Gemengd nieuws. Stadsnieuws. dat menige Hollandsche moeder, die dit leest, het een ongehoord waagstuk zal achten, zoon jong kind alleen de zee over te sturen. Goed Nederlandsch is het om angstig te zijn voor zijn kinderen, om niet te gelooven, dat het hun goed zal gaan, zoodra wij ze uit het oog verloren hebben. En toch moet, zal het onzen kindereu goed gaan, dat natuurlijk moederinstinct overwon nen worden. Wij moeten de kans durven loopen dat er werkelijk een ongeluk ge beurt, dat misschien voorkomen had kunnen worden, als wij er bij geweest waren, en wij moeten met die gedachte verzoend raken door de overweging, dat de zelfstan digheid van het kind ten slotte toch het doel is van alle opvoeding. Of er rechtstreeks op een schoolreis veel geleerd wordt, is een vraag, waarop men gerust ontkennend kan antwoorden, indien men tenminste aan loeren - geen andere beteekenis hecht, dan de school er aan toe kent. Maar in een hoogeren zin mag men zeggen, dat schoolreizen uitermate leerzaam zijn. Ook al is het misschien niet in de plaats voor de intellectueele vorming van den leerling. In de aardrijkskunde les ko men tal van termen voor, die half begrepen dreigen te blijven, omdat de aanschouwing er bij ontbreekt, een gemis, dat door de beste afbeeldingen toch maar gedeeltelijk kan vergoed worden. Wie eenmaal langs een onzer groote rivieren heeft gewandeld, weet voor goed wat uiterwaarden en wat kribben zijn. Wie eens met oplettendheid zich in een veerpont heeft laten overzetten, heeft geen lange verklaring voor de wer king er van noodig. Maar de winst voor de karaktervorming is toch het grootst. Waar leert tnen beter dan op reis zich be helpen, zelfstandig optreden Ik was eens met een 14-jarigen jongen, die veel van fo tografeeren hield, in Aken en daar pingen we een winkel binnen, om enkele fotogratie- benoodigdheden te koopen. De jongen had voldoende Duitsch geleerd, >m zich te kunnen redden, maar als vanzelf deed ik het woord hij durfde geen woord Duitsch spreken, waar ik bij was. Toen wij een volgende maal weer in denzelfden winkel moesten zijn, zorgde ik wel dat de jongen alleen ging en alles kwam goed terecht. Maar het kostelijkst'-, wat men op een reis met tochtgenooten leereti kan en wat een Xederlandsche jongen bovenal noodig heeft dat is gemeenschapszin. Daaraan ontbreekt het onzen jongens, zooals trouweus heel ons volk, in hooge mate. Het gevoel, het besef niet alleen voor zichzelf, maar ook voor anderen te moeten zorgen en omge keerd ook op anderer steun, waar het noodig is. te kunnen rekenen, dat is een kostelijk bezit, dat op een ccnigszins lang durige schoolreis sterk wordt vermeerderd. Indien de meerdaagsche schoolreisjes onder ons inheemsch worden en een groot aantal leeraren van middelbare scholen en gymnasia, ook van onderwijzers-kweek scholen zich opgewekt gevoelen, het voor beeld hunner Haagsche collega's te volgen, dan zal dat zonder twijfel het allereerst op den geest der school van een niet te over schatten goeden invloed zijn. Er is toch veelal in de verhouding, waarin de leer lingen tot hun school staan, iets van stille vijandelijkheid. Hartelijk vertrouwen is er maar weinig. Dat kan aan de persoonlijk heid der leeraren liggen en er zijn omstan digheden denkbaar, die door nog zooveel schoolreizen niet te veranderen of te ver beteren zouden zijn, maar het ligt toch ook voor een deel aan ons schoolsysteem, dat onze scholen tot enkel 1 eerinrichtingen maakt, waar de kinderen niets anders zijn dan de objecten, waarin zooveel mogelijk kennis moet worden ingegoten. Zeker, de kinderen gaan naar school, om te leeren en de school, waar ik zeg niethet meest, maar het best geleerd wordt, is ook de beste school. Het best echter wordt geleerd, waar de leerlust wordt geprikkeld en die lust moet in een algemeen gevoel van lust en welbehagen wortelen. Maak de school vroolijk en gezellig, laat er nog iets anders zijn dan lessen overhooren en fouten ver beteren Nu zijn het niet de enkele dagen, waarin de schoolreis ondernomen wordt, die op zichzelf genomen, van zulk eenver- strekkenden invloed zullen zijn, maar het is heel de voorbereiding, die er aan vooraf gaat en waarin de leerlingen zooveel mo gelijk betrokken dienen te worden. Want... de schoolreis kan mislukken en een mis lukking kan veel kwaad doen. Daarom kan, vcoral de eerste maal, aan de voorbe reiding niet te veel zorg en hoofdbreken worden besteed. Dan zal nog niet alles goed gaan, maar dan doet men toch nuttige ervaring op voor de volgende maal. H. P. Van Menscli tot Mensch. door M. G. Muller J.ulofs. Wie eenige weken geleden de lezing van Mevrouw M. G, Muller f.ulofs over tehuizen voor schoolgaande kinderen bij woonde, zal velerlei indrukken ondergaan hebben en welke meening hij ook meege dragen heeft huiswaarts, zeker zal hij bij zich zelf hebben gezegd: dezen middag heb ik geestelik verkeer gehad met een heel mens. Wij zijn voor het meredeel halve of kwart mensen. Waarlik we weten ten dele, we geloven ten deele, we twijfelen ten dele en als gevolg van dat alles handelen we ten dele. We zijn allen te zeer bewust, dat elkejme- daille z'n keerzijde heeft,- dat je de din gen niet van één kant moet bekijken', dat >je niet over één nacht ijs moet gaau», dat »het beter is ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald», en zoo is veelal le mieux l'ennemi du bien en het goede komt daarom niet tot stand, omdat men het betere nog wil berekenen. 't Klinkt haast paradoxaal, maar onze moderne veelzijdigheid draagt het grote gevaar in zich tot lafheid te leiden en de maatschappij heeft geen halve krachten nodig maar hele, stuwkrachten, die drijven in een bepaalde, hun eigene richting. Desnoods met eenzijdig inzicht maar dan toch vol vuur vol heilig vuur; de correctie op die een zijdigheid wordt dan wel van buiten aan gebracht. daar zorgt onze kritiese volksaard wel voor. Een heel mens vol heilig vuur, die sprak op die middag voor een klein aandachtig gehoor. Veel te klein was de schare die naar haar luisterde. De leeszaal wil proberen die schare groter te maken en schafte haar boek »Van Mensch tot Mensch» aan. Dit boek is «de vruchteener vijf en twintig-jarige armenzorg-ervaring iemand, voor wie het zwaartepunt der armoede veel meer ligt in de geestelijke erschrompeling dan in de niateriëele ont bering.» De inhoudsopgave luidt Negatieve en positieve armenzorg. Armenzorg en de vrouw. Eenige grondregels voor de praktijk der armenverzorging. De opleiding der vrouw voor maatschap pelijk werk. Voogdij. Samenwerking in 't belang der armen. Eergevoel. Het optreden van den armenbezoeker. De taak der armverzorging tegenover de drankzuchtigen. Wat bedoelen onze tehuizen voor school gaande kinderen Nu ik die inhoudsopgave neergeschreven heb. voel ik sterk hoe weinig zoo'n nuchter rijtje titels zegt omtrent het warme hart, dat in dit hoek klopt, omtrent de innerlijke beschaving die er het deel van is, omtrent de diepe menselikheid, die er als een leven gevende adem doorstrijkt. En liever dan zelf te trachten U daarvan een voorstelling te geven, geef ik aan de schijfster zelf het woord, liet slotwoord van haar laatste opstel dit boek. 't Motto boven ieder kinderhuis, als uiting van het hooge ideaal, dat er wordt nagestreefd zou kunnen worden ontleend de wondermooie woorden van het 1 loo- gepriesterlijk Gebed: >die Gij mij gegeven hebt, heb ik bewaard, en geen van hen is verloren gegaan, Wat hebben wij voor ze gedaan? leder herbale die vraag voor zichzelf, ieder vrage zich af: wat heb ik gedaan tot verbetering van dien schrijnenden misstand, die de moeder wegroept van haar kind? Wat heb ik voor ze gedaan Dat vrage zich af de moeder, die met de angstigste zorg waakt over haar blij en blozend ktnd, het behoedt voor elk gevaar, voor iedere besmettingde moeder, die neerknielt bij de wieg van haar zuigeling, in 't diep besef van de zware hoogheilige taak haar opgelegdde moeder die trilt van ontroering wanneer de kleine armpjes zich voor 't eerst naar haar uitstrekken als naar de bron waaraan alle goeds ontwelt. Wat hebt ge voor mij gedaan? Die vraag komt tot ons allen, ze late ons niet los, voordat we den dank voor de onvergelijkelijk groote gave, die heel de menschheid is geschonken in het kind, den dank voor hetgeen het kind, 't zij het ons eigen is of dat vau anderen, ons brengt aan poëzie, aan humor, aan levensblijheid, aan eenvoud cn reinheid, aan spontaneïteit en idealistisch optimisme hebben omgezet in ontferming, in vruchtbare in daden-zich- uitende liefde voor het verlaten proletarii'-r- kind». Als ge dit boek uit de J.eeszaal gehaald hebt en ge hebt het laatste opstel gelezen en niet innerlik weerlegd, wees dan eens niet half maar heel en geef U op als lid van de vereniging voor een Kinderhuis te Amersfoort. De secretaris is de heer H. J. Veldhoen, i.ange Beekstraat 3b. Aldus J. H. (i. in >l.eeszaalnieuws«. missarissen der Koningin er op gevestigd, dat paspoorten vrij van zegelrecht uitslui tend aan onvermogenden kunnen worden uitgereikt. j Van i Juli af worden door de Neder- landsche spoorweg-maatschappijen geen directe plaatsbiljetten naar het buitenland j meer afgegeven en moet men zich op de 1 grensstations van nieuwe plaatskaarten voorzien Ook komende van het buitenland kan j men thans geen rechtstreeksch biljet naar Nederland verkrijgen, maar slechts tot het j Xederlandsche grensstation. Door de afd. Amerf. van den Bond van I Ned. Onderwijzers is telegrafisch aan den i Minister verzocht om spoedig aan de onder- i wijzers van de Openb. School over de vervallen termijnen den duurtetoeslag uit I te betalen. i Men wil weten dat door de Bijz. Scholen 1 hier en in den omtrek de toeslag reeds is j uitbetaald. De R. K. Bouwvereeniging „St. Boni- facius" publiceerde haar balans over 1916 zoo meldt de Eembode. Op oprichtings kosten is afgeschreven in 1916 f95.55. Het I Bouwterrein groot 22055 M-. staat er op I voor f 30.283.80 en de So woningen aan I de Bonifaciusstraat waarvan de bouwkosten bedroegen f 150.44S.45S voor f148.133.50. De onderhoudsfondsen bedragen totaal I f 2.302.3 G. De saldo winst bedraagt f242.17. Burgemeester en Wethouders deden de bewoners van de l.angestraat een schrijven toekomen, waarin hun gevraagd wordt of zij genegen zijn de stoepen voor hun per- ceelen over te dragen aan de gemeente en dat met het oog op de verbetering dier straat, 't I.igt in de bedoeling om daar te maken trottoirs, rioleering aan te brengen waar deze ontbreekt en over te gaan tot verharden van de straat. versloeg Zondag achter Rust ic C. (Amsterdam; met 4 --1 Het gapen, schrijft prof. ieigel uit Würz- burg in de >M(lnch. Med. Woch.«, is van een ongemeen gunstige prognostische betee kenis. >lk heb-., zegt hij, >het medisch handwerk bij beroemde meesters geleerd, en durf beweren, dat ik in hunne werk plaatsen niet van de luisten geweest ben, maar nog nooit heb ik bij de analyse van ziektebeelden uit hun mond over het gapen iets vernomen. Toch heeft het gapen een zeer gewichtige beteekenis. Daarop ben ik echter niet door mijn leermeesters gekomen, nog minder ben ik er uit mij zelven op gekomen, maar het is een vrouw geweest, door wie ik het is reeds lange jaren gele den daarop opmerkzaam gemaakt werd. een vrouw, wier ongemeen heldere blik door de nimmer rustende zorg en angst voor baar kinderen tot het uiterste ver scherpt werd. Die vrouw, mijne moeder, heeft mij geleerd, welk een buitengewoon gunstig voorteeken bij koortsachtige toe standen het gapen is. Zag ze, over het bed van haar kind geleund, het voor't eerst we der gapen, het behagelijke gapen, dan hield zij het geweld der ziekte voor gebroken en met recht». Bij het uitbreken eener zware infectie ziekte vervallen de patiënten in een onrus tige sluimering zonder dat zij gapen, en eerst als de koorts gaat wijken, vallen zij onder gapen in slaap, en Wel in een rusti- gen, diepen, verkwikkenden slaap. Bij in fecties, die naar den dood voeren, blijft het gapen uitde doodsslaap wordt niet door gapen ingeleid. Menigmaal, zegt de schrij ver, heb ik vergeefs naar dit troostrijk verschijnsel uitgezien, cn heb ik half uit scherts de pleegzusters een Thaler beloofd voor wie bij den wakenden of halfsluime- renden patiënt het gapen zien en mij be richten zouhet bleef uit en de genezing eveneens. Zware hersen-lijdcrs vallen in diepen slaap, in coma, in sopor, zonder vooraf te gapen. Aan de verdooving van het sensorium bij uraemie, bij coma diabeticum of ten gevolge van narcotica is het gapen vreemd. Cbloro- form-narcose gaat niet met gaper, gepaard. Om al deze redenen meent (ieigel het Heden- en morgenavond gaat nog in de Bioscoop «De Arend» Bertha von Süttner's «DE WAPENS NEER». Wie deze spannende lilm nog niet heeft gezien, verzuiine niet naar »DK AREND» te gaan Toegangsprijzen iets verhoogd Heden zijn te Utrecht geslaagd voor acte A M. I J. I.. de jonge dames C. Boom, G. Grondhout, M. Klijn, van hier en A, van den Woerd, van Nijkerk, allen leerlingen van de O. Meisjesschool alhier. gapen als een zeer gunstig toeken bij ziek ten te mogen hesrhouwen. Het gapen is een teeken van verveling en iemand die zwaar ziek is, verveelt zich niet. De heer H. A. Th. Derks alhier is bestemd voor den dienst in Neder!. Indië als opzichter bij den Waterstaat in 's lands B. O. W. De heer Hoepner uit Utrecht is benoemd tot tijdelijke ambtenaar bij het distributie- bureau alhier, afdeeling Waren. Een afdeeling textielarbeidsters is hij de R. K. Volksbond opgericht. Het vrouwelijk personeel der wasscherijeu zal zich ver moedelijk daarbij aansluiten. De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft in overleg met zijn ambtgenoot f inanciën - de aandacht van de rom- Sedert 1 Januari gaven zich voor de Leeszaal 220 nieuwe leden opin April 22. Het aantal bezoekers bedroeg in 1915 »9'& 1917 Couranten en tijdschriften 2099 '"9 1036 Studiezaal 395 241 mg Aantal uitgeleende banden 3501 2276 2101 Hiervan (kinderboeken 769 411 464 In de maand Mei 1916 an 191- werd de jaarlijksche schoonmaak gehouden. De moderne jeugd houdt er al een wereldbeschouwing op na, voordat ze de wereld beschouwd heeft. VAN RIJN'S ^MOSTERD I11 het voorheen aan kippen zoo bijzonder rijke Veluweland wordt onder deze nuttige dieren, die zoo buitengewoon veal tot meerdere welvaart onzer streken hebben bijgedragen, een, helaas gedwongen, moord aangericht, die bedroevend stemt en het medegevoel wekt van ieder, die het wel meent met den nijveren, kleinen landbou wer-kippenhouder. Bij duizenden toch win den deze dieren thans opgeruimd, en moet deze verkoop nog wat worden voortgezet, dan zal na enkele maanden de kippenstapel totaal zijn uitgeroeid. Immers, wegens den volslagen voedselnood worden er geen kuikens meer gefokt en de volwassen die ren, alle nog eierlegsters, gaan geslacht naar het buitenland. Met tranen in de oogen vertelde ons dezer dagen nog een bejaard boertje, dat hij van zijn 700 kippen, de eenige bron zijner inkomsten, nog slechts een luttel aantal hennen overhad. «Zou de Minister wel goed weten hoe hoog onze nood ge stegen is? Mij dunkt, dan zorgde hij wel, dat wij wat voeder voor de beestjes kregen», aldus redeneerde de trooslelooze man; en wat hij uitsprak wordt floor velen ook gedacht, Wordt hier inderdaad niet spoedig en afdoend geholpen, dan wordt er aan onze plattelandsche bevolking een slag toege bracht, waaronder zij, menschelijker wijze gesproken, nog lange jaren gebukt zal gaan, terwijl dan tevens het totaal gebrek aan versche eieren in tal van andere krin gen een ongerief zal veroorzaken, waarin niet gemakkelijk te voorzien zal zijn,

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1917 | | pagina 2