NÉrlMdstle Sii
Maandag 17 De
NELLY.
NAAMLOOZE VENN<
Teorbeen 7PES POSTHUHES -
KAPITAAL fi.nr
verdeeld 1
I ÖOO.OOO gewone aandeelen, ge
I SOOOOO.6 pCt. Cumulatief Prei
winst, thans uit te get
Commissarissen
J. BLOOKER, oud lid der firma J. en C.
Utrechtsche Bankvereeniging te Utree!
G. D. MOLENAAR, lid der firma Heiinen en
Mr. C. SCHUIJT, directeur der Westlandsche 1-
J- H. J. BRüN'ING, directeur-generaal der N. V
Zn., te Eindhoven.
Directie JAC. SCHUIJT
UITGI
Tan f 500.000.- 6 pCt. Cun
aan Toonder, mot aaudee
ieder groot
reed» deelende in de winst,
1 November tot 31 December I
100 pt
Ondergeteekende bericht, dat de inschrij
gesteld tot
te AMERSFOORT, bij de Heeren no der Zoo di
te AMSTERDAM, bij de Kas-Vereealging,
te ALKMAAR, bij de Heeren de Lange en de
te ARNHEM, bij de Betuwsche Bank, Lamsvclt
te ASSEN, bij de Firma E. A. Smidt,
te BREDA, bij de Heeren van Mierlo Zoon,
te BUSSUM. bij de Heeren van der Zoo de Jot:
te GORINCHEM, bij de Handels- en Landbouw
te GOUDA, bij de Handels- en Landbouwbank,
te GRONINGEN, bij de Heeren Ubbens, VViers
te HARDERWIJK, bij het Kassierskantoor van
te HILVERSUM, bij de Heeren H. G, Oyens i
te LEIDEN, bij de Heeren Waker li n en den Ou
te MIDDELBURG, bij Izaak Boasson Zonens
te OUDEWATER, bij de Woerdensche Bank,
te ROSENDAAL, bij de Heeren P. A. G. van
te VENLO, bij de Bank- en Handelsvereeniging
te VLISSINGEN. bij de Firma de Koster Co.
te WOERDEN, bij de Woerdensche Bank,
te ZWOLLE, bij de Heeren Doyer KalfF,
te UTRECHT, te haren kantore. Kromme Nieui
alwaar prospectussen en inschrijvingsbiljetten ver'
ÜTRECHTSCH
UTRECHT, io December 1917.
Bouwtc
te koop g-<
GEMEENTERAAD
van'
AMERSFOORT.
STENOGRAPHISCH VERSLAG.
Openbare vergadering van den Raad der Gemeente
Amersfoort op Woensdagss November 1917, des na
middags te twee uur.
Voorzitter de Burgemeester, de heer mr. J. C.
Graaf van Randwijck.
Tegenwoordig de heeren A. Eysink, J. W.
Jorissen, X. Veis Heijn en mr. dr. H. Th. A. Ver
hoef, Wethouders; benevens de heeren J. Hofland,
H. Kroes, A. C. R. O. Leinwcber, J. Overeem, Th.
H. J. Nieuwendijk, A. van Nijnatten. mr. L. Stadig,
A. M. Tromp van Holst. J. A. Rant en J. v. d. Wal
Kzn., benevens de secretaris, de heer A. R. Vecnstra.
Afwezig met kennisgeving de heer M. R. N. Ooster
veen, zonder kennisgeving de heeren F. M. Houbaer,
A. 11. van Kalken, H J.de Kempenaer en H. Koning.
De Voorzitter: Mijne heeren, ik heropen de
vergadering. Kr is bericht van afwezigheid ingekomen
van den heer Oosterveen. Gisteren was cr bericht van
verhindering van den heer Tromp van Holst; wat ik
toen tot mijn spijt vergeten heb mede tc declen.
Dan gaan wij over tot de hervatting van on/e be
zigheden. de vaststelling der salarissen, rubriek lager
onderwijs, sub b.
Goedgekeurd z. d. of h. st. worden de salarissen
der hoofden van de scholen B, D, E, F, G en H.
In bespreking komen de salarissen der onderwijzers.
De heer Hofland: M. de V., het heeft mij wel
bevreemd, dat In het voorstel van B. W. 4 één-
jaarlijksehe verhoogingen worden voorgesteld van f 75,
3 twee-jaarlijksche van f 100 en 3 drie-jaarlijksche van
f 100. Nu staat er: De 9e en 10e verhooging wordt
niet vroeger toegekend dan resp. 1 Januari 1921 en
1 Januari 1924.
Ik zou willen vragen, welke reden was er toch voor,
om die laatste periodieke verhooging niet uit tekeeren,
wanneer werkelijk de diensttijd verstreken is, maar ze
vast te stellen op een bepaalden datum Ik vind daar
voor geen enkele aannemelijke verklaring in de stuk
ken en ik weet, dat de betrokkenen zelf niet juist
begrijpen, waarom die verhoogingen worden uitgesteld.
Ik kan mij natuurlijk voorstellen, dat cr enkelen zijn,
die daar al dadelijk voor in aanmerking zouden komen
en die meenen, dat, waar zij den leeftijd hebben bereikt
en den diensttijd hebben meegemaakt, zij inderdaad
die periodieke verhooging zouden moeten hebben. Maar
ik herbaal, ik heb het zelf niet goed begrepen en meer
dere raadsleden met mij ook niet. Ik zou u dus willen
verzoeken, dat even nader te verklaren.
De heer X1 e u w e n d ij k M. de V., ik heb dezelfde
opmerking als mijn collega Hofland, maar ik zou er
nog iets aan toe willen voegen. Ik meen, M. de V.,
dat wanneer er één ambtenaar Is. die zijn werk met
opgewektheid moet verrichten, dit in de eerste plaats
is de onderwijzer. Ik geloof, dat wij voor deze cate
gorie moeten zorgen, in de eerste plaats, dat zij haar
Hofland en Van Nijnatten, Onderwijzcrssalarissen.
bezigheden kan verrichten zonder financieele zorgen,
liet wil inij daarom voorkomen, dat de salarissen der
onderwijzers, zooals die hier worden geregeld, tamelijk
laag zijn. Ik zal u besparen een lange lijst van plaat-
sein waar deze salarissen beter zijn geregeld. Ik wil
alleen een voorbeeld noemen en wel Gouda. Dat is
een stad van ongeveer gelijke grootte als Amersfoort.
Daar is bet f 700 met 9 twee-jaarlijksche verhoogingen
f 100, huishuur f 100, hoofdakte f 200, eindsalaris
f 1900. Ik meen, dat door B. W. is aangevoerd, dat
wanneer de verhoogingen meer zouden bedragen, wij
in conflict zouden komen met de andere ambtenaren.
aarop zou Ik willen antwoorden, dat die andere
ambtenaren na verloop van 2 of 3 jaar overgaan In
under baantje. Zij krijgen een anderen rang en
daarmede een geheel ander salaris. De onderwijzers
blijven echter tot hun dood onderwijzer en als zoodanig
hebben ze met de andere ambtenaren niets gemeen.
(De heer Stadig komt ter vergadering te 2.06).
Wat de uitbetaling In 1921 en 1924 betreft, die
politiek deed ik ook niet. Ik hoop. dat de heeren mij
de volgende vergelijking zullen vergeven, alle verge
lijkingen gaan nu eenmaal mank, maar ik heb er nu
eenmaal een zwak voor. 'Toen de Trekhondenwet er nog
niet was. was er een trekhondenbaas, die aan een lat
een stuk vleescli voor zijn hond plaatste, maar zóó, dat
het dier cr niet bij kon komen en hel karretje ging
gesmeerd. Ik weet niet of die hond na verloop van
tijd bet stuk vloesch nog heeft gekregen, maar ln leder
geval, (leze politiek komt er vrijwel mee overeen. Ik
zou zeggen, wanneer beeft de onderwijzer het eind-
salaris noodig, na 19 jaar of veel eerder? En dan
komi ik tot de couclusie, veel eerder. Dan nog meen
ik erop te moeten wijzen, dat, wanneer een sollicitant
zich komt aanbieden voor Amersfoort, hij wel zou
kunnen komen, denkende, dat hij viel in dit of dat
salaris, terwijl dan bleek, dat 'lij het p:is kreeg over
een jaar of 3, 4. Wanneer u erkent, dat de onder
wijzers dat salaris noodig hebben, al is het na zooveel
jaar, dan pleit alles voor mijn redeneering. Ik zal na
ailoop der discussies voorsteller.i° om de verhoogingen
van f75.- te brengen op f 100.en 20 om van de
drie-jaarlijksche verhoogingen te maken twee-jaarlijk
sche verhoogingen.
(De heer Leinweber komt ter vergaderiag te 2.08.)
De heer Van N ij n a 11 c n M. de V., mijn ge
zondheidstoestand laat helaas nog niet toe, dat ik hier
in deze vergadering wijde beschouwingen zou geven.
Ik wil dus volstaan niet slechts een enkel woord te
zeggen en wel, dat ik ln aansluiting met hetgeen mijn
collega Nieuwendijk heeft gezegd, gaarne mijn steun
zal geven aan een voorstel, om de twee laatste perio
dieke verhoogingen nu reeds te doen uitkeeren. Ik
hoop, dat ook de Raad daarin unaniem zal meegaan.
Er is in de laatste dagen in deze zaal nog al eens het
woord «democratie» gebruikt. M. de V., dat woord
democratie omvat niet alleen het zoeken naar den
besten staatsvorm of naar hetgeen tot de taak der
overheid behoort, maar m.i. ook en vooral de quaestie
van menschenwaarde. Waar 't nu hier salarisregelingen
geldt voor groote takken en vrijwel rekening is gehouden
met hot noodige voor die verschillende takken, meen
ik, dateer ten opzichte van de onderwijzers ook in geen
geval sprake mag zijn van schielheid en dat, willen
wij hebben een goed onderwijzend personeel, dat con
araore zich belast met de opvoeding onzer kinderen,
dan moeten die menschen hebben, wanneer zij een
zekeren diensttijd en een zekeren leeftijd hebben be
reikt, een zelfstandige financieele positie. M. de V., ik
Br. fr. niet opgaaf waar
onder letters A.E. burc
FEUILLETON.
Met moeite sleepte hij zich voort tot in
het station, waar hij een kaartje nam naar
Berlijn. Een medelijdende conducteur hielp
hem in een coupé ie klasse en bood hem
ook hulp bij aankomst te Berlijn, 't Ecuig-
ste wat Maarten daar nog kon doen was
vragen naar een drosekke en als bestem
ming opgeven bet Augusta-hospitaal. Bij
aankomst waren zijn krachten uitgeput,
kon hij slechts nog opgeven zijn naam en
adres en het adres van Nelly, met het ver
zoek haar te melden, dat hij iu het zieken
huis was opgenomen. Toen viel hij een
diepe bewusteloosheid.
Zoodra Nelly Sand den volgenden mor
gen de boodschap ontvangen had, dat Maar
ten plotseling ernstig ziek was geworden,
snelde zij hevig verschrikt en diep bezorgd
naar het Augusta hospitaal, Wat zij daar
te hooren kreeg, luidde niet zeer troostend.
Aan haar stormachtig geuit verlangen om
den kranke te zien, kon ln geen geval
worden voldaan. Voor het oogenblik had
lijkh
tuss;
voor
ning
hi'bl
maar
werd
staat
De
De Voorzitter: Dan gaan wij over tot de a
vullingsagenda.
669. Vaststelling kohieren Strnatbelasting
Rioolbelasting, dienst 1917.
Als voren.
baar er
>Er mi .jugcuuin» n»g mets van
te zeggen. Maar één ding is zeker: dat
volslagen rust een allereerste vercischtc is.
Er is geen sprake van, dat de patient In de
eerstvolgende (lagen bezoek zou kunnen
ontvangen.»
In de diepste neerslachtigheid keerde
Nelly huiswaarts. Doch het afwijzende ant
woord van den medicus weerhield haar niet
aai ae totale afzondering, die aanvankelijk
door zijne ziektetoestand voorgeschreven
was, ook nu nog moest gehandhaafd wor
den, Maar N'elly, die geleerd had met wei
nig tevreden te zijn, begroette met jubel
reeds het oogenblik, waarop haar veroorloofd
werd aan haren verloofde een paar vrien
delijke woorden te schrijven. En zij was
overgelukkig, toen zij bij haar volgend be
niet voor pensioen. Daarvan is niet uitgemaakt of hij
blijvend is. Een tractcmentsverhooging is een blijvende
verhooging. waarnaar het pensioen ook wordt bere
kend. In de tweede plaats, M. de V., is er nog een
grond om de tractementsverhooging niet toe te ken
nen. Volgens het verslag van de tweede afdeeling
heeft een der leden het volgende gezegd een ander
Zij moest dit zicbzelve telkens en telkens
maar weer voorhouden want voor het
overige luidde de brief anders, geheel anders,
dan zij eindelijk verwacht had. Aan deze
regelen van den beminden man, die zij on
stuimig aan hare lippen had gedrukt, ont
stroomde cone ijzige koude, welke haar
huiveren deed
(Wordt vervolgd).