Hofland. Nieuwe verorden. Inkomstenbelasting.
Jorissen. Niduwe verorden, inkomstenbelasting.
De heer Hofland: maar in belastingzaken.
Iemand, die hier in de iemeente goed bekend is. wiens
iagelijksch werk het is en die zich ook ongerust
maakt over hetzelfde, dat u als argument tegen i>ns
voorstel meende te moeteu aanvoeren.
Ik was ten opzichte van dien mijnheer alweer op.
timistisch. Ik heb gezegd, hoor eens. daar heb je tabak,
ijzerwaren en er zijn nog zooveel andere zaken, die
i"k dit jaar nog dui/enden guldens extra oorlogswinst
hier in de Gemeente zullen brengen. Wij laten nu maar
daar of dat rechtmatig is of niet rechtmatig, maar wij
dienen van de winst, die in onze Gemeente komt. te
profiteered te profiteeren op een wijze, dat wij de
kleine inkomens kunnen ontlasten en de grootere in
komens. wanneer het inderdaad waar is, dat die ge
profiteerd hebben, zwaarder kunnen belasten. Welnu,
wanneer er dus werkelijk bezwaren bestaan tegen ons
voorstel, bezwaren in die richting, dat onze Gemeente-
financi'-n gevaar zouden loopen, dan zou ik zeggen,
neen, in weerwil, dat ik zooveel mogelijk tracht naar
het versterken van het beginsel, dat er moet worden
geheven belasting naar draagkracht, zou ik het niet
aandurven. Maar ik, M. de V.. en ik hoop de Raads
leden ook, die een kijkje kunnen krijgen in de finan
ciën van onze Gemeente, moeten mij dunkt zooveel
vertrouwen stellen in den bloei, zal ik het noemen, van
onze Gemeente, dat zij het aandurven om f 13.000 he-
lastingopbrengt te derven op de eene plaats, waar
het op een andere plaats weer terug gewonnen kan
worden. Dat is onze meening.
Nu hoop ik, dat ook nog andere leden van den
Raad de zaak ernstig onder het oog zullen zien. Ik
weet, de zaak is ernstig genoeg en wordt ook ernstig
genoeg gevoeld. Maar ik zou graag zien, dat de Raads
leden. die voor zichzelf de zaak zus of zoo zien, mij
zullen bestrijden of zullen bijvallen. Want het gaat
hierniet om een levensbelang der Gemeente. Wij
komen er overheen, dat is mijn vaste overtuiging. Ver
leden jaar heb ik bij de begroeting het financieel be
leid besproken en mijn inzichten daarin ontvouwd en
ik had er groot vertrouwen in. En het eigenaardige
is, dat mijnheer Kroes op het oogenblik. om dat kleine
cijfertje meent niet te moeten vertrouwen op ons voor
stel. terwijl mijn vertrouwen in de Gemeentefinancien
en in de ontwikkeling daarvan niet beschaamd is ge
worden.
Het beeld, dat ik maalde, dat ik den Raad voor
oogen heb gesteld, is op het oogenblik nog vee! gun
stiger. dan men toen zelfs bij benadering durfde hopen.
Daarom M. de V., hoop ik. dat men nu ook niet zal
zeggen, ja maar hier is wat en daar is wat. Inderdaad,
ik geef u als mijn vaste vertrouwen, dat er geen
redenen bestaan, om te wanhopen, wanneer wij die
f15.000 op het oogenblik in dat opzicht, om een woord
van den Burgemeester te gebruiken, cadeau gaan
geven, om ze op een andere plaats terug te nemen.
Nog een enkele toelichting in cijfers, M. de V. Toeri
ik al dadelijk voelde, dat het bezwaar van den heer
Jorissen door een der leden van den Raad naar voren
kon worden gebracht, heb ik mij dadelijk ook ahveer
aan het cijferen gezet en heb gevraagd, wat zal daar
van het effect zijn voor het belasting-object. Want
daar komt het op aan.
Dan zie ik al dadelijk, dat een bruto inkomen van
f700 volgens het voorstel van li. W. met een ver-
menigvuldigingscijfer van 1.4 zal betalen in iqiH
f7.08 en volgens mij f3.141: dat een bruto inkomen
van f izoo volgens het voorstel van B. W. f27.51
zal betalen en volgens mijn voorstel f22.72; dat een
bruto inkomen van f 1S00 volgens B. W. zal beta
len f57.75 en volgens mij f 57.19.
M. de V„ ik heb dus mij voorbereid op alle be- j
zwaren en ik herhaal, ik hoop, dat ook andere leden
van den Raad zich geroepen mogen gevoelen, dit
voorstel te verdedigen. Dank U wel. M. de V.
De Wethouder Jorissen M. de V.. nog een enkel
woord. Ik geloof, M. de V,, dat over het toekom
stige inkomen van onze gemeentenaren wel veel valt
te reden eren, maar niet veel valt te bewijze::.
Ik zou willen, dat wij allemaal zoo optimistisch konder.
zijn. als de heer Hofland, maar ik denk toch, dat zeer
veel personen in Amersfoort de meening van den heer
Hofland niet zullen deelen. Nu is dat op stuk van
zaken, ja een quaeslie van minder of meer optimisme
of pessimisme. Maar. M. de V.. nu zegt de heer
Hofland, liet zal ten hoogste een quaestie zijn van
f15.000, die men derft in de opbrengst. Ik heb nu
eventjes de cijfers voor mij genomen en dan moet ik
den heeren meedeelen. dat volgens de laatste bereke
ning wij bij de tegenwoordige regeling een totaler.
aftrek als onbelastbaar zouden hebben van f2.320.200
volgens het nieuwe voorstel van B. W. van
f2.089.050 en volgens het voorstel van den heer
Hofland f3.119.250, alles berekend volgens 5002 ko
kieren.
Als de heeren er belang in stellen kan ik ook wel
opgeven, hoeveel kohieren dat zijn van de verschil
lende onderdeelen, maar ik zal dat liever ter inzage
leggen, omdat ik niet geloof, dat het van genoeg be
lang is om het in zijn geheel hier voor te lezen. In
ieder geval, wij hebben 5002 kohieren, die volgens
ile berekening van den heer Hofland een verminde
ring aan onbelastbaar zouden opleveren van f 3.189.250
en volgens het voorstel van B. A W. van f2.1890.50.
En wanneer ik dat nu naga volgens de tegenwoordig
geldende belasting, dan zie ik, dat het voorstel Hof
land aan belasting, berekend tegen 5 1/2 pet. gemiddeld
- zooals de heer Hofland zelf doet, nietwaarmin
der zal opbrengen f 30.400 en het voorstel van B.
W. f 12 000, zoodat het voorstel Hofland, behalve de
f12.900, die door het voorstel van B. W. reeds
minder binnenkomen, nog extra kost f 17.500.
Ja, nu komt op stuk van zaken alles hierop neer
en men kan overal wel gcvoelsquaesties van maker.,
maar zie. M. de V., wanneer ik overal gevc^lsquaesties
van maak. dan kom ik er niet. Dit zijn dorre cijfers,
die wij hebben te accepteeren. En nu zet ik alle
gevoel en allo sentimentaliteit op zijde. Ik voor mij
heb de vaste overtuiging, dat B. .V W. met hun voor
stel zoo ver zijn gegaan, als de Gemeentefinancier
gedogen. De heer Hofland heeft zelf erkend, het iag
in zijn geest, maar hij wou alleen verder gaan. M. de
V dal wordt straks een quaestie van loven en bieder..
Het is dan eenvoudig, hoeveel voel je ervoor en dat
gevoel is iets heel subjectiefs. M. de V., ik blijf erbij,
het voorstel van B. W. is m.i. billijk en wil iemard
nu extra, behalve dus de f 12.900, van R A W
f 17.500. meer derven aan belastingopbrengst
de Raad is vrij om te stemmen, maar ik meen dec
Raad te moeten waarschuwen, om het voorstel var.
IV A W. aan te nemen.
De heer Hofland M. de V., mag ik het woord?
De heer Va n N ij n a 11 e n M. de V
De heer Hofland Als je blieft, als je even wilt.
De heer Van Nij natten M. de V.. wanneer
ik straks mijn stem zal uitbrengen, dan zal dat gebeu
ren naar de wijze, waarop m.i. hier het algemeer:
belang het best gediend kan worden en wanneer er
van de zijde van B. A W., nadat ik dit schema
bestudeerd heb, geen andere argumenten naar voren
komen, tegenover de argumenten, die mijn medelid
Hofland naar voren heeft gebracht, M. de V., dar.
kan ik u zeggen, dat mijn stem zal zijn voor het
voorstel Hofland c.s. Maar in weerwil daarvan, M. de
V.. wil ik ook toch een enkel woord zeggen. Wan
neer onze geachte Wethouder van Sociale Aangelegen-