Het leven is niet iets stoffelijks, niet iets
verfijnd stoffelijks, niets dat wc stof zouden
moeten noemen het is onbegrensd en dat
kunnen we niet verdeelen. gelijk stof te ver-
deelen is. Dat leven zijn we allemaal, voor
zoover we zijn. En dat nemen we graag aan
achter een menschenlichaam. Dat leven moet
u overal aannemenwant overal, waar we
een kracht .iting waarnemen, moeten we ook
het leven aannemen als de oorzaak van die
krachtauiting.
We zijn allen het zelfde leven en nemen
dit met graagte aan achter het menschen-
leven de mensch leeft'in en met het lichaam.
Physica en mechanica constatcercn kracht
als oorzaak van beweging. Maar het leven
is de oorzaak van het hanteeren van kracht.
Niets gebeurt vanzelf. Alles moet gcbci-rcn
door een wezen met bewustzijn. De vrijzin
nig-protestant en de modern-orthodoxe theo
loog zeggen, dat God alles doet, maar zij
handhaven óok de meening der natuurkrach
ten. Indien zij het begrip immanentie toe
pasten, moesten ze er uit halen, dat oen na
tuurkracht wordt gehanteerd door het God
delijke leven. De theosofie zegt: er is geen
doode stof, alles leeft. En dat leven open
baart zich in icderen stoflijken vorm op ver
schillende wijze, zoodat het begrip immanen
tie voor den theosoof samenvalt met hiërarchie.
Er zijn in de oneindig groote schepping tal-
looze wezens, behalve de mensch. Gods im
manentie beteekcnt tallooze, oneindig vele.
zelfbewuste wezens. Het leven is altijd zelf
bewust. Achter iederen stoffelijkcn vorm
moet men aannemen leven, dat zich altijd
bewust is van de eene of andere omgeving.
Wij zijn allen levenscentra, maar bij ieder
openbaart zich het leven op verschillende
wijze. Naar de waarde van die levensopen
baringen zeggen de theosofen, dat wezens
kunnen worden geplaatst op een ladder, Al
die levensmiddelpunten vormen een groote
liiürarchie en er zijn dus heel wat wezens
die zich boven, en andere die zich onder den
mensch uitstrekken. De immanentie der theo
sofie erkent dus nergens doode stof; maar
dat alles trilt cn beeft van leven, dat alles
in zich sluit de immanentie Gods.
De immanentie der kerk beteekent eigen
lijk niets. Dat komt nog meer uit bij een
beschouwing van den Christus.
Dr. Den Hartogh laat in het midden of
Christus in Palestina heeft geleefd of niet.
In zijn hart ziet hij in Christus den imna-
nenten God. De gemeente ziet in Christus,
dat Hij vóór 20 eeuwen in Palestina is ver
schenen en de menschen van de zonde zal
verlossen, wat zij ook hebben misdaan of
zullen misdrijven.
Dr. Den Hartogh gelooft dat niet, cn laat
het begrip hel als martelplaats varen. De
mensch moet komen tot het besef, dat hij
zelf niets kan en dat hij alleen kan worden
gered door die kracht, die alles draagt en
schraagt en alles ten beste schikt. De theo
sofen hebben daar niets tegen. Zij zeggen,
dat inderdaad de mensch zichzelf niet kan
verlossen, maar dat hij toch een zeer actieve
rol kan en ook moet spelen in het verlos
singsproces.
Er is een cosmische Christus, een mystieke
Christus en ook een historische Christus, zeg
gen de theosofen. De eerste is de immanente
God, die door den transcendenten God is
uitgedragen. Daarin gelooven de theosofen
dat is de basis, het substraat van alle levens-
middelpunten cn van alle bewustzijnscenhe-
den. Nu werkt God als immanentie zoodanig,
dat hot hoogere levenspunt altijd het geïn-
volueerde tracht te verlossen uit de beper
king. De immanente God vormt een onein
dig lange Jacobsladder zoodanig, datdchoo-
ger geplaatste helpt den lager geplaatste in
zijn drang naar evolutie en de hooger ge
plaatste wordt weer geholpen door een nóg
hooger geplaatste, en dit gaat zoo tot in liet
oneindige. De wereld is een openbaring Gods,
terwijl als bron, als oorzaak van alle evolutie
is aan te nemen God. Die werkt door middel
van de hietachic. Zonder die hulp cn die van
onze oudere broeders zouden wij niet ver
lost kunnen worden van de beperkingen te
midden waarvan we gevangen zitten. Het
physieke lichaam is een beperking, ook ons
begeertenleven. ook ons gedachtenleven.
Wij worden meer gedacht, gedaan, be
geerd dan we denken, doen, begocren. Tel
kens flitsen andere gedachten door ons.
Iemand, die zich voorneemt, niet meer drif
tig te zijn, laat zich dikwijls door de kleinste
kleinigheid prikkelen tot drift. We zitten zóo
onder de macht en de plak van dc stof (bij
hoofdpijn bijvoorbeeld zijn we niet in staat,
iels te doen) zijn zóo geïnvolueerd, dat wc
niet in óen aardlcven kunnen worden vol
maakt en daartoe reïncarnatie noodig is.
Volmaakt, wil zeggen, dat men zich beschei-
denlijk vergenoegt met een menschelijkc
volmaaktheidmaar 0111 die te bereiken, is
veel langer tijd noodig dan bijv. 70 jaar. Er
is in ons een drang om ons tc volmaken.
Maar er moeten zeer veel incarnaties vcrloo-
pen, wii de mensch als mensch volmaakt
zijn. Pas na misschien 700 jaar zal die drang
naar volmaking worden verhoord. Dc theo
soof zegt dan ook we hebben al heel wat
s achter den rug, vóór we het leven
nu innemenvóór deze geboorte ligt
indere wijze van levens-openbaring van
ons zelf; wij hebben altijd geleefd cn zullen
ook altijd blijven !eu. Er is een twee-eenheid
van zelf-leven en zelf-bereiken, waarbij we
dienen te worden geholpen door oudere broe
ders.
De Ocstersche opvoeding schrijft aan de
Oosterling den plicht van dankbaarheid voor
aan allen (pitries) die hem hebben geholpen
het standpunt te bereiken, dat hij inneemt,
óok aan de ouders die hem het lichaam, aan
de leeraars die hem de kennis gaven. Zon
der die hulp, zegt de Oostersche religie,
zoudt ge niet hebben een lichaam, zoudt ge
niet hebben kennis, zoudt ge niet kunnen
evolueeren.
Uit dc hiérarchie krijgen we hulp ter ver
dere evolutie, doch die hulp moeten wij zelf
standig verwerkenwij moeten ons zelf ver
lossen, hoewel er een ander is die ons ver
lost dus weer de twee-eenheid verlossen
en verlost worden. Wanneer wij tot het in
zicht zijn gekomen, dat we niets kunnen zon
der hulp van een ander, dan hebben we de
innerlijke verzekerdheid, dat we zijn verlost,
maar dan zijn we nog niet verlost. Voor
verlossing is noodig tijd. Wij zijn niet tc
helpen in vijf minuten.
Alles om ons heen zit vol goddelijk leven.
God zelf is bij ons en in ons en die krach
ten werken naar dat bewustzijn, dat zich
voelt als een Ik-wezen. Maar die Ik-wezens
zijn buitengewoon hard van hoofd en buitenge
woon hard van harthet ik-heidje leeft maar
iederen dag voort. Er valt niet veel met ons
te doen. \V::nneer een mensch zicht heeft
gekregen in en op zichzelf, dan is daarmee
het pleit nóg niet beslecht, dan begint nog
pas de groote struggle for high life, in de
bepaalde beteekenis des woords.
Wat het leven na den dood ook moge
zijn steeds een leven in de eene of andere
omgeving en, zij het ook in een veel ijlere,
nieuwe stof ieder is zichzelf gebleven en
kan niets anders zijn dan zichzelf. De oerbron,
het mijn-ik, heeft het karakter behouden, dat
zij ook hier had. We zijn na den dood, die
we hier waren. De rangorde, de plaats op
den hiC-rarchischen ladder is niet veranderd
doordat we het lichaam niet meer hebben.
Ook daarom zullen we langen tijd moeten
streven en werken om verlost te kunnen
worden.
Als een feit is door velen erkend gewor
den dc reïncarnatie; ook niet-theosofen heb
ben haar erkend. Werkelijk goed geöquili-
breerde menschen herinneren zich onweer
legbare feiten uit een vorige incarnatie. Er
loopt een draad van continuitcit van de eene
incarnatie naar de vorige incarnatie.
Samenvattend, herinnert spr. tc hebben
betoogd
De theosoof zegt, dat we door Christus
worden verlost als immanenten God en wel
na zeer langen tijd en dat we dan hebben
bereikt den volmaakten mensch.
Meer als aanhangsel voegde spr. hieraan toe
De mystieke Christus is in den mensch
de goddelijke kiem. dus in one nog niet
geboren. Hij zal kunnen worden geboren
in ons .net behulp van den Christus buiten
ons na verloop van een zeer langen tijd.
liet Christuskind dus niet de volmaakte
Christus met beperkte vermogens, maar
toch reeds groot en verheven boven de
beperkte vermogens van ons menschen, kan
in ons worden geboren. De Christus buiten
ons is de immanente God cn in dc tweede
plaats de oudere broeder, die we noemen
den historischen Christus.
De theosoof weet, dat de historische Chris
tus heeft geleefd in Palestina en dat hij een
zeer hoogen rang inneemt op den hii-rar-
chischcri ladder. Hij helpt al hetgeen onder
hem is geplaatst en dat wil evolueeren, ook
dieren, planten en delfstoffen, en dat alleen
kan met hulp van wie hooger geplaatst zijn.
Aan het hoofd van de geliccle menschheid
staat de historische Christus, die is een
openbaring van den immanenten God, zoo-
danig dat hij hiërarchisch veel hooger staat j
dan dc menschen.
Toen Christus in Palestina stierf, is hij
niet uit de wereld verdwenen, maar hij is
er in gebleven cn helpt nog den mensch, I
zooals hij toen hielp. Alle leven is onsterflijk I
en dus is ook ieder levensmiddolpunt en
derhalve ook Christus onsterflijk. Christus
leeft dus in de wereld, zij het ook in een
plaats, die wij niet kunnen waarnemen, echter
geen Ncrgcnshuizen of Wolkenkukuksheim.
Hij helpt nog altijd de menschheid, wier
zorgen door een nóg hoogere dan Iiij aan
Hem is toevertrouwd.
Uit de vergadering werd hierop gevraagd:
j boe wet e n theosofen, dat Christus bestaat,
antwoordde inleider, dat Christus is een zeer
hooggeplaatst lid van de Witte broederschap
die onze planeet bestuurt en dat enkele
hiërarchisch zeer hoog geplaatste theosofen
dit met besliste zekerheid hebben ervaren;
geen bewering dus, geen gelooven op gezag,
doch weten door feiten.
j Met onzen waterweg, de Eem, is het door
I de overstrooming nog weer een tikje ongun-
j stiger geworden. Midden in den stroom is
even voorbij de plaats waar het schuitenhuis
onder Baarn stond, een zandbank ontstaan
door welke, zelfs bij normalen waterstand,
i e,,n.r n,ct is te bevaren dan met een
zeilbootje.
Ook de vaargeul aan den mond is groo-
tendeels verzand.
Er zal dus een baggermolen bij te pas
moéten komen.
De Minister van Landbouw, Nijverheid en
Handel, vergezeld van den Commissaris der
Koningin in de Provincie Utrecht, den Direc
teur-generaal van den den landbouw, den
heer Van Hoek, den Inspecteur van den
landbouw, den heer Kakebeeke, en den In
specteur van het veeartsenijkundig staats
toezicht, dr. Remmelts, bracht Dinsdag een
bezoek aan Hoogland, Bunschoten en Spa
kenburg.
Ook het Kamerlid voor Amersfoort, mr.
VV. H. de Beaufort, bezocht de zoozeer ge
teisterde streek.
De gaten ia de dijken van Eemland zijn
thans alle door kistdammen voorloopig ge
stopt, dank vooral de krachtige medewerking
der militairen. Het weder invloeien van het
water is daardoor gekeerd, indien er althans
niet weer een zware storm opsteekt. Het
volledig herstel wordt geraamd op 3 a 4 ton,
ten gevolge waarvan de polderiasten aan
merkelijk zullen worden verhoogd.
Alleen te Hoogland is, volgens opgaaf bij
den Burgemeester en na voorloopige schat
ting door de plaatselijke Commissie, vastge
steld dat zijn omgekomen 275 stuks hoorn
vee, 373 varkens, 32 biggen, 3 paarden, 5
geiten, 6 schapen, 15 fokganzen en 1452
kippen, tot een gezamenlijke waarde van on
geveer f 71 000.
De schade, alleen in Eemland, aan ver
loren vee, bedorven hooi, vernield huisraad,
enz. wordt geraamd op anderhalve ton.
Geen wonder dan ook, dat van alle zijden
wordt getracht, geld bijeen te brengen.
Zoo heeft de schoolopziener in het arron
dissement Amersfoort de onderstaande mis
sive verzonden aan alle Hoofden van scho
len
De Arrondissemcnts-schoolopzieners willen
een poging doen om te verkrijgen, dat aan
de leerlingen van alle scholen in Nederland
een gift worde gevraagd voor de slachtoffers
van den watersnood.
Wij weten, dat er bezwaren zijn peda
gogische en andere om kinderen in wer
ken van liefdadigheid te betrekken.
Doch is er ook niet iets voor, het kind de
gelegenheid te schenken, zijn medegevoel
inet het lijden van anderen op daadwerke
lijke wijze te toonenvooral waar dat lijden,
als thans, ook voor een kind zoo duidelijk
spreekt
En dan, er is zoo ontzaglijk veel noodig.
De ramp is zóo groot!
Toen enkele jaren geleden het Zuiden van
ons land, de Provincie Zeeland vooral, een
dergelijke ramp trof, is eveneens op vele
scholen aan de leerlingen een gift gevraagd
dat heeft toen circa dertig duizend gulden
opgebracht.
Doet ge mee? Spreek er met de onder
wijzers en onderwijzeressen van de school
eens over. Richt de zaak in, zooals ge samen
best oordeelt.
Maar verblijd mij met de toezending van
wat i-w leerlingen bijeenbrachten. Liefst per
postwissel.
Alle bijdragen van alle scholen zullen wor
den bijeengevoegd en, als een gave van de
Xederlandsche schoolkinderen, worden afge
dragen aan de Algemeene commissie voor
den watersnood.
Ook de Amersfoortsche tooneel-vereeni-
ging, die 28 November een zoo welverzorgde
opvoering gaf van Multatuli's >De bruid
daarboven», heeft het zeer lofwaarde voor
nemen, een herhaling te geven op 11 Febru
ari, weder in *Amicitia«. De netto-opbrengst
zal worden bestemd meer speciaal voor dc
slachtoffers van den watersnood in Eemland.
De toegangsprijzen zijn f 1.50, f0,75 en f 0.30!
Moge het publiek de goede bedoeling ten
volle willen begrijpen en dit toonen door te
zorgen voor een uitverkochte zaal.
Waaronder de Belgische ffoepeii werden ge
dwongen den 9 October 1914 zich te doen
internceren, heeft ooit anders kunnen denken.
De officieele verzekering komt met dat al
toch heel laat.
Bij Kon. besluit in eervol ontslag verleend
aan den heer J. H. ter Veer, adjunct-inspec
teur van de Drankwet, te Utrecht, terwijl
in zijn plaats is benoemd de heer J. F. van
inspecteur van politie te Amster-
I dam.
Tot reserve 2e luitenant bij hun tegen
woordig korps zijn bevorderd de vaandrigs
D. Pont, K. Voorham, W. J. Rot, P. J. de
Boer, T. G. A. Verstcegh en B. de Jong,
allen van het 5e, en P. van der Linden, R.
Polak, I. Wemmers, W. Huïjsman, V J
Koningsberger cn W, Buijs, allen van het
16e regiment infanterie.
De heer Nic. Hazendonk heeft bij de firma
G. Alsbach Co., te Amsterdam, het licht
doen zien drie zijner composities, als we ons
niet al te zeer vergissen de eerste die van
hem in druk veschijnen.
De «Simpele wijsjes» zullen veel gezongen
worden, daar ze zijn geschreven ïu pakkenden
volkstoon, Vooral «Karmkindeke» en >Mijn
bleuzerket zijn van zeer bekoorlijke naïeve-
teit. Schommelschuitje» en «Adeste», mede
getoonzet op woorden van René de Clercq,
zullen wellicht minder hartelijk worden ont
vangen, omdat de componist hier meer
zijn eigen weg ging, die niet zoozeer ligt in
den volkstoon.
Van de »Twee liederen» voor middenstem,
op woorden van C. S. Adama van Scheltema,
is Ochtend» wel zeer opmerkelijk omdat
de verschillende stemmen op minder alle-
daagsche wijze er in door elkaar zijn geweven.
«Bede», lied voor lage stem, is wel het
mooist, ook door zijn moderne richting,
fraaie klankkleuren en eigenaardige en toch
niet gezochte rhytmische figuren.
Hopen we, dat onder leiding van den
componist deze liederen hier eens worden
ten gehoore gebracht, zóo, dat de bedoeling
geheel wordt weergegeven.
We herinneren nog even, dat de deel
nemers aan den zesdaagschen Hima-rit mor
genmiddag tegen kwart vóór drieön hier
worden verwacht. Goed 5 uur zullen zij,
via Soest, te Amsterdam, het begin- en ook
het eindpunt, aankomen.
De »Eembode< deelt mee, dat thans ook
in de Roomsch-Katholieke militairen-veree-
niging, aan het Zand, is opgericht een har
moniekorps van 20 meerendeels bekwame
muzikanten.
De Belgische Minister van Oorlog heeft,
naar uit I.e Havre wordt bericht aan het
Belgische Dagblad», een officieele verkla
ring laten verschijnen, die aan de geïnter
neerden zal worden medegedeeld. In dit stuk
bevestigt het hoofd der Regeering, dat er
geen enkele reden bestaat om de militairen
te verdenken, die de Ncderlandsche grens
overschreden, hun plicht niet te hebben ver
vuld tegenover hun land.
Niemand, die de omstandigheden kent
Aanstaanden Maandag zal in «Amicitia»
een groote voorstelling worden gegeven van
moderne wonderen door den heer Cbambly,
die reeds vroeger hier met groot succes is
opgetr den. Het belooft een hoogst belang
wekkende avond te worden, te oordeelen
naar hetgeen wij in ons toegezonden recen
cies uit binnen- cn buitenlandsche bladen
over het kunnen van dezen kunstenaar lazen.
Dit kunnen grenst aan het wonderbaarlijke.
Men leze en oordeele zelf.
Het Nieuws van den Dag» schrijft o.a.
De voorstelling van het echtpaar Chambly-
Kardec grenst aan het wonderbaarlijke, het
meest raadselachtige. Al hetgeen op dit ge
bied al sinds zoo lang werd gezien, al het
geen later zich noemende illusionisten al voor
wonderen verrichtten, dat alles wordt weer
door den heer en mevrouw Chambly-Kardec
overtroffen. Op zóo merkwaardige wijze een
ganschen avond te worden bezig gehouden,
is lang niet ongezellig. Vooral valt te be
wonderen, hoe deze kunst vorderingen maakt,
hoe het een raadsel blijft, langs welke wegen
dit alles geschiedt. Op het programma worden
de vragen gesteld: 1$ het occultisme, som
nambulisme, is het magnetisme, psychologie,
zijn het raadselen van het spiritisme, zijn het
wonderen der vierde dimensie? Het antwoord
zal wel moeten zijn: alles illusie. Maar hoe?
En die vraag zullen noch de bezoekers van
gisteravond, noch die der volgende voorstel
lingen kunnen beantwoorden.
Het «Handelsblad», de «Nieuwe Courant»
en «Het Vaderland» schrijven met zeer veel
waardeering over den heer Chambly en
roemen zijn wonderbaarlijke prestaties.
Ten slotte zij nog vermeld, dat de heer
Chambly séances heeft g°geven voor H. M.
Je Koningin en K. H. Trins Hendrik.
JJC orstelijke personen verklaarden zich
hoogst voldaan over hetgeen onze landge
noot-illusionist heeft geboden.
We meenen, het voor heden bij het boven
staande te kunnen laten. Er blijkt reeds vol
doende uit, dat het publiek weer een zeer
bijzonderen avond kan tegemoet zien.
De eerste Spakenburgsche vischventsters
waren Dinsdag weer hier.
Het visscherijbedrijf, dat 14 Januari op zoo
geweldige wijze werd gestuit, wordt dus
zoetjesaan weer ter hand genomen.
Een hoogst practische uitvinding kondigt
dc heer J. Grootendorst bij advertentie in
dit nummer aan en wel zooltjes tegen uit
glijden en koude voeten, uitgedacht door den
/.witscrschen geneesheer dr. Eisner
Zo zijn gemakkelijk aan zool en hak te
bevestigen en zeer sterk.
KU^n-Z|WurVer' die 'n 'let najaar uit de kiosk
J bpven kistjes sigaren, doosjes siga-
rotten, pakken chocolade, enz. stal en boven-
j dien een kruiwagen om den buit te vervoe-
ren, werd overeenkomstig den eisch van den
ambtenaar van het openbaar ministerie, door
dc Arrondissements-rechtbank te Utrecht als
i ontoerekenbaar vrijgesproken en onmiddellijk
in vrijheid gesteld.
I Maak van uw hersens een schatkamer,
geen rommelhuis.