Stadsnieuws. eenig noodigc zijn, het eerst noodige is het zeker. )nd en afgezaagd is de anecdote van de llaagsche moeder, die haren kinderen op de vraag, »wat eten we vanmiddag?* ten ant woord geelt: «muziek in de tent*. Maar wat oud is, behoeft niet verouderd te zijn. Den Maag heeft zijn idealisme behouden. Der bedelares met haar tien «bloedjes van kinderen* geven wij hier geen bon voor bruine boonen, maar een toegangskaartje voor de Chineesche wijsbegeerte. En dan is ze wat blij. Het dagolijkseh loven in Uuitsehlnml. Zal de Duitsche burgerij dezen winter koude moeten lijden? In de «Reichs- und Staatsanzeiger* publiceeren de ministeries van Oorlog van Pruisen, Beieren, Saksen en Wurtemberg een bekendmaking, die on middellijk van kracht wordt betreffende het in beslag nemen van beddedekens en paarde- dekken. In beslag genomen zullen worden alle beddedekens en paardedekken in den zelfden omvang als zij ingevolge de aankondiging- van 31 Aug. 1915 opgegeven zijn: voorts de stoffen waaruit dekens gemaakt worden en niet-voltooide dekens. Verder worden in beslag genomen alle dekens, die in bewer king zijn, zonder dat rekening gehouden zal worden met de hoeveelheid. Ook het voedingsvraagstuk blijft zorg baren. Aan de Miinchener Xeueste Xachrichten* wordt uit Berlijn geschreven, dat in de hoofd stad van het Duitsche Rijk den laatsten tijd herhaaldelijk geklaagd wordt, niet zoozeer over de beperkte quantiteit van het meel, als wel over de twijfelachtige qualiteit. Her haaldelijk is geklaagd, dat het meel zoo spoedig muf wordt. De soort graan, die in Duitschland geoogst wordt, schijnt voor de brood-bereiding niet de meest gewenschte te zijn. Het in Duitschland geoogste graan is vochtiger dan het naar Duitschland inge voerde buitenlandsche graan. In vredestijd wordt dan ook een groot deel van het Duit sche graan niet voor het bakken van brood gebruikt, maar voor veevoeder. De «Kriegs- getreide-Gesellschaft* en de Reichs-Getrei- destellev hebben veel aandacht gewijd aan* het probleem van het droogmaken der voch tige graanvoorraden, maar de resultaten schijnen nog niet geheel bevredigend te zijn. Ook wordt het graan intensiever gemalen dan in vredestijd, hetgeen aan den smaak van het brood niet ten goede komt. Een en ander geeft natuurlijk aanleiding tot klachten, die steeds toenemen. De ge dachte. dat deze oorlog misschien nog den geheelen winter zal voortduren als men de Engelsche Staatslieden gelooven mag nog veel langer moet het menig Duitscher bang om het hart maken. Behalve het Kriegsbrot» krijgt de Ber- lijner" nu ook - Kriegslicht>. De petroleum raakt op, tenminste men moet er zuinig mede zijn en de politie-presidetit van Berlijn, heeft thans bekend gemaakt, dat in het vervolg slechts 20 pet. van de in normale jaren ter beschikking staande voorraden aan de be volking geleverd*zal kunnen worden. Om aan dien petroleum-nood, waaronder natuurlijk in de allereerste plaats de kleine man die geen electrische installatie en zelfs geen gasgloeilicht betalen kan, gebukt gaat, tege moet te komen, heeft de Rijksregeering groote hoeveelheden «spiritus» beschikbaar gesteld, en de oprichting bewerkstelligd van een «spiritusgloeilicht-norlogmaatschappijDeze maatschappij zal een spiritus-brander met pit voor de prijs van 4 mark in den handel brengen. Nog al een hooge prijs, dunkt ons, in deze dure tijden voor onbemiddelde men- schen, die zelfs geen gas kunnen betalen. vroeger, in ht;t aanstaande winterseizoen te hervatten en zal tot dat einde de gewone inschrijving aan de huizen der ingezetenen een aanvang doen nemen op aanstaanden Maandag, 18 October. Met het oog op de voortdurend bestaande behoefte en den bijval, welke zijn belang- looze pogingen sedert tal van jaren in zoo ruime mate hebben mogen ondervinden, ver trouwt het Bestuur ook thans weder door milde bijdragen in de gelegenheid te zullen worden gesteld, op doelmatige wijze het lot onzer verarmde stadgenooten eenigermato te lenigen. Tot paardenarts ie klasse (kapitein) is met ingang van iS October bevorderd de paar denarts :?e klasse dr. R. 11. J. Gallnndat Huet. liet «Handelsblad* bemerkte, dat ook te Amersfoort militaire censuur werd geoefend op particuliere brieven. Het blad ging op onderzoek uit en een zijner redacteurs ont- ontving de volgende inlichtingen Bij besluit van den opperbevelhebber van 1 Maart 1915 is aan den commandant van het interneerings-depot «Amersfoort* gede legeerd de bevoegdheid, vermeld in den tweeden zin van art. 3S van de Wet op den staat van oorlog en beleg. Die zin luidt «Het militair gezag is mede bevoegden be slag te nemen elk stuk, aan de post of andere instelling van vervoer, dan wel aan de tele graaf toevertrouwd, en daarvan inzage te nemen*. (Amersfoort, Soest, Zeist en I.eus- den zijn, in verband met de nabijheid van de interneeringskampen, in staat van beleg verklaard). Xu was gebleken zoo vernamen wij dat de burgerij van Amersfoort in bedenke lijke mate ontvluchtingsplannen van geïnter neerden in de hand werkte. Deze week nog werd aan een gehuwde Hollandsche winke lierster te Amersfoort het verblijf ontzegd, wegens liet opzettelijk verstrekken van bur- gerkleeding aan een geïnterneerde en het gelegenheid geven om die kleeding aan te trekken. De man ontsnapte, doch werd te Rotterdam aangehouden. E11 ongeveer veer tien dagen geleden geschiedde het zelfde met een Amersfoortsch winkelier. Ofschoon art. 3S den militairen censor de bevoegdheid geeft, van alle brieven kennis te nemen, geschiedt dit slechts bij adressen, die den censor verdacht lijken, omdat er bijv. veel Belgen komen of wel het geschiedt om dergelijke adressen op te sporen. Men vestigde er nog onze aandacht op, dat de militairen, die met de censuur belast zijn, een eed van geheimhouding hebben afgelegd. We zouden hieraan willen toevoegen, dat reeds verleden jaar November we een door de censuur geopenden brief ontvingen. Aan de houders van broodkaarten wordt bekend gemaakt, dat de duur van hun brood kaart, loopende van 20 September tot 17 Jetober, wordt verlengd tot 31 Octo ber a.s. Geen Regecringsbrood wordt meer ver strekt wanneer de broodkaart, op den datum waarop zij eindigt in dit geval dus den 31 October a.s. niet wordt ingeleverd. Jef Denijn, de vermaarde beiaardier, komt hedenavond te Amersfoort om ook hier het klokkenspel van den Lieve Vrouwe-toren, een van de mooiste carillons der Hemony's, in oogenschouw te nemen. Vooral aan den Secretaris van Vreemde lingenverkeer, den heer Th. C. V. ter Maat, hebben wij dit belangrijk bezoek te danken. Aan het plaatse-lijk telefoonnet is thans aan gesloten met no. 193 de tricotage-fabriek van den heer L. S. de Winter, St. Andries- straat 24. Iet Bestuur der Verceniging tot uildeeling van spijs aan behoeftige» wensrht zijn werk zaamheden, op den voet en de wijze als Het in de jaarvergadering van 6 October vastgesteld verslag der plaatselijke afdeeling van de Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst is thans in druk verschenen. Het volgende zij er aan ontleend. Dat het Bestuur met groote bezorgdheid dit jaar is ingegaan, behoeft nauwelijks ver meld te worden het was immers te voorzien, dat de groote wereldramp met al haar directe en indirecte gevolgen een allernoodlottigsten invloed op het muzikale leven zou uitoefenen. Gegronde vrees mocht er bestaan, dat ook onze afdeeling daaronder zeer zou lijden. En inderdaad, bij het innen der contributies in den aanvang van het jaar bleek het al spoedig, dat verscheidene leden zich op dc tijdsomstandigheden beriepen om zich aan hun verplichtingen te onttrekkensommigen deden dit ongetwijfeld met recht, maar anderen schroomden niet, zich van dit voorwendsel te bedienen om zoodoende enkele guldons te besparen, wel begrijpende, dat in een jaar als dit men niet gemakkelijk tot dwang middelen zou overgaan. Tegenover dergelijke, zeer afkeurenswaardige handelwijzen staan gelukkig ook bemoedigende verschijnselen. Zoo kunnen wij ook nu weer met dankbaar- heid gewagen van de onverminderde belang- 1 stelling van onzen Beschermheer, mr. H. B. I ver I.oren van Themaat, in den bloei onzer i afdeeling. Voorts is hel zeker niet misplaatst, I hier een woord van warmen dank te brengen aan een vriend der afdeeling, die, anoniem, 1 met een belangrijke som onze geldmiddelen versterkte, waardoor het financieel evenwicht i ook gedurende dit moeilijke jaar behouden I kon blijven. Op 1 September 1914 waren ingeschreven 1 4 donateurs?- 143 gewone leden, 2 buiten- j leden en 3 honoraire leden. Zooals reeds is opgemerkt, had door het weigeren van con- tributc-betaling reeds terstond een daling 1 plaats, welke echter door het toetreden van 1 nieuwe leden weer werd gecompenseerd, zoodat 31 December 1914 de afdeeling nog 170 leden telde. Door bedanken vóór 1 Mei i 1915 is echter dit getal gedaald tot 135 ge- 1 wone leden, 4 donateurs en 1 buitenlid. Het Bestuur meent een beroep te moeten- doen op de leden der afdeeling en op allen die j het wel meenen met de bevordering der j toonkunst om te trachten onder hun vrienden en kennissen velen op te wekken om zich I als lid voor het a.s. jaar op te geven. I De Zaïigvereeniging telde dit jaar slechts ongeveer een 70-tal medewerkenden, voor zeker een veel le klein aantal voor een plaats als Amersfoort. Waar men hier het voorrecht heeft van vele kleine plaatsen kan dit niet gezegd worden - - uitvoeringen met vol orkest te kunnen geven, is het zeer zeker te betreuren, dat zoovelen zich niet beschik baar stellen 0111 in het zangkoor mee te werken. Er zou hier te Amersfoort zeer zeker een flink en krachtig' zangkoor gevormd kunnen worden, als men slechts wilde samen werken en zich niet verdeelde in allerlei kleine kringetjes. Ongetwijfeld zou hier ge makkelijk een gemengd koor gevormd kunnen worden van een 150-tal goede zangers; laten wij hopen, dat dit in de naaste toekomst bereikt moge worden en dat zeer velen eindelijk eens voorgoed over allerlei bezwaren en bezwaartjes heen zullen stappen om mede te werken bij onze afdeelingsuitvoeringen. Na het gebruikelijke overzicht van de zanguitvoeringen, door de afdeeling gegeven, volgt het verslag over de Muziekschool, welke werd bezocht door 100 leerlingen, met een totaal van 35 wekelijksche lesuren. cO wel 51 leerlingen i 1 leerling 2 leerlingen 3 de elem. zangklasse solozangklasse theorieklasse onderwijskunstklasse klavierklasse vioolklasse celloklasse. In het in den aanvang van dit jaar aan het Bestuur onzer Gemeente uitgebracht ver slag heeft de Commissie van beheer der school reeds met leedwezen geconstateerd, dat er een zeer aanzienlijke daling in het aantal der leerlingen heeft plaats gehad, waarvoor zij grootendeels de ongunstige tijds omstandigheden aansprakelijk stelt. Tevens heeft zij gemeend er op te moeten wijzen hoezeer het te betreuren valt. dat de Muziek school niet in staat is, aan on- of minver mogenden, hetzij gratis dan wel tegen be taling van minder schoolgeld, muziekonder wijs te verschaffen. Waar dit nu een enkele maal geschiedt, heeft dit plaats door de belanglooze opoffering van enkele leeraren of leeraressen, welke niet genoeg kan ge roemd worden, maar die toch zeker voor geen uitbreiding vatbaar is. Van de door de leerlingen gemaakte vor deringen werd aan ouders, verzorgers en belangstellenden blijk gegeven in eenige voordrachtsavonden, in het schoolgebouw gegeven. Zoowel in het leeraarspersoneel als in de Commissie van beheer der school kwam in den loop van dit jaar geen verandering. Daar echter mr. R. P, van der Mark ten gevolge zijner mobilisatie niet in de stad aanwezig was, werd zijne functie van Pen ningmeester tijdelijk waargenomen door een medebestuurslid. De tweede onderwijsinstelling der afdeeling, de Volkszangschool, mag zich bij voortduring verheugen in grooten bloei, hetgeen zeker mag toegeschreven worden aan de uitste kende wijze, waarop dit zangonderwijs door de verschillende onderwijskrachten wordt gegeven en aan de omstandigheid, dat het geheel kosteloos wordt verstrekt. Dat dit laatste mogelijk is, danken we behalve aan de bijdragen van enkele particulieren mogen nog meerderen ons hun steun schenken aan de jaarlijksche subsidies van onze Maatschappij en van onze Gemeente. In het rapport, door den heer M. W. Petri aan het begin van het jaar uitgebracht en aan het Gemeentebestuur overlegd, kon deze met veel lof gewagen van de wijze waarop de onderwijzers zich bij voortduring kwijten van hun taak, zooals hem bij herhaling bleek bij zijn bezoek aan de lessen. De viering van het 1 o-jarig bestaan der plaatselijke afdeeling van den Ned. Protes tanten Bond is een wel ongedacht succes geweest voor hen, die haar op eenige wijze hebben voorbereid. Men had de groote zaal van «Amicitia* gekozen, als grootste in de stad, doch dat Dinsdagavond zij zóo vol zou zijn, heeft niemand durven verwachten. Even half acht was zij reeds voor driekwart bezet en toen dr. Toxope ii s als Voorzitter het openingswoord sprak, voor dit min of meer feestelijk samenzijn min of meer feestelijk in deze dagen van hevige beroering, in welke de boodschap van God niet verkeerd mag worden verstaan toen waren, behalve alle stoelen en bijgebrachte banken zelfs alle staanplaatsen ingenomen. Spr. herinnerde er aan, dat het onder vrij- zinnig-godsdienstigen niet de gewoonte is, de samenkomsten te openen met gebed, doch nochtans in allen die hen bijwonen evenzeer leeft het bewustzijn, dat zonder Hoogen zegen niets gedijten sprak den wensch uit, dat hetgeen in deze bijeenkomst zou worden ten beste gegeven, mocht zijn een voertuig van stille, verborgen zegen. Na zijn welkomstwoord vermaande spr. niet blind te zijn voor eigen zwakheden en gebreken, doch daarbij niet aan te nemen de houding van den zichzelven kastijdenden boeteling, maar die van den man die de oude les van den Delphischen tempel, het «Ken uzelveti*, nastreeft. Spr. achtte de zwakke zijden in het wer ken en streven dor afdeeling, op de eerste plaats dat te veel is gearbeid iu de breedte en te weinig in de diepte, dat te weinig de arbeid was gepaard aan diepte van geloof en innigheid van gemoed; op de tweede plaats, dat le veel ruimte is gelaten aan polemiek en te weinig aan dogmatiek; op de derde plaats, dat de polemiek, zooals die is gevoerd, steeds was gericht naar rechts, naar de orthodoxie, en niet naar het practisch materialisme, dien veel gevaarlijker vijand, dat den mensch op de knieën brengt voor het stoffelijke en het geld en op de vierde plaats dat de vroomheid des harten te zeer uit het oog wordt verloren, doordien het hart der Protestantenbonders al te zeer is vervuld van vrijheid. Spr. eindigde zijn inleidend woord met den wensch en de hoop, dat deze bijeen komst de vroomheid mocht verdiepen en vermeerderen en heette vervolgens welkom den Algenieenen Voorzitter van den Ned. Protestanten Bond, dr. Van der Lee, den Voorzitter en 1,5 leden van de afdeeling Nijkerk en de 2 afgevaardigden van de af deeling Baarn. Een dames-zangkoor onder leiding van mevrouw Schreuder— Nijlaiid bracht hierna hoogst verdienstelijk ten gehoore «Op een herfstavond*, van Catharina Renncs, en «Twijfelend* en «Hopend*, beide van Frans Coenen en het bekende lied van de heeren Hugenholtz Daar ruischt 'door alle hemel streken een zucht, een klacht, een bede, een lied* (no. 74 uit den Liederenbundel). Ds. 11 o o y k a a s, oprichter en eerste Voor- zitter der afdeeling, schetste vervolgens het eerste tiental jaren van haar bestaan en meende, dat Bestuur en leden daarop met groote voldoening mogen terugzien. Zonder zich, zelfs op den feestavond, te vergapen aan schoonen schijn, is er veel reden tot grooten dank. Het ledental klom van 33 tot 225, doch dit is niet de grootste reden tot verheugenis. Meer is dit. dat steeds is ge zocht naar eenvoud, ernst en waarheid. Of die ook steeds zijn gevonden? Maar toch óoker wordt te veel verwacht van het Bestuur; de leden worden in den fuik gebracht, doch komen niet uit hunzelven. Spr. memoreerde, dat er 48 lezingen plaats hadden en uen cursus van drie avonden, voor drachten die alle ernstig warenen in steeds toenemende belangstelling zich mochten ver heugen. Was die belangstelling er óok wel altijd voor het werk van den Bond? Ook nam dc afdeeling over de Kindcrkerk, die niet was een bijzonderheidje van den Remonstrantschen predikant of de Remon- strantsche gemeente. Geruimen tijd stond spr. stil bij de bloeiende Zondagsschool, de roem der afdeeling, bloeiend wat het aantal leerlingen ruim 100 doch kwijnend wat het aantal krachten be treft; 2 dames voor 110 leerlingen. Spr. roemde ook de ideale verhouding der afdeeling tot de vrijzinnige kerken, met welke zij samengaat als vrienden, broeders, geest verwanten, en eindigde met de bede, dat de afdeeling mocht handhaven haar vrijheid en vroomheid, deze twee kostelijke goederen, en zóo mocht blijven arbeiden God ter eere. De heeren Doorneveld en Bode, van hier, Van Dijk en een vierde uit Haarlem, brach ten daarna ten gehoore «Sarabande* van Bach en «Triiumerei* van Schumann, voor viool met orgelbegeleiding, welke werd ver zorgd door den heer Hazendonk. Vervolgens kreeg ds. G. W e s t m ij s e, beroepen predikant te Wildervank, het woord. Spreker, die bijna een uur zijn gehoot wist te boeien, achtte zijn taak als feestre- denaaar al heel zwaar, waar zang en muziek de rechte stemming reeds hadden gewekt en twee sprekers reeds hadden uiteengezet de gebeurtenissen in de eerste tien en het programma voor de eerstvolgende jaren, te meer waar hij nog meer student dan dominee is. Toch wilde hij trachten, de puntjes op de i te zetten, hetgeen in het vrijzinnig godsdienstig leven hier te lande wel wat vaak wordt nagelaten. Herinnerend aan den toren der Lieve Vrouwe-kerk, die overdag reeds van verre te zien is, schetste spr. de wording na vele jaren der kathedraal uit een wirwar van palen, balken, planken en hoopen steen, ge heel naar het plan, dat in het brein des bouwmeesters reeds was verrezen. Evenals dat majestueuse kunstwerk is gemaakt tot ecre Gods komt ook op dezen avond de de aanmaning, dat ook wij moeten zijn ar beiders aan een grootsch geheel, met troffel en zwaard, al zien ook wij niet de voltooiing van ons werk. Onze taak daarbij is negatief het best te benaderen en wel door te wijzen op het groote gevaar van over-verstandigheid. De vrijzin nig-godsdienstige moet beseffen, dat de mensch niet genoeg heeft aan verstand alléén, doch dat het geloofsleven hechter moet worden. I-Iet geloof is steeds subjectief, tusschen God en den menschhet verstand is echter ob- t jectief, zoodat we hebben twee verschillende gebieden. De som van ons bestaan, gedeeld door het verstand, gaat niet op; er blijft een rest. En daarom rijzen twee belangrijke j vragen en wel wie zijn we dan zelf, dat we zouden mogen opbouwenenwie zal ons

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1915 | | pagina 2