SRAX
F
Staat der Nederlanden
Staat der Nederlanden
groot f 125.000.000.-
4 pets. vrij willige xeemrrgJ
groot f125 000 000
Tan der M dB Jong Yan OphOTen.
Uitgifte -van f125 000 000
4 pet. Staatsschuld der Nederlanden.
Nationale Bankvereeniging
-:- KORTEGRACHT 22
4 pets, Nederlandsche Staatsleening a 97 pet.
METH0R5T VAN LUTTEEVELE,
4 pets. Nederlandsche Staatsleening 1916
groot f 125 000 000
Amersfoortscli Wissel-1 Effectenkantoor.
4"|o Vrijwillige izeemng
Koers van uitgifte 97 pet.
2 tot en met 4 .Januari 1917
van des voormiddag 9 tot des namiddags 1 uur bij het
Agentschap van het Ministerie van Financiën te Am
sterdam, op alle betaalmeesterskantoren, behalve dat te
Amsterdam, en op de kantoren van de ontvangers der
directe belastingen in gemeenten waar geen betaal
meesterskantoor gevestigd is.
Stortingstermijnen: 7 Februari, 7 Maart, 7 April en 7 Mei 1917.
De Minister van Financiën,
ANT. VAN GIJN.
&lnit
KHETEISCHAPTECHNIEK - 1ST
Nationale Bond m Monlieltransprt Ondernemers.
Stoomwasscherij W. G. BURGER.
MIRJAM.
VAN DEN
KOERS VAN UITGIFTE 97 pet.
Ondergeteekenden belasten zieh gaarne met
het overbrengen van INSCHRIJVINGEN tot UITER
LIJK 4 Januari 1917 des namiddags 12:|, uur.
Ondergcteekende bericht, dat vanat 21 December,
prospecti betreffende bovengenoemde leening te haren
kantore, Kortegracht 22, verkrijgbaar zijn.
De inschrijving is opengesteld van 2 tot en met
4 Januari 1917 tegen den koers van 97 pet.
Zij zal zich gaarne belasten met het overbrengen
der inschrijving en ziet opgaven dienaangaande tot
uiterlijk 4 Januari des middags 12 uur tegemoet.
(natst het Postkantoor).
ST3" Prospecti en inschr(jvingsbiljetten vanal heden
bij ons verkrijgbaar.
Inschrijvingen worden gaarne door ons aangenomen tot
uiterlijk 4 Januari 1917, des middags 12 uur.
MuurnulKen 13
Stukken van flOOO, f500 en flOO, aflosbaar a pari.
Koer» van uitgifte 07 pot
Ondergeteekende belast zich gaarne met inschrijvingen, welke kogtelooi
worden bezorgd en aangenomen tot 4 Januari 1917, 12 uur.
beste schuurmidel der we
reld voor potten, pannen,
houtwerk, blik, enz.
Vraagt mounter bij winkelier* of drogist.
van den
Do lnschry vingen kunnen geeohieden van
Voor verdere bijzonderheden raadplege men het prospectus, dat op
de bovengenoemde kantoren en op alle postkantoren (hulp- en bijkantoren
inbegrepen) te verkrijgen is.
Uwe Brand- en Inbraakver
zekeringen bij de Branil-
Maatechappij te Amster
dam van 1790.
Schitterendste voorwaarden
Laagste prent lëu
G. J. P. van EDE,
Kortegracht 15a, Amersfoort
OPENBARE LEESZAAL
Beukenlaan 2.
Vrjjo toegang voor ieder boven 18 jaa
Couranten Vakbladen Tijdschriften
Boeken Adresboeken.
UITLEENBIBLIOTHEEK.
In de op 31 December j.l. te Utrecht gehouden Buitengewone Algemeene ver- j
gadering werd besloten, de bewaarloonen der INBOEDELS enz., op de bewaarplaatsen
aanwezig, met
ao r>Ot. to VERHOOGEN,
ingaande op 1 Januari 1917, voor zosver de contracten dit toelaten.
H et Bestuur: 5
J. S. NOORDENDORP. Pres. N. C. HOOGTEYLING Commi.
R. VERLINDEN. Vice-Pres. J. P. BATENBURG ^-°ra™s
A. van der SCHAFT I
- ZEIST.
AKER IK AAN SOU SYSTEEM.
Wassehen geheel opgemaakt of droog toegeslagen
GOEDE BEHANDELING. BILLIJKE PRIJZEN
Goederen worden te Amersfoort s' Woensdags franco gebaald cn gebracht.
|V PROSPECTUS wordt op aanvrage gratis toegezonden.
FEUILLETON.
3>.)
Toen mr. Jarott zijn huis te Palermo liet
bouwen, bad bij, ten minste wat het uiter
lijk betrof, den ouden Spaanschen stijl van
architectuur gekozen, als het meest over
eenkomend met de geschiedenis en het
klimaat van het land, hoewel de rijke Ar-
gentiniCrs gewoonlijk prefereerden, dat hun
woningen er uitzagen evenals hun klee-
ren, juweelen en rijtuigen alsof zij uit
Parijs kwamen. De ruime binnenplaats
werd beschaduwd door wingerd en opge-
vroolijkt door bloemen, terwijl vogels in
kooien of vrij rondvliegend overal zongen.
De kamers er heen waren luchtig en
koel ingericht volgens den Amerikaanschen
standaard van comfort. In de eetkamer
mahoniehout, damast, kristal en zilver.
Strange had het eigenaardige gevoel alsof
hij was teruggekeerd naar de dagen en ge-
woosten van Norrie Ford's jongensjaren.
Als de eenige gast was hij gezeten aan
mrs. Jarrott's rechterhand en tegenover
miss Queenie Jarrott, de .zuster van den
heer des huizes. De gastheer sprak volgens
gewoonte weinig. Miss Jarrott zeide ook
niet veelrij keek Strange slechts over de
tafel aan met haar breeden glimlach, waarbij
haar dunne bovenlip opkrulde, hetgeen een
komisch effect maakte. Over het gezelschap
aan tafr', over de bejaarde knechten, die
bedienden, over de kamer, en de binnen
plaats lag het zingen der vogels niet
meegerekend die deftige stilte, welke
een huis eigen is, waar nooit het vroolijk
gelach en het rumoer van de jeugd wordt
gehoord.
Mevrouw Jarrott nam het grootste deel
van het gesprek voor haar rekening, Zij
was een mooie vrouw, flets bleek en kwij.
uend zooals gewoonlijk de menschen uit
het Noorden na een lang verblijf in het
sub-tropische Zuiden. Haar mooie licht
bruine oogen gaven den indruk alsof zij
dikwijls tranen hadden vergoten, oischoon
zij «en glans hadden behouden, die bezie
ling gaf aan haar gelaat. Een wit kanten
plooisel orn haar hals was het eenige dat
haar eenvoudig gewaad opvroolijkte maar
volgens de Argentijnsche mode droeg zij
veel mooie ringen en een broche en oor
ringen van zwarte parelen.
Zij begon met haar gast te vragen of het
waar wac wat mr. Jarrott had meegedeeld,
dat hij niet een van de Strange's uit Vir
ginia was. Hij moest dat toch zijn, naar zij
meende zij kon zich niet begrijpen, dat
het ciet zoo was. Er waren Strange's in
Virginia en die waren er verscheidene ge
slachten achtereen geweest. Zelfs waren de
Colfaxen, haar eigen familie, bijna onder
elkaar getrouwd met hen,
Met dat «bijna* bedoelde zij, dat zij niet
de zelfde tamilies onder elkaar getrouwd
waren: d« Yorke's, de Endsleigh's en de
Pole's. Wanneer mr. Strange tot de Virgi-
neesche Stranges had behoord dan zouden
zij zeker gemeenschappelijke bloedverwanten
kunnen ontdekken. O, maar hii behoorde
cr niet toe. En het Ie«k toch alsof het niet
anders kon. Ais mr. Strange uit New-York
kwam, dan zou hij waarschijnlijk wel de
Wrenns kennen. .Haar eigen moeder was
een Wr«nn. Zij was een miss Wrenn ge-
I weest eer zij mrs. Colfax werd. meende
hij wel eens van hen gehoord te hebben?
Ja, dat zou wel. Het waren heel bekende
menschen ten minste, dat waren ze in
vroeger dagen geweest New-York was
nu zóo veranderd. Zij ging er nu zelden
meer heende reis was zoo langmaar als
1 zij er nog eens toe kwam, dan was ze ge-
j heel perplex. Haar eigen familie placht zoo
I conservatief te zijn, hield zich slechts aan
een kleinen kring van bloedverwanten en
vrienden, die zelden Noordelijker dan Boston
of Zuidelijker dan Philadelphia kwamen;
maar ais zij hen nu eens opzocht dan vond
zij ze omringd door een menigte menschen
van wie zij vroeger nooit had gehoord. Zij
vond het jammer, dat, in een land waar
zoo weinig verschil van stand bestond,
hetgeen er nog was, niet werd In achtge
nomen.
Strange vond het een opluchting toen de
de zachte, matte alleenspraak, die van tijd
tot tijd door een antwoord van hem of een
opmerking van een der anderen werd af
gebroken, tot een eind kwam en zij zich
naar de binnenplaats begaven voor de koffie.
Die werd gepresenteerd een hoek,
door bloeienden wingerd beschaduwd, waar
bij een groot», grijsgroene papegaai In een
kooi presideerde. De gastheer en de gast
vrouw, wien dit genotmiddel was ontzegd,
namen de gelegenheid waar om arm in
arm de ruimte rond te wandelen en lieten
aldus miss Jarrott in een tète A tête met
Strange. Hij merkte op, toen deze dame
hem voorging, dat haar figuur lenig was
als van een jong meisje en haar gang 'bij
zonder bevallig.
«Niemand is ooit oud met een houding
als de uwe», had n»en tegen miis Jarrott
gezegd en zij geloofde het. Zij kleedde zich
en sprak in overeenstemming met haar
figuur en als haar trekken om neus en kin
■iet te scherp waren geweest, dan zou zij
misschien een indruk van eeuwige jeugd
hebben gegeven. Nu zouden de humoristische
bladen, ware zij een Staatsman geweest,
wreedaardig gemakkelijk een carricatuur
van haar hebben kunnen maken.
De papegaai schreeuwde bij haar nadering
min of meer uit den toon, een krassende
melodie
>Op en neer de baby gaat,
De kleine voetjes op de maat*.
Voor de verzoeking bezwijkend om in
proza te vervallen, ging hij voort met te
schreeuwen: »\Ve-el, Polly, hoe voel jij je
vandaag We-el, tamelijk goed voor een
oude juffen, waarna voor een oogenblik
een onverstaanbaar gebrom volgde.
Toen de koffie was ingeschonken en de
sigaret van den jongen man aangestoken,
nam miss Jarrott de gelegenheid te baat,
die haar aan tafel door het zacht gemurmel
van haar schoonzuster was benomen.
»Het is werkelijk grappig, dat u een mr.
Strange is, want ik heb een jongedame van
den zelfden naam gekend. Dat wil zeggen,
ik heb haar niet persoonlijk gekend, maar
van haar gehoord*.
Om zijn agitatie niet te toonen, nu dit
onderwerp weer te berde kwam, uitte
Strange het vermoeden, dat zij een van de
Strange's uit Virginia, was en alle recht
had, zoo genoemd te worden.
»Zij is het en zij is het niet«j antwoerdde
miss Jarrott. >I£ weet, dat u het dwaas zult
vinden, mij zóo te hooren spreken, maar ik
kan het niet uitleggen. Ik ben nu eenmaal
zoo. Ik k het niet altijd uitleggen, Ik zeg
een massa dingen, die de menschen zelf
maar moeten begrijpen. Hst is mal, dat ik
zoo ben, niet waar? Ik zou wel eens willen
weten, hoe dat komt. Kunt u mij dat ook
zeggen En die miss Strange ik heb haar
nooit ontmoet niet in werkelijkheid ent-
moet en toch heb ik een gevoel alsof dat
wel gebeurd is. Ik heb altijd dat gevoel
met vrienden van mijn vrienden. Ik zou
door het vuur en het water voor hen vlie
gen. Dat is natuurlijk maar zoo'n uitdrukking,
maar u begrijpt wat ik bedoel, nietwaar?*
Op dat punt gerustgesteld, ging zij voort
>lk ben wel bang, dat u het hier een
heel kalme huishouding zult vinden, mr.
Strange, maar wij zijn in den rouw, weet
u, Dat wil zeggen mrs. Jarrott is in den
rouw en als zij die mij dierbaar zijn in den
rouw zijn, heb ik altijd een gevoel alsof ik
óok in den rouw ben. Ik ben nu eenmaal
zoo. Ik kan heelemaal niet zeggen, hoe dat
komt, maar lk ben nu eenmaal zoo. Mijn
schoonzuster heeft juist haar schoonzuster
verloren. Natuurlijk is dat geen familie van
mij, is 't wel? En toch ik voel me alsof dat
wel het geval is.
(Wordt vervolgd.)