AMERSrOORTSGHE GOÜRAÏT. Donderdag 15 affig Juni 1916. No. 8735 66e Jaargang kosteloos- Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Ainersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff". HOOFD-REDACTEUR F. J. FREDERIEE AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnomont per 3 maanden franco per post ƒ1.15, Advorteutiëa 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Hij regol- abonneinent reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officiocle- en onteigenings- advertentiön per regel 15 cent. Reolames 1—5 regels ƒ1.25 Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten, evenals afzonderlijke nummers, 10 cent, Bij advertentie» van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. 20RTSGBA0BT 9. Postbus 9. Telefoon 19. Wie zich met ingang van 1 Juli doet in schrijven als abound, ontvangt de tot dien datum verschijnen de nummers KENNISGEVING. De Burgemeester van Amersfoort, Gelet op artikel 6 en 7 van het Konink lijk besluit d.d. 4 Mei 1896 (Staatsblad no. 76) tot vaststelling van een Algemeen Re glement voor de Kamers van Koophandel en Fabrieken, noodigt allen, die niet op de laatst vast gestelde Lijst van kiezers voor de Kamer van Koophandel te Amersfoort voorkomen, maar aanspraak kunnen maken om op de nieuwe Kiezerslijst te worden geplaatst, uit, daarvan vóór 1 Juli a.s.. ter Secretarie, af- deeling III, aangifte te doen, op aldaar ver krijgbare formulieren, vestigt er voorts de aandacht op, dat alleen zij genoemde aan spraak kunnen maken, die voldoen aan de volgende verelschten A. Men moet kiezer zijn van leden van den Raad der Gemeente Amersfoort B. Men moet te Amersfoort bestuurder eijn en gedurende ten minste twaalf achter eenvolgende maanden zijn geweest van een bedrijf van handel of nijverheid. Amersfoort, 14 Juni 1916. De Burgemeester voornoemd, VAN RANDW1JCK. Zou 'twaar zjjn? De uitvoer van aardappelen is verboden. Nu zal dit voedingsartikel goedkoop wor den, niet waar, want Nederland brengt veel meer aardappelen voort dan het kan opeten. 't Mocht wat! De prijs blijft hoog. Toch lagen er sinds dag en week hon derdduizend Kilo's aardappelen in vele plaat sen van ons land. Waar die lagen In de brouwerijen. Er is een machtige Maatschappij In Ne derland, die de aardappelen bij mlllioenen Kilo's opkoopt. Ze heeft op tal van plaatsen contracten met de brouwerijen aangegaan, er machines geplaatst voor het snijden der aardappelen in reepjes, en de brouwers moe ten die drogen zooveel duizend of tien duizend Kilo per week ad idem zooveel. De brouwers maken, buiten hun blerbe- drijf, daarmee goede zaken. Maat hcc syndicaat maakt betere; al die gedroogde aardappelschllfe-" worden haar toegezonden, door haar get- en gaan dan over de grenzen. Waarom niet? Het heeten geen aardap pelen meer, maar; conserven, gedroogde vruchten, verduurzaamde levensmiddelen of wat ook. Wij gunnen den brouwers een winstje. We gunnen den ondernemenden hande laars een winst. Maar als hun bedrijf zulke afmetingen aanneemt, dat hot volk cr honger onder lijden gaat, dan roepen weafblijven. Ee r st ons Nederlandschevolk zijn voedsel. Din pas komt uw portemonnaie aan dc beurt. Het volk verwacht in deze van zijn over held een daad! Aldus een pijl-artikeltje van de »Utr. Couranti. >Zou 't waar zijn schreven we er boven. Want is het niet beestachtig --ofmoeten we werkelijk voortaan schrijven mensche- lijk dat zulk gespuis om wat geldelijk gewin aan de eigen landgenooten onthoudt het voedingsmiddel-bij-voorkeur. Maar al te waar is het. dat het werk- I mansgezin thans om en bij de zestig cent moet betalen voor een maat aardappelen cn I dus door ondervoeding, met alle vreeselijke I gevolgen daarvan, ten ernstigste wordt be- i dreigd. Gezwegen nog van de talloozen, die 't i nog oneindig veel harder hebben dan 1 een werkmansgezin. De oud-hoogleeraar ds. Wefers Bettiuk I wijst in de »N. Rst. Ct.« op de noodzako- lijicheid van strenge en afdoende maatrege- len om aan den vleesch- cn aardappelnood tegemoet te komen. De Nederlander is gc- duldig, maar de maat kan overloopen, zoo j zegt hij, en voorts j Wat gebrek aan aardappelen beteekent, heb ik als kleine jongen beleefd in 1845, i toen de aardappelziekte nagenoeg den ge- heelen aardappeloogst verwoestte en de prijs, die in vorige jaren So tot 90 centen per zak (ruim een mud) wa3 geweest, steeg tot f 10 per mud. Het volgende jaar stierven j tienduizenden aan de zoogenaamde honger- j typhus, een gevolg van den nood. i >Toen waren er geen aardappelen, en hulp was dus toen onmogelijk. Nu evenwel I3 I de nood kunstmatig, ten bate van een be- I paalde groep, en kan er wel hulp worden verleend*. 1 Waarlijk, de toestanden worden onhoud- I baar. i Nog dezer dagen schreef de I.ondensche correspondent van de „Nieuwe Rotterd. Crt.« dat er in Engeland dreigend gevaar is van I hongersnood, doordien nageuoeg alle krach- tige jongemannen onder do wapenen zijn en met de achtergebleven half en heel infirmen het land niet voldoende kunnen bewerken. I Is het hier te lande zoo heel veel anders i gesteld Is ook hier niet menig bedrijf, dat zoo 1 van den cencn dag in den anderen sukkelt omdat er zelfs tegen zeer hooge loonen l geen betrouwbare werkkrachten zijn te krijgen? 1 En op het land? Daar is heelctnaal geen i hulp te bekoopen, terwijl Individucele vcr- zoeken van gemobiliseerden om verlof te verkrijgen ten einde den grond te bebouwen, j door de poli'ieke omstandigheden niet kun- 1 nen worden ingewilligd. Zooals het thans Is. dreigt er ernstig ge vaar voor de levensmiddelen-voorziening door J den nieuwen oogst. Zou de Regeering vooral dc Minister j van Landbouw dit wel ten volle beseffen? Toekomstj?<xluchten. Mag het wel verstandig heeten, het den ken te richten naar hetgeen komen moet, bij de volkomen onzekerheid hoe het wezen zal Immers, afgescheiden van het nict-weten, dat van alle tijden is. missen we in dezen lijd bijna elke aanwijzing van dc lijn, langs welke de gebeurtenissen, die de toekomst behecrschen, zich zullen ontwikkelen - tas ten wij in den blinde rond bij hot zoeken naar een antwoord op de niet zonder angst gestamelde vraagWat zal do dag van morgen brengen Deze geweldige tijd, welke op het veld der wereldhistorie met meer scherpte zich aftcekent dan «enige voorafgegane, is tevens cr een van grootc zwakheid. Individueel cn gezamenlijk voelen wij ons onmachtig om af te weren wat wij zoo gaarne voor immer van ons willen verwijderen, niet slechts van onzen haard ea van ons greusgobicd. maar heel ver weg, aaar do geestenwereld der I herinnering, om van daar nooit als opnieuw gematerialiseerd terug te keeron. Wij heb ben zoo cenlgszins de gewaarwordingen van iemand, die in een draaikolk is geraakt en niet weet of en hoe hij er uit zal komen en wanneer niet het natuurlijk weerstands vermogen ons In de baan hield en deed meeloopcn, hot gevaar van wegzinking In een staat van berusting, die van onverschil ligheid slechts weinig zich onderscheidt, zou niet denkbeeldig zijn. Maar naast dat moedbenemend bewust zijn van onveiligheid, mist de zucht naar zelfbehoud haar uitwerking niet. Gelijk de jonge en de oudere mannen op de oorlogs velden zich hebben ingericht op een bestaan van holbewoners, hebben geleerd voort te leven onder gestadig doodsgevaar, te sla pen zelfs bij een rumoer, dat aan de hel doet denkon, zich aan te passen aan de mot filmsnelheid wisselende omstandigheden, heb ben ook de anderen wijzigingen ondergaan, deels opgelegd door de eischen der nood zakelijkheid, deels door de natuurlijke ver- eenzelving van de wereld der gedachten met die van de uitwendige feiten. Die geestelijke mimicry, welke gelijkt op door dc omgeving beïnvloede kleurverandering bij dieren en planten, is als de roddlngsgordel voor den schipbreukeling, die hem drijvende houdt tot do kust is bereikt. Schijnbaar zou het voor iemand, die dat nooit heeft gedaan, niet zijn uit te houden, steeds naast een voortdurend stampend stoomwerktuig te moe ten vertoeven. Later wordt het ongewone zóo gewoon, dat alleen het stoppen der machine zij rustlgeti slaap onderbreekt. De hevige Indrukken van den luutsten tijd hebben veel uitgewlscht van hetgeen daaraan onmiddellijk voorafging. Soms lijkt het of het nooit anders is geweest, of wij altijd hebben verkeerd onder den oorlogstoestand. Men /egt, dat vlak achter de gevuchtslinie. daar, waar leder oogenblik Bcllona haar wreeden voet kan neerzetten en alles ver pletteren, de boeren kalm hun akkers be bouwen en de kinderen vroolijk spelen. Als, misschien plotseling, de vrede verschijnt, zal 't oen schok geven. Mot dat al drukken loodzwaar de wolken van het onbekende. Het flauwste lichtstraaltje, dat poogt door te dringen, verdwijnt ter stond, als werd er met angstvolle haast een gordijn voor geschoven. Hot geringste blijk van verlangen naar een geordende» toestand wordt dadelijk onderdrukt; op den mond. die het woord »vrcde« durft uitspreken, legt zich een grootc handdat woord zelf is aan deeeno zijde onzin, aan den anderen kant zelfs heiligschennis genoemd. Er Is al vaak be weerd. dat dit alles snel veranderen kan. Mest mogelijk; maar wij ontwaren er nog niets van. En hoe wil men dan, bij het ontbreken van allo gegevens omtrent den staat van zaken als dc storm zal hebben uitgeraasd, toekomstgedachten vormen Er moei toch logisch verband zijn tusscben hetgeen is en hetgeen zal komen; en van het eerste weten wij niet vcol. Over oen uur kunnen berichten komen van groote veranderingen maar deze kunnen ook wel dagen cn we ken uitblijven. Men beweert, dat do oorlog tot staan is gekomende kampioenen lig gen vast tegen elkaar aan als moegevoch ten dierennu en dan een beet en een knauw, wederzijds toegebracht of doorstaan met ontkenning dat men cr iets van voelt ziedaar alles. Maar tnlusschen kosten die stootjes, waarvan de wisselende uitwerking geen stap nadar tot do oplossing brengt, allo dagen con twlntigduizondtal jonge cn kerngezonde monschon, gedood, verminkt of naar verwijderde oorden woggevoord, waar ze weerloos blootstaan aan allerlei ont beringen bovendien zooveel mlllioenen aan stoffelijk bezit, dat men op 'teind heitellen maar achterwege laat. Zoo gaat het. nu do oorlog op het doodc punt schijnt gekomen te zijn. Inderdaad, wel een oogenblik van doodelijke doodschheld 1 Indien het gezond verstand nog iets te zeggen had, zou het wijzen op het sinds lang onhoudbare van den toestand. Met het luistoren naar die zeer eenvoudige opmerking zou tevens bewezen zijn, dat dc bezinning haar terugkeer aanvangt. Alleen reeds dat Is verdacht, Is misdadig, wijl het erkenning Inhoudt van nederlaag, dus de kansen voor het bedingen van voordeden bederft; de stemmen van gene zijde van den Atlantischcn Oceaan, die een >Maar bedenkt toch< uit roepen, zijn niet in staat, den waanzin tc overstemmen. Zij zijn als David's harptonen bij Saul's woede uitbarstingen. Hoo verbijsterend de gedachte is aan de chaotische verwarring der zielen, waarvan volgende geslachton moeilijk zich een voorstolling zullen kunnen maken, wij zijn toch als de kinderen achter de linie. Wij spelen en dartelen in het openbaar, al lijdon wij ook In stilte. Want inderdaad, het Is wat! Zóo ta zlon Ineenvallen hetgeen de vruchten zijn van eeuwenlangen beschavingsarbeid, cn daarbij te denken hoeveel duizenden van de voortreflijkstc menschenklndercn worden geknakt, verminkt, vermoord. Het Is wat. daarbij te bedenken, dat zoo ontelbaar velen, door aanleg, lotsbestem ming voorbeschikt om aan den verderen arbeid voort te bouwen met grooter Inten siteit en met resultaten van stijgende be langrijkheid monscheii, die het thans verdwijnend geslacht der ouderen met groote j zorg heeft voorbereid op oen waardige vcr- vulling van de heerlijke taak, hun door de voorgangers op de schouders gelegd dag j in, dag uit worden weggeschoten als schade- j lijk gedierteHet is wat, daar sidderend j naast te staan, zonder er ook het allerminste togen te kunnen doen Toch bespeuren wij van die siddering niet I veel aan elkander. Dc gewone dingen gaan hun gewonen gang; de kleine en ook de groote misères, die we daarbij ontmoeten, vet vullen ons wel met bozorgheld, maar ten slotte stappen wij cr toch langs of er over heen, omdat iets anders niet mogelijk Is, en wij wachten maar af hetgeen de volgende dag zal opleveren. Ons ergeren aan gepleegd onrecht nu ja, dat Is moeilijk af te leeren niettemin beginnen wij tc begrijpen, dat het niet practlsch is, aan die telkens woor naar bulten dringende gewaarwording tc vool uiting geven. Alleen wanneer zij stijgt tot de hoogte der verontwaardiging, dan moet I wclccns een Medea-kreot den boezem lucht geven. Onze toekomstgedachten kunnen alleen j houvast vinden In een kloek besluit om stand 1 te houden, elk voor zich en allen met en voor elkander. Deze tijd Is een toetssteen van karakters wanneer hij plaats zal maken voor een bete ren. dat weten wij niet. maar wol mogen wij verwachten, dat hij ook zijn herwaren zal meebrengen, togen welke wij bestand moeten wezen. Ons daarop voor te bereiden, van dit uur aan, en voor alles gereed te staan dat la bet eenlge, dat ons er door zal kunnen helpen. Vrede. De vrede hangt In de lucht. Alles dringt, alles snakt cr naar. Het geld raakt op, het materiaal raakt op en er is een hemelschreiend tekort ge komen aan mannen. Mij mlllioenen verbeuren de jongedochters de kansen op het huwelijk, waar de bruide goms in hot graf dalen Vanzelf noemt de bevolking dan ook af. Dc studio lijdt, omdat de gehoorzalen de studenten op meer dsn de helft slinken zagen. Goheclc reeksen van hoogleerarett bleven op hot slagveld, en de hooge kunst beweent in tragisch lied goheelo groepen van adepten. l)e msnnenvernleling op alle terrein Is zóo geweldig, dat er van allen kant een

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1916 | | pagina 1