AMERSF00ET3GEE CDÏÏRAHT. Zaterdag 21 April 1917. No 8866. 67e Jaargang. Verstrekt Cheques op Kinnen-en buitenland Ditgavo van de Naamloozc Vennootschap „l>e Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff". HOOFD-REDACTEUR P. J. 7XZDERZÉS. AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden j 1.— franco per postƒ1.15. Advertentiën 1—6 regels 60 cent; elke regel meer to cent. Bijregel abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieele- en onteigenings- advertentiön per regel 15 cent. Reolamea 1—5 regels ƒ1.25 Bewijsnummers naar bulten worden in rekening gebracht en kosten, evenals afzonderlijke nummers, 10 cent. Bij advertentlen van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. BUREAU: KOXtTsaXiaOBT 9. Postbus 9. Telefoon >9. K E N S IS O E T N O V. N. DISTRIBUTIE LEVENSMIDDELEN. Burgemeester en Wethouders van Amers foort maken bekend, dat in de week van 22 tot en met 28 April de volgende artikelen op de bonboekjea verkrijgbaar zijn: AARDAPPELEN, RIJST, GORT. GROENE ERWTEN, BAK-en BRAADVET, ZEEP. Regeerings-V ARKENS VLEEST H Voor deze artikelen is in gemelde week alléén bon rib. 13 geldig. Bon no. 13 voor Bruine boonen is geldig voor 0.5 H.I.. huisbrand-kolen of 100 bri ketten of 100 turven. Ook bruinkool-briketten mogen alleen worden verkocht op bons. Houders van bonboekjes, die bon no. 12 op Zaterdag 21 April niet hebben gebruikt, worden verzocht, dien bon, behalve dien voor Groene erwten, te vernietigen. Amersfoort, 19 April 1917. Burgemeester en Wethouders voornoemd. De Burgemeester, VAN RANDWIJCK. De Secretaris, A. R. VRENSTRA. BRANDSTOFFEN. De Commissie voor de brandstoffen voor ziening in de Gémeente Amersfoort noodigt alle hoofden van gezinnen uit, aan het I.evensmlddelen-bureau, ValStestr. 12, n a 20 April en vóór 1 Mei as. schriftelijk of mondeling opgaaf te doeu van den brand- stoffitnhandelaar door wlen zij in het ver volg bediend wenschen te worden. De opgaaf moet, indien zij schriftelijk geschiedt, duidelijk vermelden naam. adres, benevens het nummer van de legitimatie-kaart. Bij mondelinge opgaaf moet de legiti matie-kaart worden vertoond. De gasfabriek kan niet als handelaar, voor huisbrand worden aangewezeu. leder mag slechts éen handelaar opgeven. Zij.' die op 1 Mei geen handelaar hebben opgegeven, zullen door de Commissie, voor noemd, worden ingedeeld bijeen der brand- stoffenhandelaars, Amersfoort, 18 April 1917. De Commissie voornoemd 'NiVELS HEIJN,' Voorzitter KLAARHAMER, Secretaris. Overwogen wordt, voor pensionhouders een afzonderlijke regeling tc treffen in zake brandstoffen-voorziening. Men wachte daar toe de mededeelingen van de Brandstoffen- Voor alleenwonende personen zullen af zonderlijke legitimatie-kaarten worden ver strekt zoodra de administratieve maatregelen daartoe zijn genomen. De verkrijgbaarstelling van deze kaarten zal nader worden bekend gemaakt. De Directie voornoemd, DK. H. W. DE BOF.R, K. KAAN Jz. l'e Burgemeester en Wethouders van Amers foort, «elet op art. 201 der Gemeentewet, doen te weten, dut hel 7e gedeelte ,van het kohier der HONDENBELASTING over liet dienstjaar 191(1, de eerste soppletoire kohieren der SCHOOLGELDEN voor het Gymnasium, de Hoogere Burgerschool en de openbare Lagere scholen A, 11, O en D over het dienstjaar 1910,17, en het primitief k»hier der HONDENBELASTING over hel dienstjaar 1917, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Utrecht, in afschrift gedurende vijf maanden op het Bureau der Gemeente-belastingen, Koestraat 9, voor een i« ter ter lezing liggen. Amersfoort. 20 April 1917, Burgemeester en Wethouders voornoemd, I De Burgemeester, Van RANDWIJCK. A. It. VEENSTUA. De Burgemeester van Amersfoort brengt ter kennis van belanghebbenden, it in de Gemeente Abcoude een geval ui miltvuur is voorgekomen. Amersfoort, 20 April 1917. De Burgemeester voornoemd, VAN RANDWIJCK. Zoo zijn er. BRANDSTOFFEN. De Brandstolïen-commissie voor Amers foort maakt bekend, dat in de week van 23 tot en met 28 April a.s. brandstoften alléén verkrijgbaar zijn op bon No. 13 van bruine boonen, onder overlegging van bon Np. 12 voor groene erwten. Wie dus bon No. 1* voor groene erwten niet meer in zijn bezit heeft, m.a. w. deze week van 16 tm. 21 April brandstoffen heeft ontvangen, zal in.de volgende week van 13 tm. 28 April zicb niet van brandstoffen kunnen voorzien. Deze bepaling is niet van kracht voor den turfverkoop van Gemeente-wegc aan het spoorweg-emplacement bij den Soester- weg, daar deze turf in voldoenden voorraad aanwezig is. N. VELS HEIJN, Voorzitter. C. G. KLAARHAMER, Secretaris. BONBOEKJES. De Directie van het Levensmiddelen-bu reau maakt bekend, dat het, ter wille van een gelijkmatige rantsoeueering, noodzake lijk blijkt, slechts bonboekjes af te geven alleen aan houders van een legitimatie- kaart dit zijn alleen hoofden van gezinnen. De .bonboekjes, verstrekt aan inwonende personen, worden derhalve ingetrokken en in verband daarmede kan het bonboekje, verstrekt aan het hoofd van het gezin, worden aangevuld. Ieder die bonboekjes van inwonenden onder zijn berusting heeft, wordt in zijn eigen belang verzocht, ze zoo spuedig mo gelijk In te leveren en tegelijk het nu af gestempelde boekje te vertoonen aan het Levensmiddelen-bureau opdat, zoo noodig, wijziging kan plaats hebben. Een Zuid-Afrikaner, die thans aan de zijde der Engelschen vecht, schrijft in een brief uit de loopgraven aan een Fngelsch blad te Kaapstad Ik heb letterlijk met duizenden soldaten gesproken, in dozijnen verschillende regi menten, mannen uit Frankrijk en Egypte, van de Dardanetlen en Malta. Er is niet éen op de twintig, die wil, dat de oorlog zal voortduren. Als dc Regceringen konden hooren hetgeen de mannen in khaki met elkaar spreken en niet hetgeen ze vol gens de reporters zeggen in het openbaar dan zouden ze uit hun welbehagen op schrikken. Wel verre van de Duitschers te haten, spreekt niemand in onvriendelijken geest over hen. Men ziet heel duidelijk in, dat alle, of bijna alle bloeddorstige menschcn uit de verschillende landen nu dood of ge wond zijnde Duitscher, die nu vecht, wordt eenvoudig ter slachting gedreven. We schijnen allen te zijn gegrepen door een verschrikkelijke machine, die niemand kan of durlt regelen. De oorlog, die nu woedt, is niets dan het blindelings dooden van monschen, in de hoop, dat een van de partijen zal ver zwakken. Behalve militaire families en een bevolking, die door vrees is gehypnotis eerd wat men soms haat noemt ge looft niemand, dat de oorlog zal eindigen door de wapenen. denken zelfs Er zijn er, schrijven. Mochten er oneindig meer dezen werke- lijken moed hebbendan zouden de thuis zittende Regeeringsmannen en de helden van inktpot en schrijf-raachine wel de vredesbazuin moeten steken, in plaats van de vernielingstrompet. Onze voeding. Zooals we in het vorige nummer terloops aanduidden heeft dr. J. W. Jorissen, onze Wethouder van sociale aangelegenheden, in het «Katholiek sociaal weekblad» geschreven over onze voeding en voedingsmiddelen. Het volgende zij daaraan ontleend. Voedingsmiddelen zijn de natuurproducten waarin een of meer voor ons lichaam noo- dige voedingsstoffen, in voor het mensche- Ba»kvere©niging H. L. A. DULLAERT Co. AMERSFOORT - Langegracht 30 - Telefoon 363. .SOEST Van Wwetle-slraat 206 - Telefoon 6. SCHEHPENZEKL - Rijks-straal weg - Telefoon 2. EERSTE AMERFOORTSCHEGECONTROLEERDE NACHT-VEILIGHEIDSDIENST Stel uw perceel onder onze bewaking ter VOORKOMING van onge regeldheden. TARIEF I. Per week 25 cent Abonnementen per SOESTERWEG 32, lioek Stationsstraat. SPECIALE bewaking billijk tarief, er maand of per kwartaal. De Directie C. J. W. tan EIMEREN Co. lijk lichaam bruikbaren vorm. aanwezig zijn. Onder voedingsstoffen nu verstaan wij zulke stoffen, die ons lichaam voor zijn instand houding noodig heeft. De voedingsstoffen die wij noodig hebben 2ijn eiwit, vet, kool waterstoffen. zuurstof, water en zouten. Vanwaar krijgen wij deze voedingsstof fen Wij voorzien in onze eiwitbehoefte hoofd zakelijk door bet gebruik van vleesch of visch, melk, eieren en peulvruchten. Vet krijgen wij uit het vet van dieren, verder uit melk, en uit het vet van bepaalde planten, bijvoorbeeld kokos vet. De koolwaterstoffen ontlcenen wij hoofd zakelijk aan het plantenrijk. Groenten, die betrekkelijk weinig voedingswaarde hebben, kunnen wij niet missen, omdat zij zouten bevatten, die wij noodig hebben en die zeer gemakkelijk door ons spijsverterings orgaan er uit gehaald worden. Wanneer men slechts de groenten goed toebereidt, zijn zij voor ons lichaam zoutbronnen. Een ander deel van de noortige zouten krijgen wij uit vleesch. Zuurstof wordt ons door de lucht ge schonken. Water weten wij allen te krijgen. Wanneer wij nu voedingsmiddelen ge bruiken, worden deze in ons lichaam gesplitst •n deze voedingsstoffen worden daarna ver teerd. Dit verteren gaat zóo in zijn werk, dat de voedingsstoffen oplosbaar worden ge maakt en tevens de geschiktheid krijgen orn door een dierlijk vlies heen te liltree- ren men noemt datdialisecrbaar worden gemaakt. Daardoor ontstaat de mogelijk heid, dat de voedingsstoffen uit den darm- inhoud in de bloedvaten komen. Hoe dit geschiedt, zullen wij hier niet nagaan dat ligt op het oogenblik buiten Act bestek. Het bloed brengt het voedsel naar de verschillende deelen van ons lichaam, waar het voor dc stofwisseling wordt verbruikt. De stofwisseling berust op oxydatie, d. w.z. op een verbinding der voedingsstoffen met zuurstof, waarbij een geringe warmte ontwikkeling ontstaat. Wat gebeurt er nu met de voedings stoffen in ons lichaam onder invloed van die oxydatie of verbranding, d.i dus die verbinding met zuurstof? De koolwater stoften verbranden in de weefsels tot kool zuur "en water; .1e vetten verbranden even eens tot koolzuur en water, maar produ- ceeren daarbij veel meer warmte dan de koolwaterstoffen en verbruiken dan ook veel meer zuurstof. De eiwitstoffen ver branden tot ureum en urinezuur. Het gedeelte van ons voedsel, dat niet tot oplossing kan worden gebracht, verlaat langs den endeldarm oub lichaam. In het feit, dat èn koolwaterstoffen én vet beide bij verbranding koolzuur en water j geven, maar dat koolwaterstoffen veel min- der warmte produceeren dan vetten, ligt j eeu verklaring van de verschillende voe dingsmethoden in de verschillende jaarge tijden en in de verschillende deelen der aarde. De mensch verliest langs de huid, bij de ademhaling en met de afscheidings producten, steeds warmte. Dit warmteverlies moet worden hersteld door de verbranding van ons voedsel. Hoe kouder bet buiten ons lichaam is, des te grooter zal bet lies van warmte zijndaarom tracht de mensch dit warmteverlies tegen te gaan en wel door zijn kleeding, door zijn woning en door zijn voedsel. De Javaan voedt zicb met rijst; een kleine hoeveelheid vleesch of visch en wat vruchten gebruikt bij er soms bij, maar grootere behoeften heeft hij niet. Zijn warmteverlies in zijn warm vader land is niet groot. Bij den Eskimo is bet heel anders. Kleedt de Javaan zich luchtig, de Eskimo loopt in vellen en krijgt geen rijst, maar robben-, beren- en walrussenvet behoort tot zijn dagelijksche spijs. Een Noordpoolreiziger moet eveneens veel vet kunnen verdragendaarbij is het wenschelijk. dat hij niet te groot en niet te mager is; anders is zijn warmteverlies veel te groot. Ook in onze streken zien wij een groot verschil tusschcn den zomerden den winter- kost. In den zomer, als het warmteverlies gering is, maken de versche groenten bet ons gemakkelijk, lichte spijzen te gebruiken. Des winters echter wordt de gestampte llollandsche pot, waarin veel vet behoort te zijn, hoofdschotel. Hoe meer warmte een bepaald voedings middel levert, des te voedzamer is het voor Men berekent nu de voedingswaarde van eenige stof naar het aantal caloriCn, dat een bepaalde hoeveelheid bij verbranding op levert. Een calorie is de warmte, noodig om t gram water 1 graad Celsius in temperatuur te verhoogen, bijv. te brengen van 15 op 16 graden Celsius. De algemeene ervaring leerde, dat voor de langdurige voeding der groote massa als regel kan gelden, dat naast den eisch van de absolute hoeveelheid ook een eisch moest worden geste 'd omtrent de verhouding van de voedingsstoffen onderling in ons voedsel. Men kon dit zóo formuleeren, dat van het totaal benoodigde aantal caloriCn het eiwit en het vet elk een vijfde en de koolwaterstoffen tweevijfden moeten levaren. Als voorwaarde van minderen rang komt dan nog daarbij, dat een derde van het eiwit van dierlijken oorsprong moet zijn, dat tevens voldoende voedingszouten aan wezig moeten zijn en dat, het mag misschien wat vreemd klinken, de voedingsstoffen eigenlijk niet al te zuiver moeten zijn. Met dit laatste wordt niet bedoeld, dat de voedingsstoffen onrein moeten zijn, maar wel, dat er bij de voedingsstoffen aanwezig moeten zijn z. g. bijkomstige voedingsstof fen (men noemt die vitaminen) en dus de voedingsstoffen niet al te zeer gaan ge lijken op zuiver chemische preparaten. Wat eigenlijk dievitaminen zijn, weten wij niet voldoende; maar wel weten wij, dat en kele ziekten ik noem maar alleen de scheurbuik en de beriberi ontstaan bij af-, Bzigheid van die vitaminen. Gelukkig echter is in onze dagelijksche voedingsmiddelen gewoonlijk een voldoende hoeveelheid vitaminen aanwezig om schade --.n gezondheid of leven te voorkomen. In dezen tijd van duurte en schaarschte aan voedingsmiddelen doet zich vanzelf de vraag voorwelke voedingsmiddelen moe ten in voldoende hoeveelheid beschikbaar worden gesteld, opdat ieder ingezetene een voldoend aantal caloriCn, verkregen uit een passende hoeveelheid eiwit, vet en kool waterstoffen, tegen matigen prijs kan ver krijgen. Theoretisch zou de vraag, wat het aan tal caloriCn betreft, en ook nog wel wat den prijs betreft, niet zoo moeilijk zijn op te lossen. Men behoeft dan slechts na te gaan wat beschikbaar is en het aantal ca loriCn te berekenen, dat een bepaalde com binatie van voedingsmiddelen in een bepaald quantum levert en hoeveel dit quantum kost om te weten, dat voor zooveel centen zooveel calorièn verkrijgbaar 2ijn. In de practijk stuit dit op moeilijkheden. Men kan niet alles combineeren. De volks gewoonten, de manier waarop, vooral in arbeidersgezinnen, tot nu toe het voedsel werd bereid, maken, dat niet alle combi naties in den smaak vallen, en dat ten zij de nood erg gaat dringen - voorlpopig Gemeentelijke keukens weinig succes zullen hebben. Hier te Amersfoort teq minste hebben wij zulks reeds ondervonden. Wij hebben echter een schrijven van 9 September 1916 van den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel. In dit schrijven staat een lijst van 32 levensmid delen, die alle Gemeenten verplicht zijn in voldoende*! voorraad aanwezig te hebben, en die dus algemeen van overheidswege worden gedistribueerd. Voor elk van die levensmiddelen is een maximum-prijs vastgesteld. Men kan er nu over twisten of dit eco nomisch juist is en of het voor een vol doende voeding wel noodzakelijk is, dat de lijst zooveel levensmiddelen bevat en waar om bepaald die levensmiddelen en geen andere worden gedistribueerd, doch hierop zullen wij niet ingaan. Wij constateeren eenvoudig het feit, dat er op die manier wordt gedistribueerd. Weinig bezwaar zal deze manier van distributie opleveren wanneer er voldoende voorraad van alles ismaar wanneer, zoo als nu reeds duidelijk blijkt, vafl verschil lende artikelen de voorraad gering dus on voldoende is, dan is het noodzakelijk, dat de distributie der in een bepaald tijdsver loop beschikbaar gestelde voedingsmidde- len zoo doelmatig mogelijk geschiedt. Doelmatig in dien zin, dat er rekeniftg wordt gehouden met de voedingswaarde der afzonderlijke voedingsmiddelen en met de voedingswaarde van het geheel der te verstrekken middelen; maar óok, dat er rekening wordt gehouden met de combi natie van voedingsmiddelen, opdat die niet al te zeer afwijkt van de volksgewoonte, en ten slotte, dat de combinatie der voe dingsmiddelen, die gedurende een bepaald tijdsverloop worden verstrekt, niet al te hoog in prijs worde. Dit nu is de taak van de distributie-bu- reaux van levensmiddeleneen taak, die gemakkelijk is aan te geven, maar die zeer veel overleg en studie vereischt. Gemak kelijker zou de taak worden als het aantal te distribueerén 'artikelen grooter werd maar men mag gerust veronderstellen, dat de lijst na ernstig wikken en wegen is op gemaakt. Hoe het echter ook zij, de mensch wil variatie in zijn voeding. Maar nu een andere vraag. Zou het niet tijd worden, dat wij eens leerden andere spijzen te eten, op een andere manier in on^p voe ding te voorzien? Wij hebben nog zoovele bronnen over om In onze voeding te voor zien. Eiwit kunnen wij nog krijgen uit vleesch en visch; vet is er ook nog wel in den vorm van bak- of braadvet, planten- vet, reuseline, margarine, enz., terwijl het brood mag schaarscb worden er voor- loopig nog wel voldoende rijst en aardap-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1917 | | pagina 1