Stadsnieuws
komen. Inundatie der diepgelegen landen
zou men toch niet kunnen voorkomen zonder
deze tc gaan inpolderen, want het water zou
daar toch eerst heenstroomen.
Welk een kosten zou dat na zich sleepen
Stel, dat de bouwkosten van het gemaal de
zelfde waren als die van het ontworpen plan,
of zelfs goedkooper, en de onderhoudskosten
gelijk, dan moet men toch nog wel beden
ken dat het bedrijf, de beweegkracht, steeds
opnieuw zeer veel kost, terwijl de natuur
het afvloeiende water voor niets verwijdert.
En die kosten zouden de Collegiën der exo-
nereerende landen alléén moeten dragen
want de lager liggende landen, beneden den
Slaperdijk gelegen, zouden hiervoor, niet veel
voelen. Wel zouden zij van wat overtollig
water worden verlost, maar hoe zou de water-
verversching moeten gesshieden Inpompen
maar dat kost óok alweer geld, en daar zou
nog al wat ingepompt moeten worden als
men op dien afstand bijvoorbeeld de grachten
van Amersfoort wilde ververschen men zou
dan eerst de geheele vallei moeten volpompen
Onder Prins Maurits is het pian van be
maling reeds geopperd toen met wind
molens natuurlijk maar algemeen ver
worpen het is dus niet nieuw. Later is door de
heeren Van Hasselt en De Koning een plan
van bemaling opgemaakt, maar in verband
met een verbeterden afvoer naar de Eem en
met bevloeiïng van een duizendtal Hectaren
in de Veenkampen tusschen Wageningen,
RÜenen Veenendaal, waardoor de kosten
dan tevens gedekt zouden worden. Daar de
eerste voorwaarde toen niet vervuld kon
worden, is het geheele plan moeten blijven
rusten. Misschien zou men er nu aan kunnen
denken als de afwatering verbeterd is; maar
niet eerder en niet i n p 1 a a t s daarvan.
Het is wel eigenaardig, dat al dien tijd,
toen er geen andere plannen aanhangig
waren, niemand met zulke plannen voor den
dag is gekomen, doch, nu men juist, met
beter kans op goeden uitslag dan ooit, daar
mee bezig is, er plotseling welwillende plan
nenmakers met wat anders komen opduiken.
Het was om hiertegen ten sterkste te
waarschuwen en tot de eensgezindheid en
samenwerking op te wekken, dat ik U verzoek,
deze aanvulling op uw artikel te plaatsen.
We hebben gemeend, beide artikelen te
moeten brengen onder de aandacht van een
anderen lezerskring dan dien van »De Eem-
bode", het Katholiek orgaan voer Eemland.
Gelijk bekend, is het doel van de Kanaal-
vereeniging, behalve een veel verbeterde
waterlossing, een scheepvaart-kanaal te maken.
Het in den aanhef uiteengezette plan is
daarentegen geheel gericht op waterlossing.
Een aanmerkelijk verschil vooral voor
Amersfoort.
Eeu algemeen belang.
De Directeur van het Centraal-bureau der
Vereeniging van gasfabrikanten in Nederland
zendt ons onderstaand afschrift van het adres,
door die vereeniging gezonden aan den
Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel:
geeft met verschuldigden eerbied te kennen,
het Bestuur van de Vereeniging van Gas
fabrikanten in Nederland, welke Vereeniging
is gevestigd te 's-Gravenhage en wier Statu
ten laatstelijk zijn goedgekeurd bij Konink
lijk Besluit van 23 December 19x4, no. 53,
dat adressant met groote waardeering door
het initiatief van de Regeering maatregelen
genomen zag om de kolentoevoer en de
distributie daarvan te regelen;
dat evenwel tot dusverre, wat de aanvoer
van gaskolen naar de gasfabrieken betreft,
deze maatregelen onbevredigde resultaten
hebben gegeven, aangezien vele gasfabrieken
belangrijk minder hebben ontvangen dan
volgens de contracten met bemiddeling
van het Kolenbureau van het Kon. Nationaal
steun-comité mocht worden verwacht;
dat zelfs in de laatste twee maanden van
gering gasverbruik de kolenaanvoer op vele
fabrieken niet toereikend was voor het ver
bruik, zoodat op den beschikbaren voorraad
moest worden ingeteerd, terwijl in verband
met de sombere vooruitzichten van den kolen-
aanvoer uit Duitschland en Engeland het
hoogst gewenscht zoude zijn, in de zomer
maanden den voorraad te vergrooten;
dat mitsdien adressant met groote zorg
de herfst- en de wintermaanden tegemoet ziet
dat bij storing in de gasproductie het maat
schappelijk leven ernstige moeilijkheden zoude
ondervinden, daar, behalve voor verlichting
in en buiten de woning, ook voor verwar
ming, ijsbereiding, enz, en in vele industrieën
het gas onmisbaar is te achten.
Redenen waarom adressant Uwe Excel
lentie verzoekt, verdere maatregelen te willen
overwegen, welke er toe kunnen leiden, dat
de gasfabrieken op grond van het groote
belang voor de geheele gemeenschap bij
ongestoorde gaslevering ruimer van kolen
worden voorzien.
't Welk doende, enz.
We zijn zeer benieuwd naar de in de
jongste Raadszitting door den Wethouder
der Bedrijven gedane toezegging, dat hij zoo
spoedig mogelijk na de vergadering van den
ring Zuid-Holland dier vereeniging mede-
deelingen zou doen aan de Gas-commissie,
welke stellig, evenals bij den aanvang der
crisis, een geruststellend bericht zal kunnen
doen opnemen wat Amersfoort betreft.
Zal Nederland by den oorlog
worden betrokken?
De heer H. Colijn, van Januari 1911 tot
Augustus 1913 Minister van Oorlog, zet in
het maandschrift »Stemmeu des tijds< zijn
reeks artikelen over den volkerenkrijg voort
en schrijft onder meer het volgende
Hoewel Nederland bij dit alles toeschou
wer wenscht te blijven, is het eindresultaat
van de worsteling voor ons toch van groot
belang, omdat zich zeer gemakkelijk een
toestand laat denken, waarbij voor ons de
vredesonderhandelingen nog gevaarlijker
periode zouden kunnen inluiden dan de oor
logstoestand.
Zou Duitschland bijv. over de geheele li
nie zegevieren en België behouden, dan
vrees ik, dat onze positie uitermate moeilijk
zal worden. Antwerpen in Duitsche handen,
daaruit kunnen allereerst economische be
langrijke veranderingen voortvloeien. Maar
bovendien, Antwerpen een Duitsche stad,
brengt stellig en zeker na enkele jaren het
Scheldevraagstuk naar voren. Het is eenvou
dig ondenkbaar, dat Duitschland op den
duur vrede zou hebben met een toestand als
thans te dien aanzien bestaat. De Schelde
grensrivier is wel het minste, dat ons dan te
wachten staaten niet onwaarschijnlijk komt
er zelfs begeerte naar beide Scheldeoevers
en staan dus ook Zuid-Beveland en Walche
ren op het spel. Dat zal, in het onderwerpe-
lijke geval, niet dadelijk bij de vredesonder
handelingen aan de orde gesteld worden,
maar komt zoo langzaam aan de dagorde.
Winnen daarentegen de geallieerden, zoo
dat aan Duitschland de vrede kan worden
opgelegd, dan ducht ik de zelfde moeilijkhe
den maar dan reeds onmiddellijk bij de vre
desonderhandelingen,
Het zou mij niets verwonderen, wanneer
zulks in dat geval éen der eischen zou blij
ken te zijn. Onder Belgen, zelfs onder onze
Belgische «gasten*, hoort men daarover soms
onomwonden spreken »Wij krijgen bij den
vrede natuurlijk Zeeuwsch Vlaanderen*.
Dat «natuurlijk* verstaan wij even na
tuurlijk in het geheel niet, en vertrouwd
mag worden, dat wie iets van ons wil heb
ben, het zal moeten halen, onverschillig wie
de begeerige is en op welk tijdstip hij komt.
Zijn de bovenaangeduide twee onderschei
dingen juist, dan volgt daaruit, dat een
Duitsche overwinning, waarbij België Duitsch
blijft, of een overwinning der geallieerden,
die hen in staat stellen de kaart van Europa
te wijzigen, niet in het belang van Neder-
laug zal zijn.
Dan kan dus ook ons verlangen niet uit
gaan naar een van die twee gevallen, maar
dienen we te erkennen, dat het voor ons
het beste is, wanneer de oorlog zóo eindigt,
dat België wel is waar zijn onafhankelijk
heid herkrijgt, omdat de onafhankelijkheid
van België een Nederlandsch belang is, doch
zonder dat partijen in staat zijn, daarbij een
derde te benadeelen.
Op het oogenblik is m.i. het vooruitzicht
inderdaad, dat het zóo zal gaan. Maar het
kan ook anders loopen, en dan zal tegen het
einde voor Nederland nog de vraag kunnen
rijzen, of het, ter wille van de toekomst van
het vaderland, niet noodzakelijk is om nog
vóór den vrede mee te spreken, wijl het na
den vrede wel eens te laat kon zijn.
Zoo blijft de toestand voor ons dus ernstig
en dient gegispt het opkomende geknab
bel en geknaag om den militairen last onzer
dagen te verlichten.
Doch als het nu loopt zooals ik verwacht,
dat het loopen zalals Duitschland verder
bereid is, tegen zekere vergoedingen, België
weer te ontruimen en dit land zijn onafhan
kelijkheid zij het vermoedelijk met wat
gewijzigde grenzen herkrijgt, zullen wij
dan bij de vredesonderhandelingen geheel
buiten de moeilijkheden blijven
Voor zoover ik vermag te zien, schijnt het
mij toe, dat ons in dat geval geen ernstige
gevaren dreigen, maar zullen we ons tóch
hebben voor te bereiden op de regeling van
een tweetal aangelegenheden, die reeds lang
hangende zijn en nu vermoedelijk te gelijker
tijd aan de orde zullen worden gesteld. Al
thans schijnt het mij zeer mogelijk toe, dat
de oplossing daarvan, in verband met de
overige onderhandelingen, ter hand zal wor
den genomen.
Minder geri st ben ik nog altijd ten op
zichte van onze bezittingen in Azië.
Er zijn er, die meenen, dat de verwezen
lijking van betgeen in China wordt nage
streefd alle Japansche energie zal opeischen,
zoodat verdere expansie dien tengevolge zal
uitblijven. Wie zóo oordeelt, geeft blijk, van
Japan en de Japanners geen juiste voorstel
ling te bezitten. Het einddoel der Japansche
politiek is volkomen klaar en geen neven
overwegingen zullen de uitvoering er van
opschorten.
Ten opzichte van China is gewacht op het
juiste oogenblik en toen greep men toe. Zóo
zal men ook elders doen zoodra het moment
gekomen is. Daartegen levert de slaapmuts,
die wij ons alweer over oogen en ooren
trekken, geen bescherming op.
Men moet er mee rekenen, dat de in
Japan levende begeerte tot expansie naar
het Zuiden de gunstige gelegenheid tot be
reiking van het doel niet zal laten voorbij -
gaan.
Is Duitschland nu op het Europeesch oor-
logstooneel in een positie, dat het aan zijn
hoofdtegenstanders wat vragen kan, dan
acht ik het gevaar, dat het, in vereeniging
met Japan, zich elders wellicht schadeloos
zal willen stellen, gering; maar in het om
gekeerde geval kan men nooit weten hoe
het loopt.
Indien aan de eene zijde het ingrijpen van
Italië den oorlog in Europa volkomen op
het doode punt brengt, zoodat men hier
zou moeten eindigen met het verlies van
Duitschland's koloniën. Indien Amerika zich
nog eens ging voegen bij Duitschland's
tegenstanders. Zou de drang tot het drijven
van zuivere Realpolitiek deze beide mogend
heden niet kunnen saam brengen Wie met
Japan samengaat, vermag in den Stillen
Oceaan alles; en wie met Duitschland sa
mengaat, belet daardoor aan de andere Eu-
ropeesche mogendheden om iets van be-
teekenis in Azië te doen, omdat Duitschland
die anderen verhindert, zich in Europa te
verzwakken.
De bijzondere moeilijkheid voor ons schuilt
nu hierin, dat een bepaalde uitkomst van de
Europeesche worsteling voor het moeder
land gewenscht daarentegen voor de
Aziatische bezittingen wel eens minder ge
wenscht kon blijkenof ook omgekeerd.
Men kan zich dus zeer wel zekere tegen
stellingen van belangen denken, die niet
alleen de bezorgdheid over de komende din
gen rechtvaardigt, maar óok noopt tot klim
mende waakzaamheid op diplomatiek en
militair gebiedte sterker naarmate de
vrede meer nabij komt.
Thans zijn ingediend de wetsontwerpen
tot het langer in dienst houden van inge-
lijfden bij de militie en van dienstplichtigen
bij de landweer.
In de toelichting tot het eerstbedoelde
wordt herinnerd, dat op 1 Augustus 1915
de ingelijfden bij de onbereden korpsen van
de lichtingen 1907 en 1908 naar de landweer
zouden moeten overgaan, dat daags te voren
uit den dienst zouden moeten worden ont
slagen, met bestemming voor den landstorm,
de ingelijfden bij de bereden korpsen van
de lichting 1907 en de zeemilicies van de
lichting 1910 en dat eveneens op dien datum
zouden aanbreken de tijdstippen van over
gang en ontslag van de dienstplichtigen bij
de militie, wier diensttijd sinds 1 Augustus
1914 werd verlengd, te weten die der onbe
reden korpsen van de lichting 1906, die der
bereden korpsen van de zelfde lichting, en
die der zeemilitie van de lichting 1909.
Het nog voortduren van de buitengewone
omstandigheden maakt het noodig zegt
de Regcering in de toelichting dat deze
verschillende groepen voorloopig nog tot
de militie blijven behooren.
Ten aanzien van diegenen der tot bedoelde
groepen behoorende manschappen, die in
werkelijkheid reeds bij de landweer dienst
doen, spreekt die noodzakelijkheid wel is
waar in mindere mate, doch de werkzaam
heden, zoowel voor de militaire als voor de
burgerlijke administration verbonden aan den
overgang van de militie naar de landweer,
doen het toch raadzaam voorkomen, dien
overgang ook te hunnen aanzien voorloopig
uit te stellen.
Voorgesteld wordt te bepalen, dat de
dienstverlenging, laatstelijk gesteld tot 31
Juli 1915, zal gelden tot 31 December 1915.
Het is thans ook verboden, brieven mee
te nemen naar Engeland.
Tegen overtreders worden zeer strenge
straffen bedreigd.
De heer P. van Hemmen, administrateur
van «Ons belang», slaagde bij het examen
van den Ned. Coöperatieven Bond.
Jhr. mr, H. W. van Asch van Wijck,
thans te Paramaribo, is benoemd tot Voorzitter
van de Koloniale Staten in West-Indië,
Aan ritmeester R. F. C. baron Bentinck,
van het ie regiment huzaren, is non-activiteit
verleend.
Bij het 5e regiment infanterie zijn benoemd
tot vaandrig de reserve-sergeanten van de
grenadiers Elkhuyzen en Huisman; bij het
16e regiment de reserve-sergeant der gre
nadiers Jansen.
De Vrijwillige Landstorm roept alle jongens
van Jan de VVitt tot deelneming. Jan Salie's
kan hij niet gebruiken.
Ter gisteravond onder voorzitting van den
heer I. M. J. Hoog gehouden 84ste leden
vergadering der plaatselijke afdeeling van
de Maatschappij tot Bevordering der Toon
kunst werd besproken de Beschrijvingsbrief
voor de 86ste Algemeene vergadering der
Maatschappij, 18 Juni te Amsterdam te houden.
Die vergadering zal worden bijgewoond
door den heer Hoog als Hd van het Hoofd
bestuur en door den heer M. W. Petri als
afgevaardigde van de afdeeling.
Slechts twee punten lokten eenige discussie.
Namelijk het verzoek van de afdeeling
's-Gravenhage om haar een renteloos voor
schot te verstrekken van f J500 uit het
Afdeelingsfonds*Het voorschot zal moeten
teruggeven in ten hoogste tien jaarlijksche
termijnen van ten minste f 50, terwijl aan
den afgevaardigde is opgedragen, te vragen
of het afdeelingsbestuur inderdaad verbetering
ziet in den financieelen toestand door dit
voorschot.
En het voorstel-Utrecht om het zangon
derwijs in de Lagere school te verbeteren
door -het behoorlijk doen opleiden aan mu
ziekscholen der Maatschappij van onderwij
zeressen of onderwijzers voor den zang.
Het Hoofdbestuur moest tot zijn spijt de
Algemeene vergadering adviseeren, dit hem
sympathieke voorstel niet aan te nemen,
omdat de hiervoor noodige gelden niet be
schikbaar zijn zoolang de Maatschappij niet
kan beschikken over het door de Regeering
in uitzicht gestelde subsidie, dat door de
bijzondere tijdsomstandigheden van de Staats-
begrooting 1915 weder moest worden afge
nomen.
Wat het volkszangonderwijs te Amersfoort
betreft, deelde de Voorzitter mede, dat
de Maatschappij daarvoor een subsidie geeft
van f 100 een zesde van het geheele sub
sidie voor dit doel omdat de Gemeente
Amersfoort, unicum in ons land, dat ter
plaatse steunt met f400.
In verband met de opvoering, aanstaanden
Vrijdagavond in de Luthersche kerk, van
Vondel's «Lucifer* kunnen we nog mee-
deelen, dat de daarvoor medewerkenden,
overal waar zij optraden, uitnemend zijn be
oordeeld.
Zoo zegt de «Middelburgsche Courant*
over mevrouw Secrève:
Onder de weldadige rust, die gewoonlijk
aan muziekuitvoeringen binnen de gewijde
tempelmuren een ongestoorde aandacht waar
borgt, was 't mogelijk te genieten van een
schoone stem, van een voordraeht zóo innig
mnzikaal en edel, dat van eiken toon als 't
ware wijding uitging. Met bewonderens
waardige beheersching van haar vol en
prachtig geluid, wist de zangeres aan ieder
lied karakter en stemming te geven tot in
de uiterste volkomenheid.
Zij heeft met onmiskenbaar talent de figuur
van Rafaël weergegeven. Haar mooi, helder
geluid, de tot in het minutieuse toe zuivere
uitspraak, gepaard aan een expressie volle
voordracht deden vooral dit fragment uit
„Lucifer" tot zijn recht komen.
Over den heer Verheijen wordt in de
Haagsche bladen gezegd
't Was geen voordracht van Vondel's
werk, dat Verheijen ons bood; 't was het
treurspel zelf, met zijn vele personen, door
hem alléén vertolkt. En wie hij mocht voor
stellen, een rij van Engelen, den knaap
Joseph, de broeders Juda of Ruben, 't ge
schiedde met groote innigheid, met 'n weer
oogenblikkelijk inleven in iedere rol. Het
klagen van Josephonmiddellijk overschreeuwd
door het ruwe sarkasme, of de gewetens
wroeging van den oudsten broeder, hoe ex
pressief en tevens hoe meesleepend gaf' de
kunstenaar het weer. Somtijds doet zijn stem,
evenals zijn grootsch gebaar, denken aan
Rooyaards.
Wanneer men het bovenstaande leest, dan
zal men evenals wij tot de overtuiging komen,
dat Vrijdagavond een bijzonder kunstgenot
te wachten staat, dat zeker reeds een zeer
druk bezoek doet verwachten.
Op al deze gronden raden wij ieder ten
zeerste aan, deze kunst-uitvoering bij te
wonen.
Gelijk we reeds schreven, komt een deel
der opbrengst ten goede aan het plaatselijk
steun-comité.
Zie nu toch eens aan. Een heele poos is
er geen concert gegeven, en nu opeens
zijn er Vrijdagavond twee.
Behalve het bovengenoemde kerk-concert
zal de Vlaamsche zanger Morisson in «De
Arend» zich doen hooren.
De plaatselijke afdeeling van den Christ.
Nationalen Werkmans Bond is thans toege-
getreden tot den Ned. Anti Oorlog Raad.
Het 14de oorlogs-bulletin van de «Alliance
fran<;aise», van 1,5 Mei, is voor belangheb
benden kosteloos verkrijgbaar] aan het
Secretariaat, Kortegracht 9.
De standaard-thermometer van den heer
W. F. A. Groenhuizen wees hedenmiddag
om 12 uur 94 graden Fahrenheit of bijna
35 Celsius in de schaduw; die onder het zeil
wees 98 F. of 37 C.
Naar de gister hier gehouden kaasmarkt
werden aangevoerd 35 wagens, met 8450
pond kaas.
De prijs was 38 tot 40 cent; voor kaas
onder Rijks-controle 41 cent.
De handel was vlug.