ROBERT LEVY
Halfjaarlijkschen UITVERKOOP
Langestraat 30, Amersfoort. Telef. 103
NOUEl-
MAOAZIJN
Woensdag
5 Januari
50 percent
's avonds O hub* openen wij, ha bij
zonder genomen voorbereidingen, den
ALLE aan demode onderhavige artikelen worden deels niet
in prijs verminderd, terwijl ook VLLE andere voorradige artikelen b €3 13L 2T1 g 3? i j k
in prijs zijn gereduceerd.
ZO: DE ÉTALAGES. LET OP ONZE STR001BL.JETTEN.
Verkoop a contant. Geen zichtzerdingen.
htoomwasscherij W. G. BJRGSR.
fe- ZEIST, fes
AMEKIKAANSCH SYSTEEI.
Wassehen geheel opgemaakt of drodj toegeslagen.
BILLIJKE PRIJZEN.
Woensdags franco giaald en gebracht.
GOEDE BEHANDELING.
Goederen «orden te Amersfoort
PROSPECTUS wordt op aanvrage gratis toegezonden.
DE HUISHOUDGIDS
Gouden Medaille, Gent 1908.
Onder redactie van mevrouw VV. van der VECHT, Oid-leenres in K
en Voedingsleer.
Dit tijdschrift verschijnt eiken ZatenLg.
Proefnummers gratis en franco verkrijgbaar bij iederei Boethandelaai
het bureau van »DE HUISHOUDGIDS.
Burgstraat 65, UTRECHT.
FEUILLETON.
57)-
Met handbewegingen, volgens de manier
der doofstommen, spraken beiden met elkaar
en daarop voelde Enno, dat hij weer verder
werd geschoven. Zijn jas werd hem uitge
trokken, een kiel over het hoofd geworpen
en toen stond hij in een ander lokaal vóór
een hem onbegrijpelijk zich spookachtig
bewegend ijzeren gevaarte. Tegenover zich
zag hij, door een stofwolk, een jongmensch
en tusschcn hen beiden en het ratelende,
dansende ding, hing zoo iets als de grijze
haarbos van een reuzenheks. Beneden in den
grond krabden en veegden kammen
borstels daaraan, zoodat de vlokken er afvlo
gen. Terwijl Enno er verwonderd naar keek,
kwam plotseling de haarbos uit zijn houder
gesprongen en bijna hem in c gezicht. De
man naast hem wees, hoe hij hem nu moest
grijpen, omkeeren en sveer in het hekelraam
vasthechten, waardoor hij terugliep naar den
jongeman aan den overkant, terwijl nu de
andere zijde gekamd en geborsteld werd.
Enno s werk bestond in het opvangen en
weer inhaken van den bos. Dat scheen hem
gemakkelijk toe; maar al het vreemde in
zijn omgeving verbijsterde hem; liet oor-
verdoovend lawaai benam hem het vermo
gen om te denken. Toen hij den bos onge
veer tien malen had teruggestuurd, deed hii
het verkeerd. Dadelijk trok de jonge man
tegenover hen: een woedend gezicht.
Enr.c
hoorde nie: van hetgeen do ander
hem met de grootstmogelijko uitzetting van
stem toeschreeuwde hij maakte slechts uit
de beweging zijne lippen op, dat hij
schreeuwde en beccht nu, dat het zeker
aangenomen werk as en dat hij door zijn
onhandigheid ook zii vis a vis van een ge
deelte zijner verdiesten had beroofd. Hij
wendde zijn oogen n niet meer van de ma
chine af, tot de stomfluiten schril het mid
daguur aankondigde, de raderen stilstonden
en de schaar van aiieiders uit de poort der
fabriek stroomde. Ej ging niet met de an
deren mee. De oogn bijiia blind van stof,
stompzinnig van hethclscl.e lawaai, ging hij
op de binnenplaats >p cei. steen zitten met
het hoofd in zijn hnden en ademde werk
tuiglijk de frissche licht ia, zonder éen ge
dachte, bijna zonder gevoel.
Zijn vis a vis bij de nachine sprak hem
aan.
»Wil je niet gaan eten
Enno staarde hem als wezenloos aan.
iOr.i éen uur begint het werk weer tot
zes. Dat kan je met een nuchtere maag niet
volhouden. Ga met mi; mee. Er is hier in
de buurt een bakkerij en ook een slachter.
Ik zal je wel den weg wijzen. Je hebt zeker
nooit in een fabriek gewerkt».
«Nee», zei Enno met een rilling.
«Dat kan men wel zien», beweerde de
ander lachend. «Maar dat leert wel. Bij ons
is het nog lang niet het ergst. Onze baas is
streng, maar rechtvaardig en heeft wel wat
voor zijn ongeschikten over. Heb je al logies?
In mijn kaïner staat een bed leeg en mijn
kostjuffrouw neemt ie wel. Dat zal ik wel
in orde maken. Ga nu maar mee».
Anne wachtte dien avond tc vergeefs
onder de linden op Enno. Hij droeg zijn
I kist uit dc herberg aan de haven naar de
j halfdonkere achterkamer, waarheen zijn ka-
meraad hem meenam er. bracht voor het
i eerst in zijn leven een nacht met een vreem
den man in een cn het zelfde vertrek door.
Hij sliep niet, ondanks zijn vermoeidheid. In
zijn ooren klonk nog altijd het stampen der
machines, zijn longen worstelden met het
stof, dat hij ook hier nog meende in te
ademen.
De volgende dag was als de vorige en
zoo altijd voort, de een als de ander. «Dat
leert wel» had zijn kameraad gezegd. Maar
Knno, die in de stilte, dc eenzaamheid van
de uitgestrekte veenvlakten was opgegroeid,
kon niet wennen aan de beperkte ruimte,
de bedomptheid en het oorverdoovend geraas
in de spinnerij. Steeds grooter werd het
heimwee in zijn gemoed; het werd reusachtig,
ondraaglijk, het ontaardde in waanvoorstellin
gen, in ziekte, llij had een geschikter kost
winning moeten zoeken. Af en toe kwam
die gedachte bij hem op. Maar het lawaai,
waarin hij eiken dag elf uur verkeerde en
dat verder hamerde in zijn ooren en zijn
zenuwen, als reeds lang de poort der fabriek
zich achter hem had gesloten, maakte hem
geheel versuft en benam hem al do wils
kracht om tot een besluit te komen. Hij
zocht Anne niet op. Zóo vernederd en ver
brijzeld door het lot als hij zich voelde, kon
hij zijn meisje niet ouder de oogen komen.
Hij schreef ook niet aan zijn moeder. Wat
er nog aan trots in hem was, verbood dat.
Als het iemand heel slecht gaat, moet hij
niet ook nog zijn familie daarmee het gemoed
bezwaren. M ut jop ten avond, toen de
stoomfluiten
dc arbeiders
hij voor het
ronddraaide, I
.•erlangen
uvuiiu, luun <ie
[-• sluitiigsuur verkondigden,
ie labrék uitdrongen, stond
joote vliigwiel, dat nog suizend
prooi an een overweldigend
zich ii de ijzeren armen te
e—t armen te
werpen, opd^tzij het leimwee, de wanhoop
in hem, den fkcmcn.erongeluktcn mensch,
tot rust zoude brengn.
Hij moest ijn hanlen vastklemmen aan
de blinkende ;operenstaven van de omras
tering om zihzelven aldus te beletten, er
niet over hen te
hoofd stonderkouc
inspanning, ce he
verzoeking wersta
het \eikvi
sringen. Op zijn \„„,-
1 -nippels zweet van de
~in kostte om aan de
'Ie bieden. Alsdelaat-
k ging hij eindelijk heen.
s"'K "ij eindelijk heen,
slccds achterm k, dan lang,,
hood 1 K,t., koloSj biitK
öhttlf: .Eens kom ik
«erkkameraad, wien
hand tot rut
lachend zei .ij b
tóch
Zij., slaappnoo „„tKan„,md
,ij„ zwaarmcdtgl d»„ -th„t
op hem geweht.
«Je moet liet a iji
Brinkmeier; niets
kan geen meisch
plezier hebbai. Ik
Enno gingmet h
werd vroolijc, toe
razend. Zijn kami
weid naar klis sle
hem te verlinder
Lij hem niei
gaan. En Enno vi
had
je kamer hokken,
<lan werken, daar
Men moet óok eens
een fijn lokaal",
'gmensch mee, dronk,
i en eindelijk
hem met ge-
!n had groote moeite,
dt Lij niet elk voor
werp kort en klei, v' "'et e* voor-
hij hem nie: me, w.' an l.oen af ste'de
te over het geb®. a, bllt^e schi
hol. J ls een dle«" 'n
,^r> met hem mee tc
«kh.in bittere schaam-
rvolgd.)
(Wordt i