Verzoek wed. Dcrks
Stadig.
Schoolarts.
De hoer II of land M. de V.. ik wil cr nok wel
bijvoegen, dut we dat deel van den weg uan huur
t< .uggoven. maar dat daartoe ecnigc reden iieata.it
gei' of ik niet.
Ho hoer Van ij natten M. de V., dat iade
i'i:,v' |uentic. I)e heele i|uaestie. waarom het draait is.
ilat de vergunning i* gegeven onder voorwaarde van
het afslaan van een stuk grond plus f 500. Nu gaan
wij /eggen, van de vergunning is geen gebruik -
■naakt, bijgevolg vervalt do res', nok. Wij moeten nu
heel.- /aak te niet doen. De geheole overdracht
■bent ongedaan gemaakt te Worden.
De Voorzitter Wordt hot voorstel I lofland
v .'.doende ondersteund
De hoeren O vcreem en Houbaer. Ja. M. de V.
De heer Oost er veen: M. de V., de weduwe
vraagt wel de f500 terug, maar niet den grond. Daar
schijnt ze 'lus geen belang hij to hebben. De Gemeente
kan cr wel belang bij hebben voor het verharden van
den weg. Mij dunkt wij kunnen /eer goed die f =,00
terug geven en die transactie ten op/.ichte van den
grond laten bestaan.
De Voor sitter. I Iet komt R. W. voor. dat
de opmerking van den heer Van N'ijr.atten zeker niet
/onder grond is. Wij moeten terugtreden in een rechts
grond en doen wij dit. dan geldt liet evengoed voor
den grond als voor het geld. En juist omdat het ge
mis van den grond later groote moeilijkheden zou
kur.nen opleveren, zien II, W. er groot bezwaar in
terug te treden in afgedane zaken.
De heer Hofland: J uist om die reden zou ik
zeggen wij hebben dien grond in ons bezit.
Als die weduwe nu zelf niet gesteld is op het terug
ontvangen van den grond, welke reden is er voor de
gemeente dan. dal te doen 't Ik zie daarvoor geen enkele
reden.
De Voorzitter: Ik moet toch even opmerken
dat dc/e volgorde niet precies juist is, Eerst is de
vergunning gegeven. Daarvoor moest zij afstaan een
deel van den grond. Daarna moest de grond verhard
worden en daarvoor is het geld. Dit stond niet in
direct verband met de vergunning tot het bouwen van
een fabriek, liet geld is dus afgestaan voor het ver
harden van den weg. En dat zouden wij nu weer gaan
afstaan. Maar de waarde van de aangrenzende gronden
zal door de verharding stijgen en daarvan zal de we
duwe dus, of wie den grond overneemt, profiteered
Het voorstel-Hofland wordt hierop aangenomen met
stemmen voor en tegen (n.l. "lie van de heeren
1-Mtnk, J<>rissen De Kempenncr. Kant. Veis Heijn. en
Van der Wal).
287 Goedkeuring vim de rekening der Maat
schappij lol bevordering der toonkunst (nfd.
Ani.-rsfoort.
Goedgekeurd z. d. of li. st.
288 Voorstel van Burgemeester en Wethouders
i"! viisistelling van een verordening regelende
ie werkkring, de benoeming en de bezoldiging
v in ile schoolartsen iGedr. Vers. No. 97).
Dc Voorzitter: Vraagt iemand het woord voor
algemeenc beschouwingen over Ontwerp-bealuit I
Dc heer Stadig: Ja M. de V.. I'oen ik het betrek
kelijke voorstel las, kreeg ik den indruk en die is
i>ij mij bevestigd geworden dat wij op deze manier
de zaak waar het om gaat door een enkel besluit niet
volledig regelen. De verordening wil regelen den werk
kring. de benoeming en de be/uldiging van de school
artsen. Maat wij staan hier voor een nieuw instituut
11,1. regeling van hygiënisch en medisch toezicht op de
openbare lagere scholen en bijzondere scholen waarvan
hel I testuur zulks verzoekt. Dat 'S de materie, die hier
te regelen valt. Gaan wij nu alleen mei deze verorde
ning in zee dan hebben wij slechts een deel van deze
materie regelen, dan weten wij wel hoever de taak
gaat van de schoolartsen, maar weten wij niet in hoe
verre zich het medische toezicht zal uitstrekken.
Het blijkt al dadelijk, dal deze stof niet volledig
behandeld is. want naast de schoolartsen zullen ook
school verpleegsters kunnen worden benoemd die een
andere taak zullen hebben N'u is voor mij de vraag
\n hoeverre zal dit toezicht zich uitbreiden "legen den
werkking van de artsen beb ik geen bezwaar. I (adden
wij de zekerheid dat die zich r.iet verder z..u uitstrek
ken) dan had ik ook geen bezwaar tegen de regeling
van deze zaak. Maar ik vrees, dat we ons niet goed
bewust maken, hoever we gaan. Ik zou het toezicht
niet verder willen laten gaan, dan het hier is omschre
ven en de taak der verpleegsters ook tot dit gebied
willen beperken. Ik vrees echter, dat deze zaak een
sterke ter.denz tot verdere uitbreiding zal hebben, in
deze richting n.l., dat het op den duur zal worden
een schuiven van de medische verzorging der kinderen
op de schouders der gemeente. Ik geloof, dat ligt
zoo n beetje in de toekomst en ik vermoed, dat ver
scheidene leden van den Raad. althans enkelen, in die
richting zullen willen gaan. Maar ik zou daar ernstig
bezwaar tegen hebben. Om met deze zaak mede te
gaan. zou ik van te voren de zekerheid moeten heb
ben. dat de grenzen van het medisch toezicht scherp
waren afgebakend. )m een practischen vorm aan mijn
bezwaar te geven zou ik zeggen, dat wij een verorde
ning moeten hebben tot regeling van het hygiënisch
en medisch toezicht op de lagere scholen en (lat daarin
naast de taak van de schoolartsen de taak der ver
pleegsters omschreven moest worden. Het moet dus
niet gaan om het vaststellen van een instructie, maar
om het vastleggen van deze geheele materie, zoodat
dit toezicht alleen zal zijn het constateeren van medische
afwijkingen of hygiënische misstanden en te adviseeren
aan de ouders en verzorgers der betrokken kinderen.
Dank l". M. de V.
De heer Hofland: M. de het spijt mij alleen
maar. dat de heer Stadig zich niet nader duidelijk
heeft uitgesproken, wat hij eigenlijk wel wenscht. Zijn
bezwaren komen, kort samengevat, hierop neer. Het
ligt in de toekomst, dat <le medische en hygiënische
verzorging van het kind gaandeweg meer op dc ge
meente zal worden geschoven en dan houdt hij zich
overtuigd dat enkele leden van den Raad ook die
richting uit willen. Daartegen gaat zijn bezwaar. En
dan komt als zijn eindconclusie dc eiscb. dat duidelijk
omschreven moet worden dat men niet verder mag
gaan, dan hij meent, dat het moet gaan. N'i ware het
tocb beter geweest dat de heer Stadig zijn bezwaren
had ontwikkeld. Dat heeft hij nagelaten. Hij heeft
alleen gezegd, dal is mijn bezwaar. Maar is dat vol
doende Als een stuk door H. \V. wordt aange
boden is het niet voldoende, daarop alleen maar critiek
uit te oefenen en bezwaren uit te spreken, ook dan
niet wanneer die bezwaren gepreciseerd worden. De
gronden waarop die bezwaren rusten, dienen ook ont
wikkeld te worden en dat heeft de heer Stadig nage
laten. N'u zou ik zeggen, wil ik het maar doen. maar
ik acht het toch heter 1 gelach) Ja. ik voel dat wel
Iedere uitbreiding van socialen arbeid ontmoet in som
mige kringen bepaald verzei en men komt dan niet
met omlijnde bezwaren voor den dag, maar zegt een
voudig. ik zou het liever niet willen. Dat is dunkt mij,
niet het juiste standpunt en ik zou den heer Stadig