Stadsnieuws. gasfabricatie als plicht oplegt, wel is waar rekening wil houden met het 3tijgend gas verbruik tengevolge van het tekort aan haardbrand, maar dan toch gebiedend een zeker percent bezuiniging voorschrijft. Hier is dus een stijgende behoefte aan gas als warmtebron in botsing met de voorgeschre ven bezuiniging. De eenige oplossing moet gevonden worden in een sterk verminderd gebruik van gas als lichtbron. Het alge heel verbod van gas als lichtbron zou on billijk zijn tegenover een groep der bevol king, wier verbruik als kook- en lichtgas wordt gemeten, tegenover een andere groep, waar controle niet mogelijk is. De vraag is maar welke maatstaf moet de behoefte aan gas zoowel van licht- als warmtebron worden vastgesteld. Naar de samenstelling van het gezin of naar den maatscbappelijken welstand of naar beide Zijn er bovendien nog geen andere be hoeften, wier voorziening soms van gas licht afhankelijk is Dat soms onze be hoefte door onzen welstand wordt bepaald, wie zal het ontkennen Indien er dan toch ook geen tekort was en het alleen om dekking der bedrijfsonkosten ging, zou het antwoord gemakkelijk ziju. Nu niet, omdat tot de behoeften ook zeer dikwijls het over tollige en ook het gas tot veraangenaming van het leven wordt gebruikt. Uitwinning op dat verbruik zal het nuttig effect ver- hoogen kunnen, waar het srrgecd gasver bruik als warmtebron ooodnsieirk c.ijkt. In den maatschappelijke»! wftbcv.<i r dus het criterium niet. Ook -k. .z ie jazt-tr. stelling van 't gezin. al±Ats tuft i.a tos: bron, eenigszins, waar bsc sus ua vzr-r.:;- bron wordt gebezigd Te praktisch op zooveel 'oeznrv. irucic ia: deze maatstaf onbruikbaar riffïao. Blijft dus over de gelijk-arge wri-w naar een maximum maatsta: :.er a- i aan sluitingen, zoodat in de r.coiraxtitcKe behoefte als warmtebron is vrccrez - daarna het resteerende te ondera ^rte- n~ controle op het nuttig effect apdat - overtollig gebruik vervalt Allereerst dus vastgesteld, welke tou'.e bezuiniging noodzakelijk is daarna ee- gelijkmatige toemeting in de controle op het verbruik van het overschot. Op deze drie beginselen moet de distributie be rusten. De gewone distributie van levensmiddelen tot veel lager dan de koopprijs toegewezen, wordt bekostigd door de rijks- en gemeen tekas. De Minister geeft ook ten opzichte van gas wel voorschriften voor zoover het de brandstof daarom benoodigd betreft, maar wie de kosten, of wil men de ver hoogde productiekosten zal dragen, laat bij violen zorgen. Toch is dit ook voor het gemeentebestuur een vraag van groot belang. Het juiste standpunt is m. i dat het bedrijf zich zelf bedruipen blijft. Stijgen dus de productiekosten, dan zal de m i d- d el prijs van het hoofdproduct zooveel stijgen of dalen als de nevenproducten opbrengen, Hiermede is niet gezegd, dat het mini mum, aan ieder toebedeeld, meer mag kos ten als met de draagkracht der minimum lijders is overeen te brengen- Als aan dezen eisch is voldaan, dan deed de gemeenschap haar plicht uit het oogpunt van zelfbehoud en vormt de rest een rekensom, wier cal culatie het best kan worden opgelost in verband met den maatscbappelijken welstand der verbruikers. In deze richting moet m.i. de oplossing worden gezocht. Een vasten prijs voor het maximum, zoodat beperking van bet gebruik niet een gevolg van maat schappelijke onmacht zij om daarna het resteerende naar een progressieve prijsschaal toe te bedeelen behoudens een maximum- liniet, opdat ook maatschappelijke welstand den beschikbaren voorraad niet in gevaar brenge. J{ Wethouders schreven I Reeds eenigerj tijd verkeert de houten brug, lig gende aan den Heiiigenbergerweg bij de Kattekampen, in zeer slechten staat. Eene aanschrijving tot herstelling van deze brug, door ons college gericht tot de onderhoudsplichtigen A. H. Baron van Hardenbroek van Ammerstol e. c, heeft geleid tot het voeren van nadere onderhandelin gen met genoemde personen, teneinde tot algeheele verbetering van den toestand ter plaatse te geraken. De Erven Baron van Hardenbroek van Ammerstol hebben zich thans bereid verklaard een gedeelte vaa den weg, genaamd de kleine Luijaard, nader aangeduid op de voor U ter inzage gelegde teekening, kosteloos aan de gemeente over te dragen, mits de bepalingen en voorwaarden, genoemd in de mede ter visie gelegde ontwerp-overeen komst worden in acht genomen. Daarbij zal de gemeente dan tevens eigenares van de bedoelde brug worden en dientengevolge de zorg voor het onderhoud van die brug op zich nemen. Wij zijn van oordeel, dat het zeer gewenscht is, dit aanbod te aanvaarden, daar hierdoor de mogelijkheid wordt geopend in de toekomst ter plaatse eene straat van voldoende breedte aan te leggen. Op grond van het bovenstaande hebben wij de eer U het volgende ontwerp-besluit ter vaststelling aan te bieden over te nemen de volgende gedeeltelijke kada strale perceclen gelegen in sectie R der gemeente Amersfoort, als a. een zoodanig deel van den te Amersfoort gele gen weg. genaamd „de Kleine Luijaard», kadastraal bekend onder nommer 734, als gelegen is vóór het lar.gs dien weg gelegen perceel nommer 16S, en wel ter voile breedte van dit perceel en ter diepte gemeten de Noordwestelijke scheidingslijn van den weg tien seter Zuidoostwaarts op en daar waar de weg geen ti-tc meter breed is, mede een deel van nommer 16S cme'.i. tot dat aan weg en grond, gemeten alsvoren. -.iCi-ser :ier, meter zal zijn verkregen, doch met dien Tentaade dat de weg aan de zijde van den Heiligen- bergeesreg. me: een straal van g'/j meter naar het s;e- zal afbuigen, een en ander zooals op het •.erre-.z s f nader zal worden afgebakend en ter gri's bij nadere uitmeting zal blijken; set geieeire van voornoemden weg, >de Kleine i.- iari er. -* y. er de volle breedte, voorz.oover die streit: .a.-ga kadastrale perceelen nommers 1 10S en vepaitagen er. voorwaarden, genoemd -jea -.rer.de ontwerp overeenkomst. Bij Raadsbesluit ld - Februari 1902, goedgekeurd door H.H. Gedeputeerde Staten dezer provincie dd. 6 Maart I yOr.o s van de heeren P. vjm Achler- I bergh en J. R, van t Hof, bouwondernemers alhier, in eigendom en onderhoud overgenomen de tegenwoor- 1 dige Willem van Mechelenstraat (vroeger Pieter Both- straat. Hierbij werd echter de bepaling gemaakt, bij over treding waarvan genoemde Heeren een hooge boete aan dé gemeente zijn verschuldigd, dat zonder toestem ming van Uwen Raad op verschillende aangrenzende terreinen, nader aangeduid op de bij dat besluit behoo- rende teekening, slechts mogen worden gebouwd woonhuizen en wel met een minimum kadastrale huurwaarde, voor het eene gedeelte van f 350 en voor het andere gedeelte van f 200. De Christelijk Gereformeerde Gemeente is voorne mens op eenige der bedoelde terreinen een Kerk te stichten, derhalve een ander gebouw dan een woonhuis. I Waar tegen deze stichting naar onze meening geen bezwaar bestaat, hebben wij de eer U voor te stellen den bouw van een kerk aan de Willem van Mechelen- straat, door de Christelijk Gereformeerde alhier, goed te keuren. Bij Kon. besi. van 23 Mei no. «53 is be paald, dat eene der Rijks- hosgere burger scholen met vijfjarigen cuisua te Amersfoort zal gevestigd zijn en zijn benoemd, met ing. van 1 Sept., aan die school, tot leeraren: F. Wesaeiing. B. D. Best. dr. E. J. Beumer, J. C. A. Havinga. I. M. J. Hoog, J. Hovens Gréve, A. M. Kerkkamp, Jr. E. Kruisinga, dr. P. K. D. Lulofs, W. H. Moll, A. G. van Os, dr. H. M. Plaa.J. M.Thiel, I. Veen, S. de Vries, dr. Th. Weevers, A. P. W. H. van Weezei Errens, allen thans leeraar aan de gem. H. B. S. te Amersfoort; en is voor het tijdvak 1 Sept. 1917 «/m 31 Aug. i«i8, benoemd tot leerares aan voorn. H BS, mej. A Kok, thans eveneens leerares aan de gem. H. B. S. te Amers foort. (St Ct.) Sinds geruimen tijd is onze aandacht gevestigd op de onvoldoende gelegenheid tot loozing van huis- en menagewater van verschillende perceelen aan of in de omgeving van de Joannes Toïliusstraat, Leenaert Nicasiusstraat en Leenaert Nicasiusdwarsstraat. Door het aanbrengen van zinkputten ter plaatse, is getracht daarin te voorzien, doch dit bleek geen afdoende maatregel te zijn. Tengevolge der aaneenge- bouwde woningcomplexen zijn zinkputten onvoldoende; deze functionneeren slechts korten tijd zooals het behoort, en loopen dan weer over, terwijl de kleine open terreintjes feitelijk niet geschikt zijn voor het maken van nieuwe zinkputten Onderhandelingen met de H. IJ. S. M. hebben er toe geleid, dat medewerking verkregen is voor het loozen van een rioleering in de zuidwestelijke spoor - sloot langs de spoorbaan AmersfoortKesteren wat voorloopig voldoende is. Ten behoeve van bedoelde rioleering, nader aange duid op bijgaande teekening, verzoeken wij U ons een crediet te verleenen van f 2400. Wij teekenen hierbij aan, dat hieronder is begrepen een som van f 250.— voor het doen maken van een zinkput bij het perceel van den Heer C. J. Prins, Utrechtscbeweg 70, zulks met het oog op de afwate- j ring van dien weg. I Deze zinkput zou dan door een rioolbuis in verbin- ding kunnen worden gebracht met het te leggen riool. De vice-president van den Raad van .State, voor zitter der afdeeling voor de geschillen van bestuur, roept op de onbekende belanghebbenden, om zoo zij dit noodig achten te verschijnen in de openbare vergadering der afdeeling, welke zal worden gehouden op Donderdag 31 Mei 1917, des voormiddags te 10 uur, waarin verslag zal worden uitgebracht in zake van het beroep, ingesteld door de R. K. Bouwvereeniging St. Bonifacius, alhier, legen het besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht, van 30 October 1916. ze afdeellng.no. 1360/926, tot weigering van een krachtens art. 16, 3e lid der Begrafeniswet, gevraagd verlof om een reeks van 44 arbeiderswoningen te mogen bouwen binnen 50 M. van de algemeene begraafplaats te Amersfoort. Door den Minister van Financiön zijn voor toepassing der op 1 Juni in werking treden de Zegelwet 1917 aan de met de uitvoering dier wet belaste ambtenaren verschillende voorschriften gegeven. Hun is o.m. opgedragen om het publiek bij de naleving der wet zooveel mogelijk behulpzaam te zijn door het verstrekken van gevraagde inlichtingen enz., doch tevens om met gestrengheid op te treden, waar ontduiking blijkt of wordt vermoed. Boeten wegens het niet voldoen der verschuldigde rech'en, zullen noch geheel, noch gedeelte lijk worden kwijtgescholden, tenzij wordt aangetoond, dat de overtreding te goeder trouw is begaan. Zoo zal tot onbekendheid met de bepalin gen der wet niet als verontschuldiging wor den aangenomen, ten aanzien van personen var. wie, met het oog op hun betrekking, beroep of bedrijf, mag worden verwacht en gef-ischt, dat zij bekend zijn mei de ver plichtingen welke de Zegelwet hun oplegt, j Naar aanleiding van het 40-jarig lidmaat- schap der Volksvertegenwoordiging v.in mr. \V. H de Beaufort, afgevaardigde voor i het district Amersfoort, schrijft »De Fakkel» onder meer De kiezers vonden hem bereid, nog tot de verkiezingen van 191S zitting te nemen, i Dan zal hij plaats ruimen voor jongeren; »maar ik hoop nog zeer belangstellend toe- I schouwer te blijven» -- schreef de heer l)e Beaufort ons dezer dagen. En wie zijn his- I torische en andere opstellen las, weet hoe groot en warm die belangstelling zal zijn. Wij zijn weinig aangewezen, deze bijzon dere figuur te teekenen. Hoe kort maakten wij hem in de Kamer nog maar mee, en hoe zeer hield hij zich die jaren in de scha duw van het politieke leven. De verkiezingen I 3 hadden, op de heeren Tydeman en Van Foreest na, geheel nieuwe mannen hem in onze club gebracht; geheel nieuwe toestanden eigenlijk, want voor het eerst werd het een meer georganiseerde Kamergroep onder onze vrienden. Toch behoorde de heer De Beaufort tot de trouwe bezoekers der clubvergaderingen. als zijn gezondheid hem het uitgaan niet verbood. En daar luisterde hij met een vriendelijk heid en een belangstelling, alsof slechts parlementaire veteranen als hij aan het woord waren. Dat is een karaktertrek, die men zelfs bij oppervlakkige kennis van zijn persoon dadelijk opmerktde minzaamheid van zijn omgang, óok met jongeren of in sociale positie op verren afstand geplaatsten. Een occasional meldt ons Vrijdagavond hield de Kamer van Koop handel en Fabrieken een openbare vergade ring ten Raadhuize onder voorzitterschap van den heer Ger. Kleber, terwijl de heeren Hamers en Dros afwezig waren, Nadat de vergadering geopend was, wer den, 11a lezing door den secretaris de notulen van 20 Februari goedgekeurd. Ingekomen waren o.m. 1Statistiek van de spoorwegen over 1915 en verslag van de Kamers van Arbeid Van den heer S. W. Melchior een schrijven over de slechte telefoonverbinding met den Haag. De heer van Haselen kan zich heel goed begrijpen, dat die klacht wordt ingebracht, waar dikwijls 't uren duurt duurt, voor men aansluiting kan krijgen, Maar we mogen niet vergeten, dat Amersfoort niet alleen, wijl het een garnizoensplaats is, in dit geval in een hoogst ongunstige conditie verkeert, maar dat we in abnormale tijden verkeeren en dat het te betwijfelen valt of er daarom wel vooralsnog verbetering is te krijgen. De Voorzitter vraagt of er bezwaar is om den Minister eens op den toestand te wijzen, hetgeen door den heer Meursing beant woord wordt met de verzekering dat het zeer goed zou zijn, als zulks geschiedde. Besloten wordt om de aandacht van den Minister op een en ander te vestigen. De verschillende ingekomen adressen over de voorgenomen Export-Centrale, o.a. van de Kamers van Haarlem en Eindhoven en van de Maatschappij van Nijverheid geven aanleiding tot bespreking. De Kamer van Haarlem kan zich met het plan vereenigen, wanneer bij de uitvoering in overleg ge treden wordt met belanghebbenden bij, en vertegenwoordigers van den handel. De Voorzitter schijnt het 't wenschelijkste toe om het adres van de Maatschappij van Nijverheid te steunen, wijl dat van de verste strekking is, waarop de beer Van Vollen hoven nog opmerkt, dat ook de Kamer te Dordrecht in den geest van de Maatschappij van Nijverheid adviseert. Nadat de heeren van Haselen, Van Vol lenhoven en Meursing liet woord over deze zaak gevoerd hadden, wordt tot steun van het adres van de Maatschappij van Nijverheid besloten. Bij de rondvraag was t de heer Van Vollenhoven, die den slechten toestand van de Eem ter sprake bracht. Hij wees er op, dat daarin toch wel eens verandering mocht worden gebracht; een verbetering is drin gend noodig, vooral waar zoo alle poghigen in '1 werk worden gesteld, dat zich hier fabrieken vestigen. De Voorzitter deelt die meening volkomen en zou het wenschelijk achten de aandacht van het Gemeentebestuur daarop te vestigen. Daarna kwam aan de orde het adres van de Kamer te Eindhoven van het post chique- en giroverkeer. Eindhoven stelt voor om in te voe ren de In Duitschland reeds benuttigde post- credietbrieven, waarop de Voorzitter weet mee te deelen, dat de Minister zulks voor loopig nog niet gewenscht acht. De heer Meursing zou willen adviseeren, toch het adres te steunen. Hij acht postcre- dietbrleven van zeer groot gemak en nut en het toont weinig inzicht, dat zij, die de wet ontwierpen, geen rekening hebben gehouden met de behoeften en belangen op dat punt van den handel. Ten slotte wordt besloten het adres te steunen. De Voorzitter doet daarna eenige mede- deelingen over de gecombineerde vergadering van Kamers van Koophandel en Fabrieken, die te Utrecht plaats vond. De heer Van Vollenhoven brengt in t midden, dat dit reeds zoo vaak geschiedde, zonder dat men iets vernam, dat dit zelfde lot het adres van de firma Iloutzaager en andere schippers ten deel viel, hetgeen veel ontstemming bij adressanten teweeg bracht. De gemeente ontvangt wel de revenuen van de haven, maar doet niets om het vaarwater in goeden toestand te brengen. Besloten wordt oin een en ander nog maals onder de aandacht van het gemeente bestuur te brengen, waarna de Voorzitter de vergadering sloot. Een occasional meldt ons: Donderdagavond sprak de heer Klaas de Vries, lid van den gemeenteraad te Amsterdam over het zevende leerjaar voor alle 1..S, Behalve een vrij talrijk publiek, bi staande uit bij het onderwijs betrokkenen en enkele belangstellenden, waren nog aan wezig twee wethouders, verscheidene raads leden en leden van de commissie van Toezicht op het L.O. De heer Wesseling opende de vergade- dering. Na er op gewezen te hebben, dat het een kwestie is, die niet Is veranderd, ook hier niet, een kwestie van belang voor autoriteiten, voor ouders, voor het onder wijs gaf hij het woord aan den heer De Vries. Deze begon met te zeggen, dat het hem een aangename taak was over dit onderwerp te spreken. Hij zegt dit niet voor den vorm, maar er zijn van die dingen tusschen hemel en aarde, die altijd urgent blijven. Het geldt hier de vraag den leerplicht met een jaar uit te breiden, Is een ;e leerjaar wenschelijk, dan is dit ecu onderdeel van de vraag: wat is wen schelijk voor dc ontwikkeling van ons volk Is dc beschikbare leertijd voor onze volks school te beschouwen als te voldoen aan de te stellen eischen, of voldoet ze niet? De school voldoet niet, We hebben toch j voor enkele jaren samengesteld een con- cept-wet tot regeling van het 10. Er moest konten een nieuwe regeling in verband met de tijden, er kwam de wet op den leer- 1 plicht van Goeman Borgesius: de ineen schakkelings commissie bracht een zeer dik rapport uit, terwijl Volksonderwijs maar een zeer dun boekje schreef over de vraag. «Welke eischen stelt het kind?» Dat is de zaak, waar het om gaat, in verband met de natuur en de bestemming van het kind. j Welke leerstof moet er met een kind be- I handeld worden? j De tegenwoordige richting streeft er naar om in een minimum van tijd veel te leeren en men verwaarloost de waarneming van het kinderlevenzelfs Prof. Jelgersma en dr. Gunning erkennen dit volmondig. Vóór den io-jarigen leeftijd zijn de her- j senen onvolwassen en niet geschikt oiuler- wijs te ontvangen, zooals het maar al te veel gegeven wordt, Rousseau zelde het l zelfde. Hoofdzaak is, dat het kind frlsch van geest blijft. De 16 jarige leeftijd is voor de jongens en meisjes ook zeer ingrijpend. Hieraan ook heeft ons onderwijsstelsel niet <le minste aandacht geschonken. Aan dezen toestand dient een eind te komen. Aan 95°/0 der kinderen van ons volk wordt de noo- I dige ontwikkeling slechts mondjesmaat toe- gewezen, en wel voor den leeftijd, waarop I het eigenlijke onderwijs eerst recht moest beginnen. Een gezonde toestand is, dat de voorbereidende school duurt van 4 tot 10 en daarna van 10 tot 16 jaar, Het onderwijs in de avonduren is een surrogaat voor het te vroeg ontbrekende dagonderwijs, Na de schooljaren is van

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1917 | | pagina 2