is overheerlijk op de boterham. J Stoom wasscherij W. G. BURGER. MIRJAM. Nederl. Plantenboterfabriek Amsterdam. i# ZEIST. AMERIKAANSUH SYSTEEM. Wassehen geheel opgemaakt of droog toegeslagen GOEDE BEHANDELING. BILLIJKE PRIJZEN Goederen worden te Amersfoort s' Woensdags franco gehaald en gebracht. PROSPECTUS wordt op aanvrage gratis toegezonden. FEUILLETON. 76.J >Wel, Billy studeert toch in de rechten merkt* Evie op »by zou er mij dus alles van kunnen vertellen, dat er te ver tellen viel. Ik weet wel, dat ik het niet weet. Ik dacht niet, dat het iets was en toch schrijft oom Jarrott precies alsof het iets verschrikkelijks is. Hij heeft ook aan tante Queenie geschreven'. Natuurlijk moet ik mij aan Herbert houden, wat er ook gebeurt als 't ten minste niet al te bar is, want je begrijpt, dat ik niet gaarne zou betrokken worden in een schandaal». »Het zou nu juist geen schandaal zijn; maar er zou toch eenige publiciteit aan vast zitten», waarschuwde Mirjam. »Ik geef niet om publiciteit, ik b*n daar aan gewend met mijn naam eiken dag in de courant. Hij stond er vanochtend weer in heb je 't gezien naar aanleiding van het bal bij de (iresley's. Alleen wou ik, dat de reporters mij Evelyn noemden en niet Evie; dat klinkt zoo familiaar». >Ik ben wel bang, dat er meer in gezet zou worden das dat». »Zou erl- En wat dan?» Haar oogen gingen bij voorbaat onrustig heen en weer. >Ik kan je dat niet precies vertellen, maar het zouden dingen kunnen zijn, die je niet aangenaam zou vinden». Evie liep 'zenuwachtig rond, terwijl zij smakkende geluidjes maakte met haar lippen, een teeken, dat zij nadacht. «Wel, ik wil hem trouw blijven nog een tijdlang», zeide zij eindelijk, als tot een besluit komend. «Oom Jarrot moet niet denken, dat ik een pop ben, die men aan een touwtje heen en weer kan trekken. Het idee! Terwijl hij er zelf zoo mee in zijn schik was. En tante Helena heeft mij beloofd, een uitzet te geven. Ik denk niet, dat ik dat nu nog zal krijgen. En dat geld, dat jij me aanbood voor het parelsnoer, ofschoon ik veel liever de parels - maar ik zal hem wel trouw blijven, vat je.- Wij gaan overmorgen naar Newport. Men zegt, dat het dit jaar een zóo schitterend zomer seizoen zal worden, als er in langen tijd niet is geweest. Gelukkig, dat er iets is, dat mijn gedachten kan afleiden van al die zorgen en angst en verantwoordelijk heid, anders geloof ik, dat ik er onder zou bezwijken. Maar ik zal oom Jarrott toonen, dat hij niet met mij kan doen, hetgeen hij verkiest». Evie en miss Jarrott gingen naar Newport en pas in het begin van Juli hoorde Mirjam weer iels van Ford. En weer las zij Conquest enkele gedeelten van den brief voor, die zij dacht, dat hem zouden interesseeren. >Alles« schreef hij >is 1111 uit >tusschen Stephens Jarrott en mij. Ik ben voorgoed uk de zaak. Het was zóo iets vreeselijk en ik ben blij, dat het voorbij is. Ik heb den ouden man niet weer gezien, ik had hem gaarne gedankt en afscheid van hem geno men, maar hij ontweck mij. Misschien is 't liet beste, /elfs als ik hem nu weer mocht ontmoeten, zou ik er geen poging meer toe doen. Ik beken, dat ik mij een weinig gegriefd gevoel, ofschoon ik hem volkomen begrijp. Hij is een van die mens» hen men ontmoet ze af en toe nog, de laatst overgeblevenen van de oude school die zóo nauwgezet, eerlijk 111 rechtuit zijn, dat ze slechts in een rechte lijn kunnen zien. Het is goed zooals het is. Denk niet. dat ik mij beklaag. Het is bijna even goed om hem als 0111 mijzelf, dat ik wilde dat hij zich in mijn toestand kon verplaatsen. Ik weet, dat hij er onder lijdt 011 ik zal hens nooit kunnen zeggen In e mij dat hindert dan nadat wij in het koninkrijk der heme len zijn gekomen. En eigenlijk kan ik niemand iets uitleggen behalve jou, liet geen een excuus moet zijn voor mijn lange j brieven. Ik tracht je op do hoogte te bren gen van hetgeen ik doormaak en je kunt er zooveel of zoo w einig van aan Evie mce- i doelen als je goeddunkt. Ik kan haar niet I veel vertellen en ik merk uit haar brieijes, I dat zij het nog niet begrijpt. Men schijnt er op het kantoor iets van gehoord te hebben, ofschoon ik er tegenover Jarrott zeker óok niet. Trots en pijnlijk gevoel zullen hem weerhouden, o»jit weer over mij te spreken, behalve als hij niet anders kan. Ik beweer niet. dat de beambten precies weten wat het is, maar zij weten toch genoeg om allerlei gissingen te maken. Zij gedragen zich hierin heel aardig, zelfs degenen, die in vroeger dagen dn gewone beleefdheid tegenover mij nauwelijks in acht namen. De kleine Green het mannetje uit Boston, dat mij te^Rosario opvolgde en van wien ik je heb verteld en zijn vrouw weten niet, wat ze voor mij zullen doen en ik ben overtuigd, dat zij het meenen». Er verliepen eenige weken, voordat hij weer schreef. >!k ga hier niet zoo spoedig weg als ik had verwacht, daar mijn particuliere zaken niet zoo gemakkelijk te regelen zijn. Deze stad breidt zich zóo uit, dat ik een groot gedeelte van mijn spaarpenningen in on roerend goed heb gehad. Ik raak dat lang zamerhand kwijt, maar het kost tijd om het voordeelig van de hand te doen. Ik ben in tamelijk goeden doen, waarover ik niet rouwig ben, want ik za'bet geld noodig hebben voor de behandeling van mijn zaak. Ik hoop. dat je het niet vervelend vindt, dat ik hierover schrijf, maar ik zie er naar uit met hetgeen men bijna blijdschap zou kun nen noemen. Terug te gaan naar waar ik begonnen ben, zal wezen als het ontwaken uit een benauwden droom. Ik kan niet aannemen, dat de justitie tweemaal de zelfde (out zal begaan - en als zij dat wel doet, dan is zij toch in de gelegenheid geweest, die te herstellen. De laatste berichten van Kilcup .V Warren hebben mij zeer bemoe digd. Ik heb lang het gevoel gehad, dat Jacob Gram mijn armen oom aan zijn eind heeft gebracht, ofschoon ik hem daarvan niet wilde beschuldigen toen de bewijzen uit een andere richting schenen te komen. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1917 | | pagina 4