Dinsdag 6 Juli 1915. No. 8590. 64e Jaargang. Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H van Cloeff" HOOFD-REDACTEUR F. J. 7BSSSEZES. AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden 1. franco per post ƒ1.15. Advortentien 1 6 regels 60 centelke regel meer 10 cent. Bijregel- abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en onteigenlngs- advertentiën per regel 15 cent -Reclames 15 regels ƒ1.25. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advërtentien van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. BUREAU: KORTEGRAOHT 9. Postbus 9. Telefoon 19. KENNISGEVING EN. MILITIE. Voorkeur omtrent de inlijving. De Burgemeester der Gemeente Amersfoort maakt bekend, dat de milftteplichtigen der lichting 1916 hun wenschen met betrekking tot de inlijving alsnog vóór 10 Juli e.k. kun nen kenbaar maken bij den Burgemeester der Gemeente, waar zij voor de militie zijn ingeschreven. Amersfoort, 5 Juli 1915. De Burgemeester voornoemd, VAN RANDWIJCK. VRIJSTELLING MILITIE DIENST. De Burgemeester der Gemeente Amers foort brengt ter algemeene kennis, dat ten aanzien van de ingeschrevenen voor de militie, lichting 1916, die meenen recht te hebben op vrijstelling van den dienst wegens aan wezigheid van in het zelfde jaar geboren broeders of halfbroeders, de aanvraag tot het opmaken van de vereischte bewijsstukken ter Secretarie dezer Gemeente moet geschie den tusschen 5 en 8 Juli e. k. Amersfoort, 5 Juli 1915. De Burgemeester voornoemd, Van RANDWIJCK. MILITIE. Tweede zitting van den Militieraad. De Burgemeester der Gemeente Amers foort maakt bekend, dat de Tweede zitting van den Militieraad voor de ingeschrevenen voor de militie, lichting 1916, dezer Gemeente zal plaats hebben te Utrecht in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen, Mariaplaats, ingang over de Boterbal, op Woensdag den 14 Juli «915, des voormiddags te 10 uur. In de tweede zitting wordt uitspraak ge daan omtrent: 1geschiktheid voor den dienst van hen, te wier aanzien het gevoelen der geneeskun digen van den Keuringsraad niet van gelijke strekking was; 2. geschiktheid voor den dienst van hen, van wie een nieuw geneeskundig onderzoek is aangevraagd; 3. vrijstelling van in het zelfde jaar ge boren broeders 4. vrijstelling, waaromtrent buiten schuld van hen, wie zij geldt, in de eerste zitting van den Militieraad geen uitspraak kon worden gedaan 5. uitsluiting van hen. te wier aanzien sedert de eerste zitting van den Militieraad een reden tot uitsluiting bekend geworden is, voor zoover zij niet reeds bij onherroepe lijk geworden uitspraak vrijgesteld of onge schikt bevonden zijn. Geneeskundig onderzoek. In het algemeen is ieder ingeschrevene, omtrent wiens geschiktheid voor den dienst het gevoelen der geneeskundigen van den Keuringsraad niet van gelijke strekking was of omtrent wien na de uitspraak van den Keuringsraad binnen den voorgeschreven tijd en op de voorgeschreven wijze een nieuw ge neeskundig onderzoek isaangevraagd. verplicht op den bepaalden tijd voor den Militieraad te verschijnen en zich aldaar aan het onderzoek te onderwerpen. Zoo noodig kan hij met den sterken arm voor den Raad worden gebracht. Hij kan echter aan den Commissaris der Koningin in de Provincie het verzoek doen om het onderzoek voor een anderen Militie raad te ondergaan. Dit verzoek kan o n g e- z e g e 1 d zijn, doch moet gefrankeerd verzonden worden. In afwijking van den algemeenen regel behoeven voor den Militieraad niet te ver schijnen de ingeschrevenen, voor wien door hen zelf dan wel door hun vader, moeder, voogd of curator een nieuw geneeskundig onderzoek is aangevraagd en die bij nader inzien zich niet aan een nieuw geneeskundig onderzoek wer.schen te onderwerpen, daar, ingeval zij niet verschijnen en zij niet ver- keeren in een der gevallen onder 1 en 2 vermeld de aanvrage als vervallen wordt beschouwd. Voorts behoeven niet te ver schijnen de ingeschrevenen 1die doen blijken door ziekte of gebreken tot die verschijning buiten staat te zijn. De hier bedoelde ingeschrevenen worden onderzocht op de plaats, waar zij zich be vinden, mits deze binnen het Rijk gelegen J zijzij zijn verplicht, zich aan dit onderzoek te onderwerpen. I 2. die zich in verzekerde bewaring bevinden j of die verpleegd worden in een Rijks-werk- inrichting, een Rijks-opvoedingsgesticht of I een tuchtschool. 1 Voor het onderzoek van deze categorie 1 van ingeschrevenen gelden de zelfde bepalin- j 1 gen als voor de categorie, onder 1 vermeld. 1 3. die verpleegd worden in een krank- zinnigen-, idioten-, doofstommen- of blinden- gesticht. j Voor het onderzoek van deze categorie, van ingeschrevenen gelden de zelfde bepa- I lingen als voor de categorie, onder 1 vermeld. 4. die hun beroep maken van de buiten- landsche zeevaart of van de zeevisscherij j buitenslands. Dezen ingeschrevenen staat het vrij, al dan niet op tijd en plaats, in het hoofd dezer i bekendmaking vermeld, voor den Militieraad te verschijnen en zich aldaar aan het genees kundig onderzoek te onderwerpen. Voor zooveel deze ingeschrevenen echter niet voor den Militieraad verschijnen of, aldaar ver schenen zijnde, zich niet aan het genees kundig onderzoek onderwerpen, worden zij voor geschikt gehouden, j 5. die woonplaats hebben of verblijf houden in het buitenland. 1 Voor deze categorie van ingeschrevenen gelden de zelfde bepalingen als voor de cate gorie, onder 4 vermeld. Voor zooveel de ingeschrevenen van de categorie, onder 5 vermeld, echter door ziekte of gebreken buiten staat zijn voor den Militieraad te verschijnen, kunnen zij vol- staan met bij dien Raad vóór de sluiting zijner zitting in te zenden eene na 1 Mei afgegeven verklaring, waaruit blijkt I a. dat de ingeschrevene met geslachts naam, voornamen en leeftijd aan te duiden 1 wegens ziekte of gebreken buiten staat is voor den Militieraad te verschijnen 1 b. dat de ingeschrevene dooi hen, die de verklaring hebben afgegeven, ongeschikt voor den dienst wordt geoordeeld c. de aard en de graad van de ziekte ot van het gebrek, op grond waarvan de on geschiktheid aanwezig wordt geacht, zoo- I me le de bezwaren, door de ziekte of het gebrek veroorzaakt. I Deze verklaring moet de onderteckering j dragen van twee geneeskundigen, die ter plaatse van afgifte bevoegd zijn tot uitoefe ning van de genees- en heelkunde. In de Nederlandsche koloniën mag de verklaring door enkel dokters-djawa eebter alleen dan worden afgegeven, wanneer ter plaatse geen ander geneeskundige is, en mag zij door een dokter-djawa met een ander geneeskundige alleen dan worden afgegeven, wanneer ter plaatse niet meer dan ócn ander geneeskun dige is. De handteekeningen van hen, die de verklaring hebben afgegeven, moeten behoorlijk voor echt zijn verklaard, onder bijvoeging, dat zij, door wie de handteeke ningen zijn gesteld, ter plaatse bevoegd zijn tot uitoefening van de genees- en heelkunde dan wel dokter-djawa zijn. Zoo bet stuk is onderteekend door dokters-djawa of mede- onderteekend door een dokter-djawa, moet I bovendien blijken, welk van de hiervoren bedoelde gevallen aanwezig is. Werd door den buitenslands woonplaats hebbenden of verblijf houdenden ingeschre vene ook bij den Keuringsraad eene derge lijke verklaring ingediend, dan moet de ver klaring, bestemd voor den Militieraad, zijn afgegeven door twee andere geneeskundigen dan die de eerste verklaring hebben afge geven. Indien het vanwege den Militeraad te houden geneeskundig onderzoek niet mocht kunnen plaats hebben, wordt de ingeschre- vene voor geschikt gehouden. De ingeschrevene, die verplichtTs voor den Militieraad te verschijnen en aldaar niet op de daarvoor aangewezen tijd en plaats ver schijnt of die, aldaar verschenen zijnde, zich niet aan het geneeskundig onderzoek onder- werpt, alsmede de ingeschrevene, die moet j worden onderzocht op de plaats, waar hij j zich bevindt, en zich niet aan het genees- kundig onderzoek onderwerpt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste veertien dagen of geldboete van ten hoogste honderd vijftig gulden, tenzij hij het feit opzettelijk pleegt, 1 in welk geval hij wordt gestraft met ge vangenisstraf van ten hoogste twee maanden of geldboete van ten hoogste zeshonderd gulden. Vrijstelling. De ingeschrevenen, die vermeenen aan spraak te hebben op vrijstelling wegens eigen vrijwilligen dienst of wegens broeder- I dienst en omtrent wier aanvrage om zoo- I danige vrijstelling in de eerste zitting van den Militieraad geen uitspraak is gedaan, kunnen op tijd en plaats, in het hoofd dezer bekendmaking vermeld, hunne aanvrage toe lichten of doen toelichten. De ingeschrevenen die behooren tot in het zelfde jaar geboren broeders en vermeenen aanspraak te hebben op vrijstelling, hetzij 1 enkel op grond van deze omstandigheid, I hetzij wegens broederdienst, kunnen bij onderlinge overeenkomst aanwijzen wien van hen de vrijstelling zal ten deel vallen. Hebben zij deze overeenkomst niet te voren schrif telijk aangegaan, dan moeten zij daartoe, op tijd en plaats, in het hoofd dezer bekend making vermeld, in de tweede zitting van den Militieraad verschijnen. Tevens moet, voor zooveel het minderjarigen geldt, hij of zij, die de ouderlijke macht of de voogdij uitoefent, op genoemden tijd en plaats ver schijnen tot het geven van de vereischte toestemming, tenzij deze reeds te voren schriftelijk is gegeven. Aan deze overeenkomst wordt echter slechts gevolg gegeven, indien de andere broeder of broeders dan die, welke volgens de overeenkomst zal of zullen worden vrij gesteld 1niet om eene andere reden hetzij voor goed, hetzij tijdelijk is of zijn vrijgesteld; 2. niet hetzij voorgoed, hetzij voorloopig van den dienst is of zijn uitgesloten 3. voor den dienst geschikt is of zijn. Uitspraken. De uitspraken van den Militieraad worden in het openbaar gedaan. Bovendien worden zij door den Burgemeester schriftelijk mede gedeeld aan hen, wie zij gelden of aan hun vader, moeder, voogd of curator. Bezwaar tegen de uitspraken van den Militieraad. Tegen de uitspraak van den Militieraad omtrent de geschiktheid voor den dienst kan geen bezwaar worden ingebracht. Tegen de omtrent vrijstelling of uitsluiting door den Militieraad gedane uitspraak kan hinnen tien dagen, te rekenen van den dag, waarop die uitspraak is geschied, bij Gede puteerde Staten bezwaar worden ingebracht door den Militie-commissaris en 1. door den ingeschrevene, wien de uit spraak geldt, of door zijn vader, moeder, voogd of curator; 2. door elk der overige voor de Gemeente ingeschrevenen of door zijn vader, moeder, voogd of curator. Hij of zij, die bezwaren inbrengt, levert het daartoe strekkend verzoekschrift, dat behoorlijk met redenen omkleed moet zijn, in bij den Burgemeester der Gemeente, waar de ingeschrevene, wien de uitspraak geldt, voor de militie ingeschreven is. Van de in levering wordt een bewijs van ontvangst afgegeven. Verzoekschriften, niet ingeleverd op den tijd en de wijze, hier omschreven, kunnen geen gevolg hebben. De uitspraak van Gedeputeerde Staten wordt door den Burgemeester ter algemeene kennis gebracht en bovendien medegedeeld aan den ingeschrevene, wien de uitspraak geldt, en aan hem of haar, die de bezwaren inbracht. Amersfoort, 5 Juli 1915. De Burgemeester voornoemd, Van RANDWIJCK. De Burgemeester van Amersfoort maakt bekend, dat in de Gemeente Maar tensdijk schurft bij schapen is voorgekomen. Amersfoort, 2 Juli 1915 De Burgemeester, Van RANDWIJCK. Ned. Anti-Oorlog Raad. INTERNATIONALE GEDACHTEN IN DUITSCHLAND. Het Frankfurter tijdschrift »Das freie Wort* heeft ritmeester Kurt von Tepper Laski, Voorzitter van den Bond »Neues Vaderland*, ondervraagd over het ontstaan en het werken van dezen Bond. De heer Von Tepper Laski gaf omtrent het werk van den Bond de volgende om schrijving. De Bond is een vereeniging van Duitsche mannen en vrouwen, die, afgezien van hun overige politieke en godsdienstige gevoelens, zich bij elkander aansluiten om aan de taak, I die voor het Duitsche volk uit den Euro- peeschen oorlog zal geboren worden, samen te verken. De Bond heeft ten doel 1. de rechtstreeksche en indirecte bevor dering van alle pogingen, die in staat zijn, de politiek en de diplomatie van de Euro- peesche Staten met de gedachte van vrede- lievenden wedijveren van internationale aan eensluiting te vervullen, om daardoor een politieke en economische toenadering tus schen de beschaafde volkeren in het leven te roepen. Dat is alleen dan mogelijk wan neer met het tot nu toe gevoerde systeem wordt gebroken, waarbij enkelen over het wel en wee van honderden millioenen te beslissen hebben; 1 2. in zoover bij dezen arbeid een samen hang blijkt tusschen de binnen- en de bui tenlandsche politiek van de Staten, te be- J werken, dat beide in volle overeenstemming met elkander zijn, tot voordeel van het Duitsche volk en van de gcamenlijke be- schaafde wereld. j De naaste aanleiding tot de oprichting van den Bond, in November 1014, was een artikel van prof. Hans Delbrück, die het I volgende schreef: j Vaste zekerheid te verkrijgen, dat een I overwonnen vijand een gunstige gelegenheid tot herbeginnen van den oorlog niet aan- i grijpt, is alleen dan mogelijk wannee' hij voor altijd onderworpen is. Zoo deden de Romeinen en schiepen zich zoodoer.de lang- zamerhand een wereldrijk. Tot heil van de menschheid is zoo'n wereldrijk nu gelukkig uitgesloten. Een middelweg is, zich van groote gebieden meester te maken, zich het bezit van den militairen toestand beheer- schende vaste punten te verzekeren en den tegenstander economisch uit te putten. Zoo deed Napoleon in 1807 met betrekking tot Pruisen. Hij nam de helft van ons gebied, behield de Oder vestingen, verminderde de grootte van het Pruisische leger en maakte aanspraak op zoo'n groote oorlogschatting, dat wij haar pi vele jaren niet konden be talen. Deze methode is niet juist gebleken. Zij zou alleen dan tot het doel geleid heb ben, als Napoleon ook de overige wereld

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1915 | | pagina 1