Zaterdag 15 f|fj§ April 1916. No. 8710. 66e Jaargang. BIJBLAD ft Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „l)e Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff HOOFD-REDACTEUR F. J. FnSDSHZSS. AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en /aivrdngarond. Abonnement per 3 maanden franco per postƒ1.15. AdvertautiCn 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieele- en onteigenings- advertentiön per regel 15 cent. Reclames 1—5 regols 1.25 Bewijsnummers naar bulten worden in rekening gebracht en kosten, evenals afzonderlijke nummers, 10 cent, Bij advertentiOn van buiten dc stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. KORTECRAOHT 9. Postbus 9. Dij dit nummer behoort een h K N N I S (1 li V 1 N O K N. RAADSVERGADERlN'ti. De Burgemeester van Amersfoort, Gezien artikel 41 der Gemeentewet, Brengt ter kennis van de ingezetenen, dat de Raad dezer Gemeente zal vergaderen op Dinsdag den 18 April aanstaande, des 1 namiddags ten acht ure. Amersfoort. 14 April 1916- De Burgemeester voornoemd Van RANDWIJCK. HINDERWET. De burgemeester en Wethouders van Amers foort, Gelet op art. en 7 der Ilindeiwei, Brengen ter kennis van liet publiek, dut een duor II. vim NI.MWKGEX,, alliiir, ingediend vorzoek, niet bijlagen, om vergunning lot bet uitbreiden van eene bakkerij, door plaatsing van een heeteluchtoven lot bet vervaardigen van brood en beschuit, in het perceel alhier g-4egen aan den Koester- weg No. 81, bij het Kudusiur bekend onder Koelie I), No. 1842, op de Secretarie der Gemeente ter visio ligt, en dat op Woensdag den 20 April n.s. des voormiddags te half elf uren gelegen heid ten Raad huize wordt gegeven om, ter. overstaan van het Gemeente bestuur of van ésn of meer zijner leden, bezwaren tegen liet uit breiden van de inrichting in te brengen. Tot het beroep, bedoeld in art. 15, Ie lid dor Hinderwet, zijn volgens du bestaande jurispru dentie, alleen zij gerechtigd, die overeenkomstig artikel 7 der Hinderwet voor het Gemeentebe stuur of éen of meer zijner leden zijn versche nen, ten einde hunne bezwaren mondeling toe te lichten. Amersfoort, 12 April 1916. Burgemeester cn Wethouders voornoemd, Do Burgemeester, VAN RANDWIJCK. De Secretaris. A. R. VEENSTRA, waarborgen niemand er zijn vingers naar zou^durven uitsteken. I En dat dit convooi, in plaats van te wezen een aanleiding tot oorlog (het beroemde »keesoos bellaaic van den Engelachman van 1S70) er toe zou strekken, dat de Xeder- landsche leeuw niet langer zou worden ver- sleten voor makken doesliond. De Grooten eu wij. (INGEZONDEN.) Bankvsreenlging H. L. A. DULLAERT Co. AMERSFOORT Seherpenzeel Langograolit OO - Tol. Intero. 868 Soest. Leeke-vrang. Er is een tekort aan broodkoren, zóoerg, dat de Minister van Landbouw zijn allesbe halve met instemming ontvangen ockase heeft moeten uitvaardigen en heel Nederland, in plaats van (eerlijk betaald) Paaschbrootl, bruinbrood zal moeten eten cn er zelfs geen roggebrood zal zijn. En Engeland, dat volgens een reeds in historische tijden overleden dichter de zeeën beheerscht, houdt aan de Nederlandsche schepen, die voor de Nederlandsche Regeering tarwe naar Nederland zullen brengen. En het houdt aan de Nederlandsche schepen, die voor dc Nederlandsche Rcgec- ring naar Nederland kunstmest zullen brengen, opdat dc volgende graanoogst althans vol doende broodkoorn levere. Zou het nu geen zaak worden, dat in een van de havens een Ncdcrlandsch schip werd geballast in tegenwoordigheid van de consuls der geallieerden, dat het schip uitsloomde met de oranje vlag in top, dus niet de rood-wit-blauvv, die in het spiegelbeeld van den periscoop zoo veel gelijkt op een Franschc, Russische of Servische, een Nederlandsch oorlogsschip, gecom mandeerd door een hoofdofficier, liefst een niet al te jong kolonel, dit handelsvaartuig begeleidde, als in de dagen van Dc Ruyter of Tromp en evenzeer met een zwierig «kom er eens aan", het schip in neutrale haven werd geladen met graan dan wel kunstmest, alweer in tegenwoordigheid van de consuls der geal lieerden. Hot wil ons voorkomen, dat onder (leze «Wij moeten leeren denken over de hc- tcekenis van het nationale moment; wij moeten trachten ons een idee te vormen over een nationale buitcnlandsehe politiek» ziedaar aansporingen, die thans terecht heel veel tot het Nederlandsche volk worden gericht. Wanneer we ons echter zetten tot denken, bchoorcu wij eerst te zien onze ver houding tot het buitenland, zooals die inder daad is. En aan dit goede inzicht ontbreekt nog zoo heel veel. Op de eerste plaats dan dient men goed te begrijpen, dat een kleine Staat zoo ge heel anders tegenover het volkenrecht staat dan de groote. Voor den kleinen Staat is een wezenlijk volkenrecht dc hoogste zijner wcnschcn. Gaat recht de internationale verhoudingen inderdaad beheerschen, dan is het gedaan met het recht van den sterkste, dan hebben wij, kleinen, inderdaad dezelfde rechtspositie als de grooten, dan behoeven wij niet meer zware offers te brenger, om «is recht zooveel mogelijk te handhaven door macht. Voor ons is volkenrecht dus alles. Voor de grooten daarentegen is het een beperking van macht, is het dc onmogelijk heid om zekere (onrechtmatige) voordeelen bereiken. Aanvaardiging van het recht be- teekent hier voor henvrijwillig afstand doen van macht, de onmogelijkheid om zichzelf recht te verschaffen, om dus te be reiken hetgeen men zelf «recht» meent te zijn, op een gegeven oogenblik recht noemt, Doordringt men zich goed van deze tegen stelling, dan ligt het voor de hand, dat dc kleinen voorzichtig en tactvol moeten op treden bij de propaganda voor een recht, dat hun slechts ten voordeel dc anderen óok ten nadeel -— kan strekken. Maar dan ligt het óok voor dc hand, dat bij conflicten als de tegenwoordige hoe langer zoo minder sprake is van volkenrecht, dat men zich hoe langer zoo minder houdt aan afspraken cn tractalen, zich hoe langer zoo minder aan trekt van hetgeen internationale congressen en conferenties hebben besloten. Het is een groote fout in de publieke opinie in Nederland geweest, dat zij deze tegenstelling nooit goed heeft gezien, dat zij nog altijd gelooft aan do mogelijkheden om met tractaten, conferenties, enz. nieuwe toestanden in het leven te roepen. De komst van internationaal recht, werke lijk recht, zal geen zaak van vandaag of morgen zijn. Ziedaar de groote waarheid, die deze tijd leert. Moet tnen dan hcclomaal aan die komst wanhopen Neen maar er zal nog langen tijd van geduldige propogattda verloopen eer wij zoo ver zijn. Fr is in al die somberheid wel degelijk een straal van hoop. Het is o.i. de omstan digheid, dat de strijdende natiën zichzelf gaarne de mooie rol geven, dat men met name in de democratieën verontschuldigingen en mooipraterij noodig heeft om rechtens ongeoorloofde daden tóch tc doen en daar aan een mooien vorm te geven. Doch men hoede zich voor overdrijving. Zeer terecht wijst «Ons I.and op twee stem men uit Duitschland, die aantoonen, hoe weinig dc spraakmakende gemeente zich daar nog aantrekt van overwegingen van Volkenrechtelijken aard. Verhuren loketten in liare „LII'S" inbraak vrije kluis. brand- ell De cone stem is die van de betrekkelijk gematigde >Vossischc Zcitung", die het afkeurt, dat de Duitachc diplomatie de stem men van verontwaardiging in de kleine Staten over gevallen als van de «Tubantia" en do «Palembang" niet weet te onderdruk ken, Zoo mag men niet praten tegen een overwinnende groote mogendheidvoor de critiek van Amerika inoest men nog oppas sen daar was een machtdoch critiek van zwakken over onrechtmatige daden van grooten het moest verboden zijn, meent dit blad, De tweede st^ni is die van drie groote partijen (centrum, nationaal-liberulen en con servatieven) uit don Rijksdag. Deze hebben moties ingediend, waarbij het torpedeeren van neutralen, zonder waarschuwing, in vollen vrede dus, wenschelijk werd verklaard, Sluipmoord als beginsel tegen bevriende weerloozen dus En van zulke elementen verwacht men volkenr echt. Want ook dit vergete men niet zoo lang dergelijke opvattingen bij een mogend heid door een groote minderheid, zoo niet door de meerderheid, worden verkondigd, zoolang kan er van een internationaal recht geen sprake zijn, zelfs al denken de anderen er geheel anders over. En de anderen denken er niet geheel anders over. Er komt bij enkelen slechts cenig schaamte gevoel op ziedaar al hetgeen wij bij de Grooten bespeuren van de komst van het volkenrecht in een verre toekomst. Groote plannen. (INGEZONDEN.) Zooals uit ons vorig artikel bleek, zullen bij een gasprijsverhooging do kleinere in komens zwaarder worden belast dan demper draagkrachtige. Geheel dus in tegenstelling met de verklaring in de Nota van den heer Gemeente-Secretaris, die hieraan de voorkeur gaf, omdat door een hoogcr belastinghcffings- percent dc kleinere inkomens het zwaarst zouden worden getroffen, i I ij toch schrijft op pag. io, bovenaan j «En hierom acht ik opvoering der Inkom- stenbelasting ongewenscht, omdat do thans 1 bestaande wettelijke bepalingen er toe dwin gen, dat een te groote druk wordt gelegd op de kleinere, maar vooral op de middelmatige inkomsten» Een stelling van zeer twijfelachtige waarde. Vóór dat ik mijn bezwaren ontwikkel te gen deze stelling, die, neergeschreven zonder nader bewijs, reden geeft tot do veronder stelling, dat de bloei dezer Gemeente afhan kelijk wordt geacht van dc vestiging van personen met zeer groote inkomens, cn men dnarom liever de bedrijven als melkkoetje be/igt, willen wij eens zien hoe die bloei zich afteckcnt. Wat het moest spreekt ten deze, is de toeneming van het belastbaar inkomen. De laatste tien jaren, tot cn mot 1914, bedroeg dit 46 pCt. of 4.6 pCt. per jaar. Over 1914 alleen was do normale toeneming f 371 800 of 5.3 pCt, vergeleken hij 1913. Bovendien hier nog bij te voogen de abnormale toeneming van f37 750, zijnde liet voordeelig verschil tusschcn vestiging en vertrek uit de Gemeente, zoodat er een wer kelijke toeneming van belastbare inkomens was van f 259 530. Kr was een toeneming van 3.49 pCt, der bevolking over 1914, terwijl do belasting opbrengst toenam met f 13 184 of ongovoer 10.7 pCt,, wat dus nog veel voordeeliger beeld biedt dan de reeds genoemde cijfers. Ongetwijfeld is dit resultaat verkregen door een juisteren aarslag. Dat ons draagvermo gen zóo zou zijn toegenomen, is niet aan te nemen. Aannemende, dat dit zoo is. het effect dezer tri komst werkt naar binnen (op de Gemeentekas) cn naar buiten (op dc ge moedstemming der belasting-objecion) precies alsof oen wijdgitig onzer bolaatingverodenlng deze uitkomst had gegeven. N'ict het gehcelc surplus boven 1913 zal dan ook een gevolg zijn geweest van de wijziging dezer verordening op 28 October 1913. Niettegenstaande deze wijziging de meest vvelgcsteldcn het meest trof, is het getal der aangcslagcnen met een inkomen hoven f20000 van 1914 toegenomen met twee, dat van boven f 10000 mol zestien of 60 pCt. cn zelfs al zou men deze toene ming voor een doel op vorschuiving naar oen hoogcre klasse willen brengen dan nog is er beduidende toeneming. Vervolgens is in elko categorie een groote toeneming, bijv. boven die van f4000 zelfs van 23, of 28 pCt, Uit dit alles moge wel blijken, dat noch de middelmatige noch do hoogere of do allerhoogste hun exodus begonnen na do wijziging, die inderdaad hun beurs reikte. Nemen wij nu de jaren 1905 tot 1910, toon er geen vuiltje aan do lucht was, on or toch zelfs in dc hoogstaangeslagenen een groote, en in de daaropvolgende klassen óf terug gang óf maar matige toeneming is, dan is onze stelling, dat een klein, noodzakelijk gebleken verhoogd hcflingspercent geen na- deeligc gevolgen zou hebben voor de Ge- mocntckas, dc ccnlg juiste. Ben ik geslaagd aan to toonen, dat do bloei onzer Gemeente een zeer gezonde en regelmatige Is, en wij zonder vrees het ho- lastingvraagstuk ter tafel kunnen brengen, dan rust nog betrekkelijk dit punt dc vraag of de kleinere inkomens deze operatie zou den kunnen dragon. Ik zeg volmondig met den heer Secretaris neen; maar dit behoeft ook niet. Hierin juist zit het verschil in op vatting. Artikel 243 der wet geeft nog - ou gelukkig - ruimte genoog, dozen zwaar- dcron druk van dezen af te wentelen op hot geheel. Het belastingvcld zal zich als volgt kun nen ontwikkelen (de verhouding over 1917

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1916 | | pagina 1