Donderdag 13 Jgjgl Januari 1916.
No. 8670
66e Jaargang.
Uitgave van de Naainlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen Firina A. H van Cleeff"
HOO F D-RE D ACT EUR
F. J. 7RSDEHZZS.
AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden/1.—
franco per postƒ1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel-
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieele- en onteigenings-
advertentiën per regel 15 cent. Reolamos 1—5 regels ƒ1.25 Bewijsnummers naar buiten
worden in rekening gebracht en kosten, evenals afzonderlijke nummers, io cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAU:
KORTEGIUCHT 9.
KENNISGEVINGEN.
MAXIMUM-PRIJZEN VAN VARKENS-
VLEESCH.
De Burgemeester der Gemeente Amers
foort
maakt bekend, dat met ingang van mor
gen de maximum-prijzen voor varkensvleesch
per vijf ons zijn vastgesteld als volgt:
rollade 60 cent
magere lappen 55
doorregen lappen 45
vette lappen 40
carbonade 55
versch vet spek 45
versch doorregen spek 50
gezouten of gerookt vet spek 45
gezouten of gerookt mager spek 50
reuzel 45
kluiven 15
gehakt 55
Amersfoort, 11 Januari 1916.
De Burgemeester voornoemd,
Van RANDWIJCK.
LANDSTORM.
Opkomst in wcrkelijken dienst der
Jaarklasse 1912.
(Eerste gedeelte).
De Burgemeester van Amersfoort
brengt ter openbare kennis, dat de in de
Registers van den landstorm ingeschreven
personen der jaarklasse 1912, wier geslachts
namen aanvangen met een der letters A tot
en met J, bij deze worden opgeroepen om
op Woensdag den 2 Februari a.s., des voor
middags te 10 uur, aanwezig te zijn te Amers
foort in de cantine der Infanterie-kazerne,
aan den Leusderweg, ten einde bij het leger
in werkelijken dienst te worden gesteld.
Ook de vrijwilligers van den land
storm der aangeduide jaarklasse, behoorende
tot landstorm-afdeelingen, voorzoover deze
vrijwilligers zonder de aangegane verbinte
nis landstormplichtig zouden zijn, zijn in
deze oproeping begrepen; de door hen aan
gegane vrijwillige verbintenis zal vóór den
vastgestelden datum van opkomst zijn ver
broken,
Aan eiken landstormplichtige, die ingevolge
de bovenstaande oproeping in werkelijken
dienst moet komen, zal, voor zoover diens
adres ter Gemeente-secretarie bekend is,
nader een brief van oproeping worden be-
zorgd, uitgereikt of toegezonden.
Aan de oproeping behoeven NIET of
voorloopig niet te voldoen
a. zij, die gediend hebben bij de zee
macht het korps mariniers en de marine-
reserve daaronder begrepen bij het leger
hier te lande het reserve personeel bij
de landmacht bieronder begrepen - bij de
Gouvernements-marir.e in Nederlandsch-Indië
of bij de koloniale troepen
b. zij, die gevestigd zijn elders dan in
Nederland, Duitschland of België;
c. zij, die van opkomst uitdrukkelijk zijn
vrijgesteld, als dienende op particuliere stoom-
vaartuigen, welke wegens mobilisatie van
de vloot ter beschikking zijn van het Depar
tement van Marine; als zijnde werkzaam in
particuliere fabrieken ten behoeve van den
aanmaak van munitie, dan wel als behoorende
tot een der groepen van personen, in dienst
van den Staat, een Provincie of Gemeente,
enz.;
d. zij, die landstormplichtig zijn geworden
ten gevolge van een hun als militieplichtige
verleende vrijstelling wegens kostwinnerschap
of wegens persoonlijke onmisbaarheid, voor
zoover de vrijstelling niet is gevolgd door
vrijstelling wegens broederdienst;
e. zij, die behooren tot het hulppersoneel
voor ziekenverzorging, deel uitmakende van
een transportcolonne der vereeniging tot
vrijwillige hulp »Het Nederlandsche Roode
Kruis», of van een andere erkende bij die
vereeniging aangesloten vereeniging tot ver
zorging van zieke of gewonde militairen;
f. zij, die als geestelijke, bedienaar van
den godsdienst of student in de godgeleerd- j
heid, enz., ontslag van den dienstplicht heb
ben gevraagd, doch op wier aanvraag'om
ontslag nog niet is beslist;
g. zij, van wie bij den keuringsraad is
gebleken, dat zij kleiner zijn dan 1.55 M;
h. zij, die ingevolge vejdrag met een
vreemden Staat ontslag van den dienstplicht
bij den landstorm hebben gevraagd, doch
op wier aanvraag om ontslag nog niet is
beslist.
De landstormplichtige, die vermeent te
verkeeren in een der hiervoren onder a—h
omschreven gevallen, welke aanspraak geven
op vrijstelling of voorloopige vrijstelling van
opkomst, kan zich desgewenscht om in
lichtingen vervoegen ter Gemeente-secretarie
op een werkdag tusscher. 9 uur voormiddags
en 3 uur namiddags.
Zij, die voornemens zijn, zich in de Neder
landsche koloniën te vestigen en daarvan
tijdig een deugdelijk bewijsstuk aan het De
partement van Oorlog inzenden, zullen door
den Minister van Oorlog voorloopig worden
vrijgesteld van de verplichting om aan de
oproeping te voldoen.
Aan de oproeping mogen voorloopig NIET
voldoen
1. zij, die verblijf houden in een Gemeente,
waar een der ziekten, vermeld in de Wet,
houdende voorzieningen tegen besmettelijke
ziekten, epidemisch becrschende is verklaard
2. zij, die verblijf houden in een gezin
waar een der onder 1 bedoelde ziekten heerscht
of waar een dier ziekten heeft geheerscht en
het gevaar voor besmetting nog niet is ge
weken.
Doet een geval zich voor, als hiervoren
bedoeld onder 1 en 2, dan behoort de land
stormplichtige daarvan onverwijld kennis te
geven ter Gemeente-secretarie.
VERVOER. De landstormplichtige, die,
ten einde aan deze oproeping te voldoen,
gebruik moet maken van spoor, tram of
stoomboot, dan wel op zijn reis naar de plaats
van opkomst van Óen of meer veren moet
gebruik maken, kan, om voor Rijks-rekening
te worden vervoerd, op den laatsten werk
dag vóór het vertrek zich vervoegen ter Ge
meente-secretarie. Alsdan zal hem inlichting
aangaande de reis kunnen worden gegeven
en, desgewenscht, een daggeld van fo.25
worden uitbetaald, indien hij daarop recht
I heeft.
ZIEKTE. Ingeval ziekte of gebreken de
opkomst mochten verhinderen, dient de land-
J stormplichtige hiervan zoodra doenlijk, door
overlegging van een gelegaliseerde genees-
j kundige vergaring, ter Gemeente-secretarie
te doen blijken.
I DESERTIE. Hij, die zonder geldige reden
aan deze oproeping voor den werkelijken
I dienst niet voldoet, stelt er zich aan bloot,
als deserteur te worden behandeld.
I KOSTWINNERSCHAP. Indien ten ge
volge van het verblijf in werkelijken dienst
I van den opgeroepen landstormplichtige vol-
doende middelen tot levensonderhoud ont-
breken of zouden komen te ontbreken aan zijn
I gezin of aan dat, waartoe hij behoort of waarin
hij als pleegkind is opgenomen, dan wel aan
personen, die hem in den eersten of den twee-
j den graad van bloed- of aanverwantschap
bestaan, dan kunnen belanghebbenden zich
wenden tot den Burgemeester met een o n-
gezegeld, door den landstormplichtige
I mede-onderteekend verzoekschrift, tot het ont-
j vangen eener geldelijke vergoeding.
NIET-OPKOMST. Wie wegens een gel-
dige reden niet aan de oproeping voldoet,
j moet, zoodra deze reden ophoudt te bestaan,
j daarvan kennis geven ter Gemeente-secre
tarie.
I Amersfoort, 12 Januari 1916.
De Burgemeester voornoemd,
VAN RANDWIJCK.
Gelezen het verzoek van D. PRIIjS Jr.,
ingekomen 23 November 1916, om vergun-
ning tot het uitbreiden van eene bakkerij
door bijplaatsing van een electro-motor van
1.5 P. K. voor het drijven van een kneed
machine, in het percel alhier gelegen aan
den Hof no. 26, kadastraal bekend Sectie
E No. 565,
BESLUITEN
De beslissing op vermeld verzoek te ver
dagen op grond, dat het ingesteld onder
zoek nog niet is volbracht.
Amersfoort, 7 Januari 1916.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
De Burgemeester,
Van RANDWIJCK.
De Secretaris,
A. R. VEENSTRA.
Burgemeester en Wethouders van Amers
foort,
Gelet op artikel 37 der Drankwet,
Brengen ter openbare kennis;
1. dat bij hen is ingediend een verzoek
schrift om verlof tot verkoop van alcoholhou-
I denden, anderen dan sterkedrank, voor ge-
bruik ter plaatse van verkoop, door WlL-
helmus Marinus SCHOENMAKER, kof
fiehuishouder, wonende alhier, in de beneden-
voorlokaliteit van het perceel St. Andriesstraat
no. 26, te Amersfoort,
2. dat binnen twee weken na deze be
kendmaking een ieder tegen het verleenen
van het verlof schriftelijke bezwaren hij hun
College kan inbrengen.
Amersfoort, ii Januari 1916.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
De Burgemeester,
Van RANDWIJCK.
De Secretaris,
A. R. VEENSTRA.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Amers
foort,
De GEZONDHEIDS-COMMISSIE voor
de Gemeente AMERSFOORT
brengt ter kennis van belanghebbenden,
dat zij hare Openbare vergadering, bedoeld
in art. 27 der Gezondheidswet, zal houden
op Vrijdag 14 Januari 1916, des avonds te
half negen, in het Raadhuis.
Amersfoort, 11 Januari 1016.
De Voorzitter,
Dr. H. W. SCHREUDER.
De Secretaris,
des TOMBE.
Hoe eu waarom men van
(lieren houdt.
(INGEZONDEN.)
Misschien verkondig ik naar de meening
van velen een paradox als ik beweer, dat er
zeer weinig menschen zijn, die werkelijk
van dieren houden. Ik-zelf heb er in mijn
leven maar twee of drie ontmoet. Ik bedoel
hiermede, dat het dier niet van den mensch
die ware genegenheid ondervindt, waarbij
men aan 't wezen dat men lief heeft een deel
van zijn persoonlijk belang opoffert, welk
deel meer of minder groot is naar gelang
van den graad van genegenheid, die men
den ander toedraagt.
Als men, zij 't ook oppervlakkig, de lieden
bestudeert, die zoogenaamd van dieren «hou
den», dan bespeurt men zonder eenigen twij
fel de juistheid van hetgeen ik boven zeide.
De manier waarop men dieren houdt, ver
schilt in verband met ouderdom, smaak, be
roep, of, om nauwkeuriger de waarheid te
zeggen, naar mate van de diensten of van
het genoegen, dat de dieren kunnen verschaf
fen.
Het kind - wanneer 't ten minste geen
Hechten aard heeft houdt van dieren.
Waarom Omdat het dier zijn levend speel
goed is, de onderworpen slaaf van al zijn
grillen, soms zelfs de martelaar onder de
onbewuste wreedheden der allerkleinsten,
Het dier, dat in den regel de kinderen,
waarmee het is opgevoed, met volle toewij
ding lief heeft, verdraagt van zijn kant alle
mishandelingen altijd staat het klaar om te
ipelen, te lief koozen, te beschermen, en klau
wen en tanden in te houdenwelk laatste
trouwens ook maar voorzichtig is. Want, als
per ongeluk het lievelingsdier, na lang ge
slagen of gesard te zijn door zijn jeugdigen
meester, den schijn zou aannemen niet van
verzet maar van eenvoudige verdediging,
dan zet het kind een keel op en de ver
schrikte familie, in plaats van het dier in zijn
rechtmatige poging tot zelfverdediging gelijk
te geven, pakt het beet, straft het en maakt
het soms zelfs dood.
Ik heb een lief klein katje gekend, dat
eens op een dag, uit onvoorzichtigheid, een
nagel uitstak, die in aanraking kwam met
den voet van een meisje, dat het katje ach
terna jaagde. Het vel van het kind werd
over de lengte van hoogstens een millimeter
geschramd, maar de vader van het meisje,
in zijn woedende teederheid, pakte het on-
noozele diertje beet en gooide het uit het oper.
venster naar buiten, waar het op de straat-
steenen te pletter viel.
Jonge lieden en menschen in de kracht
van hun leven bekommeren zich in 't alge
meen weinig om de dieren, die hen vaak
min of meer in hun werkzaamheid belem
meren. Zij kunnen wel in 't bezit zijn van
dieren, zooals honden, paarden en dergelijke,
die ze voor weelde of voor genoegen houden,
maar zij beschouwen het dier niet als vriend,
als trouwen makker van goede en slechte
dagen.
De grijsaard houdt óok van dieren, een
beetje om de zelfde redenen als het kind,
en speciaal van den hond of de kat, die
geduldig, en soms zelfs uit toewijding, zijn
zwakheid en humeurigheid verdragen.
De hond bijvoorbeeld vindt zijn meester
altijd mooi; zijn ouderdom en lichaamszwakte
bemerkt het dier niet anders dan dat het
zijn snelheid regelt naar den wankelenden
pas van zijn meester, of door zijn waakzaam
heid tegemoet komt aan verduisterde oogen
of verdoofde ooren.
En gaan wij nu van den leeftijd over tot
den smaak, dan zien we, hoe ieder van ons
van die dieren «houdt» of, liever gezegd,
hen opzoekt, die ons helpen in de vervulling
van onze begeerten. De jager heeft onder
de dieren den hond het liefst, dat wil zeggen
natuurlijk den jachthond en geen anderen
hondde liefhebber van wedrennen of paard
rijden bekommert zich alleen om paarden,
wel te verstaan alleen om die, welke de ver-
eischte hoedanigheden bezitten om aan zijn
ijdelheid of zijn begeerten te voldoen.
De elegante vrouw van de wereld houdt
van haar kleine hondjes en poesjesze houdt
er van omdat ze. opgesierd met linten en
gewasschen met odeurwatev, aardig staan bij
het meubilair van den salor.maar op welke
manier „houdt" men van die arme kleine
diertjes, die alleen ter versiering in 't leven
zijn gebracht? Zonder lucht, zonder lichaams
beweging, uitsluitend gevoed met koekjes
en suikergoed, sterven zij aan bloedarmoede
en zenuwzwakte in hun met zijde gevoerde
mandjes.
Andere menschen houden meer van dieren
op een geheel abstracte manier; zij zoeken
in het poesje de bekoorlijke gratie. Als het
poesje grooter wordt, is de liefde weg; het
dier wordt verwaarloosd en vaak uit het huis
gejaagd.
Sommigen houden van hun dieren omdat
ze mooi zijn, of een statigen gang hebben,
of om de zuiverheid van het ras; ze zijn
trosch op den lof, dien men aan hun hond
of paard toezwaait; zij pronken met het mooie
dier, zooals sommige echtgenooten pronken
met de schoonheid van hun vrouw; maar in
't eene geval zoowel als het andere is de
grondslag der genegenheid onbetrouwbaaij;
de liefde verdwijnt wanneer ouderdom of
ziekte de schoonheid verwoesten.
Eindelijk houden sommigen van de dieren
naar gelang van hun betrekking. Dat is wel
de ergste manier om te houden van een dier,
dat niet meer is dan een werktuig voor den