Hofland.
Terrein Boctzelaer.
Hofland.
Duurtetoeslag.
24i Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot aankoop van bouwterrein tuasohen den
I'treclitachowog en den Berken weg, genaamd >Dc
bange Akker* (Godr. Vorz. No. 88).
Ata voren.
224. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot aankoop van don opstal met het recht van
huur <>p den ondergrond van hot perceel Sectie E
no. 1374 (hooiberg) (Godr. Verz. No. 89).
Als voren.
243, Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot overneming van een stoep van den heer F. J.
WilUmborg (Godr. Verz. No. 67).
Ata voren
244 Voorstel van Burgemeester en Wethouders
in zake verhuur van den Komlandschcn dijk
(Gedr. Verz. No. 74).
l)c heer Lelnwcber: In het besluit sub z
wordt nier genoemd het bedrag van f 87.90. Ik geloof,
dat wij daarop een aanmerking /.uilen krijgen van
Gedeputeerde Staten
De Voorzitter Dat zal dan aldus worden aange
vuld.
Heeft niemand der heeren daar bezwaar regen? Ver
langt iemand hoofdelijke stemming? Xiet?
D.in is dit voorstel, aldus gewijzigd, goedgekeurd.
245 Voorstel van Burgemeester en Wethouders
omtrent afstand van huur door huurders der
terreinen, aangekocht van mr, H. .1. H. baron Van
Boetzolanr van Oosterhout (Godr. Verz No. 75).
De heer Hofland: M. dc V., toen ik dat voorstel
las. dacbt ik. wij gaan den goeden kant uit. Maar
weet je. wat ik nu mis? Ik weet wel, dat het hiermede
niet dadelijk ui verband slaat, ik weel wel. dat het
hier niet bijbehoort, maar hoe staat het nu met die
afgcloopen buren Over den grond van Van Boctzelaer
is al eerder iets te doen geweest in openbare Raads-
Ik heb al min of meer gewaarschuwd, dat het zón
niet ging Nu komt men hier met een royaal voorstel
en dat is uitstekend, maar heeft Van de Wetering
misschien weer wat meer in de melk te brokkelen?
Kan hij zich ter zijde laten staan door een raadsman?
De Voorzitter: Mijnheer Hofland, ik /al eerst
even het woord geven aan Wethouder Fysink, want
die omstandigheden zijn hcusch niet zóo als u meent.
De heer Hofland: Zijn die niet *00? Ik vraag
maar oen Inlichting.
Dezer dagen zijn die inenschen nog bij mij gekomen
met de medcdeeling, dat ze nu een aanschrijving
hadden gekregen, dat ze moesten ontruimen.
Maar waarom nu niet te gelijker tijd duidelijk ge
maakt hoe de verhouding is van de Gemeente tot
dergelijke kleine huurders?
De Wethouder Eysink: M. de V.. ik kan den
heer Hofland antwoorden, dat er een groot verschil is
tusschen Van de Wetering en de andere huurders.
Van de Wetering had kort vóór de grond aan de
Gemeente werd overgedragen, weer voor 6 jaar inge
huurd. terwijl de Inderen geen huur meer haddeu.
Nu moeten ook niet uit oog worden verloren de zeer
bijzondere omstandigheden. Verschillende huurders heb
ben grond in onderhuur gegeven en dat maakt de
zaak zoodanig gecompliceerd, dat B. W. daaromtrent
advies hebben ingewonnen, en ik hoop, dat het binnen
kort inkomt.
De heer Hofland. Het werd dus gevraagd, maar
het antwoord is nog niet ingekomen-
De Voorzitter: Zooals de zaken stonden, hebben
B. W. zulke inlichtingen gekregen, dat zij meenden,
dat zij zeer sterk stonden. Later is echter gebleken,
dat het absolute bewijs tegenover de huurders niet was
te leveren en daarom hebben B. A W. ten slotte moeten
terugkeeren. Het geheele geval berust dus op onjuiste
inlichtingen en dat is de heele reden.
Het voorstel wordt hierop aangenomen z. h. st.
246. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot vaststelling van liet bedrag der vergoeding aan
huishuur voor het ten genoegen van Burgemeester
en Wethouders beschikbaar stellen van een ver
warmd en verlicht kantoor voor den havendienst
(Gedr. Verz. No. 83).
Goedgekeurd z. d. of h. st.
247. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot het aanleggen van een weg vanaf de Wijers-
straat langs de Beek naar het Smalle I'ad (Gedr
Verz. No. 71).
Als voren.
248. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
om machtiging te verleenen tot het aangaan eener
overeenkomst inet het Kijk in zake het brand-
flcheliennet (Godr. Verz. No. 70).
Als voren.
249 Voorstellen van Burgemeester en Wet
houders tot wijziging der Gemeente-begrooting,
dienst 1917,
Als voren.
260, Goedkeuring rekening der Commissie trt
wering van schoolverzuim, dienst 1916.
Als voren.
261 Goedkeuring der rekening van de R. K.
openbare Leeszaal en Bibliotheek, dienst 1916.
Als voren.
RONDVRAAG.
De Voorzitter: Ik geef nu (te 5.25) het woord
aan den heer Hofland, die het heeft gevraagd.
262. De heer Hofland: M de V„ er bestaat een
commissie, die op uw voorstel permanent is verklaard
en die bij de toepassing in zake duurtetoeslag zal wor
den geraadpleegd. Nu heb ik door zeer bijzondere
omstandigheden dc laatste vergadering van die com
missie niet kunnen bijwonen. Het was mijn voorne
men. later tóch nog te komen, maar ook daartoe werd
ik verhinderd en dat zóo op het laatste oogenblik, dat
ik zelfs geen bericht meer kon zenden. Vandaar, dat
ik er op het oogenblik niet heelemaal meer inzit en
ik het voor den Raad ook heel goed acht, dat van de
zijde van B. en W. eens duidelijk wordt gezegd, hoe
die toepassing eigenlijk is en tot welke groepen ze is
beperkt. Immers dezer dagen vernam ik nog een
eigenaardigheid, n.l. dat een ambtenaar in dienst van
de Centrale boekhouding wel duurtetoeslag ontving,
maar een ander, die in een andere kamer zat, maar
toch óok bij de Centrale boekhouding, daarin niet heeft
gedeeld.
Hebben wij nu eenmaal zoo'n zaak aangenomen,
dan moet die ook zoo rechtvaardig mogelijk worden
uitgevoerd. Ik twijfel er niet aan. of B. Sc W. zullen
dat volgens hun meening ook hebben gedaan, maar ik
heb zoo den indruk gekregen, dat het niet zoo gaat
ais de Commissie meende, dat het gaan moest.