COÏÏMIT. Dinsdag 4 December 1916. No. 8808 67e Jaargang Hlasve van de Naamloos» Vennootschap „l)e Amersfoortsche Courant, voorhoen Firma A. H. van Cloeff" HOOF D-R ED ACTE U R P. J. ÏRJ! DU 21 XX 8. AMERSFOORT Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden/i.— BUREAU: franco per postƒ1.15. Advertentiën 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officiecle- en onteigenings- KOH.T2LGB ACHT 9. advtrl-.ntiGn per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels ƒ1.25 Bewijsnummers naar buiten ■vore,'- in rekening gebracht en kosten, evenals afzonderlijke nummers, 10 cent. Postbus 9. Telefoon i»ij advertentiCn van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. Zuinig zijn. Hoe men 't ook kecre of wende, we moeten zuinig zijn. In alles; maar allereerst op het stuk der brandstof. We moeten meehelpen, zoo lang mo gelijk uit te komen met de in ons land aan wezige steenkolen, omdat de voorraad zeer vermoedelijk niet Intijds k.in aangevuld, Aller plicht is het. er thans maar niet op los te stoken, doch wel ie bedenken, dat het kan gebeuren, dat, eer we /.es weken verder zijn en de winter pas zijn intrede heeft ge daan, we zonder kolen en dus ook zonder cokes zullen zitten, «I ze zóo duur zullen worden, dat ze slechts voor zeer gefurtu- neerden te koop zijn. Ieders plicht fs het óok zoo zuinig mogelijk te zijn met het gebruik van gas en van electriciteit, zoowel voor verlichting als voor 'drijfkracht, en ook hierdoor mee te werken tot een zoo groot mogelijke besparing op het steenkolenverbruik. Dat er nog heel wat meer zuinigheid valt te betrachten dan menigeen wel weet, leert het volgende schrijven van den Directeur der gas- en ele< triciteitsbedrijven te Zeist aan de afnemers lu die Gemeente Het is dringend noodlg. dat er kolen worden bezuinigd. Door een samenloop van verschillende omstandigheden is het koiengebrek hier te lande in de laatste twee maanden gelei delijk toegenomen -- thans tot loodanlgen omvang gegroeid, dat de Minister van Land bouw het uoodig heeft geacht, den Gemeente besturen per circulaire van 32 November op te dragen vóór 7 December 1916 verschil lende maatregelen in werking te doen treden tot beperking van het verbruik van gas cn electriciteit en wel door belangrijke verhoo- j ging der tarieven en door verbodsbepalingen op het gebruik gas en electrischc verlichting. Den Gemeentebesturen wordt hierbij zelfs in uitzicht gesteld, dat, indien geen doel treffende maatregelen worden genomen en dus niet voldoende wordt bezuinigd, de Rijks- kolendistributle bij de verdeeling der beschik bare boaveelheden kolen daarmede ten 11a- decle van de betreffende Gemeenten reke ning zal houden. Op een andere plaats in dit blad zijn de maatregelen vermeld, welke Ingevolge Raads besluit van fister, 4 December in deze Ge meente in werklug zijn getredenmaatregelen, welke alle ook ten doel hebben bezuiniging op het verbruik van gas en electriciteit en daardoor beperking van het belangrijke kolen- verbruik, hetgeen in den tegenwoordigen lijd voor de fabrlcags van gas en de op wekking van electriciteit benoodigd is. Van verschillende zijden komt de vraag, of er werkelijk wel belangrijk bezuinigd kun worden en op welke wijze dit dan zal moe ten geschieden en het Is daarom niet ondien stig, hieromtrent nog eenige toelichting te geven. Nogmaals dient voorop gesteld te worden, dat de toestand van de kolenvoorziening hier te lande inderdaad op dit oogenblik zoo ernstig is, dat iedcree 11 zuinig moet zijn, óok ten koste van opofferingen. Er wordt dezer dagen nog veelal beweerd, dat wij zelf tegenwoordig uit de Limburg- sche mijnen voldoende kolen kunnen krijgen, doch deze bewering is volmaakt onjuist, aangezien de opbrengst dezer mijnen slechts voor een klein gedeelte voorziet in de bc hoefte aan kolen hier te lande, en het staat vast, dat wij dus voor het grootste deel zijn aangewezen op aanvoer uit het buitenland. Wat nu bovenbedoelde bezuiniging betreft, kan, behalve door de reeds vastgestelde verbodsbepalingen, het verbruik voor verlichting zooveel mogelijk worden beperkt tot de ver trekken, welke men^noodzakelijk moet ge bruiken. Laat dus niet in een of ande. ver- t-ek van uw huis het licht onnoodlg bran den en indien het vertrek voor eenigen tijd wordt verlaten, doe dan voor dien tusschen- tijd ook het licht uit. Dit geldt óok voor winkels, welke gedurende de uren waarin gas- of eleclrisch licht mag worden ge bruikt, dit gebruik thans tot het noodzake lijke kunnen beperken. Speciaal op kok-.- met gas zal meer bezu- -d kunnen worden, dan men algemeen wel denkt. Dit moet echter til geen geval geschieden door het koken op gas vervangen loor het in gebruik stellen van gewone form den, want er dient hier wol eens hijzonder de aandacht op ge vestigd te worden, dat daarmede allerminst liespaiing aan k--len verkregen zal worden en dit moet toch het uoel van de bezuini- glll« zijn. luiilig Men zij echter met de toepassing va voor het koken, braden, en/, zoo i mogelijk. In bijna alle huishoudingen wordt te veel gas gebruikt voor het koken van thee-, koffie- of waschwater, doordat meestal hoe veelheden water worden warm gemaakt, grooter dan voor het bestemde doei nood zakelijk is. Wanneer men geregeld bijv. 6 kopjes thee of koffie schenkt, doe dan ook ttt den waterketel water voor 6 a 7 kopjes en niet zóo veel, dat 11a het koffiezetten nog de helft van het warme water overblijft, weg geworpen wordt of weder afkoelt en, met liet verlies van warmte, een hoeveelheid gas nutteloos is verbruikt. Bij het warm maken van waschwater gaat het evenzoo. In vele gevallen wordt veel meer water gekookt dan voor het wasschen noodzakelijk is en Indirect is kolenverspilling wederom het gevolg. Men zal verbaasd staan en verschillende proefnemingen hebben dit reeds bewezen hoeveel bij toepassing dezsr eenvoudige aan wijzingen in menige huishouding bespaard kan worden. Zijn de op gas klaar te maken maaltijden eenmaal op kooktemperatuur, dan kunnen de guskraantjes in de meeste gevallen tot bijna den laagstee stand worden getemperd en juist door ze dan toch nog veel te hoog door te laten branden, gaat een belangrijke hoeveelheid gas verloren. In vrijwel elke woning brandt in de wintermaanden een kachel. Ook hiervan kan men veel warmte practisch benutten door steeds een waterketel op de kachel te zetten; wie dit den geheelen dag vol houdt, zal met gas bijna geen water be hoeven te koken en de kachel gebruikt er geen Kilo kolen meer om. Dit geldt niet alleen voor hen, die gewoonlijk slechts een kachel in huis branden, doch feitelijk voor iedereen, en overwegingen of het al dan niet. passend is in salon, eetkamer en der gelijke een waterketel op de kachel te /ellen, moeten in dezen ernstigen toestand ter zijde worden gesteld. Men make in elk opzicht van de aange wende kolen een zoo nuttig mogelijk ge bruik. De toepassing van de hooikist in de keuken kan eveneens besparing aan gasverbruik geven. De gerechten, welke voor het ge bruik van de hooikist in aanmerking komen, behoeven op het c iscomfoor slechts een zesde van den ge wonen kooktijd door te koken en worden dan. in de hooikist geplaatst, verder gaar. Wie geen hooikist heeft, of er geen kan koopen, plaatse onder de pan eenige prop pen papier, doe rondom wat papiersnippers cn vouwe om de pan met dit omhulsel eenige couranten en deze geïmproviseerde papieren «hooikist» vervult volkomen de zelfde diensten, Den verbruikers van icctrischen stroom kan nog de raad gegeten worden doe het licht uit op alle momenten, waarop gij het niet noodig hebt en laat uw motoren, ook onbelast, in zulke oogenblikken niet draaien. Wellicht, dat menigeen bij eerste over weging deze aanwijzingen ter toepassing lastig en omslachtig zal vinden en in gewone omstandigheden kan in enkele opzichten aan deze overweging een grond van waarheid niet worden ontzegd, maar het is beter, thans iets van onze gemakzucht en onze gewoonten te moeten opofferen, dan weldra te staan voor hel feit, dat het een zoowel als het ander geheel zal moeten worden prijs gegeven door absoluut gebrek aan kolen. Men bedenke toch ernstig, dat tot de genomen maatregelen, welke in niet geringe mate in ons volksleven Ingrijpen, niet zou worden overgegaan, wanneer de harde nood zakelijkheid daartoe niet aanwezig was. Aan de hand van de beschikbaar zijnde gegevens kan worden geconstateerd, dat de toestand thans niet gunstig is, de vooruit zichten niet bemoedigen zijn. Er moet in Nederland op het gebruik van bran iatroffen in het algemeen en op dat van gas en electriciteit in het bijzonder, bezuinigd worden. Laat ieder het zijne er toe bijdragen! a och Aan don ingang. Ten derden male staan wij voor het droe- vig geval.dat de feeststemming, die gewoon lijk de somberheid van het jaarseinde door glanst, den druk ondergaat van de tijds omstandigheden. Zal het nu voor den laatsten keer zijn? Onze heidensche voorvaderen - - over wier «heidenschheid» de uitermate beschaaf de nazaten van heden zich maar niet al te druk moeten maken hebben ons een legaat nagelaten, waarvan jaarlijks de rente wordt opgebruikt, maar dat zelf is blijven staan, welverzekerd, door alle wisselingen en beroeringen heen, aller eeuwen invloeden ten spijt. Het is de traditie van het mid winterfeest, dat zijn grenzen heelt uitge breid naar weerszijden, op ongeveer gelijken afstand van het tijdstip van den winter- zonnestilstand, het tijdperk van de kentering der daglengte. Die maand van rust, met hetgeen geworden is Sint Nicolaas tol aan vang, Driekoningen tot slot, en Kerstmis als middelpunt, is eigenlijk aan de rust ont trokken de drukdoende generaties van den j lateren en vooral van onzen tijd hebben zich daarop niet meer ingericht, maar van de drie steunpunten zijn althans twee blijven staan op de zelfde plaats, is alleen het achterste wat vooruitgeschoven, i En het is zeer natuurlijk, dat wij beginnen met de kinderen. Al werd het vroeger niet I met zooveel nadruk gezegd als tegenwoordig hetgeen eigenlijk wel goed gezien was óok, want die guiten zijn zoo licht geneigd, I de eerste viool te willen spelen als zij niet wat worden teruggehouden de jeugd j staat toch, bij al onze zorgen, in het eerste gelid. I Zij is de immer gretige, die altijd bereid is in ontvangst te nemende kinderhand, die gauw gevuld heet te zijn wat óok 1 niet &1 te letterlijk behoeft te worden opge- vat staat dadelijk opnieuw klaar, en 1 een naief egoïsme, dat minder kwaad zou doen als het maar op tijd plaats maakte voor edeler aandrift is in de atmosfeer, waarin de kinderziel meer dan ooit verkeert in de haar gewijde dagen. Terwijl nu op waarlijk niet grooten afstand het kanongebulder dag en nacht de wereld schijnt te zullen verpletteren, terwijl de moordwaanzin op weinig na ons gansche werelddeel blijft bevangen, komt Sinter klaas heel gewoon, precies op tijd, met on bewogen gelaat aankloppen, als ware er niets aan de hand. De kinderen. - ja, niet uitsluitend de allerkleinsten, die de Lagere scholen bevolken hebben geen oogenblik getwijfeld aan zijn wederverschij ning. De grooteren laten zelfs de fantaisle, uitgedrukt in den vermaarden versregel »van verwachting klopt ons hart» nog wei eens buiten de grenzen gaan van de be scheidenheid, de veel geroemde deugd, die, zooals bekend Is, het meest dengene ten goede komt, die er niet veel van bezit. Maar wat wil men? Het wordt weieens gezegd, dat de opgroeiende menschen wat langer kinde ren moesten blijven welnu, dit feest van den goedheiligman biedt gelegenheid om belanghebbenden te toonen, dat men het eenmaal 'sjaars daarmee eens is. Do goeje Sint heeft geen grens getrokken, al houdt hij zich het liefst bezig met de kleineren, die slim genoeg zijn om zich te houden alsof zij aan zijn stoffelijk bestaan gelooven. In sommige streken van Friesland is het nog gebruikelijk, dat omstreeks het eind van den leerplichtigen leeftijd de hellbe- gecrige ter plaatse waar tot dusver de milde gever het zijne placht te brengen, niet de I gard vond van het liedje, maar een kleine hoeveelheid zout; hij of zij is dan »uitge- zouten», hetgeen beteekent, dat de Sinter klaasperiode voor dezen belanghebbende is afgesloten, hetgeen, van al de verschijnse len van het groot-worden, niet als het aan genaamste wordt aangemerkt. Maar overal elders is de grensafsluiting in verval ge raakt, en het is niet onwaarschijnlijk, dat onder de vereerders van den goeden bis schop zelfs velen gevonden worden, die hem tot bode kiezen van gevoelens, welke niet behooren tot het gebied van het kinder schooltje. Hei gemeenschappelijk kenmerk van de drie winterfeesten is hun karakter van huise lijkheid. Zij worden gevierd meest binnen de muren der eigen woning of die van een naverwant dan wel zeer bevriend gezin, en het is niet waarschijnlijk, dat alsdan de in richtingen van openbaar vermaak hun beate dagen hebben. Overeenkomstig oer-oude traditie, die. terwijl Wodan's ros door het luchtruim stoof, de gezelligheid binnenshuis deed zoeken, wordt de familiekring de enge ruimte, waar wij, vermoed van het rumoer aan alle kanten, voor enkele uren rust zoeken. Terwijl wij daaraan denken, komt het ons j opeens in de gedach'en, dat zooveel honderd duizenden gezinnen niet aan den feestmaal- j tijd 2ullcn zitten op geen der daarvoor be- I stemde uren, omdat de oorlogsstorm ze uit eendreef, zeer dikwijls zonder hoop van 1 hereeniging. In dezen maalstroom, die alles dooreenvoelt en van veel kostelijks slechts de brokstukken naar de oppervlakte wentelt, j gaat ontzaglijk veel verloren, dat eerst na zeer lange periode van herstel tot zijn ouden toestand kan worden teruggebracht, als die mogelijkheid nog bestaan blijft. Zal het rus- tige gezinsleven, dat de koesterende warmte onderhoudt, welke voor den groei der echte beschaving, de cultuur van het gemoed, onmisbaar is, waar het zóo ruw is losgerukt, ooit weer zich vormen tot een aaneenscha keling van op zichzelf staande, maar nauw verbonden cellen, aangesloten tot den ge- meenschappelijken bijenkorf? Ach, wij waren zoo goed op weg om wat dicther bij dat ideaal te komen; de enkele honderden machthebbenden wilen het niet, en den velen millioenen, die van dien onwil de slachoffers zijn geworden, ontbrak het aan den moed en aan de kracht om weerstand te bieden 1 om het moeizaam verkregene vast te houden. Sinterklaas biedt zoo'n mooie geiegenheid om in herinnering te brengen hoeveel er verloren gaat, en hoezeer het noodig is, dat een dam wordt gebouwd en de stortvloed tot een kalm vloeiend gekanaliseerd riviertje ingeperkt. Hijzelf gaat voort, zijn geest over te brengen van huls tot huis, voortijlende door de ruimte, hoog boven de wereldellende, die hem niet bereikt, zijn taak, zijn liefde werk volvoerend, het zaad van den menschen- min uitstrooiende, zonder er zich door te

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1916 | | pagina 1