AMEBSFOORTSCHE COURANT. Donderdag 22 Ml Juni 1916. No 8737 66e Jaargang. Gitgave van de Naamloozo Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen Firina A. H. van Cleeff". HOOFD-REDACTEUR F. J. TRSDSRISS. AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagaroud. Abonnement per 3 maanden 1.— BUREAU: franco per post/T.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, ofikieele- en onteigenings- KOHTEG RACHT 9 advertentien per regel 15 cent, Reclames 1—5 regels /T.25 Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten, evenals afzonderlijke nummers, 10 cent. Postbus Bij advertentiC-n van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. Telefoon 19. Bij dit nummer behoort als BIJVOEGSEL het stenografisch verslag der Raadsvergadering van Dinsdag 20 Juni. Slot Stenografisch Uaadsverslag. Mijnheer Hofland, nu u eigenlijk niet weer hebt gevraagd naar de voorraden, geloof ik, dat het beter is, dat Ik niet die heele lijst voorlees van de voorraden die hier zijn of hier komen zullen. Het Is een voor den Raad absoluut ongenietbare lectuur en ik geloof, dat de leden met de hoofdindrukken van hetgeen ik mee deelde betrekkelijk tevreden kunnen zijn. Vraagt een van de heeren nog het woord hierover? De heer Jorlssen Kunt u die lijst niet ter inzage leggen De Voorzitter: Dat zal ik gaarne doen. De heer Hofland: lk ben er toch niet heelemaal gerust op, M. de V., Ik heb aan die vragen een be schouwing vastgeknoopt en die mag al niet geweest zijn zooals u verwachtte, in elk geval staat zij In on middellijk verband met de vragen, die ons bezighouden. Ik begrijp zelfs nu nog niet, waarom het voor den Raad ongenietbare lectuur zou wezen, als hij de stellige zekerheid kreeg, dat de levensmiddelen aanwezig zijn, die we noodlg hebben en wist, dat de voorraden, voorzoover die nog niet hier zijn, in ons bezit zullen komen. Nadat in de Kamer het een en ander is ge zegd over de circulaire aan de Burgemeesters omtrent den aankoop van aardappelen, waaraan ook blijkbaar door onzen Burgemeester geen uitvoering Is gegeven althans niet vóór het allerlaatste oogenblik meende Ik die vraag te moeten stellen. In de Tweede Kamer ls uitdrukkelijk gezegd, dat reeds in Januari den Burgemeesters de raad is ge geven, aardappelen te koopen en In verschillende Gemeentebesturen is de zelfde vraag gesteld ais ik nu richtte tot onzen Burgemeester en daarover zijn be schouwingen gehouden. In den Raad van Utrecht bijvoorbeeld is het mijn partijgenoot Boomsma geweest, die op de zelfde wijze een interpellatie heeft gericht tot den Burgemeester en deze kon onmiddellijk tot zijn groote voldoening verklaren, dat er nog aanwezig was 40 000 K.G. bruine boonen en30 000 K.G.groene erwten, dat was dus 400 zak bruine boonen en 300 zak groene erwten. Dat was verleden week en nu hebben wij hier maar in het geheel 25 zak bruine boonen en 10 zak groene erwten. En nu zou ik je toch willen vragen is dat voor een Gemeente ais Amersfoort met 25 000 inwoners, waar bovendien zooveel vreemdelingen zijn. voldoende Want tegen die Belgen kunnen we toch niet zeggen >we hebben niets voor jullie». De heer Jorissen: De Belgen eten geen bruine boonen. De heer Hofland: Die monden moeten toch óok worden open gehouden. En derhalve, als ik niet anders hoor van den Bur gemeester dan dat er voldoende boeveelheid is, maar ik weet niet, waaruit die bestaat, dan ben ik volstrekt niet gerust, dat er werkelijk niet die critleke toestand zal komen, zooals er verleden week was. Dan wilde Ik den heer Van Esveld even opmerk zaam maken, dat verleden week een deputatie van mijn partij 's avonds het was kwart voor tienen nog bij den heer Veis Heyu aan de telefcon stond om te vragen of de Burgemeester thuis was. Dat maakt toch wel een anderen indruk dan dat u zegt«hadt even aan het;} Stadhuis gekomen». Neen, als het daarover gegaan was. dan hadden we 's middags kunnen gaan naar het distributie-bureau. Maar daarover liep het niet, Wij hadden alleen graag den Burgemeester willen spre ken in zijn qualiteit van Uitvoerder der Levensmidde- lenwet. En toen Is het niemand minder geweest dan de Wethouder der Bedrijven, de heer Veis Heyn, die ons heeft gezegd, dat wij den heer Van Esveld niet lastig moesten vallen, want die kon in zake de uitvoe ring der I.evensmiddelenwet absoluut geen beslissing nemen. Zóo zit de zaak en dat is wel een beetje anders dan de heer Van Esveid tracht voor te stellen. Dat er aardappelen in beslag zijn genomen, weet ik wel, maar als ik mij niet sterk vergis, waren er 36000 K.G. aard- appelon tot menschenhoogte ingekuild en die waren totaal vertot. Van ochtend heb ik er het monster van gezien. Dat is wat anders. Ds Voorzitter: Wacht. De heer Hofland: Maar de Directeur |van het Levensmiddelen-bureau verzekerde mij, dat absoluut de hand is gelegd op alle aardappelen, omdat er ver schillende inrichtingen zijn waarvan de nieuwe aard appelen absoluut ongeschikt zijn. Ia dat onjuist? Dan zal de heer Jorlssen ons misschien beter kunnen inlich ten. Maar deze twee feiten al, waarop de Brugemees- ter zich niet verwaardigt ook maar een kik te geven, zijn ernstig genoeg om er den Raad een oogenblik mee bezig te houden en ernstig genoeg dan dat de Burgemeester er laten we maar zeggen er lucht hartig overheen mag gaan. Wat ten s'otte uw antwoord betreft op mijn vraag of de dlstribuanten zouden moeten worden uitgeschakeld en gij nog altijd blijft bij uw principieel standpunt, dat de gewone handel zooveel mogelijk gehandhaafd moet blijven, daar heeft mij dit genoegen gedaan, omdat op dit oogenblik de gewone distribuanten nog niet uitgeschakeld kunnen worden. Maar aan den anderen kant heeft u opgemerkt, dat gij meer ervaring hebt op dit punt dan ik. Waarschijnlijk is bedoeld het mis bruik maken, dus van de kennis van het misbruik maken, door de distribuanteu. Daarom zeg ik schakel alles uit en doe het zelf, Eerst, M. de V., zoodra blijkt, dat een andere weg gevolgd kan worden, zooals gij verlangt, zonder dat er misbruik gemaakt kan worden, dan sta ik onmiddellijk naast u. De heer Kroes' Mooi! De heer Jo rissen M. de V. De heer Hofland: Ik zeg niet, dat de tusschen- handel een noodwendigen schakel vormt ln de keten van het gemeenschapsleven, maar ik meen, dat hij oogen- blikkelijk niet gemist kan worden. Als echter in dezen oorlogstoestand de handel niet had bestaan, dan had er niet zooveel meerwaarde kunnen gezogen worden uit het volk als nu geschied is. Maar ik vraag nóg eensis het voor onze Gemeente verantwoord, dat zij vrouwen dag na dag, dan voor dit, dan voor dat artikel uit hun gezinnen haalt om ze hier aan het Stadhuis een kaart te laten bekomen? Dat is natuurlijk een onmisbare vorm, maar is het nu noodig, dat ze een paar uur In het gedrang staan Ik heb bij mij gehad een vrouw, die haar kind niet alleen wilde laten en het meenam, maar het niet in het gedrang kon brengen en daarom is heengegaan zooals zij ge komen was en die daarom in Godsnaam maar een paar centen meer betaalt. Er zijn vrouwen, die niet kunnen blijven staan wachten, omdat zij moeten zorgen, dat wanneer om 12 uur hun man thuis komt het eten ge reed is. Wanneer nu een kleinere groep menschen -- ik en nog een paar winkeliers zeggen goed, wij voelen allemaal die bezwaren en wij zullen het Ge- meentebes'uur tegemoet komen, is het dan voldoende, dat u een antwoord geeft, zooals u dat hier deedt Dat acht ik onvoldoende, M. de V.. Wanneer er zoo'n noodtoestand is, dat de menschen uren moeten staan wachteu en er zelfs hun kinderen voor thuis houden, en het eteu niet op tijd klaar komt, dan hadt u, althans van uw standpunt uit, tegen ous moeten zeggen wanneer het noodig is, zal ik gaarne gebruik maken van dat aanbod, Waar u toch uitgaat van de stelling, dat die menschen behooren tot de zelfde groep van menschen, die wel eens misbruik van vertrouwen hebben gemaakt en dat nu allemaal slechte menschen zouden zijn, meende ik toch, dat u dit stand punt niet zoudt innemen. Dank je wel. De heer Jorissen M. de V. De Voorzitter: Mag ik even direct den heer Hofland antwoorden? Hij heeft straks in verband met de tweede vraag gebracht de zaak, van die ingekuilde aardappelen en hij sprak daarbij van »zonder dat de Burgemeester zich verwaardigt er een kik over te geven.» Daar moet ik toch sterk tegen opkomen. Dat is nu pas gezegd, na mijn antwoord, en nu zal ik er ook wel een kik op geven, dat wil zeggen, nu zal ik er wel een antwoord op geven. De aardappelen, waarover de heer Hofland sprak, zijn niet te Amersfoort geweest, maar Zaterdag kregen wij een telegram uit Apeldoorn, «lat daar aardappelen te koop waren. Toen is de keurmeester er heen gezon den, maar die is teruggekomen met de mededeeling, dat ze onbruikbaar waren en een monster van d i e aardappelen heeft u gezien aan het Levensmiddelen bureau; anders niet. Ik hoop dus, dat dit uit den weg Is geruimd. De heer J orisseu M. de V-- De Voorzitter: En dan tei. tweede, wat nu ver der de geheele aardappelengeschiedenis betreft, wil ik hierop wijzen, dat wie de besprekingen in de Tweede Kamer heeft gevolgd, ook heeft gelezen, dat speciaal de heer Cort van der Linden heeft gezegd, dat van Rijkswege eer 'n fout Is begaan en bovendien in de ergste mate misbruik is gemaakt door den uitvoer en dat de Regeering ook niet geheel en al verantwoorde lijk Is voor deze fout, Nu kunnen toch zeker niet de Burgemeesters verantwoordelijk worden gesteld. Nu zegt de heer Hofland ook waarom hebt u niet gebruik gemaakt van de circulaire van Januari, waarop slechts 14 Burgemeesters hebben geantwoord Ik heb daaraan in zooverre uitvoering gegeven dat ik aan verschillende corporaties heb medegedeeld, dat er aardappelen beschik baar waren. Ik heb echter een beetje ervaring op dit punt en ik weet, dat het niet altijd gewenscht is, op zoo'n aanbod in te gaan. Ik geloof niet, dat het goed Is, in het publiek te zeggen, waarom er Burgemeesters geen gebruik hebben gemaakt van dit aar.bod. Maar dit aanbod van de winkeliers krijg ik nu pas te hooren en dit is iets, dat niet door u wordt mede gedeeld speciaal als Raadslid, maar eenvoudig door u als winkelier en dit behoort dan ook niet zoozeer in den Raad, doch aan den Directeur van het Levens middelen-bureau en in de Burgemeesterskamer te ge schieden. Daarom geef lk u in overweging, dit alsnog te doen en wel zoo spoedig mogelijk, lk hoop, dat u dit eens van mij ln uw zak zult steken. De heer Kroes Maar dan slaat het niet zoo in. De heer Jorissen Ik begrijp niet hoe de heer Hofland altijd zoo'n inlichtingsdienst heeft. Ik ben ook aan het Levensmiddelen-bureau geweest en ik heb daar geen enkelen ouden aardappel gezien, doch wel allemaal nieuwe. Ik heb den Directeur gevraagd zijn ze wel rijp genoeg En toen heeft hij dit geantwoord ze hadden nog wel veertien dagen kunnen staan, maar ze zijn van zeer goede kwaliteit. Nu zijn nieuwe aard appelen voor sommige menschen een lastig artikel, maar daar is een eenvoudig huiselijk middel voor men gooit het heete water, als ze koken, eraf en doet er dan dadelijk heet water met zout op. Dan blijken ze onschadelijk te zijn, omdat daardoor die stof, de sola- nine, onschadelijk ls geworden. De heer Kroes Dat zal ik aan mijn vrouw mee- deelen. De Voorzitter Verlangt nog Iemand het woord in deze vergadering? De heer Hofland: Is deze zaak afgeloopen De Voorzitter: Ik vraag, mijnheer Hofland, of iemand nog het woord verlangt. De heer Hofland: Ja, M. de V. De Voorzitter: Mijnheer Hofland, dat is de derde keer en u heeft geen voorstel ingediend. Ik moet dus den Raad vragen, of hij geen bezwaar er tegen heeft. U heeft al een half uur over deze zaak gesproken. De heer Hofland: Als u meent den Raad te moeten beïnvloeden, dan zal lk mijn mond wol houden. Dat is dan veel beter. De Voorzitter: Ik zal het eenvoudig aan den Raad vragen. De heer Hofland: Neen, M. de V., ik zal mijn mond wel houden. Laat mijnheer Kroes het maar zeggendie weet het veel beter De beer Kroes: M. de V., mag ik dan even kort antwoorden aan den heer Hofland? Deze gebruikt de Raadsvergaderingen om dingen naar voren te brengen, die hij u veel beter particulier zou kunnen meedeelen. Het gaat niet aan, de Raadszittingen te gebruiken om reclame te maken voor zijn corps, voor zijn partij. Wat hij voelt voor Amersfoort, heet te zijn voor den minderen man te Amersfoortmaar in de werkelijkheid voelen wij allemaal voor de bevolking, maar dan in haar geheel en daarin wil ik of een der andere Raadsleden niets onderdoen voor den heer Hofland, al zullen wij ons wel wachten, daar zoo'n reclame mede te maken, meneer Hofland. De heer Hofland: Je bent een braaf ling. De heer Kroes: Daar zal ik maar niet op ant woorden. De heer Hofland: Dat Is maar goed ook. De heer Kroes: Ik durf je nog wel aan. De Voorzitter hamert. De Voorzitter: Ik sluit de openbare zitting (8,25).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1916 | | pagina 1