Augustus 1916.
No 8754
66e Jaargang
Op reis.
Uitgave van do Naaniloozo Vennootschap „De Ainersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H van Cleeff".
HOOFD-REDACTEUR
F. J. FRKDÏRIKS.
AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagarond. Abonnement per 3 maanden 1.— BUREAU:
franco per post/1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Hij regel-
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, ofliciecle- en ontcigonings- KOPTBJGRAOST 9.
advertentiön per regel 15 cent. Reolames 1 5 regels ƒ1.25 Bewijsnummers naar buiten
worden in rekening gebracht en kosten, evenals afzonderlijke nummers, 10 cent. Postbus y. Telefoon
Bij advertentiCn van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
Aan onze nbonnó's die tijdelijk elders
vertoeven, wordt, op aanvrage en met
duidelijke opgave van adres, de
courant eiken verschijndag tegen ver
goeding van porto toegezonden.
Ook niet-geabouneevdeu kunnen op de
zelfde wjjse de geregelde toezending van
de „Amersfoorfsche Courant" tijdeus bun
uitstedigheid zich verzekeren.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Amers
foort,
gelezen het verzoek van O.mer BUYSE
d.d. ty Mei 1916, waarbij vergunning wordt
gevraagd voor het oprichting van een bak
kerij op het perceel alhier gelegen aan de
Barchman Wuytierslaan, kadastraal bekend
Gemeente Amersfoort, Sectie D no. 273.
besluiten
de beslissing op vermeld verzoek te ver
dagen op grond, dat het te dien einde
ingestelde onderzoek nog niet is voltooid.
Amersfoort, 25 Juli 19 6.
Burgemeester en Wethouders
van Amersfoort,
De Burgemeester,
Van RANDWIJCK.
De Secretaris,
A. R. VEEN.STRA.
HINDERWET.
De Burgemeester en Wethouders van Amers
foort,
Gelet op arl. li en 7 der Hinderwet,
Brengen ter kennis van liet publiek, dat een
door A. H. VAN N11SUWKI5RK, alhier, inge
diend verzoek, niet bijlagen, om vergunning
tot liet plaatson van een electromotor van 2
a 3 P.K. tot hel drijven van een gecombi
neerde lintzaag en een houtdraoibank
in het perceel alhier gelegen aau de f.inge
Beekstraat No. II hij het Kadaster bekend
onder Sectie B, No. 1391, op de Secretarie dor
Gemeente ter visie ligt, en dat op Zaterdag
den 1'2 Augustus n.s. dei voormiddag? te half
elf uren gelegenheid ten Raadhuize wordt ge
geven om, ten overslaan van het Gemeentebe
stuur of van éen of meer zijner leden, bezwaren
tegen bet plaatsen van de motor in te brem
gen.
Tot het beroep, bedoeld in art. 1">, le lid
der Hinderwet, zijn volgens de bestaande juris
prudentie, alleen zij gerechtigd, «lie overeen
komstig artikel 7 der Hinderwet voor het
Gemeentebestuur of éen of meer zijnor loden
zijn verwhenen, ten eiude hunne bezwaren
mondeling oe te lichten.
Amersfoort, 29 Juli 1910.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
De Burgemeester.
VAN RANDWIJCK.
De Secretaris,
A. li. VEEN.STRA.
Burgemeester en Wethouders van Amers
foort
brengen ter openbare kennis dat de reke
ning van iukomsten en uitgaven der ge
meente over bet dienstjaar 1915 door hen
aan den Raad is aangeboden en vanaf heden
gedurende 14 dagen voor een ieder op de
Secretarie der gemeente ter lezing ligt.
Afschrift der rekening is tegen betaling
der kosten verkrijgbaar.
Amersfoort, 31 Juli 1916.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
De Burgemeester,
Van RANDWIJCK.
De Secretaris,
A. R. VEENSTRA.
Zitten blijven.
Actueel is het onderwerp zeker. De jon
gens en meisjes, zoowel van de lagere scho
len, als van de H.B.S. en de Gymnasia, zijn
thuis gekomen met hun rapport, en v.ele
ouders hebben tot hun teleurstelling moeten
lezen, dat hun kinderen niet zijn bevorderd,
en dus nog een jaar in de zelfde klas moe
ten blijven zitten.
Hooger beroep is er op dat vonnis niet en
dus zal men er in moeten berusten. Maar
er over nadenken mag men wel en het is
verstandig, dat te doen, wijl herhalingen vol
strekt niet zijn uitgesloten. Misschien zou
het een volgende maal te voorkomen zijn,
en al ware dat niet zoo, daD zou het toch
wenschelijk zijn zich 3f te vragen, hoe ook
deze teleurstelling onze kinderen ten goede
kan komen.
Allereerst is het van het hoogste belang
na te gaan, waaraan dat zitten-blijven te wij
ten is, Eigenlijk behoorde het niet voor te
komen, dat de ouders erdoor teleurgesteld
werden zij moesten zich steeds zoo goed
op dc hoogte gehouden hebben van het
gedrag en de vorderingen hunner kinderen,
dat zij zich niet hadden te verwonderen, toen
zij vernamen, dat hun kinderen niet naar de
volgende klas konden overgaan. Maar het
verband tusschen school cn huis laat nog
steeds veel te wcnschen over. Vele ouders
meenen hun plicht gedaan te hebben, als zij
voor hun kinderen een goede school hebben
gezocht, /.ij vergeten, dat zij den invloed
der school, hoe groot meestal ook, zoowel
bevorderd als tegengewerkt kan worden
door het huisgezin. Kinderen hebben be
hoefte aan belangstelling. Zij mogen en moe
ten weten, dat ouders cn onderwijzers samen
werken. Men heeft om die reden ouder
avonden* aanbevolen, samenkomsten van
ouders cn onderwijzers, waar over allerlei
praktische vragen van opvoeding van ge
dachten gewisseld kan worden. Nu, zulke
ouderavonden kunnen onder gunstige om
standigheden zeker wel iets goeds uitwer
ken, maar wij houden het er voor, dat een
half uur samenspreken met den onderwijzer
onder vier oogen van veel meer nut zal
zijn, dan het bijwonen van vele ouder
avonden. Het is immers niet in de eerste
plaats noodig algemeene waarheden te ver
nemen het komt er juist op aan, te weten,
hoe dit bepaalde kind, onder deze bepaalde
omstandigheden, dient behandeld te worden.
Ouders, die op deze wijze regelmatig voe
ling houden met de school, kunnen niet
verrast cn niet teleurgesteld zijn, wanneer
de kinderen met kun eindrapport thuis
komen. Zij wisten het reeds en waren er
op voorbereid.
Al te zeer heerscht de meening onder de
ouders, dat zitten-blijven een schande is, een
schande niet alleen voor het kind zelf, maar
voor heel de familie. Dat is een dwaling,
die wel het allereerst moet bestreden wor
den. Zeker, het komt een enkele maal voor,
dat men aan den achterblijver de volle of
althans bijna de volle schuld kan geven,
liet geval is denkbaar, dat van de zijde der
ouders en der onderwijzers al het mogelijke
is gedaan, om het kind vooruit te helpen,
dat daarenboven de verstandelijke vermo
gens van den jongen of het meisje uitste
kend waren, maar dat luiheid en onwil
sterker waren dan alle medewerkende fac
toren te zamen en dat als welverdiende
straf liet zitten blijven volgde. Ja, zulk een
geval is denkbaar, maar of het in werke
lijkheid ooit voorkomt, zouden wij durven
betwijfelen. Meestal, wanneer een kind kan
leeren, wil het ook wel loeren, als de school
of hel huisgezin dien leerlust maar niet
tegenwerkt, De school doet dat op velerlei
wijzen, het meest door overvoering met
slecht verteerbare leerstof, en het huisgezin
meest door onverschilligheid voor wat op
school gebeurt ook - en meer misschien
door slechte hvgiönische verzorging, laat-'
na^f bed gaan, kinderpartijtjes, enz.
Een kind wil wel leeren, als men slechts I
voldoende rekening houdt met zijn natuur
lijke gaven. Maar en hier wringt de 1
schoen dat kan de school meestal niet
het klassikaal onderwijs maakt dat onmo- J
gelijk. Het huisondorwijs, dat een eeuw, 1
zelfs een halve eeuw geleden nog bloeide,
heeft allengs voor schoolonderwijs plaats
gemaakt. Dat is een vooruitgang geweest,
maar een vooruitgang, die zijn schaduwzij
den heeft. Onze scholen hebben nu een leer
plan, waarom vaak heel wat ta doen is
sotns wordt het, zooals aan de gymnasia
en de Rijks-boogere-burgerscliolen, van
overheidswege vastgesteld. Het is sakro-
sankt, men mag er niet aan raken, alleen
de loerlingen deugen er niet voor. Bij hoof
delijk odkcrwijs kan men kiezen, maar bij
klassikaal onderwijs heeft men een te vo
ren vastgesteld program af te werken. Dat
heeft de voorgaande eeuw voor ons cn onze
kinderen zoo klaargemaakt en verzet er
tegen lijkt hopeloos. Maar met die uitvin
ding is ook het zitten-blijven in de wereld
gekomen. Want het is wel heel duidelijk,
dat bij de groote verscheidenheid der kin
dernaturen een zelfde onderwijsprogram
kwalijk past, zoodat het onvermijdbaar is,
dat nu eens meer, nu eens minder leer
lingen in zoo geringe mate aan de ge
stelde eischen voldoen, dat zij het geleerde
nog eens moeten overleeren. Men mag ge
rust beweren, dat over het algemeen onze
scholen goed en onze onderwijzers bekwaam
zijn, zoodat hen geen verwijt behoeft te
treffen. Wil men hier bepaald een schuldige
aanwijzen, dan is dat heel onze maatschappij,
onze cultuur, ons geestelijk leven, altemaal
abstracties, die zich onzo verwijten in het
geheel niet zullen aantrekken.
Maar dan moet men het onzen kinderon
ook niet kwalijk nemen, dat zij, aan een on
vermijdelijke wet gehoorzamende nu cn dan
op school eens blijven zitten. Het is vaak zoo
goed voor hen het is een hygiënische maat
regel, dien dc ouders moesten toejuichen,
Men zou er bij wijlen om moeten vragen.
Doch de school moet dan beginnen, met er
al het onteerondr .n af te nemen on het
huisgezin zou op dien weg moeten voort
gaan'. Zitten blijven mag niet als straf wor
den opgevat en den kinderen niet als zooda
nig worden voorgehouden, /ank kan men
van ouders de betuiging hooren Och, het J
zou ons niet kunnen schelen, of de jongen 1
een jaar langer op school moest blijven,
maar het kind zelf is cr ongelukkig onder, j
N'u is dat te begrijpen bij een kind mag
men niet zoo diep paedagogisch inzicht ver»
wachten, dat het blij gestemd zal zijn, als
het blijft zitten, maar kinderleed, hoe diep 1
het een oogenblik schijnt te gaan, is spoedig,
vergeten Indien het niet telkens er aan
herinnerd wordt, slijt het verdriet bij con
kind spoedig uit. Daartoe moet men echter
van te voren zijn maatregelen nemen. Is de
vader onvoorzichtig genoeg geweest, om
zijn jongen een horloge of een ticts tc bc-
loven, als hij overgaaat, dan behoeft hij
zich niet te verwonderen dat de jongen be
droefd is, als zijn rappott een nlet-bovorderd
aanwijst. De jongen weet allicht van lo
voren niet, dat zijn vader de hand over
liet hart zal strijken en het beloofde toch
wel zijn deel zal worden.
Nu is de vacantia gekomen en wij zullen
allen ons best doen, het onzen kindoren,
ook die zijn blijven zitten, zoo prettig mo
gelijk te maken. Misschien vinden wij,
ouders, in de vacantie even den tijd, om
over het geval na te denken. Gaat do jon
gen of het meisje wel op dc voor hem of
haar meest geschikte school? De lagere
school is voor allen en behoort voor all dii
te zijn daar heeft die vraag dus geen bc-
teekenis. Maar voor de H.B.S. of het Gym
nasium kan zij van veel gewicht zijn. Heeft
die jongen of dat meisje het wel noodig.
dat zij al die wis- en natuurkunde, al die
schei- en werktuigkunde loeren, waaronder
zij hun jonge leven verzwoegenIs het
eigenlijk niet alleen de ouderlijke ijdelheid,
R( het kind gebukt «loet gaan onder de
I.atijnache en Grieksche grammatica? /oo
het antwoord toestemmend mocht wezen,
of zelfs indien we aarzelen in onze ontken
ning, laat dan de vrije tijd gebruikt wor
den, om een deskundig advies in te winnen
omtrent de vraag, waar een betere weg
ligt. Het zou echter best mogelijk zijn, dat
het antwoord zou luiden: uw jongen of uw
meisje zijn volkomen in staat, den eenmaal
ingeslagen weg tot het einde te vervolgen,
maar ge moet geduld hebben. I.ate haver
groeit ook en doet zelfs goeden oogst ver
wachten. De haastigheid heeft reeds zoo
veel bedorven en overwerkte en overspan
nen menschen hebben wij waarlijk roods
moor dan genoog. I.oor wachten dat is in
de opvoeding een heel wijze les.
«Haagscho Post*.
Arbeidsbeurzen Plaat-
singburennx.
Overal wordt geklaagd over behoefte
aan goed personeel, liet spreekt van zelf,
dat momenteel de mobilisatie mede haar
invloed in deze geducht doet gevoelen
maar toch blijkt, dat ook afgezien hiervan,
liet vaak zeer moeilijk is, goed en geschikt
personeel te verkrijgen.
Dc eerste en voornaamste reden is na
tuurlijk, dut er geen voldoend geschikt
personeel is. De groot-industrie legt steeds
meer en meer beslag op de werkkrachten
zoodat slechts een klein gedeelte beschik
baar blijft voor de patroons In den mlddon-
standsbedrijvcn,
In de groot-industrie worden de werk
krachten grootendoels geschikt voor een
klein onderdeel in het bedrijf. Het Is oon
natuurlijk gevolg, dnt deze werkkrachten
na een korte, zeer eenzijdige ontwikkeling
in het vak, reeds een zekeren arbeid kunnen
prestoeren, die door den groot-fabrikant
vrij spoedig met een vrij aanzienlijk bedrag
kan gesalarieerd worden. Dit soort vak-
menschen, die vcor het betrokkelijk kleine
onderdeel van het vak dat zij beoefenen,
vrij spoedig groote routine hebben, kunnen
voor den arbeid van den vakpatroon niet
gebruikt worden, daar deze wel eenigszins
kunnen rekening houden bij dc werkver-
deeling met dc capaciteiten van hot per
soneel, maar dit systeem niet gchool kun
nen doorvoeren. In de klcinorc zaken, die
toch zeer goed roden van bestaan hebben,
is het In het geheel niet mogelijk, men
denko maar eens aan de 'cparallcs op aller
lei gebiedcn men zal spoedig overtuigd
zijn, dat onmogelijk is voor alle onderdeden
van liet vak afzonderlijke werkkrachten te
hobben.
Men verwacht in deze veel van het vak
onderwijs; en ongetwijfeld zal door dat
onderwijs hierin veel verbetering kunnen
gebracht worden. Men zal echter moeten
bedenken, dat de inrichting zoodanig zij,
dat er v«>or de leerlingen, die er gebruik
van maken, vooruitzicht hestaat, «lat do toe
komst hun een behoorlijk bestaan zal op
leveren. Veel zal in deze afhangen van het
inzicht van ouders en vóogden, die bij hun
kinderen en pupillen do verdachte geest
kracht weten to ontwikkelen om zleli met
ijver en nauwgezetheid, maar vooral met
belangstelling aan het vak tc geven.
Nog maar al te zeer zit bij vele ouder»
het denkbeeld voor zoo spoodig mogelijk
hel grootsto loon machtig te worden, zon
der te letten op de toekomst van het kind,
E11 het kind, dat niet opgevoed is In dé
richting van waardeering voor het vak en
toewijding aan het werk, ziet op tegen elke
geestelijke inspanning en in hem wordt
niet do kiem die wellicht in hem lag, tot