De Voorzitter: De geheele zin gaat er uit en het voorstel wordt niet meegezonden. Het voorstel wordt aangenomen z. b. st. 138. Vaststelling der ie supp'.e- toire kohieren schoolgeld. dieost '9'5> voor verschillende inrichtin gen van onderwijs. Goedgekeurd zonder beraadslaging of stem ming. 139. Vaststelling primitief kohier der Hondenbelasting, dienst 1915. De heer Leinweber: M. de V., ik heb het kohier der Hondenbelasting eens nage zien en met tevredenheid opgemerkt, dat het dit jaar meer opbrengt dan in andere jaren, maar ik zie toch nog steeds honden op straat loopen. die aangeteekend staan voor f 1.50, terwijl zij geen waak- doch pleizierhonden zijn. Ook heb ik gemerkt, dat enkele men- schen nog honden hebben, die niet op het kohier staan. Ik zou dus gaarne zien, dat dit kohier voortaan meer accuraat werd opge maakt. De Voorzitter: Het is U misschienbe- kend, dat het opmaken van de kohieren uiterst moeilijk is. Maar als U houders van bonden bekend zijn of U honden weet, die onder een verkeerde rubriek geplaatst zijn, dan zal dc Raad het zeer op prijs stellen als U dit wilt opgeven. Er kan dan een supple toir kohier worden gemaakt. U wenscht geen voorstel te doen tot wijziging v; n het kohier door aanvulling of verandering van rubriek? De heer Leinweber. Neen. M. de V. Goedgekeurd zonder stemming. 149. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van een besluit tot het verleenen van af schrijving van Inkomstenbelasting, dienst 1914, wegens vertrek of over lijden. Goedgekeurd zonder beraadslaging of stem ming. 141. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling der be sluiten in zake reclame schoolgeld- belasting, dienst ii|i4 benevens dienst 1914—1915. Als voren. Om 9,05 is aan de orde de RONDVRAAG. De Voorzitter: De heer Hofland heeft straks, onder de mededeelingen, het woord gevraagd. Hij wenscht dat nu zeker te hebben. De heer Hofland: Heel graag. M. deV. De Voorzitter: Dan is het woord aan den beer Hofland. De beer Hofland: M. de V., ik heb straks het woord gevraagd en toen heb ik zelf ai gemeend, dat het. wat betreft die zaak, beter was, te wachten tot de rondvraag. Maar vóór ik tot die bepaalde zaak overga, M. de V., zou ik U willen verzoeken om mij eerst nog voor een andere zaak bet woord te ver leenen. Ik heb mij n.l. voorgesteld, in deze vergadering te sprekeD over de noodzakelijk heid, dat de Raad zou kunnen besluiten 'n 1 jeginse), of in elk geval de noodzakelijk- b'jld zou erkennen om te overwegen, dat wij in deze Gemeente zouden komen tot een Verordening op het brood. Toen ik was gekozen tot lid van den Raad heb ik dadelijk de mogelijkheid overwogen om hier, evenais dat in enkele -".dere groote Gemeenten het geval is, te 1 men tot een verordening op het broodgewicht, op de samenstelling en op de deugdelijkheid. En nu heb ik mij tot taak gesteld, daarover particu lier enkele gegevens te verzamelen. Maar ik heb tot mijn blijdschap bemerkt, dat die zelfde zaak ook de aandacht had van B. W. of in elk geval, dat onder de inspiratie van dat College door een ander gegevens zijn verza meld en die zijn verwerkt tot een statistiek, die ik thuis gezonden heb gekregen in de „Amersfoortsche Courant" van de firma Van Cleeff. Ik was daarmee erg in mijn schik, M. de V.. want daardoor werd ik ontheven van de moeilijke taak, zelf gegevens te verzamelen en om enkele van mijn vrienden te vragen, het zelfde te doen. Wij hebben als conclusie van dat rapport kunnen lezen, dat de bepa lingen, die door U in verband met den nood toestand zijn uitgevaardigd, op zoodanige wijze zijn ontdoken, dat het brood door de Gemeen- tenaren hier per K.G. tol 5 cent boven het maximum werd betaald. En ik heb mijzelven toen, en ook al eerder, afgevraagd hoe het mogelijk zou zijn om zoo goed mogelijk het bezwaar te ondervangen, dat onze medeburgers, zonder dat zij daar zelf erg in hebben, voor het brood meer be talen dan nu bepaald strikt noodzakelijk ge acht wordt door U in verband met de be staande omstandigheden. En ik heb dadelijk bij mijzelven gezegd de eenige weg om daar aan te ontkomen, is, dat wij krijgen een vasten basis - evenals dal bij andere levensmiddelen het geval is waarop het brood kan worden verkocht. En die vaste basis ik ben hoe langer zoo meer tot die overtuiging gekomen moet zijn 'n uniform gewicht. Maar met dat uniforme gewicht zijn wij nog niet aan het einde. Immers dat brood moet voldoen aan bepaalde voorwaarden, zal het die voedings waarde hebben, dat verondersteld mag worden, dat het van uitstekende samenstelling is. Maar dan zijn wij er nóg niet. Want, ik heb dat vroeger wel eens gehoord bij de behandeling van een dergelijk onderwerp in een ander college, dat niet alleen het meel. maar ook de andere grondstoffen van invloed zijn op de deugdelijkheid van het brood. E11 zelfs wanneer wij ons voorstellen, dat onze hakkers onvervalschte grondstoffen ge bruiken en zoolang het tegenovergestelde niet is gebleken, moeten we dat geheel te goeder trouw aannemen, dat zij inderdaad bezigen meel van goede kwaliteit dan nóg zijn wij er niet. Want ook de wijze waarop het brood wordt bereid en het water dat hiervoor wordt gebezigd, zijn van zeer grooten invloed op de deugdelijkheid en de verteer baarheid van ons brood. Zoodat, wanneer wij deze geheele materie goed onder zie oogeti willen zien, wij moeten trachten een veror dening te krijgen, waarbij aan alle bezwaren wordt tegemoet gekomen, die men hier af en toe over ons brood verneemt. U weet dat misschien zoo niet. maar iemand als ik. die zoo dagelijks bij kleine menschen komt, hoort dat wel. dat het brood niet smaakt, dat het niet goed verteerbaar is. dat er dit aan man keert en dat er dat aan mankeert. Ik heb mijn overtuigingen gegroi d op het rapport, dat ik vroeger heb mogen inzien van den deskundige dr. Sneltjes, lid van den Gemeenteraad van Haarlem. Daaruit is mij |\öéiï duièelijk gebleken, dat allerlei dingen samenwerken en dat zelfs, ook wanneer goede grondstoffen worden gebruikt, het brood min derwaardig kan zijn. Daarom zou ik er hoogen prijs op stellen, hoewel ik tot de Bejamins behoor in deze vergadering en het de eerste avond isneen. mijnheer Jorissen, lach mij nu niet uit De heer Jorissen: Ik lach je niet uit. De heer Hofland: Het is waar, ik ben een van de Benjamins, niet in jaren misschien, maar dan toch wel in lidmaatschap. Maar ieder zal overtuigd zijn, dat de brood- verzorging voor onze Gemeente van het grootste belang is, en wanneer wij die over tuiging zijn toegedaan, dan is het zeker goed om onder de tegenwoordige omstandigheden deze kwestie urgent te achten en haar zoodra mogelijk in behandeling te nemen en dus niet te lang er mee te wachten. Ik gevoel wel, M. de V.. dat wij niet in een vloek en een zucht klaar kunnen zijn; deze zaak behoort te worden voorbereid, daar van hen ik wel overtuigd. Maar ik zou er allen nadruk op willen leggen, dat deze verordening van groot belang is voor onze Gemeente en daarom moeten wij hiermee niet talmen. Mijn buurman, de heer Rant, was wel zoo vriendelijk, mijn voorstel, dat ik meteen aan den Raad zal vborlezen, te onderteekenen en ook mijn andere buur man heeft mij verteld, dat mijn voorstel door hem zal worden ondersteund. Deze beide heeren zijn er dus wel van overtuigd, dat het goed zal zijn, deze zaak onder de oogen te zien, al zullen zij misschien principieel niet zóo ver willen gaan als ik. Het is voor het publiek van het grootste belang, dat er een basis is, waarop men koopt. Het is niet te vorderen van onze medebur gers, dat zij elk broodje, dat zij koopen, op de weegschaal zullen leggen en in Grammen en in halve en kwartcenten zullen berekenqp of zij dat broodje te duur hebben gekocht. Zoo goed als wij de noodzakelijkheid hebben ingezien om een verordening te maken op het keuren van levensmiddelen in het alge meen, even zoo noodig is het. ook een ver ordening te maken op het brood. Nu zou ik, M. de V„ zoo vrij willen we/en. niet om een verordening reeds voor te stellen dat zou een beetje al te dol zijn maar om althans mijn voorstel aan de vergadering voor te lezen. En dan houd ik mij ervan overtuigd, dat de Raad het erover eens zal zijn mijn eene buurman heeft het reeds onderteekend, de andere heeft zijn onder steuning toegezegd dat een bespreking van deze zaak van het hoogste gewicht is. Ik lees dus nu mijn voorstel voor: de Raad der Gemeente Amersfoort, gelet op art. 135 der Gemeentewet, overwegende de noodzakelijkheid eener Ver ordening, regelende de samenstelling, de deug delijkheid en hei gewicht der broodsoorten, welke binnen haar Gemeente-grenzen worden uitgestald en (of) te koop aangeboden, gelet op art. 123 al. 1 der Gemeentewet, verzoekt B. en W. al zulke gegevens te verzamelen, welke voor een doelmatige ver ordening noodig zijn, te weten 1deskundige voorlichting betreffende het meel. de melk. het water en de andere grond stoffen. voor de bereiding noodig, z. de vereischten betreffende de verteer baarheid, welke aan dit voornaamste voedings middel zijn te stellen. 3. in verband met een uniform gewicht der broodsoorten zich te in form eer en omtrent ging aangenomen de President van het Cura- torir.m, dr. Teixeira de Mattos, en de rector dr. Peyrot; voor de Hoogere Burgerschool de Voorzitter van de Commissie van toezicht op het Middelbaar onderwijs, mr .Van Traa, en de Directeur, dr. Tiddens; voor de Han delsschool de Voorzitter van de vereenjging Handelsschool', de heer Cremer, en de Direc teur, de heer J. Peper; en voor het Lager onderwijs het lid der Commissie van toezicht Van Weezei Errens, de onderwijzer Nijland en de hoofden der scholen Spelberg en Veen, terwijl de commissie verder wordt terzijde gestaan door den Gemeente-architect en den Gemeente-secretaris. De heer Hofland: Dank u wel. M. de V. De Voorzitter Verlangt nog een van heeren het wc jrd. of hoofdelijke stemming Zoo niet. dan is het voorstel aangenomen. 126. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verhooging van het subsidie aan de vereeniging «Han delsschool voor Amersfoort en om strekent met ingang van 1 Januari 191Ó, en tot verhuur van het school gebouw met inventaris en speel plaats aan de Koestraa'tot 31 Decem ber 1916. Het voorstel luidt: Bij uw besluit van 26 Mei 1914. no. 286, werd aan de vereeniging «Handelsschool voor Amersfoort en omstreken" een subsidie uit de Gemeentekas verleend van f 2.500. onder voorwaarde, dat de vereeniging voor huur van het schoolgebouw aan de Koestraat zou betalen f 750.— Thans wordt door de vereeniging, in ver band met de uitbreiding der school, voor het jaar 191O eene verhooging van het voor 1915 toegestane subsidie gevraagd tot f 5900. terwijl alsdan voor huur van het schoolge bouw met inventaris zal worden betaald f 1000.-. Wij meenen deze bepaling aldus te moeten verstaai dat de Gemeente op hare kosten zal zorg dragen voor meubilair, zooals dat ook gedurende den huurtijd noodig zal zijn. Ook aan het Rijk en de Provincie is door het Bestuur der vereeniging verhooging van het thans toegekend subsidie gevraagd. I11 ons voorstel van 14 Mei 1914 werd met nadruk gewezen op deze tc verwachten ver hooging van subsidie in 191(1. ten gevolge van de noodzakelijke splitsing van klassen. Dit verzoek moet derhalve worden beschouwd in verband met uw bestuit van 26 Mei 1914. Met het oog hierop en op de gronden in ons advies van 14 Mei 1914 neergelegd, meenen wij tegen inwilliging van het gedaan verzoek eeen bezwaar te moeten maken, en bieden U een ontwerp-besluit ter vaststelling aan. Goedgekeurd zonder beraadslaging of stem ming. 127 Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het wegnemen van grond uit het plantsoen vóór de St. Agathastraaten de Walikersteeg ten behoeve van den aanleg van een weg voor Volkshuisvesting II. loopende langs de beek en verder in Noordel ij ke richting naar den Liendertschen weg. Het voorstel luidt: In verband met het leggen van de gas- en waterleidingbuizen in den weg ten behoeve van destichting «Volkshuisvesting II«. loopend langs de beek en verder in Noordelijke richting naar den Liendertschen weg. moet bet betrekkelijke terrein opgehoogd worden. Hiervoor zou grond kunnen worden ge bruikt van de hoogten vóór de St. Agatha- straat en de Walikersteeg, waardoor tevens op die plaatsen een betere toestand zou worden geschapen. De koster van uitvoering worden geraamd op f400. Wij hebben de eer, U voor te stellen, tot uitvoering dezer werkzaamheden te besluiten en hiervoor een crediet te verleenen tot het genoemde bedrag. De heer Jorissen: M. de V., ik begrijp eigenlijk niet goed, waarom daar bij de St. Agathastraat moet worden begonnen. Dat zou ik graag willen weten. Dat er bij Wol- kersteeg grond weggenomen wordt, begrijp ik heel goed, maar juist van de St. Agatha straat begrijp ik het niet. Het is eer smalle straat, waar onmogelijk rijverkeer heen en terug kan plaats hebben. De Wethouder VanEsveld: Mijnheer Jorissen, bij de St. Agathastraat zit het in verband met de fabriek, die daar is gebouwd. Indertijd is in den Raad wel niet een besluit daartoe genomen, maar het heeft oorspron kelijk in het plan gelegen, daar de straten, die daarachter liggen, bij het plantsoen aan te sluiten en de hoogte bij de fabriek weg te ruimen. De heer Jorissen: Maar dan begrijp ik npg niet goed, hoe dat kan zijn ten behoeve van het aanleggen van een weg langs Volks huisvesting IL Volkshuisvesting II ligt tegen over de Coninckstraat. Hoe moeten wij nu beginnen bij de St. Agathastraat? En moet het een rijweg zijn of een wandelweg? De Wethouder Van Esveld: De door U bedoelde weg van «Volkshuisvesting II« is een nieuwe weg en die moet opgehoogd worden. Daarvoor is grond noodig, en om nu dien grond te krijgen, moeten deze terpen afgegraven. De heer Jorissen: Zoudt U dan maar niet den heelen wal nemen? Laten wij dan maar volledig werk doen. Wij zijn nu tóch aan de werkverschaffing bezig. De heer Kroes: Dat komt later. Nu heb ben wij niet meer noodig. De heer J orissen Dus het is niet om een weg daar te maken, maar om een anderen weg op te hoogen. De Voorzitter: Dit voorstel is een uit vloeisel van het plan van «Volkshuisvesting II om een weg te make'n langs de Beek. De bedoeling is om te beginnen met de afgraving bij de Walikersteeg. De St. Agatha straat en de Walikersteeg moeten in het voor stel dus verwisseld worden. De heer Oosterveen: M. de V., vroeger heeft de Raad meer dan eens het besluit genomen om die straten bij het Plantsoen open te maken, opdat die minder mooie wegen zouden worden bloot gelegd en ten gevolge daarvan verbeterd. Dus ingevolge een Raadsbesluit van vroe- ger, om de minder mooie wegen bloot te leggenwaardoor zij zouden kunnen worden verbeterd, wordt nu dit voorstel gedaan. 1 1 De Voorzitter: Mijnheer Oosterveen. ik weet niet of het een bepaald Raadsbesluit is geweest, maar er is in den Raad wel over gesproken en het is juist hetgeen, waarop de heer Van Esveld doelde. Het is jnist de be- 1 doeling. die straten, zooals de Bolderstraat open te stellen waarschijnlijk zullen, ze wan neer er meer verkeer door komt, worden ver beterd. Verlangt nog iemand het woord, of hoof delijke stemming? Niet? Dan is aldus besloten. 128. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verbuur van een stukje grond, ter grootte van 50 M-, gelegen achter het perceelKoningin- nelaan No. 10, aan den heermr. R. P. van der Mark, tegen den prijs van f 2.50 per jaar. Zonder beraadslaging of stemming aange nomen. 129. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot in gebruik geven van het gymnastieklokaal van school F ten behoeve van de afdeeling Amersfoort van den Vrij willigen Landstorm. Het voorstel luidt: De afdeeling Amersfoort van den Vrijwil- ligen Landstorm heeft zich tot ons gewend met het verzoek te willen bevorderen, dat aan haar gedurende éen avond per week van Gemeentewege de beschikking wordt gegeven over een lokaal voor het houden van land stormoefeningen. Het wil ons voorkomen, dat hiervoor het best zou kunnen worden aangewezen de gym nastiekzaal van school F(Lange Beekstraat) waarvoor concept-besluit hier bijgaat. Als voren. 130. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verkoop van onge veer 1180M2 bouwterrein, gelegen aan de Daam Fockeraalaan. aan den heer L. de Haan. te Baarn, tegen een prijs van f 1.25 per M-. De Voorzitter: Dit punt wordt door B. W. aangehouden. 131. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verkoop van 1100M- bouwterrein. gelegen aan de Anna Paulownalaan, aan den heer J. Valk- hoff, te Amersfoort, tegen een prijs van f 2 per M2. De heer De Kempenaer: Tegen wel ken prijs wordt dit gegeven, M. de V De Voorzitter. Tegen f 2 den M2, mijn heer De Kempenaer. De heer Hofland: M. de V., ik lees in art. 7 van de Verordening op het Grondbe drijf. dat wij inkomsten hebben. En die in komsten bestaan uit koop. huur of pacht. Nu zou ik U willen vragen of ik onder deze huur óok mag verstaan eventueele baten, die nu niet bepaald behooren onder huur of pacht, maar die wij ook kunben verkrijgen behalve door koop en huur en pacht, wanneer wij zouden kunnen geven grond in erfpacht. Ik begrijp wel. dat deze vraag eigenlijk alleen zijdelings in verband staat met dit voorstel en ik zal mij dan ook niet verzetteu tegen het verkoopen van deze 1100 M'- grond. Het is mijn bedoeling, van U te vernemen of wij ook krachtens art. 7 revenuen kunnen genie ten door het geven van grond in erfpacht. Wanneer dat de bedoeling is, zal ik mij niet verzetten tegen dit voorstel, maar dan stel ik

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1915 | | pagina 7