vervloeken. Engeland en
Duitschland, Frankrijk en Oostenrijk zullen
het nooit eens worden, zeker niet door te
vechten over de vraag, welke regeering het
meeste schuld heeft, maar zij kunnen het
eens zijn, dat het gebrek aan menschelijke
samenwerking, dat door den oorlog is in het
leven geroepen, een lagere trap van orga
nisatie vertegenwoordigt dan die, welke het
menschdom nu redelijkerwijze mag verlangen.
De krachten voor vrede en broederschap
waren er vóór den oorlog, maar zij waren
veronachtzaamd door Staatslieden. Aan het
einde van den oorlog zal de gelegenheid
komen voor een nieuwe orde van zaken.
Gedurende de bittere periode van ontnuch
tering, wanneer de landen gaan berekenen
wat het hun gekost heeft, zal er een tijd zijn,
dat de wensch opkomt, rassenhaat uit te
wisschen. Dan moeten zij, die in een inter
nationale toekomst gelooven, niet alleen leer
stellingen over broederschap verkondigen,
maar inderdaad werken voor het in leven
roepen van een nieuwe organisatie tot inter
nationale samenwerking.
E. D. Morel, Secretaris van de «Union of
Democratie Control» zegt, dat er drie groote
werken voor de democratie van Europa te
doen zijn: x. het einde te verhaasten van
dezen krankzinnigen strijd, die tot niets goeds
kan leiden; 2. zorg te dragen, dat dc volkeren
gelegenheid zullen hebben, een gezondere
maatschappij op te bouwen, en 3. hun macht
zóo te gebruiken in de toekomst, dat het
voortaan onmogelijk zal zijn, dat zoo'n groote
misdaad te hunnen koste opnieuw bedreven
wordt.
Miss Vernon Lee gelooft, dat aan het
einde van den oorlog en zoover als uit
voerbaar is reeds thans, gedurende zijn ver
loop de arbeiders van alle landen, zoowel
die met den geest, als die met de hand,
zich vereenigen voor de verspreiding van
het democratisch beginsel. Het democratisch
beginsel wil zeggen, dat mannen en vrouwen
een wil hebben en geen doode dingen zijn
en niet moeten behandeld worden als vee.
Daarom geen geheime diplomatie meer, die
onverwacht de volken in een oorlog dwingt,
en geen overdracht van grondgebied, behalve
door de werkelijke keuze van de bewoners
van dit gebied. Laten de arbeiders van alle
landen het elkaar en hun regeering duidelijk
maken, dat zij geen regeling willen, welke
zou afhangen van het militaire succes.
Uit DUITSCHLAND.
In ons blad van j.l. Zaterdag namen wij
een artikel over van generaal jhr. Van der 1
Goes, waaruit wij de volgende zinsnede her
halen. De woorden, waarop het voor ons
doel aankomt, cursiveeren wij.
«Aangezien bij het kwaadaardig karakter,
dat deze oorlog gaandeweg heeft aangenomen
en het niet aanneemljk is, dat de beslissing
met de wapenen te verkrijgen zal zijn
vermoedelijk geen der partijen er toe zal
kunnen of willen overgaan om het eerst
vredesvoorstellen te doen, zal interventie
onontbeerlijk worden».
In verband hiermede laten wij een gedeelte
volgen van een artikel, waarop de Neder-
landsche Anti-Oorlog Raad de aandacht heeft
gevestigd met een opschrift: «de plicht van
het beslissende uur». Het komt voor in de
«Sozialistische Auslandspolirik», een onlangs
opgericht tijdschrift waaraan Kautsky, Bern
stein en Heinrich Ströbel meewerken.
De laatste schrijft daarin
«Voor hoe gunstig men ook de tegenwoor
dige positie van Duitschland in den oorlog
houden mag, de beteekenis van het ingrijpen
van Italiö met een of anderhalf millioen
versche, voortreflijk uitgeruste troepen, zal
men bezwaarlijk wagen te onderschatten.
Men behoeft volstrekt niet bezorgd te zijn
voor een Italiaansche doorbraak aan de Noord
en Noord-Oost-Italiaansche grenzen, behoeft
ook geen gevaar voor Triëst en Pola van
zee uit te vreezen, om niettemin niet den
ernst van den toestand te miskennen. Het
ingrijpen van Italië beteekent in ieder geval
de gebondenheid van een zóo sterke troepen
macht van de Middel-Europeesche mogend
heden, dat de ontplooiing van een krachtig
offensief naar Oost en West belangrijk bei'n-
vloed wordt.
Het Duitsche defensief zou wel i9 waar
naar onze vaste overtuiging ook door het
ingrijpen van Italië niet aan het wankelen
te brengen zijn. Het aantal Duitsche en
Oosten rij ksche troepen is zóo groot en nog
dermate te vermeerderen, en de qualiteit van
deze troepen zóo boven alle twijfel verheven,
dat de tegenstanders zich bitter zouden be
driegen, wanneer ze soms de hoop koesterden
op een militaire ternederwerping van de
centrale mogendheden. De ernstige poging
van een vijandelijk offensief zou vele hon
derdduizenden, zou millioenen offers kosten
en toch tegen den ijzeren muur der verbonden
legers te pletter loopen.
De militaire en politieke toestand is echter
aan den anderen kant onmiskenbaar zoo
danig, dat zij voor de verwezenlijking van
de plannen van de Duitsche annexatie-politiek
geen uitkomst biedt. Alle pogingen om deze
plannen tóch te verwezenlijken, zouden slechts
de kolossaalste offers verslinden. Dat heeft
ook Von Zedlitz begrepen, die onlangs in
den «Tag» waarschuwde tegen een over
drijving van de Duitsche oorlogs-doeleinden
en een noodlottige uitputting van de Duitsche
volkskracht.
Deze waarschuwing kan niet genoeg onder
streept worden.
Maar al is ook de toestand niet gunstig
voor de stichting van het gedroomde Middei-
Europeesche wereldrijk, dan toch gelukkiger
wijze wel voor de tot stand brenging van
een voor Duitschland en Oostenrijk cervollcn
vrede.
Engeland, de sterkste tegenstander van
Duitschland, zal diens o ver win n 1 ng, uit
politieke zucht naar zelfbehoud met alle, zelfs
de uiterste middelen trachten te verhinderen
maar Duitschland* nederlaag zou voor
Engeland een hoogst onzekere politieke zaak
zijn. Engeland's belangen komen immers in
Azië overal In botsing met die van Rusland,
terwijl het zich door een toekomstige vriend
schapsverhouding met Duitschland de grootste
politieke voordeelen zou kunnen beloven.
Ware echter Engeland bereid om met
Duitschland vrede te sluiten, dan waren ook
Frankrijk en Rusland om van Italië reeds
geheel af te zien genoodzaakt, met de
centrale mogendheden tot overeenstemming
te komen.
Zonder twijfelEuropa kon vrede hebben
een voor alle partijen aanneembaren, eer
vollen vrede als het verstand de over
winning behaalde over den hartstocht en den
verblinden haat.
Het zou den vrede kunnen hebben, als
alle Staten afzagen van veroverings- en wraak
plannen. Een vergelijk zou zich gemakkelijk
een weg banen, wanneer eindelijk eens offi
cieel de oorlogsdoeleinden der Staten aan
de openbaarheid werden prijsgegeven.
Wat wakkert nu den haat, den hartstocht,
de fanatieke oorlogswoede aan? De veront
waardiging over de aanmatigingen en de
zoogenaamd schandelijke bedoeling van de
anderen. In Engeland en Frankrijk doet men
telkens opnieuw de geestdrift voor den oorlog
ontvlammen door te wijzen op Duitschland's
toomloozc veroveringsbedoc-lingen, en in
Duitschland predikt men met welbespraakte
t&ug'het doorzetten* met een beroep op de
Fransch-Engelscbe vastberadenheid het Duit
sche militairisme met wortel en tak uit te
willen roeien en het Rijk weer in zijn be-
standdeelen te willen oplossen. Zoo vreest
de een den ander, terwijl de volken in alle
landen niets zoo vurig wenschen als den vrede.
Er bestaat derhalve voor het volk en zijn
vertegenwoordigers in a 11 e landen geen meer
dringende en actueele plicht, dan eindelijk
de Regeeringen te nopen tot dc openhartig
ste uiteenzetting van dc oorlogspolitiek en
de duidelijkste omschrijving harer oorlogs
doeleinden. Geen enkele F ogecring behoefde
te vreezen, zich aan iets schuldig te maken,
wanneer zij met een acte van openbaarheid
en politiek verstand vooraangaat. Engeland
en Frankrijk zouden een openlijk oproer
beleven, indien hun Regeeringen nog hon
derdduizenden lichtzinnig zouden willen op
offeren voor een oorlog, die door een ondub
belzinnige verklaring van de Duitsche Regee
ring het karakter van den verdedigingsoorlog
verloren zou hebben.
Gaat de oorlog verder, dan zullen zich
dat bewijzen alle ervaringen der verloo-
pen tien oorlogsmaanden de kansen ook
na 6 verdere maanden nauwelijks wezenlijk
veranderd hebben. Men zal ten slotte tóch
tot een vrede komen, die men reeds heden
zou kunnen hebben. Slecht» dat men, tot het
zoover is, Europa geheel en al in een reus
achtig doodenhuis zal veranderd hebben.
In 't vooruitzicht van een nieuwe, ver
schrikkelijker pltase van den wereldoorlog
is het daarom de plicht van alle denkende
politici, den roep om den vrede met den
uitersten nadruk aan te heffen. De eerste
voorwaarde voor vredesonderhandelingen is
echter het (zonder de minste terughouding)
bekendmaken van de oorlogsdoeleinden.
Wie in dit onheilsuur nog zwenkt en aar
zelt, laadt de vreeselijkste verantwoording
op zich.
Nederland als Roode
Kruis-laiid.
de eischen des tijds en der kunst te behan
delen
Het blijven toezien zoo vervolgt de
schrijver waar zooveel ellende zou kunnen
gelenigd worden, vind ik niet in den geest
van onze natie. Laat ons aan de oorlog
voerende mogendheden onze hulp aanbieden.
Wordt dit geweigerd hetgeen mij on
mogelijk schijnt welnu, geen verwijt kan
ons dan later daaromtrent treffen.
Wordt onze hulp aangenomen en nemen
wij gewonden ter liefderijke verpleging op,
ons kleine Holland zal in aanzien stijgen
voor geheel de beschaafde wereld. De wereld
zal beseffen, dat er ook nog naties bestaan,
die door liefde groot worden, en ons liefde
rijk voorbeeld zal voor de op wraak be
luste groote mogendheden wellicht een prik
kel worden tot den algemeeneti vrede.
Ons goed Holland, dat in dezen oorlog
zooveel sympathie verwierf door zijn op
treden jegens dc arme vluchtelingen, dat
in den beginne reeds een 160 gewonden
opnam, waarvan er tot heden nog ver
pleegd worden, ons Holland zou om deze
daad van naastenliefde door de eeuwen
heen als voorbeeld gesteld worden van
piëteit.
In de geschiedenis der volkeren zou
met vette letters geboekstaafd worden,
dat tijdens den oorlog van 1914 1915 on
der de regcering van Koningin WUhcl-
mina, >de Barmhartige*, Nederland het
toevluchtsoord werd van de vluchtelingen
en zijn grenzen openstelde ter opneming
van de gewonde krijgers van allen land
aard. Ons nageslacht zou met trots noe
men de namen der mannen, die thans
aan het hoofd van onze Regeering staan,
als mannen van hart en gevoel.
Ons land is klein en valt in 't niet naast
de groote mogendheden van Europa, doch
laat ons groot zijn daarin, waar het in onze
macht is, groot te zijn.
Laat ons groot zijn in liefde tot de
menschheid.
Laat ons Nederland tot algemeen lazaret
der oorlogvoerenden verklaren, Indachtig
het Goddelijk woord: »Wat gij den minste
der Mijnen deedt, dat hebt gij Mij gedaan*.
De dure tijd.
Het jongste nummer van het maandblad van
hctCcntraal-bureau voor dc statistiek geeft een
denkbeeld van het duurder worden der
levensmiddelen in de laatste 20 jaar.
Als de prijs van onderstaande levensmid
delen 100 was In 1893 dan is hij nu voor;
Jan. Aug.
tot tot
Juli Dec. Jan. I-'ebr.
1913
«9«4
«9*4
«9*5
«9*5
Bruine boonen
«34
30
164
168
'64
Groene erwten
«37
140
«47
«37
«37
Gort
«ij
110
126
«Ji
«3»
Leidsche kaas
140
140
«39
«49
149
Koffie
94
87
89
9"
90
Margarine
127
98
101
«03
«°5
Tarwebloem
124
«24
141
«47
«53
Boterolle
94
94
101
106
1 '3
Rijst
116
112
119
125
122
Soda
83
83
100
100
100
Suiker
83
87
9'
9»
9*
Thee
112
112
114
115
'3
Groene zeep
87
83
9J
108
108
Zout
80
80
90
90
00
Gemiddeld
«4
"3
121
«29
«30
In den «Limburger Koerier* stelt «Medi
cus* de vraag: Waarom hebben wij hier In
Nederland onze prachtig Ingerichte Roode
Kruis-hospitalen met een zoo goed geoefend
personeel
Is het geen tijd, dat onze Regeering haar
hulp aanbiedt aan de andere mogendheden
om te helpen lenigen zooveel smart, waar
anderen in eigen land niet n.eer In staat
zullen zijn, den vloed van gewonden naar
Koffie, suiker en zout zijn dus iets goed-
kooper geworden, doch alle vcrbrulksartike-
len saam genomen, geven een prijsverhooging
van, gemiddeld 30 pCt.
Doodt do vliegen!
Het schijnt onzen huismoeders moeilijk aan
't verstand te brengen, hoe gevaarlijk de
vliegen zijn. Zij zijn vervelend dc vliegen
nameljjk doordat zij in de melkkan vallen