Witte week Coöp. Stoomzuivelfabriek „HOOGLAND". METHORST VAN LUTTERVELD buitengewoon laag gestelde prijzen Firma M. A. Ramselaar Bank van Huydecoper Van Dielen SAFE DEPOSIT. W. H MEURSING, Tttm Vertegenwoordiger te Amersfoort H. J. HKKMS. Llere Vrouwenstrwt 24/26. Hooggepasteuriseerde volle melk per Litersfleschf o. i Heerlijke roomkarnemelk per Liter°-01 per Litersflesch f 0,05 Hooggepasteuriseerde zeer vette koffieroom per I.iterf 1,20 slagroom '"•'0 Roomboter onder Rijks-controle thans per K.G'-80 Karnemelksche pap per Liters-reformflesch YOGHURT-SWAAB per halve Litersflesch°-20 De Directeur, .1. W. WEHKAMP. Betieerend Vennoot Mr. A. VAN TBAA. 0 (Commanditaire Vennooten H. OVENS A ZONEN te Amsterdam.) 0 HUURHUIZEN 15 (naast de Nederl. Bank). TELEFOON 49 en 135 Belasten zich met alle soorten Bank- en Effecten- Q zaken, verhuren loketten in hunne Brand-, Inbraak- en Smeltvrije Safe-inrichting Q I Wat zijn de werkelijke voordeelen van I B. n. K. in vergelijking ïuet andere spij3vetten L. S. Door deze berichten wij U, dot onze dit jaar gehouden zal worden vanaf 14 Februari. Gedurende dezen tijd zal onze gebeele voorraad witte stukgoederen: Tafel goederen, Lingeries, witte Confectie, Vitrages en gordijnen, tegen worden verkocht. Deze prijzen zijn bindend van 14 Februari tot 1 Maart 1916. Tevens noodigen wjj U uit tot bezichtiging van onze gelegen heids-étalages. Hoogachtend, KROMMESTRA AT 2-4-6, AMERSFOORT. Telefoon 341. B U.K. is een door vele Doctoren aanbevolen, volkomen ziektekiemvrij zuiver plantaardig vet. het bevat 100 pet. vet en is daarom zeer voordeelig in het gebruik. B.U.K. i» lichter verteerbaar dan andere vetten, zoodat zelfs de zwakste maag het goed kan verdragen. B.U.K. is goedkoop, kost slechts *5 ets. per half pond. Het is alleen in tabletten van i 3 en i pond verkrijgbaar, nimmer los. Alle gewenschte inlichtingen worden gaarne ver strekt dcor de eenige fabrikante van KLAPPA en B. U. K.: de Nederlandsche Plantenboter- fabriek, te Amsterdam. Bijkantoor AMERSFOORT. Kortegraoht 22 Telefoon No. 3@0, OI'EN en GESLOTEN BEWAARGEVING MACHINALE FABRIEKEN VAN GEBAK, afdeeling „BROODFABRIEK", Amersfoort. Van en met Maandag, 17 Januari 1916, zijn de broodprijzen: Melkwittehrood ','2 K.G. 13'/acent, zi. K.G. 20'' cent, 1 K.G. 27 ceut. Gezondheidsbrood 10 s/, 15 1 ÜO Brninbrood'i-i ,10 15 1 20 Geldersch Kropbrood :,/4 ,15 Klein 15 1 ,30 Half 2 36 Roggebrood3 34^ (netto prjja). Deze prijzen gelden zoowel voor thuis bezorgd als afgehaald. Van het volgens deze prijzen van deze fabriek ontvangen en betaalde brood, behalve van het Roggebrood, zal het 10 pCts. dividend worden uitgekeerd op den gewonen tijd. FEUILLETON. 70). Dat zou een onbetaalbaar gezicht wezen, meende Luerke Voss, Hinnerk Brinkmeier met handboeien, terwijl de jeugd van Spreck- holm spottend om hem heen danste. Weer moest hij lachen. «Moet ik schrijven Mijn naam schrijver. J-ja maar, je bent een fameuse kerel. Luerke Voss, al heb je ook oogen in 't hoofd, zoo valsch als een katHahahaDe burgemees ter burgemeester Brinkmeicr met ijzeren ijzeren lalde Clussmann. «Ja, schrijf nu maar. Moet ik je 't eerst voorlezen «Nee, nee. Ik weet het al. De burgemees ter met armbanden Luerke Voss, je moet niet zoo voortdurend met dat papier op en neer wippen». «Ik wip in 't geheel niet». «Staat de tafel dan niet vast Nee, zie mijn handen eens. Nu kan ik warempel mijn eigen naam niet meer schrijven, Nee geef me nog even de flesch. Clussmann deed verscheidene mislukte po gingen om zijn pen aan te zetten. Voss beefde van verlangen. «Als jij er niet mee op gang kunt komen, dan moet ik je wel helpen». En hij legde zijn hand vast om de bevende vingers van den dronkaard. Met kracht door hem bestuurd, teek enden zij langzaam een groot, ongelijkmatig: Peter Clussmann. Luerke liet den naam nauwelijks tijd om te drogen en nam niet de moeite, van kleeding te verwisselen. Hij moest naar Scharmbeck, naar den officier van justitie: Maar onder het loopen kwam er een ge dachte bij hem op, waaraan hij geen weer stand kon bieden. Eer hij den slag toebracht, die zijn vijand voorgoed zou neervellen, wilde hij hem nog eens in al zijn trots rechtop zien staan. Hij maakte dus een omweg en liep langs de Fransche hoeve. De burge meester bevond zich echter niet op de hoeve en evenmin op het land in de buurt; maar toon Luerke Voss teleurgesteld verder wilde rennen, ontdekte hij in de verte in het veen de forsche gestalte van den gehaten man en van richting veranderend, snelde hij bem na. Glad en bruin, met wuivend wolgras, strekte het veen zich voor hem uit, tot aan de streep, waar het met den valen hemel ineen smolt. De scherpe voorjaarszon scheen stekend daarop neer. Als een paar zwarte punten beschreven twee wouwen kringen in de lucht. Hun krijschend «ai, ai» klonk schril. Zij vlogen,, op buit azend, naar den Zwarten poel. Daar was altijd dood of levend gedierte te vinden. Naar den Zwarten poel trok in het veen alles wat op buit was belust en daarheen rende nu ook I.uerke Voss met onhoorbare schreden den langzaam loopenden, op zijn stok leunenden burgemeester na. Hinnerk Brinkmeier had het best gevon den, dat zijn vrouw met den wagen uitging Wie tot zichzelf wil inkeeren op de groote stopplaatsen, de kruiswegen des levens, moet alleen zijn, geheel alleen. Al bekende hij het ook aan niemand, zoo begreep de bur gemeester toch heel goed de teekenen, die men vindt bij zulke kruiswegen, misschien wel op den weg naar het laatste doei. Hij I had ook altijd wel geweten, dat de mensch te eeniger tijd betalen moet voor alles en ieder ding in 't bijzonder in het leven. En er was een, bij wie hij in de schuld stond. Zij had lang gewacht, maar nu inde zij de oude schuld. Hij bespeurde haar hand en als naar een betaalkantoor begaf hij zich naar de plek, die hij gewoonlijk vermeed, Een paar kromme wilgen, hol van ouder dom en nog zonder loof, staken hun kale, spichtige takken omhoog. Reusachtige rusch- kolven stonden aan den waterrand, als kaar sen met donkere vlammen, en tusschen de boomen zonder loof en de kaarsen zonder licht lag zwart en glanzend de waterspiegel van den poel als de offerschaal op het altaar van een booze godheid. Hij had menig offer verzwolgen in den loop der eeuwen vóór dertig jaren, op een dergclijken lentedag als deze vol ontluikend leven, een jong menschcn- kind, hongerend naar vreugde en geluk. Onder een der w"'igen bleef Hinnerk Brink- 'meier staan turc naar het onbeweeglijke water en dacht er over na, waarom de goede dingen in het leven slechts voor den duur- sten prijs kunnen worden gekocht; waarom een piepjong ding den bitteren offerdood moest sterven, opdat de hoeve in zijn bezit bleef, opdat de boerin, die zijn hart begeerde, de zijne werd, opdat zijn levensweg, die nu naar de schaduw leidde, dertig jaren door de zon was beschenen. Even duidelijk als de kale wilgetakken in het water, weerspiegelden zich de gebeurte nissen van dien tijd in zijn geheugen. Zij wekten geen berouw bij hem op. Wat toen gebeurd was, zou nu weer gebeuren. Het was de wet van alles dat leefde: jij óf ik. Maar hij had dat indertijd hard gevonden en vond het nu ook nog even hard. Waarom met: jij èn ik? Wellicht had daarin het para dijs bestaan, dat de mensch de goede dingen deelachtig werd, zonder dat hij zijn ziel be zoedelde. Hij zou de goede dingen niet gaarne hebben willen missen. En brak nu de betaaldag aan, dan zou hij betalen. Maar zwijgend. Hij gaf niemand rekenschap, niet eens de trouwe gezellin van zijn leven, Dat was iets tusschen hem en haar, die den dood hier in het roodbruine water had gevonden. Nu sloop iets achter hem door de heide, onhoorbaar als de tijd en eveneens zonder ophouden. Een heesch geluid schrikte hem op; half een lachje, half een kuchen. Hij keerde zich om en zag Luerke Voss in 't gelaat. Uit ieder van de h» "l-rd rimpeltjes van dit gelaat sprak de uaat, de volde e- ning van het onmeedoogenlooze roofdier, da zijn prooi in zijn macht weet. In zwijgende afwachting keek Brinkmeier met zijn koude, scherpe oogen naar zijn vijand. Maar Luerke Voss was niet iemand, die kon wachten. Struikelend over zijn eigen woorden, zeide hij haastig: «Zoo, vindt men je hier? Dat is goed. Hier hoor je. Je zult om deze plek vele honderden jaren moeten rondwaren, ten min ste als 't waar is, dat er een Godsgericht is. Maar, daar ik dat niet zeker weet, wil ik liever eerst de rechters van deze aardsche wereld op hun plicht wijzen. Wat denk je wel, burgemeester Brinkmeier waar zou ik nu wel heengaan »'t Is mij glad onverschillig». «Wat denk je wel, dat ik hier ondermijn kiel heb?» «Oneer en schande dat is zeker». «Een groet aan jou van Annemarei Rade maker». «Nee, dat lieg je, Annemarei Rademaker zendt mij geen groet door jou. Jij bent de deerne, nog wel met je huis en erf, altijd te min geweest». (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1916 | | pagina 4