mij voor om te gelegener tijd met een voor stel te komen, dat wij ook grond in erfpacht zullen kunnen geven. De Voorzitter: Ik kan den heer Hof land antwoorden, dat de verordening zich volstrekt niet verzet tegen het geven van grond in erfpacht. Verlangt nog een van de heeren het woord over dit voorstel, of hoofdelijke stemming? Dan is conform het voorstel van B. W. besloten. 132 Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verkoop van 1125M2 bouwterrein, gelegen aan de Barch- man Wuijtierslaan. aan den heer dr. A. H. F. Craanen. te Scheveningen, tegen een prijs van f 2.50 per M2. De heer De Kempenaer: Mag ik eens vragen voor hoeveel deze grond wordt ver kocht De Voorzitter: Voor f2.50 den M-'. De heer De Kempenaer: En zijn daar ook verplichtingen tot bebouwing aan ver bonden De Voorzitter: Kijk eens, op grond, dien wij verkoopen zijn van toepassing die bepalingen, welke in het concept koopbesluit altijd zijn genoemd en die worden overgelegd aan den Raad. Ze hebben ter visie gelegen. Aangenomen z. h. st. 133. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging der Ver ordening op het beheer der Gemeen te-bedrijven te Amersfoort. Het voorstel luidt Bij het maken der Bedrijfsverordening (vastgesteld den 25 November 1913, no. 533, en vervangen door die van 26 Juni 1914. no. 361) was het ons onbekend, of op de waarde van de Gasfabriek een voldoende afschrijving bad plaats gehad. Immers deze was niet geschied volgens een vast systeem eenerzijds hadden ongeregelde afschrijvingen plaats gevonden, anderzijds waren vernieuwin gen en uitbreidingen bekostigd uit de exploi tatie-kosten daarentegen wordt volgens de hedendaagsche opvatting meestal bij den opzet der boekhouding rekening gehouden met afschrijvings-percentages. gebaseerd op technische gronden, en verder berekend over het kapitaal, benoodigd geweest voor aan schaffing en vernieuwing. In de onzekerheid derhalve omtrent het al of niet voldoende der gedane afschrijvingen hebben wij bij de samenstelling derontwerp- bedrijfsverordening den veiligen kant moeten kiezen door zie art. 25 niet alleen tech nisch juiste afschrijving-percentages te nemen, doch ook het af te schrijven kapitaal zoo groot mogelijk te nemen. Sedert en wel in September 1914 is een onderzoek ingesteld naar de verhou ding van de werkelijke waarde van de gas fabriek tot de balanswaarde. waarvan de resul taten U bij de Begrooting voor dit jaar zijn medegedeeld; tusschen beide was weinig of geen verschil. Derhalve is op de fabriek afge schreven. We zijn dus nu bevoegd deze vraag te stellenis toepassing van het systeem van afschrijving, in de verordening genoemd, in overeenstemming met de technisch-oecono- mische eischen van het bedrijf: m. a. w. is het noodig, een bedrag van bijna f 31 000 berekend aan de hand der verschillend afschrijvings-percentages of ongeveer j1/™ pCt. van het in de fabriek vastgelegd kapi taal van ongeveer f 410000, af te schrijven, gelijkstaande derhalve met een amortisatie binnen de 14 jaar? En. zoo neen, is zulks overeen te brengen met een gezonde continuïteit van het bedrijf, waar in 1913 de afschrijving ruim f21 000 bedroeg Beide vragen moeten wij ontkennend beant woorden de toestand van de fabriek is een zoodanige, dat afschrijvingspercentages, gelijk in de verordening genoemd, en over het ge heel genomen een gemiddelde van 5V2 pCt- uitmakende, doch thans te berekenen over de huidige waarde, ons voldoende voor komen. Op grond hiervan achten wij het wensche- lijk. voor de Gasfabriek als grondslag voor de afschrijving te nemen de boekwaarde, aangewezen door het schattingsrapport van 5 September 1914. Wij wenschen nog uwe aandacht te vestigen op art. 25 al. 3 der verordening, bepalende, dat de afschrijving niet minder mag wezen dan de verplichte aflossing op de leeningen. Deze aflossingen zullen gedurende de jaren 1915 tot 1922 bedragen f 23 210. Het ontwerp-besluit strekt om de Veror dening op het beheer der Gemeentebedrijven te Amersfoort, vastgesteld den 26 Juni 1914, no. 361, te wijzigen in dien zin, dat aan de slot-alinea wordt toegevoegd>behalve voor de Gasfabriek, waar tot grondslag wordt genomen de boekwaarde, aangewezen door het schattingsrapport van 5 September 1914». De heer Hofland: M. de V., ik heb met eenige verbazing gelezen de considerans, die door B. W. aan dit voorstel verbonden is en ik geloof, dat ik. wanneer ik niet nader door B. W. word ingelicht en de zaak mij niet du:delijker wordt, aan den Raad zal voorstellen, een amendement op het voorstel van B. W. Ik lees in die considerans dan Derhalve is op de fabriek afgeschreven*. De Voorzitter: Daar is uitgevallen het woord »voldoende* of zoo iets; dat moet dus zijn »voldoende afgeschreven*. Dat is mij óok opgevallen toen ik de stukken in de bladen heb gelezen. De heer Hofland: In elk geval, laten wij aannemen, dat wij moeten lezen „voldoende". Toen ik dat dan gelezen had, ben ik aan het cijferen gegaan, nadat ik stukken had gele zen, hier op het Stadhuis. In verband daar mee dacht ik, dat wij toch niet meer moeten afschrijven, en in deze omstandigheden vooral niet, dan noodzakelijk is. Gaat het nu wel dan, zou ik willen vra gen, als wij inderdaad die som kunnen be sparen want hier zit eigenlijk de fout in de nedeneering van B. W. dat »zij zeggen »Er is derhalve voldoende afgeschreven*, en daar nu de schattingswaarde van onze eigendommen aan de gasfabriek ongeveer f 34 000 hooger is dan de boekwaarde zou ik dus zeggen, dat wij in den tijd, die achter ons ligt, meer dan voldoende hebben afge schreven -• en gaat het nu wei aan, van die hoogere schattingswaarde ook nog weer eens 5.5 pet. af te schrijven De heer Jorissen: Het is net omgekeerd. De heer Hofland: Neen, het is niet om gekeerd! Want B. W. zeggen duidelijk »Op grond hiervan achten wij het wensche- lijk. voor de Gasfabriek als grondslag voor de afschrijving te nemen de boekwaa-ls, aangewezen door het scbattingsrapport van 5 September 1914*. En dat schattingsrapport wijst aan, M. de V- f 444 000 en de boek waarde wijst aan f 409 000 en als ik ga af schrijven op f 409 000, dan ga ik besparen ruim f1900, d.i. bijna f2000. Het betreft dus een paar duizend gulden en als wij die kunnen besparen, is dat mee genomen. Ik ben aan het cijferen gegaan en heb berekend dat geschat is een waarde van de gasfabriek van f 440 000 en de boekwaarde bedraagt f 409 000. Nu zeggen B. W. heel leuk weg, wij nemen nu maar aan, dat de waarde f440 000 bedraagt en die boek waarde nu dat scheelt zooveel niet. Nietwaar, woordelijk zeggen zij, dat het ver schil zóo gering is, dat het eigenlijk niet in aanmerking komt. Ik dacht een verschil van f 34 000 is nogal belangrijk en ik heb bere kend, dat de grondslag, die door B. W. voor de afschrijving wordt voorgesteld een verschil van f 190S maakt met den grondslag, die de boekwaarde aanwijst. Ik bedoel dit, het verschil tusschen de boekwaarde en schat tingswaarde bedraagt f 34 000 ruim en als ik dat vermenigvuldig met het percent-cijfer, dat B. W. voldoende achten, kom ik tot een besparing van f 1908. Wanneer wij dus niet gaan afschrijven op de schattingswaarde maar op de boekwaarde dan zouden wij f 1908 winnen, wat wij zouden kunnen voegen in de reservekas, die gevormd wordt door de winst op de gasfabriek. Maar de schattingswaarde bedraagt f 440 000 en als wij die dus als grondslag nemen, dan schrijven wij veel meer af dan noodzakelijk is. Ik stel dus voor, M. de V., onder voor behoud, dat de Wethouder der Bedrijven mij nadere inlichtingen daaromtrent geeft, te lezen, in het besluit van den Raad behalve voor de Gasfabriek, waar als grondslag wordt ge nomen de verplichte aflossing tot 1922, welke gedekt zal worden krachtens art. 25, terwijl het restant gestort zal worden in de reserve kas, gevormd door de winst van de Gas fabriek*. Nu kan het wel wezen, M. de V. ik ben uit den aard der zaak nog niet zoo heelemaal thuis in allerlei dingen betreffende de bedrijven dat er redactie-wijzigingen in mijn voorstel noodzakelijk zijn of dat de vorm verbeterd zal moeten worden. Maar zooals hier is aangegeven door B. en W. en ook is aangegeven in het ontwerp-besluit lijkt het mij toe, dat wij inderdaad kunnen komen tot een besparing van f2000 op de afschrijving, wanneer wij den weg volgen, dien ik heb aangegeven. De Voorzitter: Mag ik uw voorstel schriftelijk hebben, mijnheer Hofland en vragen of het ondersteund wordt? De heer Gerritsen: M. de V., naar aan leiding De heer Hofland: Zeker, M. de V. De Voorzitter: Het voorstel luidt: te schrappen >de boekwaarde, aangewezen door het schattingsrapport van 5 September 1914* en daarvoor in de plaats te stellen>de ver plichte aflossingen voor 1915 tot 1922, ad f 23 210, zijnde 5.5 pCt. van de boekwaarde op 1 Januari 1914 plus f 700 van de ge kweekte reserve*. De Voorzitter: Pardon, mijnheer Ger ritsen, ik moet eerst weten of het voorstel ondersteund wordt. taald met eer huurwaarde van f3. zoodat in hetzelfde tijdsverloop, waarin die gasmeters zijn afgeschreven, nl. in 20 jaar. door de gasverbruikers is betaald f 60. En nu kan dat misschien voor iemand die pas gekozen is als lid van den Raad een beetje brutaal schijnen, maar ik kan het niet helpen, doch ik stel mij voor, om als ik die zaken onder de knie heb, dat ik den leden van den Raad dan juist zal voorstellen, aan deze wijze van winst maken in een bedrijf een einde te maken. De Voorzitter: Wertscht de heer Hof land aanteekening. dat hij tegen dit voorstel gestemd heeft? De heer Hofland: Ja, Burgemeester. De Voorzitter Het voorstel is dus aan genomen met op éen na algemeene stemmen. 134. Advies van Burgemeester en Wethouders na ar aanleiding van het adres van het Bestuur der afdeeling Amersfoort van de „Vereeniging tot bevordering der bijenteelt in Nederland*, houdende verzoek om een subsidie uit de Gemeente-kas voor het houden van een bijenmarkt. Het voorstel luidt: Bij uw besluit van 23 Februari 1.1. werd in onze handen gesteld om advies het adres van het Bestuur der afdeeling Amersfoort van de Vereeniging tot Bevordering der Bijen teelt in Nederland*, houdende verzoek om eeu subsidie van f50 voor het houden van een bijenmarkt. Gelet op het goede doel, dat de afdeeling beoogt en de wenschelijkheid, dat de handel in bijen, honig en was hier ter stede herleeft, hebben wij de eer U voor te stellen, als bij drage in de eerste kosten van oprichting van een bijenmarkt hier ter stede te geven een bedrag van f 50.en ons daarvoor crediet te verleenen Goedgekeurd zonder beraadslaging of stem ming. 135 Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot afkoop van een recht van uitgang uit het terrein.van het schoolgebouw aan de Coninckstraat, te betalen aan het Capittel St. Joris. Het voorstel luidt Bij ons is ingekomen een adres van het Capittel St. Joris, alhier, houdende verzoek te willen mededeelen of de Gemeente bereid is, af te koopen een recht van uitgang uit het terrein van het schoolgebouw aan de Coninck straat, ad. f 1.66® tegen het twintigvoud van dit bedrag, zijnde f 33.30. Het komt ons, ook voor de administratie, wenschelijk voor, dergelijke rechten zooveel mogelijk op te heffen, waarom wij U voor stellen, tot den afkoop over te gaan. Als voren. 136. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot goedkeuring der rekening van de Kamer van Koop handel en F abri eken te Amersfoort, dienst 1914. De heer I-einweber: M. de V.. uit de overgelegde rekening van de Kamer van Koophandel is mij gebleken, dat de bij Raads besluit verleende toelage van f 250 niet is uitbetaald en het heeft mijn aandacht getrojc- ken, dat die rekeningen toch gequitteerd waren, zoodat ik daaromtrent gaarne van B. *S: W. eenige inlichtingen zou ontvangen. lage over 1914 nog niet is uitbetaald aan de Kamer van Koophandel. h®er Leinweber: Juist, M. de V., terwijl tóch de kwitanties, die de Kamer van Koophandel heeft moeten betalen, voldaan zijn. Daarom zou ik gaarne eenige inlichtin gen wenschen. De VoorzitterJa, mijnheer Leinweber. wat moet ik daarop antwoorden? Het is een zaak, die meer tot de inwendige huishouding van de Kamer van Koophandel behoort. De heer I.einweber; Maar als de Raad zoo n toelage toestaat, moet die toch ook uit betaald worden. De Voorzitter: Maai die is reeds uitbe taald. De heer Leinweber: Dan zou ik willen verzoeken, dat voortaan vroeger te doen. De Voorzitter De uitbetaling van toelagen geschiedt steeds op verzoek. De heer Leinweber: Maar ik heb gele zen in de couranten, dat de Secretaris der Kamer ten Stadhuize is geweest om die toe lage en haar toen niet gekregen heeft. De Voorzitter. De mededeelingen inde couranten zijn, geloof ik, niet volkomen juist geweest. De aangename verhouding tusschen de Kamer en het Gemeentebestuur wordt door zulke mededeelingen niet bevorderd. Een week nadat de Secretaris hier is ge weest, is bet subsidie uitbetaald. Verlangt nog iemand het woord over dit voorstel Of hoofdelijke stemming Zoo niet, dan is het aangenomen. 137. Voorstellen van Burgemeester en Wethouders tot wijziging der Gemeente-begrootingen, diensten 1914 en 1915. De heer Leinweber: M. de V. Ik heb gezien, dat er een wijziging in de Begrooting is voorgesteld om aan Kraak zijn toelage van 25 te geven. Nu heeft het mijn aandacht getrokken, dat B. W. daarbij overleggen het afwijzend advies van B. W destijds over dat voorstel uitgebracht. Er staat bij, dat dit is om Gedeputeerde Staten toe te lichten. Maar wanneer wij een toelichting geven, moeten wij dat ook goed doen en daarom zou ik B. W, willen vragen, tevens aan Gedeputeerde Staten over te leggen de twee stenographische Raadsverslagen. die op dit Raadsbesluit betrekking hebben. De Voorzitter: De hsc» Leinweber me moreert, de toelichting die bij dat concept- Raadsbesluit is geschreven namelijk: Bij Raadsbesluit van 23 Februari 1915 werd aan G. Kraak een gratificatie van f 25 ver leend gedurende vier jaren (1915 tot en met 191S). Het hierop betrekking hebbende voor stel van B. W. aan den Raad gaat ter toelichting hierbij. Mijnbeer Leinweber. nu geloof ik, dat uw doel best is te verwezenlijken, en daartegen zullen B. W. geen bezwaar hebben, door de laatste zinsnede „hiernevens gaat het advies van B. W. te schrappen uic de toelichting. De heer Gerritsen: Ja. M. de V., ik wilde even opmerken De Voorzitter: Wenscht u over dit voor stel te spreken? De heer Gerritsen: Jawel, M. de V. De VoorzitterJa. maar dan moet het toch eerst ondersteund worden. Ik heb nu tot drie maal toe gevraagd of het voorstel ondersteund wordt, maar geen antwoord gekregen. De heer Gerritsen: Ik wil het voorstel wel ondersteunen, hoewel ik er niet voor ben. De Voorzitter: Het voorstel wordt dus niet voldoende ondersteund en komt niet in behandeling. Verlangt de Wethouder der Bedrijven den heer Hofland nog te beantwoorden De Wethouder Veis Heyn: Als ik den heer Hofland even beantwoorden mag. geloof ik, dat hij een kleine vergissing ge maakt heeft met het noemen van het cijfer van f440000; dat moet zijn vier maal hon derdduizend gulden. Dit is f40000 minder met betrekking tot den grond. Toch geloof ik. dat B. W. in deze den veiligen weg bewandeld hebben door met het voorstel té komen zooals het hier ligt. óok met betrek king tot de verordening. Want het tekort komende op de afschrijving bedraagt f2210 voor éen jaar. Zes duizend gulden zullen dus volgens de verordening toch afgeschreven moeten worden. Die afschrijving kan dan willekeurig worden gekozen op verschillende onderdeelen der fabriek. Ik geloof, dat de wijziging der verordening, zooals die volgens B. W. is voorgesteld, alle reden heeft om ingenomen te worden, ook in betrekking tot de veiligheid van het bedrijf. Dank u. De heer Hofland: M. de V., het zal wel aan mij liggen, maar ik ben door de toelichting die de Wethouder der Bedrijven gegeven heeft, volstrekt niet wijzer geworden. De cijfers, zooals ik die vanmiddag uit de stukken genomen heb, zijn niet tegenge sproken. Ik heb uitdrukkelijk gezegd, dat het schat tingscijfer was f 444 655 en de boekwaarde f409 901.36s. Derhalve is die boekwaarde tot stand gekomen, M. de Vomdat wij in den afgeloopea tijd veel hoogere bedragen hebben afgeschreven dan werkelijk noodig zouden zijn geweeet. Want als schattingswaarde is genomen de reöele waarde. En dus wanneer wij gaan afschrijven op den grondslag dien de schattingswaarde op het oogenblik aan geeft. dan wordt ook nog eens weer afge schreven op hetgeen wij vroeger hebben afgeschreven, dat is dus een afschrijving op een afschrijving. Zóo is de werkelijke toestand. Ik zie het niet anders en dus heeft de toelichting van den Wethouder mij niet van mijn idee afge bracht. En nu ik toch het woord heb, mag ik nog wel even opmerken, dat ik met alle aandacht de uitkomsten van die schattings waarde heb gelezen en dat mijn bijzondere aandacht is getrokken door een bepaald cijfer, dat ik in elk geval nu ook nog wel eventjes onder de aandacht mag brengen. Ik heb dan o. a. onder artikel 5 der ver ordening gelezen, dat 5 pet. wordt afgeschreven op de gasmeters en dat deze geschat zijn op een waarde van f 12 per stuk, zoodat hierop jaarlijks (10 cent wordt afgeschreven. Maar verder heb ik gelezen, dat door de gasver bruikers die gasmeters jaarlijks worden be- De Voorzitter: Mijnheei Leinweber, het heeft dus uw aandacht getrokken, dat de toe- De heer Leinweber: Dus bet advies van B. W. gaat dan niet mee?

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1915 | | pagina 8