De Gicconda
Iï, II. WINK
J.éA VAN B A
Zeemui
Door Duisternis tot Licit.
Ki|'
in dcu foyer van «amicitia» «i» MAAMVaU 1
Bespreking middelen om to geraken tot de
Eooiiomlsoln
Verschillenden.
Centrale Keuken. Overeem. Veis Heijn.
roordeel.
Nadere inlichtingen verstrekt gaarne onderge
getale toegangsbewijzen zijn te verkrijgen voor
uitnoodiging ontvingen.
Bergstraat 13 A. TS
Borstelfabrikant, Kauipsl
levert nog alle soorten piina BEZEMS, Wlil
TAPIJTSCHUIERS enz. legen concurreer
curreerend alle soorten POETSART1KEI
Vraag mijn aucci
FEUILLETON
V.
In A gn rd h - b a a i.
De mist had zijn vernielingswerk voi-
mishandeld zich t.ritste had gelegd op de
scherpe klippen van Spitsbergen's umh.-r-
zeeschc-n archipel. Ih'e had niets meer ie
uoen. Eenige minuten na de schipbreuk
kwam de Noordenwind en veegde de zet
schoon.
De zon wierp haar mee.inngcnloozestralen
over de verwoestingen van den dood. Zi;
vond de eenige levens, die door eeu wonder
Gods uit de ramp waren gered.
Toen Victoria's» voorsteven neerdook in
zee,.werden Barones vmi Heflner ei< JiVgen
Bratt over boord geslagen. Dat behoedde
hen voor de uitbarsting. Maar dc.zee s- heen
even onbarmhartig te zijn ais de mist, I Iel
water was ijskoud, cu de jonge barones
vouwde gelaten haar handen en sloot haar
oogen, terwijl ze haar bewustzijn verloor.
Maar Jörgen Bratt was er da man niet
naar. zich zoo gemakkelijk over te g- ven.
Hij nam den langen groenen sluier, die de
barones om haar hoofd geslagen had en
zijn, dat die niet voortkomen uit
tegenzin, maar dat die eenvoudig h
dat inderdaad de menschcn voor hun geld verlangen
voedsel. Nu zegt de Wethouder, het is de schuld van
de Keuken niet, dat het brood zoo slecht is en dat
de keuken niet zoo'n hoeveelheid voedsel kan geven,
dat het al het andere voedsel vervangt. Dat wordt
ook niet verlangd. Maar er wordt verlangd, dat de
.samenstelling van het voedsel zooveel mogelijk in
overeenstemming zal zijn met het voedsel, nat de
menschea zelf bereiden en zoo langzamerhand kar.
men de metischen doen gewoonrakc-n aar. een mm «i
meer andere samenstelling. Maar behalve aan dc voe
dingswaarde moet het voedsel ook voldoen aan dc
ei si ben van smaak. Ik wijs b.v. op de tapiocasde;..
waarmede hier in de plaatselijke' pers op scherpe wijze
den Spot is gedreven. M. de V., de W-uhutiiier ni-.-t
niet voldaan zijn over zijn werk. Ik ben weicciis
in de Keuken geweest, dat daar een molen stond, die
beslist niet zindelijk genoeg was, zoodat ik zei, daar
mag je wi'leens op letten, Als zoo'n molen niet zin
delijk genoeg is. zullen zich daar bacteriën aanzet!..,
on die komen later weer in het te bereiden voedsel.
Dat mag niet voorkomen. De Wethouder herin-u r.
zich heel goed, dat ik in een persoonlijk schrij.cr.
aan hem, op die zaak zijn aandacht heb geves igd.
Het kan wezen, dat er na dien tijd een zekere veroe-
tcring is gekomen, maar in ieder geval heb ik zelf
geconstateerd, dat het een keer niet in orde was. Bij
het beoordeelcn der Centrale Keuken moet men da.:
ook niet alleen afgaan op ambtelijke adviezen en niet
meenen, dat alles wat gezegd wordt over qualiteit en
vetgehalte voortkomt uit tegenzin en vooroordeel.
Integendeel geef ik u de verzekering, dat i:. onze
kringen alles wordt gedaan om het eten van de Cen
trale Keuken zooveel mogelijk te bevorderen, maar
dan moet van de zijde der Centrale Keuken ook .-.Hes
gedaan worden om te zorgen, da! het eten zoo gi.eii
mogelijk is.
De Wethouder J o r i sse n M. de V.. zooals
heer Ocsterveen al heeft medegedeeld, en gelijk ik
pas al zeide, heb ik op de laatste vergadering me
Commissie voor de Centrale Keuken gezegd, dat
mogelijk de laatste vergadering van deze
was, omdat het de bedoeling was. dat het een bedrijf
zou worden en dan dus ce.i commissie van bijstand
zou krijgen. Nu kunt u wel zeggen, de Commissie
heeft toch altijd haar adviezen goed gegeven, Welnu,
wij hebben daar ook een dankbaar gebruik van ge
maakt. en nu wij een keer de zaak aan het rollen
hebben na zooveel maanden, gaat het geregeld, met
het gevolg, dat men de commissie zelf en de onder-
commissie voor de keuring nog ma.tr sporadisch ziet
en ten slotte heelemaal niet meer kon krijgen. Onder
den indruk, dat het goeil ging. was de onder-commissie
het zat om eiken dag te komen keuren. Allen waren
van hetzelfde gevoelen: liet gaat goed. Nu kom ik er
nog eens op neer, dat het eten van de Keuken goeii
is en werkelijk een massa klachten gezocht zijn. Nu
kan de heer Hofland zeggen, cj^t een vrouw kwam
verklaren, dat het eten in een gehecle week nog maar
één dag goed was geweest, ik kan het getuigenis
aanhalen van iemand anders, die als gedeputeerde op
het Stadhuis kwam. Ik ben daar niet bij geweest. De
heer Veis Heyn was toen waarnemend burgemeester
en die zou ik wel willen verzoeken het verhoor
eventjes mede te deelen.
De heer Overeem: M. de V., ik moet mij verzetten
tegen de uitlating van den Wethouder voor Maat
schappelijk Werk. Ik verklaar hier openlijk en rond
uit, dat de door den heer Hofland bedoelde vrouw
waarschijnlijk is geweest mijn vrouw
Centrale Keuken.
De heer Hofland: Ja.
De heer Overeem: en dan geef ik haar vol
komen gelijk. Ik i.eb al die dagen van het eten di-r
Centrale Keuken genoten en ik heb ook gezien, dat
mijn vrouw hei het huis uitdroeg naar het vee en
mi is geschil il met mijn volle instemming. Dat »y
ik er bij verklaren, omdat ik het niet lustte. Hetsp.ri
mij dat ik uit moet zeggen.'-mdat ik. zoolang ik kou
heb getracht het gebruik van eten uit de Centra,e
Keuken te bevorderen. Nu dc dingen hier zoo sche-p
naar voren worden gebracht, acht ik mij verplicht te
zéggen, hetgeen ik h-i-r b.-l» g'-zegd n ik houd staande,
ui; is zuiver er. het bevat dc v-li- waarheid.
De heer Veis II e ij 11. Wethouder der Bedrijver
M. de V mijn geachte collega Jorissen heeft mij z->o-
Iciding van een geval, da: ."a h heeft voorge: aau,:o n
de Burg-meester r ambtszaken naar den Haag is
geweest ik als waarnemend burgemeester moert
optreden. De besturen van verschillende coAperatus
he'- ïn-n toen hun klachten naar voren gebracht, die ik
in het bijzijn van den secretaris heb aangehoord. Dit
heeft aanleiding gegeven tot een onderzoek en dat
hebben wij niet uitgesteld. Wij zijn er onmiddellijk op
uitgegaan en hebben ons begeven naar de Centrale
keuken. Ik z.-.l l' z-gc onpartijdige indruk was
voor mii alleszins gunstig, z 'als u dat ook kunt
vinden in de to-üuhtinv achter in het betrokken stuk.
Ik kan niet anders zegg-n, da i dat mijn indruk van
het personeel zeer gunstig was en dat de bedrijfleiii-
ster, die daar optreedt op mij den indruk maakte van
een llinke en een weerbare vrouw, die hek-vaam is
voor haar vak en voor haar taak. Dezelfde indruk
kreeg ik van den kok. Ik geloof, dat voor zoover ik
het kan beoordeelcn, de kok en de man, die het stook-
bedrijf uitoefent, menschen zijn, die met het andere
personeel behoorlijk in staat zijn om aan de eischic
die aan hen gesteld mogen worden te kunnen voldoen.
De heele inrichting, die wij onverwacht bezochten,
maakte op ons een zeer gunstigen indruk. Ik heb
niets kunnen ontdekken, dat in den weg stond om het
bedrijf zoo goed mogelijk te laten loopen. Wij hebben
de menschen persoonlijk gehoord en wel met name
over dc klacht, dat er vleesch zou worden ontvreemd.
Dat was een zeer ernstige klacht, want daardoor zou.
wat iie iemeente voteerde, niet terecht komen op de-
plaats, waar het behoort. Nu is het gebleken, d.
daarvoor geen aanleiding kon bestaar. Toen wij dc
eigenden morgen er weer heen kwamen, trof h-
werkelijk gelukkig, dat de pers on. die als beschul
diger genoemd was, juist aanwezig was. Toen hebbf
tve den man uitgenoodigd met ons mede te gaan
toen hebben wij het hem iaten zien. Hij was zelf verbrui
ker van het ete.i van de Keuken en allereerst consta
teerde hij, dat hij nooit slecht eten had gehad. Wat
was nu echter de za.ik. Eenvoudig de/.i-, dat de men
schen het eten boven gebruikten en daar ging nu ook
hoen een pannetje vli-csch. /.onder dat men dit na-'
kunnen verwachten, ziie wij den volgenden dag toe';
weer gekomen en toen stond er een pannetje vleesc';
op voor het personeel en dat was het eerst wat du-
man riep: >Is dat nu alles wat de menschen krijgen
Ja. dat was alles en nog geen ons p r hoofd. He!
vleesch ging naar boven en dat had aanleiding tot die
praatjes gegeven
Overigens heb ik tweemaal een bordje van hut etc
geproefd. Voor dal oogeublik was het me zeer sma
kelijk. Ik kan niet anders zeggen, ban dat hetgeen ik
daar gezien heb, mij stemde tot groote tcvredenhei
Ik mag zeggen, dat ik niets anders heb dar alle reden
tot volle tevredenheid over het personeel.
liet voorstel wordt hierop z.h.sr. goedgekeurd.
andere omstandigheden verscheidene kilo-
meters gezwommen, zonder eenige vermoeid
heid te bespeuren. Maar deze zwemtoer in
ijswater, met een last op den rug. vereischle
al zijn onbuigzame kracht en taaie volhar-
ding. De last werd al zwaarder en zwaarder,
zijn kletsten plakten aan zijn lichaam, en
b-, de einden moest hij inrt liet hoofd onder
s erke stroom verlengde daarbij deti afstand.
Op eens bemerkte hij. dat dc jongedame
haar bewustzijn terugkreeg. Ilij voelde, dat
ze haar hoofd ophief van zijn schouder, hij
hoorde den uitroep van stille wanhoop, toen
den toestand begreep, 't Klonk als 't
I ai.gstgepiep van een vogeltje.
Hij hield een oogeublik op, maakte den
sluier los en haalde adem.
I >Kunt u zwemmen, Freule? vroeg hij
half naar haar toegekeerd.
«Ja, maar ik voel me zoo stijf en naar».
Probeer of tl uw ledematen bewegen
I kunt».
«Onmogelijk*,
i »U ntoet», riep hij streng, «Span u in,
i het gaat om uw leven. We moeten daar
voor strijden, zoolang we kunnen.»
i Ze deed een paar slagen met haar handen
jonge Noorman aan laud mt-1 oen half be-
wusteloo/e vrouw in zijn armen.
i 1 ij z.ette haar behoedzaam neer op een
rotsblok.
«Nu komt het er op aan», beval bij op
een toon van meerderheid. «Wrijf u /--lf
over uw heele lichaam en probeer hard te
loopen
«Ik kan niet», mompelde ze. >'t Is of ik
lood in mijn heetten heb. O God. wat moet
ik doen?-
»U moet hard loipen», zsi hij, wit als
een doode en met zijn tandei: stijf op elkaar.
Kom». En hij trok haar me: zich voort.
Ze struikelde telkens, doch stond weer op.
Ze smeekte hem. maar hij trok haar on
barmhartig mee.
«Wordt het nu beter? vroeg hij.
«Het prikt zoo vreemd in mijn beenen»
«Prachtig», zei hij bij zichzelf. «Dan
nemen we nu looppastotdat u geheel
warm wordt. Wilt u mij beloven u te be
wegen, tot u over uw heele lichaam gaat
gloeien? Zoo - zoo is 't goed
Hij liep van haar weg naar het strand,
waar een man k-.vam aanwaden, die een
half dood mensch achtsr zich aan sleepte.
Ik heb een of ander 'inwendig letsel <»-.
kregen, dut nn» van r.-i'n uracil!. ber.-.K,
goo d, 't Is «-en kwestie va w un
ik geheel lam wordt ik bm *a,i
dood ontkomenmaar die haalt mu v -i
ntefiiS Xl' 1 "-^Dkoil
schande», ging b;j voort ei .--.••«? -.ver ,-i'e
naar de plek. waar dc over hifselcu vancie
«Victoria» nu m voorschijn kwamen uit
llratt wreef intusschcii d ledematen van
den professor en het duurde c-t 1., „f
dic vroolijke oude Insi 1 op iieeiier..
Zijn iang haar fcleefue nn zijn langwerpig
hoofd, maar de brui,... cge., stonden ais
vraagteekens in zijn bh-oi» en schrander v-
laat
r lucht
Waar zijn we - vrosg hij, na:
happend.
De loods keek -un zich heen.
•We zijn, waar w-; wezen wihleu», zei
hij en lachte bitter. Dat is Agaruh-b-ai
tjltig meter Noordelijker enalli-s g-edrim
gegaan 1 >-• stroom was vuiaiaag n. sterk. 1 »i«,
dreef o„s opdie scheren. Wordt vervolgd.)