Dinsdag 22 pffi Augustus 1916.
No. 8763.
66e Jaargang
Op reis.
Uitgave van de tiaamlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H van Cleeff".
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden/i.—
franco per post 1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent ^elke regel meer 10 cent. Bijregel-
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieele- en onteigenings-
advertentiën per regel 15 cent. Reol&mes 1—5 regels ƒ1.25 Bewijsnummers naar buiten
worden in rekening gebracht en kosten, evenals afzonderlijke nummers, 10 cent.
Bij advertentiCn van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht,
HOOFD-REDACTEUR
P. J. F RUDE RIKS.
AMERSFOORT.
BUREAU:
KORTEGRACHT 9.
Postbus 9.
Aan onze abonné's die tijdelijk elders
vertoeven, wordt, op aanvrage en met
duidelijke opgave van adres, de
courant eiken verschjjudag tegen ver
goeding van porto toegezonden.
Ook niet-geabonneerden kunnen op de
zeltde wijze de geregelde toezending van
de Amersfoortsche Courant" tijdeus hun
uitstedigheid zich verzekeren.
K E N N I S U K V I N U.
Het Bestuur van het Burger Weeshuis
brengt ter algemeene kennis, dat het voor
nemen bestaat om aan het Hoogheem
raadschap >de Bunschoter Veen- en Vel-
dendijk» te verkoopen een gedeelte van
het perceel Sectie A no 349 der Gemeente
Baarn ten behoeve van een nieuw aan te
leggen dijk.
Bezwaren tegen dezen verkoop kunnen
vóór 28 Augustus worden ingebracht bij
voornoemd bestuuradres, 1A. Baron
van Ittcrsum, St. Anfridusstraat 1.
Amersfoort, 22 Augustus 1916.
Het Bestuur voornoemd,
WUIJTIERS,
Voorzitter.
VAN 1TTERSUM,
Secretaris.
Belgische en Duitsche
Kinderen in Nederland.
Er zijn Nederlanders, die het afkeuren,
dat slecht gevoede Duitsche kinderen naar
ons land worden gezonden, ten einde ze
eenigszins op hun verhaal te doen kotnen.
Dat is het goed recht van ieder, die zoo
wenscht te oordeeleu, wanneer men dan
maar niet terugschrikt voor de conclusie,
dat bij het voeren van oorlog alle mensche-
lijkheid opzij behoort te worden gezet. De
oorlogsnondzaak behoort volgens hen mede
te brengen, dat alle Duitsche kinderen (ook
met het oog op de toekomst) thans behoor
lijk mede uitgehongerd worden. En het is
een schending van de neutraliteit, het is
immoreel, het strijdt met onze nationaliteit,
wanneer men wil trachten althans bij eenige
honderdtallen van Duitsche kinderen de na-
deelige gevolgen van ondervoeding te voor
komen.
Prof. Dr. D. van Embden zet deze stel
lingen in een stuk in het Algemeen Han
delsblad (avondblad van 14 Augustus j.l.)
op klemmende wijze uiteen. Hij toont zich
geheel en al de in oorlogslogica bevangen
geleerde, gelijk wij er in deze tijden zoo
wel binnen als buiten onze grenzen wel
meer tot stichting van het publiek aan het
woord hebben gezien.
De Redactie van het Handelsblad voor
zag het stuk van een naschrift, dat een
poging bevat om menschelijkheid, redelijk
heid en gevoel ook nog een woord te doen
medespreken.
Dat ontheft ons van de noodzakelijkheid
om op het stuk van den heer Van Embden
ter verdediging van onze bemoeiingen in
dezen meer uitvoerig in te gaanwaartoe
de verleiding anders wel groot zou zijn,
als men Prof. van Embden hoort betoogen
dat wij indirect de annexatie-eischen van
bepaalde Duitsche kringen steunen, door
in Nederland aan eenige honderdon Duitsche
kinderen huisvesting te verleenen I Zooveel
invloed op internationaal politiek gebied
hadden wij ons niet durven toekennen
Doel van dit schrijven is dus niet ons te
verweren tegen het requisitoir van den heer
Van Embden. Dat veroordeelt zich zelf
wel. Maar het lijkt ons (ook in verband
met hetgeen in den laasten tijd in allerlei
bladen daaromtrent voorkwam) noodzake
lijk thans een korte uiteenzetting te geven
van wat ons Genootschap zoowel voor de
Belgische als voor de Duitsche kinderen
in den aanstaanden herfst en winter hoopt
te doen.
Half Juli kwam van Belgische zijde de
vraag of wij huisvesting konden verschaf
fen voor een aantal slecht gevoede Bel
gische kinderen. Wij namen op ons in ons
grootste Koloniehuis te Egmond aan Zee
van af 2 September een 200-tal kinderen
op te nemen, welk getal van af half Octo
ber, door het leeg komen van de beide
andere huizen aldaar onzerzijds zou kunnen
worden opgevoerd tot 340 kinderen. Tevens
zouden te Egmond in andere daartoe ge
schikte huizen nog een 260 kinderen kun
nen worden gehuisvest, zoodat in totaal
aldaar plaats was te maken voor boo Bel
gische kinderen te gelijk.
Voorts richtten wij tot de andere Ver-
eenigingen voor Vacantiekolonies in ons
land de vraag of zij hunt.e huizen tot dat
doel zouden willen afstaan, waarop van
vele dier vereenigingen toestemmend ant-
woflrd inkwam. AI deze plaatsruimte wordt
gereserveerd voor Belgische kinderen.
Terwijl wij met deze voorbereidende
maatregelen bezig waren, werd ons (eind
Juli) gevraagd of wij ook nog Duitsche
kinderen konden opnemen, waarop wij be
sloten ons Koloniehuis te De Steeg na afloop
der gewone verpleging (dat is tegen half
October) voor deze kinderen beschikbaar
te stellen. In dat Koloniehuis is plaats voor
70 kinderen,.zoodat wanneer van dit aan
bod gedurende den geheelen winter gebruik
gemaakt wordt en elke groep er {4 weken
verblijf houdt, er op die wijze er totaal een
490 Duitsche kinderen een maand gehuis
vest en gevoed kunnen worden.
Meerdere ruimte hebben wi' noch voor
Belgische, noch voor Duitsche xinderen be
schikbaar. Ons herstellingsoord te Nunspeet
(den geheelen winter geopend, duur der
verpleging onbepaald) blijft dus ook dezen
winter bestemd voor het zwakke Neder-
landsche kind.
Voor wat ons Genootschap betreft, is het
aantal te huisvesten Duitsche kinderen dus
niet groot. Wij hebben geen ruimte meer
en de Duitsche aanvrage kwam in, toen
wij reeds over bijna al onze ruimte beschikt
hadden voor de Belgische kinderen.
Nu schat >de Telegraaf» het aantal Duit
sche kinderen, dat een tijd lang in ons land
verzorgd zal worden, op 300.000Prof. van
Embden schat het op ,500 1000 (i 2000?).
wat bescheidener dus en allicht ;neer nabij
de waarheid. Doch dat gaat voor het grootste
deel buiten ons Genootschap omde heeren
zullen zich moeten informeeren bij het
Duitsche Comité. Maar wel wenschen wij
er den nadruk op te leggen, dat noch de
verpleging van de Belgische, noch die van
de Duitsche kinderen zal geschieden >voor
rekening» van het Genootschap. Wie met
de organisatie van ons Genootschap bekend
is, zal daarvan de onmogelijkheid dadelijk
hebben ingezien. Het Genootschap heeft
daartoe niet de middelen, maar mag
overigens niet anders dan aan deComilé's,
die er zich voorgespannen hebben, den
kostenden prijs in rekening brengen.
»De penningen zijner contributies en
subsidies» zal het Genootschap dus, gelijk
Prof. van Embden eischt, blijven gebruiken
voor »het Nederlanschc doel, waarvoor het
die gekregen heeft». Het Genootschap stelt
enkel werkkrachten, huizen en inventaris
dier huizen beschikbaar. En laat Prof. van
Embden zich nu niet noodeloos bezorgd
makenin onzen gewonen verpjeegprijs is
ook begrepen de salarieering van het ver
plegend en administratief personeel, bene
vens afschrijving op huizen en inventaris.
Rest nog de vraag Waren wij gerech
tigd het Nederlandsche kind achter te doen
staan bij het Belgische en Duitsche'? Deze
kwestie moet intusschen tot haar waie ver
houdingen worden teruggebracht. De meeste
onzer koloniehuizen stellen wij eerst be
schikbaar na afloop der gewone verpleging
daaraan komt geen enkel Nederlandsch
kind dus iets te kort. Alleen hebben wij
ons grootste koloniehuis te Egmond aan
Zee voor de maand September vrijgemaakt
ten behoeve der Belgische kinderen, door
de ingeschreven Nederlandsche kinderen in
andere huizen onderdak te brengen.
Gevolg was natuurlijk, minder plaats
ruimte dan andere jaren en onmogelijkheid
om aan alsnog inkomende aanvragen, ook
die om verlengd verblijf te voldoen, Dat
is de opoftering, welke wij van onze afdee-
lingen gevraagd hebben, en welke wij ons
gerechtigd achtten te vragen. Alleen het
meest gruwelijke nationaal-egoisme kan
tegen betrekkelijk zoo geringe opoffering
bezwaar hebben.
Aan den wensch van den heer Van
Embden, om de ten aanzien der Duitsche
kinderen gedane toezegging terug te nemen,
zal door ons tot ons leedwezen niet kun
nen worden voldaan, Wat ons betreft, zij
en blijve Nederland de gastvrije wijkplaats
ook voor het Duitsche, slecht gevoede
kind.
Namens het Dagclijksch Bestuur van
het Centraal Genootschap voor Kin-
derherstellings- en Vacantiekolonies,
18 Augustus 191b.
De korte inhoud van het stuk Is als volgt
In den Lsnccloet wordt ons de minnarlj
voorgesteld van een jonkman van grontcn
huize met een eenvoudig meisje, 's Min
naars moeder, bevree,sd voor een huwelijk
beneden I.ancetoet's stand, weet te bewer
ken, dat hij het meisje verleidt en dan van
zich stoot. Sandrync neemt daarop de
vlucht. I.anceloet gevoelt weldra, dat hij
zonder haar niet kan leven en laat haar
overal zoeken, ten einde haar te huwen.
Sandryne heeft inmiddels aan een ander
ridder hare hand geschonken en wijst
l.anceloet's bode af. Deze, niet voor
rle waarheid durvende idjkomeu, bericht
'zijnen meester, dat zijne geliefde van hart-
zeer gestorven is. Lanceloet vloekt in wan-
hoop zijne moeder en doorsteekt zlchzelven,
tot straf voor zijne misdaad,
j Hiermede eindigt het stuk, of liever ein-
digt het met een epiloog, die dan de moraal
bevat:
>Ghi heren, vrouwen, wijf ende man,
N'u nemt hier exempel an
Soe wie dat met trouwen mint,
Als hi sijn lief te wille ghewint.
Hi spreke hoveschelijce daervan.
Lanceloet.
Uit ons vorig nummer hebben do lezers
kunnen zien, dat de Haghcspelers Zaterdag
a.s. hier in Birkhoven een openluchtvoor
stelling zuilen geven. Opgevoerd zal wor
den de I.anceloet.
«Onbekend maakt onbemind» en het
groote publiek zal vermoedelijk niet geheel
op de hoogte zijn van deze stukken ait
vroegen tijden en omdat het jammer zou
wezen, als men niet in grooten getale op-
kwam. willen wij er een weinig toe mcewer-
i ken, om die onbekendheid met de Lance
loet te doen verminderen,
j H»t repertoire uit den tijd van de Lan-
celoet het laatste kwart der 14e eeuw -
dat wij nog over hebben, is niet bizonder
groot. Het bestaat uit vier abele, dat zijn
fraaie spelen en zes sotternieën.
De abele spelen zijn i° «ecu abel spel
ende een edel dine van den hertog he van
Bruijswijc, hoe hi wert minnende des. Roe-
delioens dochter van Abelant», kortweg de
«Gloriant» genaamd2" een abel spel van
«I.anceloet van Denemerken, hoe hl wert
minnende ene joncfrou, die met sijnder
moeder diende», de «I.anceloet» gcheetCn;
3" het abel spel «van den Winter en van
den SomcT» en dan 40 het «abel spel van
Esmorcit, sconincs sone van Cecilicn».
I Het abel spel werd geopend mot con
gebed tot God en de Heilige Maagd cn
daarna volgden dc regels
Men sal t
sotheit spelen gaen».
En dan volgde er een van de toen be
staande sotternieën als nastukje.
Dat zal ditmaal echter achterwege blijven
't zou ook trouwens den indruk van 't ge
heel niet verhoogen.
Wij bemerken, dat wij voor een aankon-
digingsborichtje in de courant wel wat lang
van stol worden, anders zouden we nog
gaarne wat hebben meegedeeld omtrent de
vertooning van deze spelenhet tooneel,
dat gebruikt werdhoe destijds en ook nog
later de vrouwenrollen door mannen wer
den vervulddc aandacht hebben gevestigd
op het feit, dat geen speler zijn woorden
eindigde met twee op elkaar rijmende regels,
maar dat steeds het eerste vers van den
anderen spreker rijmde op den laatsten
versregel van den vorigen, enz., enz.
j Nog even willen wij zeggen, dat zij, die
j meenen, dat deze stukken te vergelijken
zijn met die uit den tijd der Rederijkers,
het mis hebben. Zoo langdradig en saai
als de Rederijkers over het algemeen zijn,
j even naief eti poëtisch is dit product van
middeleeuwsche letterkunde.
In 't kleine.
1 u spelen t
en dan volgde de korte inhoud van het stuk
en ten slotte werd het publiek tnt stilte cn
aandachtigheid aangemaand. Dit geschiedde
met de woorden
Nu biddic u allen, arme ende rike,
Dat ghi wilt swighen overal,
Ende merct, hoet beghinnen sal.
Daar zijn er onder ons, van wie gezegd
J wordt, dat zij zijn groot in 't kleine, klein
in 't groote. Met deze beoordeeling wordt
niet bedoeld hun een testimonium eerste
klasse toe te kennen hoogstens is het een
gunstige uitspraak omtrent hun bruikbaar-
j held.
Maar dat is tc zeggen, wie zichzelf
hoog genoeg rekent om een algemeene
critiek uit te oefénen op de monschhcid in
't ronde, - gaat zelfs deze karakteristiek
toepassen op geheel onze natie. »De Hol
landers" zijn, over 't geheel genomen, ge
schikte lui, en kunnen wel aardig wat in
elkaar zetten, maar zij hebben geen ruimen
kijk en missen den noodigen durf, die
groote dingen doet ondernemen en tot een
goed einde brengen.
Ten opzichte van die soort van volken
kundige wijsheid is, meenen wij. cenig voor
behoud gerechtvaardigd. Er zijn onder
scheidingen, maar niet zoo sterk sprekend,
dat men ze beschouwen kan als vlakke
kleuren, tegen elkander gezethet mono
polie van een bepaalde eigenschap bezit
geen enkele natie, Wel zijn de omstandig-