AMERSFOORTSCHE COURANT..
Dinsdag 4 f|j|| April 1916.
m. 8705
66e Jaargang
Stadsnieuws.
Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Ainersfoortsche Courant, oorheen Firma A. H. vau Ueeff
HOOED-REDACTEITR
P. J. S-RESEEXES.
AMF.RSFOOR T.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond, Abonnement per 3 maanden 1.—
franco per postƒ1.15. Adverteutiën 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, oflicieele- en onteigenings-
advertentiün per regel 15 cent, Reclames 1 5 regels ƒ1.25 Bewijsnummers naar buiten
worden in rekening gebracht en kosten, evenals afzonderlijke nummers, 10 cent.
Bij advertentiCn van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRACHT 9.
Telefoon «9.
l.entokopsteriiig.
Nog vóór de il.ig was aangebroken, dien
de kalender tot haar intocht aanwees, ver
scheen zij. de lieflijk lachende heerscheres,
om op niet-oflicicele wijze de landen en de
menschen te begroeten over wie zij opnieuw
haar met bloemen omstrengelden schepter
ging
Met stille, maar toch geeni
schreden is zij genaderd, en
voorganger in het rijk der
haar ditmaal, ondanks haar vei
zón weinig tegenstand gebi
spoedig en zó» zonder verzet geneigd 1
haar het veld to ruimen, dat wij tegen elk,
der zeiden Wat '11 verandering
Doch het was niet van langen duur;
wde het weer en was 't
weifelende
grimmige
.enen heeft
igde k«>mst.
gauw
dagen later snee
volop winter.
Maar nu toch
wij blij'
de lente gekomen. En
n er over praten, omdat het zoo
Wij herhalen het voortdurend in
onze dagclijksche gesprekken en alhoewel
't het banaalste is, dat zich denken laat; dat
gepraat over liet mooie weer worden wij niet
moede en daaraan blijven wij druk meedoen.
Immers verveelt het den lijster in den boom
en het vinkje in uw tuin, en verveelt dat u,
het uit te zingen, heel den lieven dag .-
Alleen, wie van dit, laten wij maar zeg
gen. dit weerprautje iets meer wil maken
dan het gewone, «lat rechtstreeks gaat van
mond tot oor en dus geen tijdruimte behoeft,
wie op het oer-oude thema variation gaat
componeeren, die hij vervolgens, via de
modernste toepassingen van Gutenberg's
vinding, ter lezing aanbiedt, stelt zich bloot
aan het gewoonlijk niet tot een dreiging
zich bepalend gevaar, iets aan te bieden, dat
allerminst past in liet kader van den tijd der
verschijning. Dit is wel de zeer gewone
regel, en wij, die ons zijn werking laten
welgevallen, in de hoop, nu eens van een
uitzondering genot te mogen hebben, weten
zeer goed, dat de kans op vervulling zeer
wisselvallig is
Maar is het niet desgelijks met lal van
dingen, die met schoone beloften zich aan-
kondigen, die wij met hooggestemd hart j
begroeten, en die toch weldra blijken niet j
meer bestaanszekerheid te hebben dan de j
omhoogzwevende zeepbel, in hot zonnelicht j
prismatiek gekleurd en in haar pracht en 1
volmaakte ronding vergankelijk alseen j
lentezucht Eu zouden wij, na dit zoo vaak
en zoo diep smartelijk te hebben onder- 1
vonden, maar wenschen. dat Pandora's on-
voorzichtig geopende doos ook het laatste
deel van haar inhoud, dn Hoop, had laten
ontsnappen
Want zij, die lieflijke bij uitnemendheid,
vriendelijk cn levendig als ile lachende
maagd, is ook dikwijls grillig cn vaak zorge
loos, cn van die buien maakt de bij haar
komst gewekene gebruik om ons in herin
nering te brengen, dat hij er toch ook nog
is. En dan. tot straf voor de roekeloosheid,
waarmede wij hij de eerste lentekoestering
«ie weermiiidelen aflegden, die we ons ter
bescherming tegen zijn ruwheden hadden
aangeschaft, stort hij nog, als afscheidsgroet,
als een sarcastisch «tot weerziens», allerlei
kwalen over ons uit.
J.aten wij dat vooruitzicht niet te donker
ons voorstellen. Meestal valt het mee. Ons
weerstandsvermogen slaat menigen aanval
af, en dan rest toch de blijde verrukking
valt de blijde onderdanen der jonge Lente-
koningin. Zoolang er menschen leefden,
vatbaar voor gemoedswarmte, is het lente
lied in allo toonaarden gezongen, hebben
lentefeesten uitdrukking gegeven aan ge
meenschappelijke vreugde en zijn bij de her
leving der natuur in het stralend zonnelicht
sombere gedachten geweken en droeve herin
neringen minder drukkend geworden. De
knoppen, die wij dagelijks zien zwellen, ver
tellen ons van een eeuwige mildheid, die
nooit uitgeput raakt;delangzaam verhelderende
in rijkdom van schakccring toenemende
bloementooi ontplooit voor ons oog de schat
ten van oneindig hoogere waarde dan die I
0111 welke te verkrijgen wij elkander ver-
dringen in het zakengewoel. Elke schrede,
die wij zetten in den tempel der schoonheid,
spreekt ons van die nieuwe aarde, niet meer
door haar verblinde en verdwaasde bewoners
tot een toonecl van verwoesting gemaakt;
maar in haar bestemming, als verblijf van
een maar gemeenschappelijk geluk strevend
inenschengsslacht, aan ongestoorde ontwikke
ling oyjJfcluten.
Als wij^hider worden, als 'slevens herfst-
getijde in 't zicht komt of wellicht reeds is
ingetreden - wij weten dat van onszelf
niet altijd zoo heel precies blijven toch
altijd de jeugdindrukken voortleven, gelijk
in ieder seizoen de geur van lentelucht en
de tint van het lentelandschap bij de ge
ringste aanleiding weer in het geheugen is
teruggeroepen, liet is alsof er. diep ver
borgen, door heel ons leven heen een roos
blijft doorbloeien, die door haar zachten
reuk de met verstikking dreigende «lampen
wegdringtot wij, geprest door het leed en
met twijfel vervuld over de waarde van het
leven zelf. dat ons vaak toeschijnt een aan
eenschakeling van teleurstellingen te zijn,
ons voelen opgewekt tot nog maar weer
voorwaarts gaan, als in onze ziel de ge
dachte naar voren dringtde lente moet
komenen wij ons dan te binnen bren
gen hoe zij te allen tijde in het
oog een glinstering van vernieuwd
wen deed tcrugkeeren.
Hoe schoon kon de aarde zijn. wanneer
de menschen haar niet zoo schandelijk be
dierven, wanneer zij zich wilden beijver,
om de schatten, die zij in zóo weelderig,
overvloed in de lente belooft en in volgende
getijden aanbiedt, te doen toekomen
haar ondankbare kinderen.
Het is nu de tv.oede maal, «lat wij de
lente zien aanbreken te midden
wercldrazernij, en het is zeer verklaarbaar,
dat een diepe weemoedstint onze verwel
koming verdonkert; zal het de laatste maal
zijn geweest, dat de vreugdekreet werd ver
drongen door gejammer van smart
twijfeling
De natuur stelt die vraag niet. Zij brengt
haar eigen tooisels mede en vernietigt weer
haar werk, naar welgevallen; zij bouwt op
en breekt weer af; zij stort haar rijkdommen
uit of geelt ze prijs aan het verderf. Maar
tevens laat zij den menschen de gelegenheid,
haar gaven te vermenigvuldigen en te ver
edelen, en tegen de rampen, waarmede zij
hen beproeft, de kracht van hun vernuft te
stellen, om die af te weren of te lenigen,
door de macht van hun arbeid haar eigen
werkzaamheid te verbreiden tot grooteren
omvang en tot grooter zegen te brengen.
Maar zij, die menschen, weten het beter.
Als bezeten door de duivelen der verwoes
ting geven zij «1e moeizaam verzamelde gaven
prijs aan de vlammen of doen zij ze weg
zinken in den afgrond; de milde bodem, die
voor liet ingestrooide zaad den honderdvou-
digen oogst belooft, wordt wreedelijk door
ploegd met «1e afschuwelijke producten eener
allergruwelijkste nijverheid, zoodat geen lente
bij machte, is daar leven te doen opbloeien.
Er bestaat zelfs vrees, dat de herleving der
natuur dc belemmeringen zal doen wegvallen,
die het ruwe jaargetijde aan de moorderijen
in «ten weg heeft gelegd; dat moer dan ooit
het lieve zonlicht zal worden omnevelt! door
gifgassen cn ontploftingsdampen, dat de lente
koestering bij toeneming zal gaan, als ver-
gecfsche poging tot het weer doen ontwaken
van weggevaagde menschcnlevens, over de
slachtoffers van de in een brandpunt saam-
gebrachte menschelijkc boosaardigheid.
Zal ook in die wereld «1c lente haar in
tocht doen, zal zij ook daar de voorbode zijn van
een nieuwe orde van dingen, van een weder-
opbloeiing van het zoo wreed gestoorde
mensehongeluk?
Toezending van een
postwissel is geen betaling.
I)e postwissel wordt herhaaldelijk aange
kend om ec-11 kleine schuld te voldoen.
Vie accuraat is, hecht het rei; 11, dat hij van
het postkantoor ontvangt, aan de nota die
het bedrag der schuld aanwijst en beschouwt
deze nu als kwitantie om, zoo noodig, daar
liet bewijs te leveren, dat aan de ver
plichting om te betalen is voldaan.
Meermalen toch gebeurt het, dat bij ge
legenheid van het schrijven van een brief
er verschillende zaken door den ontvanger
111 den postwissel mcdedeeling wordt ge
daan van de gekweten betaling, welke brief
dan bij de gewone correspondentie «vordt op
geborgen. Anderen schrijven onmiddellijk
een briefkaart met bericht van goede ont
vangst; enkelen zenden na ontvangst nog
een kwitantie. Maar hoe dan ook. iemand,
die een postwisselrecu had ontvangen, bergde
dat op bij zijn bewijsstukken van betaling
en maakte zich volstrekt niet ongerust om
trent eenig nader betalingsbewijs, omdat hij
meende in zijn rci;u een voldoende aanwijzing
te hebben omtrent de vervulling van den
betalingsplicht en meende hiermee oak, zoo
noodig. zijn goed recht te kunnen bewijzen
om verdere betaling te weigeren.
Xu zal natuurlijk in de meeste gevallen
deze zaak geen verdere gevolgen hebben
de ontvanger van den postwissel boekt zijn
vordering af en daarmee heeft voor hem
deze zaak haar beslag.
Xu doen zich twee vragen voor. In de
eerste plaats moet de schuldeischer een
postwissel als betaling aannemen Deze vraag
moet ontkennend worden beantwoord. Wie
een schuld heeft, moet die in het algemeen
gaan betalen aan het domicilie van den
schuldeischer met wettige betaalmiddelen.
Als wettige betaalmiddelen zijn in de wet
genoemdhet gouden tientje, het gouden
vijfje, de rijksdaalder, de gulden, de halve
gulden, het kwartje, het dubbeltje, de stuiver,
het 2V2 Cent-stuk, «Ie cent en de halve cent.
De schuldeischer behoelt echter geen zilveren
pasmunten (kwartje en dubbeltje) aan te
nemen tot een hooger bedrag van 10 gulden
en geen bronzen pasmunt tot een hooger
bedrag dan 25 cent. Elke schulil, hoe groot
ook, kan dus gekweten worden met halv
Het overige der zaak laat ik thans buiten
bespreking om alleen te vermelden de aan
deze grief gewijde overweging van het Hof,
luidende
Overwegende, dat deze grief gegrond
is; dat inderdaad toezending en ontvangst
van een postwissel geen betaling uit
maakt, noch eenige andere wijze van te
niet gaan van een verbintenis oplevert, dat,
door middel va» een postwissel gelden wor
den overgemaakt, zoodat de geadresseerde
bij ontvangst van den postwissel recht op
uitbetaling heeft van het daarin vernielde
bedrag dat die ontvangst echter geen daad
werkelijke betaling is, omdat een schuld
eischer geen andere zaak in betaling be-
hoeft aan te nemen dan die hem verschul-
j digd is, m.a.w. alléén wettige betaalmid-
I delen, waartoe een postwissel niet behoort,
al kan de ontvanger daarvan zich betaling
verschaffen, en al is zulk een wissel in zoo
ver geldswaardig papier
•Overwegende, dat dus de verbintenis tot
betaling van het in deze verschuldigd hono
rarium, groot f 60, niet is gekweten, maar
alsnog bestaat, zoodat partij C. in ieder ge
val dit bedrag nog zal moeten betalen en.
nu ook geen aanbod van gereede betaling,
gevolgd door consignatie is geschied, ook tot
die betaling zal moeten worden veroordeeld».
Het Hof vernietigde dus het vonnis der
Arrondisscments-rechtbank te Almelo, maar
daar het tevens uitmaakte, dat de schuld
niet grooter was dan f 60, veroordeelde het
den geneesheer desniettegenstaande in de
kosten zoowel in eersten aanleg, als in be
roep, omdat hij 1 aanleiding heeft gegeven
tot het rechtsgeding door geen uitbetaling
te vragen van den postwissel, die voor het
werkelijk verschuldigd bedrag in zijn han
den was gekomen».
Met dat al wees het Gerechtshof uit, dat
toezending van een postwissel niet is be
taling.
Aldus de heer C. Koenraad, de midden
stands-consulent. in het jongste Bondsorgaan.
De garnizocns-commandant heeft de groote
welwillendheid gehad, te verbieden, dat de
w Langestraat zonder bepaalde noodzaak met
guldens, guldens, rijksdaalders, gouden vijtjes ,njiitaire paarden wordt bereden,
en gouden tientjes. Een herhaling van de reeks ongevallen
I11 1902, bij het verlengen van het octrooi 0p Van welke het ergst getroffen
der Xcderlandsche Bank als circulatiebank, siachioffor nog steeds vertoeft in het St.
zijn ook de bankbiljetten tot wettige betaal- Elisabeths-ziekenhuis, zal dus niet licht we<
middelen verklaard en moeten deze dus óok
als betaling door den schuldeischer in ont
vangst worden genomen.
Daar nu de postwissel niet is opgenomen
onder de wettige betaalmiddelen, is dus
niemand verplicht, den postw issel als betaling
aan te nemen. j
De tweede vraag is nu, kan men met liet
postwisselrecu de kwijting van een schuld j
bewijzen, wanneer de postwissel is aange-
nomen en kan men na zoo'n postremise nog
tot betaling zijner schuld worden anngespro- 1
ken cn dus verplicht worden, de schuld met
wettige betaalmiddelen, dus geld. te voldoen.
Als gevolg van de overige beschouwing
moet het antwoord hierop bevestigend luiden.
Hetgeen wij bier vermelden, is bevestigd
door een arrest van het Gerechtshof te Arn
hem van 24 November 1915, waarin duide
lijk vermeld staat, dat een aan zijn adres
bezorgden postwissel nog geen betaling is.
Het betrof een zeer onverkwikkelijke dis
cussie over de voldoening eener dokters
rekening, waarbij werd beweerd, dat den
geneesheer een postwissel groot f60 is ge
zonden, >zoodut de geneeskundige behande
ling inderdaad is gekweten», waartegen «1c
dokter als grief aanvoerde, dat de verbinte
nis zijner patii'nte niet is te niet gedaan door
betaling, «tiaar toch toezending van een
postwissel niet het zelfde is als betaling,
vooral niet als deze door den geaddresseerde
is geweigerd».
,'oorkonien.
Blijkens het verslag van den kerkeraad
wegens de schriftelijke kerkvisitatie over 1915
bedroeg, naar de Amersfoortsche kerkbode»
meldt, het zielental der Ned. Hervormde
gemeente hier 13000.
Het aantal catechisanten bedroeg 1230.
Op twee openbare scholen werd door den
godsdienstonderwijzer geregeld les gegeven.
Ee werden 14f> nieuwe lidmaten aange
nomen, 5 kwamen uit andere kerkgenoot
schappen tot ons over; van onze kerk ging
niemand tot een andere over. De doop werd
toegediend aan 239 kinderen. Er werden 40
huwelijken ingezegend. Allerlei Christelijke
werkzaamheden werden door den kerkeraml
bevorderd. De inkomsten der Diakonie be
droegen f 1079$.42, de uitgaven f 10255.94.
De collecten brachten f3401.85 op. De be
langen der Gabrle-Mehenschool werden be
hartigd. Huis- en ziekenbezoek werd zooveel
mogelijk verricht. De Zendingscommissie kon
op zeer bevredigende resultaten wijzen.
Er valt te klagen over het niet behoorlijk
in acht nemen der Zondagsrust, terwijl de
Zondagsviering nog meer te wenschen over
laat.
De openbare zedelijkheid zegt het ver
slag ging merkbaar achteruit.
Ook het maand overzicht over Maart van
•ie Amersfoortsche Tramweg Maatschappij