Januari £917.
No. 8828
67e Jaargang
Uitgave vsta de Püauiniooze Vennootschap „De Amersfoortsehe Couraiil, voorheen Firma
Abonnement
Honwi) hedaptkijk Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden f
franco per post 1.15. Adveftentiën 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bij regel-
abonncment reductie waarvan tarief up aanvraag kosteloos. Legale, officieele- en onteigenings-
advertenii'in per regel 15 cent. HeclauïOS 1 5 regels 1.25 Bewijsnummers naar buiten
worden in rekening gébracht en kosten, evenals afzonderlijke nummers, 10 cent.
Bij advertenttCu van buiten do stad worden de iucasseerkosten in rekening gebracht.
F. J. y?.EDBRISS.
AMI' RSFUORT.
1. H. van Clneff".
BUREAU:
ZOFvTSCiACBl 9.
Postbus 9. Telefoon 1
KKÏfNISUEVl N U H.
BROODKAARTEN.
De Burgemeester der Gemeente Amers
foort
maakt bekend, dat de broodkaarten op tns-
schentijdsche aanvragen eiken WOENS
DAG van 9 tot 12 en van j tot 5 uur
zullen worden uitgereikt aan hel Levens
middelen-bureau Valkestraut).
De uitreiking geschiedt alléén van kaarten
waarvoor de aanvraag vóór den Zaterdag
te voren is ingeleverd.
Amersfoort, 23 Januari 1917.
Do Burgemeester voornoemd.
Va» RANDWTJCK
De Burgemeester van Amersfoort
maakt bekend, dat de Minister van Land- I
bouw, Nijverheid en Handel, gezien ait. S,
iste lid, der Distributiewet 1916, heeft g< '-1-
gevonden, vast te stellen de volgende
Distributieregeling van meel en bloem,
Artikel 1.
Verkoop zoowel als aflevering van meel
en bloem is vanaf heden verboden,
Art. 2. 1
Van het verbod, gesteld i:i art, r, is uit
gezonderd de verkoop en de aflevering van
bloem aan hen, die meel en bloem voor de
uitoefening van hun bedrijf behoeven.
Art. 3.
De regeling houdt op van kracht te zijn
bij de in werking trediug n.l. op 5 Februari
van de distributie-regeling van brood, bloem,
meel en rogge, dd. 27 December 1916.
No. 109441, afd. Handel.
Amersfoort 12 Januari 1917.
De Burgemeester voornoemd.
VAN RA ND WIJ CK.
Burgemeester en Wethouders van Amers
foort,
Gelet op art. 264 der Gemeentewet,
Doen te weten, dat
het kohier der
SCHOOLGELDEN
voor de Burgeravondschool over het dienst
jaar 1916/17,
de 3e suppletoire kohieren der
SCHOOLGELDEN
voor hel Gymnasium, de Hoogere Burger
school cn de openbare Lagere school It,
over het dienstjaar 1915/16,
het 3e gedeelte van het primitief kohier
en het 1# suppletoir kohier
STRAATBELAS TING
beide over het dienstjaar 1916
en het 6de gedeelte van het kohier der
1 ION DEN BELASTING
over het dienstjaar 1916.
goedgekeurd door Gedeputeerde Staten
van Utrecht, in aiscbrift gedurende vijf
maanden op het Bureau der Geniceni ;-
belastingen. Koestraat 9, voor een ieder
ter lezing liggen.
Amersfoort, 2» Januari 1917.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
De Burgemeester,
Van RANDWIJCK.
De Secretaris,
A. R. VEENSTRA.
overtuiging, dat hetgeen in de plaats zou
treden van hetgeen wordt prijsgegeven, een
verhooging van levensgeluk zou brengen
voor do gi.-hecle mcnschheid.
Ongelukkig worden met zulke voor de
band liggende beschouwingen de grenzen
der theorie nog maar weinig overschreden,
algemeen gemis van overeenstemming tus-
soIvm >l;cr en leven* te rechtvaardigen.
Feu beroep op de noodzakelijkheid van het
onderscheidt en hem een prikkel behoort
tc zijn om door vermeerdering der zooge
naamde voorrechten tegelijk bij te dragen
Int de stijging van anderen; dat ieder moet
trachten zijn Ikhei te handhaven, haar
iuehiigh
Hut Eigene.
Aangezien zucht» een zeer sterke albe-
heerschende begeerte beteekent. mag hot
geen bevreemding wekken, dat de samen
stellingen met dat woord in een kwaad
blaadje staan en dat inzonderheid de zelf
zucht, als de meest vooruitdringende, met
niets ontziende onbeschaamdheid, naar de
crvult van
Het allernatuurlijkste gevolg van deze
verachting, vari dezen afschuw, zou wel
moeten zijn, dat haar voortbestaan ernstig
word bedreigJ, eigmlijk sinds lang had
opgehouden. Immers daartoe zou slechts
noodig zijn een ernstige wil om een betrek
kelijk gering offer te brengen, met <le vaste
,'ukkiu
a ir hot lijkt niet -
Er
ruig.-.
thema
liet
lev
alles
se! er
ling gedwongen ziet tot een haastigen
terugtocht, die dreigt over te gaan in een
1 wilde vlucht.
De zelfzucht, die alleen bestaansrecht toe-
I kent aan het eigene, heeft dat alles teweeg-
I gebracht. En zij heeft dat kunnen doen,
omdat zij goeti voldoend tegenwicht vond.
Tóch Is er dut. 1 Iet besef, dat wij niet
leven voor onszelf alleen, dat het niet aan
gaat, alles dienstbaar te willen maken aan
d versterking van eigen persoonlijkheid,
is niet uitgebluscht en niet ijdel schijnt de
hoop, dat het na de worsteling zal opleven,
krachtiger dan ooit te voren. Dagelijks
I ziende, en voor een deel ook aan den lijve
voelende, tot welke buitensporigheden het
11 i'kui laatsten tijd zoo sterk aangekweekte
udualis
wel
ert op het
voor tuien - net ander hooft
•Ik vuur /.tel». Eu het is niet
moeilijk, in dat gelijktijdig u t ontwikkeling
komen de bron te ontdekken van het zede
lijk conflict, dat sedert den aanvang de mcn
schheid in b.-roenng, individuen met
zichzelf in strijd heeft gebracht. En welke
namen do partijen aan deze en aan gene
zijde zich cl: hobl i. c'-cvcii. ouder «.Tm
vormen de worst- iiug is voorgesteld, het
blijft altijd liet zeilde de neigingen naar
een der beide kampen onderhouden de
verdeeldheid. Strijd wordt aangemerkt als
de onmisbare voorwaarde van ontwikkeling
en vooruitgang en dus zouden wij, in dit
opzicht, tevreden kunnen zijn.
Maar wij zijn het niet; wij zijn hot alles
behalve.
De uitvinding van het zoogenaamd wel
begrepen eigenbelang» voi loet ons óok al
niet, geeft slechts een schijn van verzoe
ning. Och ja, als ieder van ons maar een
juist begrip had van hetgeen tot zijn vrede
dient trti den zcdelijken moed bezat om
dat, en niets anders, na te streven, dan zou
inderdaad de aan kweeking van het eigene,
de versterking van persoonlijke, stoffelijke
en geestelijke kracht höt ceuig noodige
middel zijn om naar vermogen bij te dragen
tot de verheffing van het menschengeslacht.
Doch, voortgaande in die richting, zijn
wij vaslgcioopcn.
De arbeid, bedoeld ten bate van het alge
meen welzijn, is geworden een economische
strijd, waarin de ineusclien met gelijk' be
langen alleen daarom elkander steunen en
onder het zelfde vaandel optrokken, omdat
zij overtuigd zijn, op andere wijze niets te
kunnen bereiken. Dn drang naar besiaans-
verruiming is ontaard iti een strijd om het
bestaat', waarin niet wordt gedacht op de
ceiste plaats aan wie gevaar loopt wegge
drongen te worden, maar elk tracht, zich
vooruit ie wringen, al zou hij ook anderen
onder den voel loopcn. Het verlangen oin
een invloed te oefenen, die leiding geeft
op nieuwe banen, zet zich om in machtsbe
geerte, in de zucht om heerschappij te
voeren en die z 'C ver mogelijk uil te breiden.
Daarbij door. ue hartstoebtcu, de zinnelijke
neigingen het hunne om ons wereldje te
brengen in den toestand, waarin het thans
verkeert en dien de komende geslachten,
naar wij hopen, on sniet zullen benijden.
Dc schets is ai te donker. Zij draagt al
te zeer de sporen van Et-t thans doorleefde.
In de botsing van macht dat is van
het zichzelf alleen doen gelden - en van
het recht de eerbiediging van hetgeen
anderen toekomt delft de eerste thans
hei onderspit en het is verklaarbaar, dat de
vrees voor algchcele inzinking bovendrijft.
Wij hebben somtijds het gevoel alsof de
menschheid, na eeuwenlang met vallen en
weer opstaan voortgezwoegd ic zijn op
deu weg der beschaving, zicht hans plotse-
ui'-'t gaan trachten het te onderdrukken
wat vergeefsch zou zijn. want op den bo
dem van elke menscbenziel ligt de zelf
zucht maar bet te leiden in andere banen.
Het eigene worde niet uitgewist; integen
deel, het vinde zooveel mogelijk versterking;
m.iar het behoort enkele van zijn hinder
lijkste kenmerken af te leggen.
Karakter verwonen, neemt bij velen
geen anderen vorm aan dan zich toe
eigenen. Indien wij. bij hot voldoen aau
den drang om in de wereld vooruil ie ko
oien, de ellebogen maar wat tegen het lijf
li udeti, cm geen gevaar te loopen anderen
1:1 te werpen, dan is er reeds iets gewon
cn. En inet dit
Het ontbreekt niet geheel aan solidari
teitsgevoel en de eeuwen zijn niet over de
mcnschheid heengegaan zonder iets achter
te laten, dat aan liefdesdrang voedsel heeft
kunnen geven; maar er is op dat gebied
altijd ondervoeding geweest en dc opbouw
van harmonie tusschcn moreele strevingen
en zelfzuchtige neigingen gaat al te lang
zaam, beweegt zich niet zelden in verkeerde
richting. Wij gaan voorwaarts, maar mat
den rug naar het ideaal gewond.
Ommekeer is noodig.
Oplossing van alle individualiteit in een
de wereld omvattende organisatie is een
droombeeldde mogelijkheid van verwe
zenlijking is meermalen gebleken. Maar
uilcenspulting in myriaden op zichzelf
voorischijdende eenheden zou den grond
slag der gemeenschappelijkheid doen weg
zinken en aan allo collectieve ontwikke
ling een eind maken.
Inderdaad staan wij hier voor een ont
zaglijk vraagstuk, waarvan de oplossing
niet in enkele volzinnen is te geven, maar
moet worden gevonden in de practijk des
levens.
De groei der maatschappij is sltijd min
of meer eenzijdig geweestvandaar haar
tegenwoordige misvormingdoch het werk
der naaste toekomst is daarmee tevens aan-
gew ezen.
Het eigene hebben wij aan te kweeken,
maar niet voor onszelven alleen zeer zeker
ons te wachten voor inbreuk op vrije ont
wikkeling van anderen. Maar daarnevens is
te zorgen voor overeenstemming, voor het
in accoord brengen van onderscheidene
belangen. Er wordt in deze dagen veel
gesproken van volken, die elkander hun
plaats onder de zon misgunnen en ook van
individuen kan het zelfde worden gezegd
Welnu, dat moet niet. Het maatschappelijk
contract zoowel al is de internationale belan
gen -- niet bet minst ook die van geeste
lijken aard eischt, dat ruimte gelaten
worde aan allen, dat niemand met zijn
bagage de plaats voor een ander afsluit.
Wordl dat niet ingezien en naar bebooren
betracht, dan zal het moeilijk zijn, tot weder-
zijdsche verhoudingen te komen, die machts
misbruik uitsluiten, de zel.v.ucht binnen de
perken van liet rechtsbesef drijven, en tevens
hst eigene doen eerbiedigen.
Tijdig zorgen.
(INGEZONDEN.)
Er is in de laatste tientallen jaren veel
te doen in vergaderingen, zelfs in het Par
lement, over de verzorging van den ouden
dag.
Een wet of een wetsgedeelte (de artt.
369 en 370 Invaliditeitswet) trad reeds
in werking en een nieuwe wet _>op het
verleenen van ouderdomsrente is bij de
Eerste Kamer in behandeling.
Men schenkt dus aandacht aan de ouder-
domsverzoening, zelfs in de hoogste kringen.
Uit den aard der zaak zal echter dc ult-
keering van Staatswege, al dan niet door
premiebetaling verkregen, beperkt blijven
tol een minimum, terwijl ook de leeftijd
van ingang, hoog, of liever te hoog zal
wezen. Zelis voor den minst-eischeude zal
het derhalve onmogelijk zijn, ten dezen
geheel op den Staal te leunen. Eigen
voorzorg, eigen krachtsinspanning blijft
gebiedenden eisch, blijft noodzakelijk, wil
men op den ouden dag niet afhankelijk ziju
I van familieleden, van kerksüjke of open-
I bare armenzorg.
De feiten leeren, dat zelfs in Duitschland,
waar reeds in 1889 «en wet op do invali-
diteits- en ouderdomsverzekering werd aau-
genomen, tal van krachtens die wet gepen-
sionneerden in armenhuizen moesten worden
isnbedrag niet
:ieu in de aller-
I noodzakelijkste lichamelijke behoeften. Het
j is dus een daad van wijs doorzicht, zich
langs dsn weg van spaarzaamheid, of langs
j den nog beteren weg van het >collectieve
j sparen (particuliere verzekering) inkomsten
i tc vormen tegen den tijd, waarin de kracht
van den geest of van de spieren gebroken
is, en de mensch hijgt naar rust.
Die tijd van rustbehoefte is er bij den
eenen mensch eerder dan bij den ander en
hangt ook in niet geringe mate af van de
soort van arbeid, welken hij verricht.
Onder de kantoorbedienden treft mes
soms menschen aan van 65 tot 70 jaar. die
nog met opgewektheid en accuratesse hun
werk verrichten. Bij den mijnarbeid zal men
dezulken tevergeefs moeten zoeken. Ma/.r
ook 111 hel zelfde beroep vindt men groote
verschillen de een blijkt nu eenmaal vroeger
versleten dan de ander.
Daarom is het zoo mooi, dat de ver
zekeringstechniek een vorm van prnsioetis-
verzekering beeft gevonden, die het mogelijk
maakt om zonder dat cr geneeskundige
keuring bij te pas komt het verzekerde
pensioen te doen ingaan op elk door de
individueele omstandigheden gewenscht ge
maakt tijdstip, terwijl tevens in het feit,
dat het pensioen van hooger bedrag is
naarmate men het later laat aanvangen, een
prikkel ligt tegen het te vroeg nemen van
het pensioen.
De meeste Maatschappijen van levensver
zekering in ons land nemen dergelijke ver
zekeringen aan en verstrekken daarvoor
pensioenboekjes, waarop men. telkens als
men wil en wat geld beschikbaar heeft,
bedragen (oaar beneden ectiigszins gelimi
teerd) kan storten.
Voor eiken gulden storting verkrijgt men
een stortings- of betalingsgetal, dat hooger
zal zijn naarmate men jonger is op het
oogenblik van storting. E11 als men pensioen
neemt, wordt, ter bepaling van het ,>ei aioen
bedrag, het totaal der atortinvsgoU ver
menigvuldigd met een pen enz getal,
da* grooter is naarmate meti een hoogeren
leeftijd heeft bereikt.
Wie dus reeds op jeugdigen leeftijd wordt
verzekerd en zijn pensioen «iet al te vroeg
laat ingaan, bereikt het meeste.
Zulk een pensioenboekje, door ouders of
grootouders aau een kind geschonken, vormt
vuur dat kind levenslang een waardevol
bszitgezwegen nog van de moreele
waarde ervan.
Is het niet de moeite waard, dit eens te
overwegen