Dinsdag 21 December 1915. No. 8662 66e Jaargang- kosteloos- Stadsnieuws. Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Aniersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H I van Cleeff' HOOFD-REDACTEUR P. X T REIS BR IK 8. AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden 1.— franco per post/1.15. Advertentiiin 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. 1.egale, officieele- en onteigenings- advertentiën per regel 15 cent. Heolamee 1-5 regels ƒ1.25 Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten, evenals afzonderlijke nummers, 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incassoerkosten in rekening gebracht. KORTEGFACHT 9. Postbus 9. Telefoon 19. Wie zich met itigati g van I Januari doet in schrijven als abound, ontvangt de tot dion datum verschijnende nummers KKNNIHOKVl N (i. RAADSVERGADERING. De Burgemeester van Amersfoort, Gezien artikel 41 der Gemeentewet, Brengt ter kennis van de ingezetenen, dat de Raad dezer Gemeente zal vergaderen op Dinsdag den 21 December aanstaande, des namiddags ten acht ure. Amersfoort, 16 December 1915. De Burgemeester voornoemd VAN RANDWIJCK. Loflijk ongeduld. Het leven zelf is niet karig met aanspo ringen tot geduld en lijdzaamheid. Dikwijls genoeg ondervinden wij aan den lijve hoe gering de uitkomsten zijn van pogingen om den loop der dingen te verhaasten door een meer of minder krachtig ingrijpen den over gang van den eenen tot den anderen toestand te bespoedigen. «Alles heeft zijn tijd» is een waardevol spreekwoord geworden, dat tevens een stilzwijgende erkenning is van machtabc- grenzing. Desgelijks ook hebben wij menigmaal kun nen ontdekken, dat verzet tegen het leed, dat onwillig wringen aan de banden die ons kluisteren aan de smart, bet tegengestelde uitwerkt van betgeen wij er van verwachten, Prometheus, aan de rots geketend, moest da gelijks lijdzaam de foltering ondergaan van den roofvogel, dien de vertoornde goden met die taak hadden belast. (ieheel in overeenstemming daarmede zijn de lofspraken, die elke letterkunde uitstort over het hoofd van den geduldige. Hij is het. die de eischen des levens begrijpt, die den weg heeft gevonden langs welken het geluk zooal niet te bereiken, dan toch te benaderen is; hij bereidt zich voor tot de kalme berus ting, die bet onvermijdelijke aanvaardt zonder klacht, die de ziel verheft tot boven bet wis selvallige, en de wederwaardigheden erkent als onmisbare bouwstoffen voor het geestelijk bestaan. Dit alles aannemende, zijn wij toch niet geheel bevredigd. De menschclijke aanleg voert tot nog iets anders dan geduldig af wachten en lijdzaam ondergaan, en wie slechts toeziet wat er groeien zal, heeft alle kans van geringen oogst. Het is zeer wel moge lijk, dat wij de passieve zijde van het mensch- zijn niet genoegzaam aankweeken, maar zij alleen biedt geen voldoenden grondslag om er iets duurzaams op te bouwen. Om aan den overkant van de rivier te komen, moet men niet gaan zitten wachten tot al het water is voorbijgevloeid. Er is een kracht, die ons drijft, een noodzaak die aanspoort tot hande len, tot Ingrijpen, en aan deze hebben wij te voldoen, niet lijdzaam, maar leidend, niet door te buigen voor een uitwendigen wil, doch door den onzen door eigen drang met dezen tot overeenstemming te doen komen. Dat is het heilig ongeduld, de heerlijke onvoldaanheid, die zoekt en streeft en die inhoud schenkt aan het leven. Al zou men ook willen beweren, dat juist hierin de bron ligt van bittere teleurstellingen, dat niet ver vulde verwachtingen een groot deel bijdragen in het te dragen leed, en dat het daarom toch een openbaring van levenswijsheid zou zijn, die zoogenaamde activiteit binnen enge grenzen terug te dringen, ook hier jaagt de werkelijkheid de theorie op de vlucht. De schier bcweginglooze Boeddhistische marabout zou weldra sterven als de geloovigen hem 1 geen eten en drinken brachten, en bij dezen is dc begeerte om aan hem gelijk te worden niet groot genoeg om het toppunt van lijd zaamheid als een gemeenschappelijk ideaal te kunnen aanvaarden. Het is slechts voor een deel waar, dat wij den natuurlijken loop der dingen niet kunnen afwenden, dat wij de bedding van den stroom, die ons en anderen met ons meevoert, niet zouden vermogen te verleggen. Zoolang er niets anders gebeurt, zoolang slechts wordt geduld en niet gehandeld, is er geen sprake van; het voortgesleept zijn, moet ophouden; wij moeten op eigen beenen staan en het graafwerk ter hand nemen. De wereldgeschiedenis is niet te heachou- wen als de beschrijving eener blinde kracht, die de mcnschheid voortbeweegt als bestond zij uit willooze wezens, door tegenbeweging J slechts pijnlijk aangedaan zonder den alge- meenen loop te kunnen veranderen. Zij is het wereldgericht. Zij zou dat niet kunnen zijn indien er geen willekeurige handelingen voor haar rechterstoel werden gebracht gepleegd onder verantwoordelijkheid van zelfstandig werkende individuen. Geduld onderstelt onthouding, althans vol gens de meest gangbare opvatting, waarvan wij meenen. dat dc juistheid slec hts betrek kelijk is. Als een kind, welks opvoeding tot onze taak behoort, lichamelijke afwijkingen ver toont, die het noodzakelijk is niet tot ont wikkeling te doen komen, dan /uilen wij niet lijd/aam afwachten, maar den medicus doen ingrijpen. Is het zelfde minder t, "«dig. wan neer de gevaarlijke verschijnselen /ijn van geestelijken aard!' Heb maar geduld, wordt er dan gezegd, tot het inzicht is gekomen; doe de natuurlijke ontwikkeling geen geweld aan, laat de vrije vorming tot haar recht komen, ontneemt haar niet de gelegenheid om tot genezing van eigen krankheden en kwalen haar eigen middelen aan te wenden, En terwijl ge, door dus te handelen of liever niet handelend op te treden gij uw geduld op zware proef ziet stellen en daarin toch volhardt, ziet ge hoe het als zwak heid wordt bejegend, bemerkt gij hoe het kwaad de overhand krijgt, en vestigt zich, wanneer het vaak te laat is, de overtuiging, dat tijdig en krachtig ingrijpen vermoedelijk veel had kunnen voorkomen en dat ongeduld misschien redding had kunnen brengen. Ken overeenkomstige gedachte beheerscht het persoonlijk en het gemeenschappelijk be staan. Er zijn klassiek geworden uitspraken, waarvan de algemeene toepassing niet zonder bedenking is. «Geduld overwint alles»wij weten maar al te goed, óok al door ervaring, dat hierop veel is af te dingen. «Wie geloo- ven, haasten niet» als er geen geloovigen geweest waren, die het wél hadden gedaan, zou het er thans heel wat slechter uitzien dan het nu doet. En zoo. terwijl wij, In aanslui ting bij het pas genoemde voorbeeld, van de mogelijk heilzame werking van een te juis ter tijd ingetreden ongeduld, rekening hebben te houden met het feit, dat wij niet alleen onze eigen opvoeders hebben te zijn, maar tegelijk die van onze omgeving en daardoor ook van de geheele maatschappij, is van overwegend belang de vraag in hoever ge duldig afwachten aanbeveling verdient. Als we zien, dat individueele meeningen als toets voor de ontwikkeling dor maatschap pelijke regelingen, in de verkeerde richting sturen, zal dan het niet-gehoor geven aan den drang tot protest, die bij ons opkomt, maar geduldig den gang der omstandigheden af wachten, ons kunnen bevredigen Van de meeste enkelingen is de invloed gering, maar ook voor de macht van liet kleine dient men oog te hebben. Het zijn niet altijd de stemmen en de gebaren der aange wezen voorgangers geweest, die de richting van de wereldidee veranderd en aan het wereldgebeuren nieuwe wegen gewezen heb ben. Dat dus niemand zwijge en niemand be ruste, 11!:t hij daarmede sanctie zou aangeven onrechtdat niemand verder mcedragc het geen weggeworpen moet worden, en door lijdzaamheid tot een werklooze medeplichtig- hcid kc:ne, waarvan cc zedelijke strafbaarheid aan geen twijfel onderhavig is. Tegenover het kwaad past geen andere houding dan onge ltild, zu h openbarend in een kr.' htig weerst:c\en. Door het goede z.uwi rrildelijk uit te strooien er het daaruit kiemende gewas ijverig te ver zorgen, verhinderen wij den opgroei van het onkruid. Geduldig wachten tot een ander dat doet, gaat niet aan Alleen kunnen en moeten wij dal doen ten aanzien van den oogst, over welken een IJoogere macht zegen zal uit storten. I)e Zaterdagavond 01, Jrr voorzitting van den heer J. lier, Kleber gehouden i*-ste oj>enl>arc vergadering der Kamer van Koop handel en Fabrieken werd bijgewoond door 4 leden en den Secretaris, den heer H. P. van Haselen. Afwezig met kennisgeving de heer Vollenhoven, zonder bericht, hcid op het eerste alarm terug te kecren naar hun garnizoen. Met algemeene stemmen wordt besloten, het adres te steunen. De Voorzitter deelt mede, dat alsnog zijn ingekomen van den Commissaris der Koningin in Utrecht het Provinciaal verslag over 1914 ter lezing aan het Secretariaat, Muur huizen 13 van de Ned. Handelshoogeschool te Rot terdam het jaarverslag als voren van den heer S. VV. Melchior een schrijven, houdend verzoek, de aandacht van den DlreC' teur generaal der posterijen en telegrafie te vestigen op de uiterst langzame bediening van de Intercommunale telefoon. Ook aan den postdienst schijnt het eenen ander te haperen, dat zelfs niet wordt voorkomen door busrecht, Dc Voorzitter stelt voor. dit verzoek aan te houden tot tijd en wijle de Kamer den Directeur-generaal eens weer opbelt over het postkantoor zijn geheel. Wil een van dc hceren de zaak nader toe- in De N H bcr werden ge le/en en Mtgcivij/u-d vastgesteld, met dank 1 aan den S.-cretaris. De Voorzitter deelde mede, da', behalve jaarvers „gen de gewone periodieken, waren ingekomen van Burgermester en Wethouders van Atneraf rt de goedkeuring der Begrooting van de Kamer voor 191b voor kennis geving van den Consul-generaal van Frankrijk te Rotterdam een bericht, dat te I.von een mis zal worden geh uden in den trant van die te Leipzig - als voren; van den Keizerlijk Rusaischen handels- attaché te Amsterdam een verzoek om toe zending van de rapporten en verslagen - ter afdoening aan den Secretaris; van de Kan-er te Alkmaar een verzoek om adh.vsie op haar adres aan den Minister van Mof, De Secretaris doet voorlezing van dit adres, waarin wordt meegedeeld, dat tal van gemobiliseerde zakcnmenschen groote schade ondervinden van de uitoefening van hun militairen dienstplicht, dat velen worden be dreigd hun zaak teniet te zien gaan omdat bedienden dan wel familiebetrekkingen hen niet behoorlijk kunnen vervangen en zij zelf veelal te ver van hun woonplaats garnizoen houden om de zaak zelf te kunnen nagaan. De Kamer verzoekt, dezulken te detacheeren dicht bij hun woonplaats opdat zij in hun vrijen tijd maatregelen kunnen treffen en daardoor kunnen voorkomen, dat zij maat schappelijk ten onder gaan. De Voorzitter stelt voor, dat adres als spoedeischend en dus onmiddellijk in behan deling te nemen. Spr. vreest, dat het verzoek, hoe sterk ook gesteund, weinig zal baten, doch meent, dat het geen kwaad kan, dc poging te wagen. Inderdaad zitten vele zaken- metiscben er geducht mee. Misschien is het oogenblik thans gunstig om een beetje aan drang uit te oefenen, De heer H. van Has el en herinnert, dat het verleenen van zakenverlof wordt over gelaten aan de commandeerend- of ficieren, die ieder naar eigen inzicht bandelen, en acht het goed, dit zeer bescheiden adres te steunen De heer E y s i 11 k acht dit adres Inderdaad bescheiden, doch vreest, dat het met dat al tóch geen resultaat zal hebben. De Voorzitter merkt nog op, dat de Landweer, de ouderen, de menschen dus die zelf een zaak hebben, dicht bij hun woonplaats garnizoen houden. Het zou wel gewenscht zijn, allen die dit noodlg hebben en dit willen, drie dagen verlof te geven, onder gehouden lichting. Indertijd Is beweerd, dat er geen lijnen genoeg zijn De heer H, van Haielm lk geloof, dat het thans minder gaat om den langen dc heer Meur- duur eener aansluiting dan wel hierom, dat men of 3 maal het Rijks-kantoor moet op bellen eer men gehoor krijgt. Dc Voorzitter; Dan zou de fout schui len in de bediening. De heer Van Has el en. De klacht Is werkelijk niet ongegrond. Dc Voorzitter. Evenmin als de reeks klachten, nog deze weck is opgenomen in de Amcrsfoortsche Courant». We zouden dat stuk zóo kunnen overnemen. De heer Eysink; Een klacht, die ik meermalen van mijn personeel heb vernomen, is, dat men ook 2 of 3 keer moet afschellen. Geruimen tijd nadat het gesprek is geëindigd en is afgescheld, wordt men w-eer opgebeld en daardoor genoodzaakt, midden uit zijn werk weer naar het telefoontoestel te gaan. De heer Van H a s e 1 e n Ik acht het geenszins onmogelijk, dat dit is te wijten aan den overspannen toestand der dames, die een zeer zenuwachtig werk hebben, vooral omdat bet personeel te klein is. Het behoeft nog volstrekt geen gevolg te zijn van nonchalance. De V 0 or z It t e r Ik stel voor, dit ver zoek aan te houden en het geheel na te gaau om daarna ons te wenden tot den Directeur- generaal. Aldus besloten. De Voorzitter: Dan is nu aan de orde de verkiezing van een Voorzitter en dicus plaatsvervanger. Tot Voorzitter wordt herkozen dc heer Kleber. tot plaatsvervangend-voorzitter de heer Meurslng. De Voorzitter: Aan den heer Meur- sing zs.1 bericht worden gezonden. Kleber zal. dankbaar voor het vertrouwen dat de Kamer wederom in hem stelde, de benoeming weer aanvaarden (applaus). De heer H. van Haselen Hopen we nog voor veie jaren. De Voorzitter: Allervriendelijkstdoch lk behoor tot een bosch waarvan de meeste boomen reeds zijn geveld. Als men zoo de 70 is gepasseerd, wordt het tijd, te denken aan retireeren. Aan de orde ia dc rondvraag. De heer H. van Haselen: lk wensch.e ter sprake te brengen een onderwerp, niet onbekend aan de Kamer en wel de Eiermarkt. De zaak is al herhaalde malen besproken, ook met het Gemeentebestuur; heel wat plan nen zijn er voor gemaakt. De hoer Van Vollenhoven kon tot zijn leed wezen hedenavond niet aanwezig zijn. Ook namens mijn medelid van de Markt-commlssle Uil dl Kamer spreek ik thans. Gisterochtend ontvingen wij bezoek van

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1915 | | pagina 1